eSwift gaat echt op deze
naar de knoppen'
f
Wagtmans nog opmerkelijk
fris „op de kale piek
v. dLelie en J. Riethoven
aarom
lAeen
contact
Verstandig
tRDAG 11 JULI 1970
PAGINA II
LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD
(door Bert Paauw)
EN Er wordt ons van alles beloofd. Wie je ook
>kt, ze vinden allemaal dat er iets moet gebeuren. Maar
dirkelijkheid wordt er niets gedaan. We zijn zeer verbolgen
gemeente. Er is totaal geen medewerking. Echt, onze
{&iging gaat op deze manier naar de knoppen want we
fen onze leden, en vooral de jeugd, niet opvangen". De
i J. v. d. Lelie en J. Riethoven, resp. secretaris en vice-
fctter van de Leidse wielervereniging Swift, zijn niet van
üfeen blad voor de mond te nemen. Ze vinden dat ze lang
eenpê hebben gezwegen over de wijze waarop er met ,,hun"
op dj wordt gesold,
bl ij vei
"«far cours
en fi
st Van der Lelie los: „Swift
al sinds vele Jaren bij de ge-
je gevraagd om een parcours
h eigen „home" in Leiden. Tot
hebben we ons altijd beholpen
parcours en een café
l-Ade. Onze prachtige prijzen-
X bijvoorbeeld in dat café.
vlnf hc
wii
toch
T. Daeii Ouwens
oogje dicht
EIDEN De heer T. Daey
irens, waarnemend directeur
de Groenoordhal geeft op
„Swift-affaire" het volgende
imentaar: „Er is enkele
iden geleden een bespre-
geweest waarbij vertegen -
•digers van Swift, van de
:nte, van de sportstichting,
ilf en nog anderen bij aan-
waren. Toen is de moge-
leid onderzocht of er bij de
inoordhal gefietst kon wor-
Er is uitvoerig over een
Icours gesproken en er waren
pi argumenten om niet óm
~""l hal te rijden. Uiteindelijk
hg men van de Swift-zijde
.«koord met een parcours ach-
de hal maar en dat was
breekpunt van de bespre -
de afgevaardigden van
stelden de voorwaarde
dan een clubhuis zou
ten komen. Maar, daar sta
verder buiten. Dat is een
voor de Sportstichting en
gemeente. Ik kan niets over
clubhuis beslissen. Ik heb
natuurlijk wel iets mee te
bijvoorbeeld als pach-
in de horeca-sector. Maar
ik heb gezegd tegen de
„Kom er eens over pra-
Ik heb ze nooit meer ge-
maar ze gingen wel fietsen
de hal.
Jp een keer was er een raads"
fgadering in de hal en één
de raadsleden werd bijna
<«nver gereden. Toen ben ik
^ar buiten gegaan en heb te-
de heer Van der Lelie ge-
dat men achter de hal
gaan fietsen. Ondanks de
ezegging van Van der Lelie
>ft men dat niet gedaan. Zij
- n om de hal blijven rijden,
onderdagavond reden ze er
eer en ik heb er toen iemand
ïen gestuurd omdat:
Swift nooit- formeel con
tact met mij heeft opgenomen
over een eventueel öontract.
(toch laten we ze er fietsen;
IljWe doen een oogje dicht)
f7 B: De afspraak was dat ze
niet om de hal zouden rijden
want zij weten nou eenmaal
niet wanneer er bijvoorbeeld
in de hal vergaderd wordt
x én ding begrijp ik niet. Waar-
m nemen ze met mij geen
Xipntact op over een contract
eigenlijk begrijp ik het wel
»ift heeft destijds op de ver
kering gezegd: We gaan er
rijden als er geen clubge-
ouw komt. Dat clubgebouw
taat er niet, maar nou rijden
toch op het terrein. Daar
ze natuurlijk zwak mee
1 Maar ja, je begrijpt wel dat dat niet
zo"n gunstige situatie is. De ouders
sturen hun kinderen niet zo graag
naar een café ergens in de polder en
dat kan ik me ergens nog best voor
stellen ook".
Met de komst van de Groenoord
hal leek de Jarenlang „bede" van
Swift om een parcours en home in
Leiden verhoord te worden. Riet
hoven: „Van de zyde van de ge
meente en Sportstichting werd ge
zegd „We kunnen Swift wel een par
cours bij de hal geven". De Sport
stichting stuurde ons tekenin
gen waaruit we een keus konden
maken. Dat hebben we gedaan al
bleek het niet mogelijk een parcours
van 1200 meter lengte, zoals we
graag hadden gewild, uit te leggen.
Sindsdien hebben we van die plan
nen niets meer gehoord".
Van der Lelie, die deel uitmaakt
van de Raad van Beheer van de
Sportstichting, vervolgt: „Een half
Jaar geleden heb ik voor de zoveel
ste maal tijden's een vergadering van
de Sportstichting gevraagd hoe het
nou eigenlijk zat met dat parcours.
Van der Reyden was toen nog voor
zitter en die zei tegen me „Er komt
niets van terecht". Overigens, de
mensen van de Sportstichting willen
ons wel helpen hoor, die zijn vol goe
de wil, maar ja, zij zijn ook afhan
kelijk van de gemeente. In maart
volgde een bespreking waarin o.a.
heren van gemeentewerken, de di
recteur van de Groenoordhal en de
directeur en voorzitter van de Sport
stichting bij aanwezig waren.
Ultimatum
Riethoven: „We hebben toen min
of meer een ultimatum gesteld, ge
zegd: „We willen nu gaan rijden bij
de hal". Er werden weer alle moge
lijke toezeggingen gedaan, er werd
veel gepraat en de dagen daarop
veel getelefoneerd. Kortom, er
kwam van al die toezeggingen niets
terecht. In april sprak ik toen de
heer Burgers die directeur van de
Groenoordhal zou worden. Hij gaf
zijn toestemming dat we op zaterdag
2 mei voor het eerst op het terrein
rond de hal zouden fietsen. Toen
hebben we Sparta uit Den Haag
uitgenodigd voor een ontmoe
ting. Nou, die kwamen op 2 mei met
veertig rennertjes en wat bestuurs
leden. Maar in en bij de hal was
niemand. Alles was gesloten. We
konden niet eens bij het materiaal
voor de parcours-afzetting. We
hebben die middag toch gere
den maar leuk was het niet. Sinds
2 mei zijn we bij de Groenoordhal
blijven rijden, op dinsdag- en don
derdagavond, elke avond an
derhalf uur. Toestemming of een
vergunning daarvoor hebben we
overigens niet. Dat is ook weer zo-
J. Riethoven
zoethouderij
iets vreemds. Men verbiedt ons niet
om bij de Groenoordhal te rijden
maar het wordt ook niet officieel
toegestaan. Het is gewoon een kwes
tie van zoethouderij". Waarnemend
directeur van de Groenoordhal, de
heer T. Daey Ouwens, maakte er
wél bezwaar tegen dat we om de hal
zouden rijden. Dan is de hal zo
moeilijk té bereiken, zei hy. Op een
bespreking in april hebben we toen
ingestemd met een „lusvormig-par-
cours" achter en gedeeltelijk naast
de hal. Maar daar hebben we
de voorwaarden aan verbonden dat
we dan ook kleedgelegenheid zouden
krijgen en een eigen home in een
hoek van het terrein zouden mogen
bouwen. Er werden weer belof
ten gedaan en het oude liedje
wc hoorden er verder niets meer
van".
Al deze „schendingen" van afspra
ken, beloften en toezeggingen maak
ten dat men bij Swift de hand ging
lichten met het „lustvormige-
parcours-akkoord". Veelvuldig werd
om, in plaats van achter en naast
de Groenoordhal gereden, tot erger
nis van directeur Daey Ouwens die
bij monde van zijn medewer
kers zelfs met maatregelen dreigde.
Afgelopen donderdagavond kwam
het tot een uitbarsting. De Swift-
renners draaiden weer hun rondjes
om de hal; een aanwezig „mannetje-
van-Day Ouwens" sommeerde hen,
die bezigheid te staken" anders zou
den de hekken worden gesloten". Al
dus Van der Lelie en Riethoven voor
wie dit incident de overbeken
de druppel was die de emmer deed
overlopen".
zo kan en mag tegenwerken. De hal
is toch in gemeentebeheer. Dat hij
niet van wielrennen houdt hoeft hij
nog niet zo duidelijk te laten mer
ken. Heus. als er iets in de hal te
doen is gaan wij wel achter de hal
rijden. Met uitzondering van de
vrijdagse veemarkt wordt die hal de
zomermaanden vrijwel niet gebruikt.
Hij staat avond aan avond leeg, de
kinderen uit de buurt spelen er in,
rolschaatsen e.d. Ja, er wordt wel
eens vergaderd Nou, al rijden we
dan om de hal dan is ie nog best be
reikbaar want ach, als wij van Swift
daar rijden gaat het om een groepje
van zo'n 20 man. Nou, er kan wel
een colonne tanks oversteken en dan
komt dat handjevol jongens ook
weer eens langs. Nee. dan is de me
dewerking van restauranthouder
Millikan heel wat beter. Hij heeft
begrip voor ons, hij opent zijn res
taurant, stuurt personeel en dat
terwijl wij nou echt niet zoveel ver
teren. Volgens mij kost het hem eer
der geld dan dat hij aan ons ver
dient".
Over de medewerking van ge
meente zijde heeft Van der
Lelie ook nauwelijks een goed woord.
Hij zegt: „Ik zal eens een voorbeeld
geven van die „medewerking". Vo
rige week zaterdag organiseerden we
een wedstrijd in Zuidwest. Na an
derhalf uur kwam pas de eerste po-
litie-agentMoeten wij soms de
mensen van het parcours af
houden? Voor de wedstrijd had
den we vanzelfsprekend contact met
politie opgenomen want dat
staat Immers in de vergunning die
Je vooraf moet aanvragen. Maar de
politie? Je ziet ze niét".
Ondanks al het bovenstaande zijn
Van der Lelie en Riethoven niet van
plan zich bij de huidige, voor
hen zo teleurstellende situatie neer
te leggen. Riethoven „We blij
ven vechten voor een gebouw waar
we de leden kunnen opvangen, waar
we wat home-trainers kunnen neer
zetten, waar we onze prijzen-
kast kunnen hangen, waar we kun
nen vergaderen en waar we ons
kunnen omkleden. Dat laatste ge
beurt nou onder een afdak aan de
achterzijde van de hal. Je kunt Je
voorstellen hoe „plezierig" dat is,
vooral als Je moe en bezweet bent".
Van der Lelie: „Men heeft ons al
eens de kleedkamers van de hal aan
geboden maar daar trappen we niet
in. Als we dat doen denken „ze":
„Van die lui zijn we af". Nee, we
willen een eigen clubhuis. Kijk, als
er vandaag een aantal mensen een
damclub oprichten kan ik begrijpen
dat de gemeente hen niet gelijk een
zaal kan aanbieden. Maar Swift be
staat al ruim 50 Jaar. We hebben
ons bestaansrecht toch wel bewezen.
We zyn viermaal clubkampioen van
Nederland op de weg geweest. We
hebben vele bekende renners afge
leverd als de Olympische kampioe
nen Gerben Karstens, Bart Zoet,
Joop Zoetemelk en voorts coureurs.
Nol Kloosterman, Cock van der
Hust e.a. We zijn toch bepaald een
vereniging die er wezen mag. Vele
wielerclubs zijn Jaloers op onze suc-
Vprhl'ttprrl icessen- Nederland telt ongeveer
T Cl liiticiu 80 wieierverenigingen. Meer dan de
helft heeft een goede accommodatie.
Swift, één van de meest vooraan-
heeft
Zelfs de grote Eddy Merckx heden. De Belg moest, evenals stoftent Op de foto hangt de
kwam na de beklimming van de I zijn landgenoot Van den Bossche uitgeputte Merckx tussen twee
steile Mont Ventoux in moeilijk. I „op adem komen" in de zuur- verzorgers.
CARPENTRAS <GPD> In zijn
prognose op het nog lange vervolg
van de Tour. gebaseerd op een
plezierige explosie en een ferme
sprong in het algemeen klassement,
remde Rini Wagtmans gister
morgen voor de start nog het.
alom gerezen optimisme af.
„Want"", vermoedde hij, „als het
te steil wordt, zal ik moeite heb
ben om met de voorsten mee te
gaan. Ik zal echt nog wel een
paar plaatsen duikelen".
Gisteravond op de kale piek van de
Mont Ventoux, na een door de zon
geteisterde beklimming, wilde nie
mand meer in zijn voorzichtig ge
stelde verwachtingen geloven. Rini
Wagtmans finishte op "die ver
schrikkelijke berg als vierde, op ge
ringe afstand van de meedogenloze
„slokop" Merckx en gereputeerde
klimmers Martin van den Bossche
en Lucien van Impe. Een formi
dabele prestatie voor iemand, die
enkele dagen geleden nog van op
geven sprak en gedemoraliseerd
van stad tot stad reed. Maar wat
meer zegt. Wagtmans bereikte de
op een hoogte van 2000 meter ge
kalkte eindstreep in blakende wel
stand, frisser dan alle andere cou
reurs.
Diepfa 4e? tct/de*
V 12JULH6eer.250im
Van der Lelie verbitterd: „Waar
nemend directeur Daey Ouwens
werkt ons tegen. Wij begrijpen niet staande clubs in Nederland,
dat „ambtenaar" Daey Ouwens ons helemaal niets"
Terwijl Merckx en Van den Bossche
wankelend en bewusteloos (laatst
genoemde) in de armen van hun
verzorgers vielen en ijlings onder
de zuurstofkap werden gelegd,
kruiste Rini Wagtmans de armen
en vertelde zonder haperen zyn
verhaal. „Die Belgen", zei hy een
tikkeltje korzelig, wijzend op de
weggevoerde Merckx en Van den
Bossche, „zijn misschien beter af
dan ik. Zij krijgen zuurstof en dat
bevordert het herstel. Ik moet
maar afwachten of ik weer snel op
krachten ben. Of mijn lichaam ge
zond genoeg is. Want ik heb na
tuurlijk óók geleden.
Wat denk je. Er is in de beklimming
steeds geattaqueerd en iedere keer
sprong ik mee. Ook toen Van den
Bossche op het laatst demarreerde, j
ging ik achter hem aan. Maar ik
kon niet meer bij hem komen. Die
plaagstootjes onderweg zijn net te
veel voor me geweest. Want je
moet niet vergeten, dat ik meer j
honderd procent delen. „Mis
schien". zei hij voorzichting. „Ik
heb natuurlijk meer routine. Joop
is zeker zo sterk als ik en heeft
minstens zoveel kracht. Maar ik
heb nu, door mijn ervaring, ver
standiger kunnen klimmen, mijn
krachten beter verdeeld. Ik ben,
om maar iets te zeggen, lang bij de
mindere renners blijven rijden en
daarna heb ik, steeds op myn laag
ste versnelling, zonder te forceren
sprongen gemaakt. Daardoor ben
ik als vierde binnengekomen. Maar
het wil niet zegen, dat me dat in
de Pyreneeën weer lukt".
Die steeds uitgesproken beperking
mag men de sportman, die laat in
vorm is gekomen en dus nog wat
onzeker is, niet kwalijk nemen.
Van een Wagtmans weet men bo
vendien, dat hij barst van courage
en eindeloos kan „lijden" als hij
een prestatie wil leveren. Rini is
wat dat betreft precies eender als
oom Wout destijds.
karakter dan pure klasse heb. Ik I
kan geweldig afzien en daarom j
kwam ik vandaag weer met de Zoetemelk leunt „„k op to n
eersten binnen. Maar dat wU met J". t
zeggen, dat ik er in de Pyreneeën
bij ben".
Ploegleider Ton Vissers negeerde die j
laatste opmerking lachend. „Ik
wist. dat Rini vandaag voorin zou
eindigen. Hij is weer helemaal de
oude. Kerngezond en met een ijzer- j
sterke moraal. Dat is volgens mij
in deze Tour niet meer kapot te
krijgen", verklaarde de Willem-2-
baas wiens vreugde overigens ge
temperd werd door het verlies van
de Belg Victor Nulant, die bij een
val zijn linkerbeen brak en naar 1
het ziekenhuis verhuisde. ,Maar
Rini zal hoog eindigen", beweerde j
Vissers, misschien zelfs hoger dan
Zoetemelk".
Wagtmans wilde het optimisme van
zijn ploegbaas niet voor de volle
mentaliteit en heeft waarschijnlijk
wat meer klasse dan de Brabander.
Toch moest hij ook gisteren Rini
Wagtmans weer voor laten gaan.
Hij had ook langer nodig om op
adem te komen. Toen hij eindelijk
weer spreken kon, was het eerste
dat hy vroeg: „Hoeveel ligt Petter -
son voor?" Assistent-ploegleider
Noel Fore stelde hem gerust: „Iets
meer dan een minuut. Geen zorgen
dus.
„Daarna bekende Zoetemelk, die
evenals Wagtmans en de andere
Janssen, de Mont Ventoux nog
nooit had gezien. „Twee kilometer
voor de aankomst ben ik gelost. Ik
kon niet meer. M'n benen waren
als lood. Ik kreeg geen lucht meer.
het was alsof m'n adem werd af
gesneden. Het tempo lag in die
laatste kilometers te hoog voor mij,
het was alsof er geen eind aan die
klim kwam".
Een foto in de krant: einde van een stukje voetbalgeschiede
nis. Onder de foto de tekst: „Op het voormalige VUC-terrein
eens met zijn „wondertent" het voetbal-walhalla voor alle
Nederlandse jongetjes, die ervan droomden in het nationale
elftal te spelen is een dragline bezig de grasmat open te
scheuren".
Het VUC-terrein. inclusief de won- nemerskeet met enig zit-gerei er in.
dertent. heeft namelij kplaats moeten Dus verre van een intiem geval en
maken voor kantoren en wegen, want allerminst een entourage, zou men
zo gaat dat. Oudere lezers weten nog zeggen, waar stemming en atmosfeer
wel wat die wondertent van VUC in- j vlotweg worden geboren".
hield en jongere lezers zullen er in
het voorbijgaan (in artikelen van ir.
Van Emmenes of Adriani Engels)
wel eens over gelezen hebbben, maar
omdat zij de quintessens van de won
dertent niet kennen, zal ik even ci
teren wat Joris van den Bergh (wij
len de eerste tevens laatste sportjour
nalist die Nederland voortbracht) er
over schreef in zijn boek „Mysterieu
ze krachten in de sport", dat voor de
oorlog zijn eerste druk beleefde.
Atmosfeer
Ik citeer: „Atmosfeer. Stemming.
Kent gij iets wat nog gevoeliger is?
Wij willen alvorens tot het spel te
rug te keren, u het volgende detail
niet onthouden. Wij hebben verteld,
dat de spelers van het Nederlands
elftal op de concentratie-avonden bij
eenkwamen in Den Haag in de club
tent van VUC. Deze tent is door ons
de „wondertent" genoemd".
„Wat was dat nu voor een Inrich
ting, deze wondertent van VYC? Een
zeer beschieden en uiterst eenvoudig
getimmerde. Een recreatie-tent zon
der enige charme. Bijna een primitief
geheel. Een houten tent, vierkant,
met 'n buffet als in een boerenher
berg".
„Goedkope tafeltjes en banale tim-
mermansstoelen, een geschuurde
houten vloer en hier en daar wat
aan de wand, club-foto's. Een aan-
,In deze tent werd de wonderdadi
ge concentratie gekweekt en de ge
voelige toespraak gehouden. Maar
luister nu. Op zeker moment stond
deze tent niet ter beschikking en was
de concentratieploeg genoodzaakt te
verhuizen naar Rotterdam, naar het
veel voornamere clubgebouw van de
voetbalvereniging Sparta, welk ge
bouw door de volksmond het Sparta-
kasteel wordt genoemd, een big buil
ding met een verzorgd interieur, in
ieder geval iets van standing van van
charme vergeleken bij het pl anken-
gedoetje van VUC".
„Maar"da&r in dat Sparta-
kasteel kwam er van de concentra
tie niets terecht. Daar ging het niet.
Hier was de concentratie-ploeg niet
ingeleefd. Hier, in deze veel mooiere
gelegenheid, was er geen vertrouwd
heid, geen intimitit tussen wanden,
vloer, plafond en de aanwezi
gen. Geen fluidum tussen concentra
tie-kweker en spelers".
Employe's
„De spreker sprak. Het waren
woorden van de lippen. Zij werden
niet gedragen door de warmte-uit-
stralingen van het hart. Het gemoed
scheen verkild. De spelers zaten als
employés', die een plichtmatige gele-
genheidsvisitie bij hun patroon maak
ten".
„Enige weken later kon de con
centratie-ploeg weer terugkeren tot
„losgezongen" van hun vertrouwde
omgeving, waardoor zij vermoe
delijk opeens iets potsierlijks kregen.
Ik zou niet verbaasd zijn geweest,
als hetzelfde verhaal in omgekeerde
zin geschreven had kunnen worden
als Lotsy met zijn concentratie-ploeg
altijd in het Sparta-kasteel had ge
bivakkeerd en toen bij wijze van
uitzondering een keer naar de VUC-
;ent had moeten uitwijken.
Aan de andere kant was de VUC-
.ent natuurlijk wel een goede keus,
,'oor dit soort werk. De prak-
ijk heeft uitgewezen, dat een om
geving waar mensen willen praten,
gedachten uitwisselen, samen willen
zijn, het beste schaars en primitief
gemeubileerd kan zyn. Kijk maar
naar Café Rynders in Amsterdam,
het trefpunt van de Leidsepleiners,
kunstenaars, studenten en wat dies
meer zij.
De beschrijving die Joris van den
Bergh, van de VUC-tent geeft,
de houten tent van VUC, waar de in- oom Joris zich hier en daar tegen- gaat ook op voor Rijnders en even-
timiteit en de geestelijke samensnoe- j spreekt. Enerzijds noemt hij de I zeer voor de lokaliteit waar de kun-
ring, waar het vertrouwen en het VUC-tent „verre van een intiem ge- I stenaarssociëteit De Kring ln Am-
goede geloei', waar de overtuiging, val", en anderzijds kat hy het Spar- i sterdam gevestigd is. Een omgeving
de broederschap en de wil tot win- j ta-kasteel af omdat daar ..geen ver- i waar men „conspireren", sa-
nen, waar het enthousiasme en de trouwdheid, geen intimiteit tussen I menzweren. kan het beste zo onop-
liefde tot de glorieuze daad. waren wanden, vloer, plafond en aanwezi- vanend mogelijk gemeubileerd zijn
geboren Daar ging liet weer. Daar gen was Als die stemming, die at- m moet Uefst oncomfortabel z«n.
ging het weer volop". j mosfeer uit den bezielenden mens
I stamt en niet gecreëerd wordt door
„Wij hebben in sportkringen, waar min of meer luxueuze gebruiksvoor-
men zei „er ook wel iets voor te werpen (zoals oom Joris aan het
voelen" deze fletse adhaesie verge
zeld horen gaan van de opmerking,
dat hun club-accommodatie zich ech
ter niet voor zulk intiem werk, het
welk een intieme omgeving vergde,
leende, men voelde in deze kringen
niet, dat déze stemming, dat déze
atmosfeer uit den bezielenden mens
stamt en niet wordt gecreëerd door
min of meer luxueuze gebruiksvoor
werpen".
Oranje boppe
Mooi proza Ik kan me overigens
niet aan de indruk onttrekken, dat
slot zegt), dan wordt die stemming
ook niet gecreëerd door min of meer
armzalige gebruiksvoorwerpen.
Het wonder van de VUC-tent zal
wel voornamelijk gelegen hebben in
het feit dat Karei Lotsy daar voor
het eerst zijn opzwepende toespraak
jes hield. De begrippen Karei Lot
sy, donderspeeches, Oranje boppe,
Nederlandse driekleur raakten daar
door onlosmakelijk verbonden met
die „wondertent" van VUC. Zodra
men hetzelfde probeerde te doen in
een andere omgeving, raakten
de bezielende woorden van Lots?
dan geeft dat. nog iets heroïeks aan
de samenzwering.
Van dat standpunt bezien, was de
VUC-tent natuurlijk ideaal, als we
op Joris van den Berghs beschrij
ving mogen afgaan. Het kantoorge
bouw van Siemens NV Nederland
dat er voor in de plaats komt, zal
er ongetwijfeld minder „conspira-
tief" komen uit te zien. al zou ik me
kunnen voorstellen dat de directie,
maken als indertijd Lotsy NV Ne
derland
Nu we het toch over Joris van den
Bergh hebben: Hij was het die over
de almachtige wielergroten die alles
winnen wat voor hun voeten komt.
een wijs woord sprak. Ik moest
daaraan denken toen ik dezer dagen
„de klacht van een middelmatig
renner" las (hij was niet eens zo
middelmatig trouwens, alleen maar
middelmatig in vergelijking met Ed
dy Merckx), dat voor de organisato
ren van rondes en criteriums alleen
Merckx nog maar bestaat. Hij kan
vragen wat hij hebben- wil en de an
dere renners moeten genoegen nemen
met een fooi. Op die manier gaat
de wielersport te gronde, enz. enz.
De vraag die dan opwelt is: wat
moet Merckx dan doen? Minder
winnen, de anderen ook eens als eer
ste laten arriveren, waardoor het
publiek de indruk krijgt van een
spannende strijd?
Joris van den Bergh zag dat niet
zo. Ik ben vergeten wie hij op het
oog had toén hi) het schreef (Coppl.
Schulte, Arie van Vliet?), maar hij
meende dat het publiek Juist kwam
opdraven voor de man die onver
slaanbaar is, de alles-winner, het fe
nomeen.
Ik geloof daar ook wel in. Ik hou
van het soort renners dat a 11 ij d
wil winnen. Merckx is er zo één,
Schulte was er ook zo één, Coppi
ook en Peter Post Idem dito.
Niet zij voeren de wielersport ten
verderve, maar de renners die op
geven omdat ze een dikke knie heb
ben, pijn in hun elleboog, last van
hun maag. of die met „loodzware
benen" te kampen hebben. Een
met gevoel voor historie, een zaaltje groot percentage van die pijnlijke el-
precies in de geest van de „wonder- lebogen, dikke knieën, loodzware be
tent" zou inrichten. Daar zou men j nen en bedorven magen is niet ver-
dan de wekelijkse brainstorming kun
nen houden ten bate van de nieuwe
ideeën en initiatieven die Siemens
NV Nederland even groot moeten
oorzaakt door valpartijen of voed
selvergiftiging. maar door de plaats
die deze „Ingebeelde zieken" in het
klassement Innemen.