eSwift gaat echt op deze naar de knoppen' f Wagtmans nog opmerkelijk fris „op de kale piek v. dLelie en J. Riethoven aarom lAeen contact Verstandig tRDAG 11 JULI 1970 PAGINA II LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD (door Bert Paauw) EN Er wordt ons van alles beloofd. Wie je ook >kt, ze vinden allemaal dat er iets moet gebeuren. Maar dirkelijkheid wordt er niets gedaan. We zijn zeer verbolgen gemeente. Er is totaal geen medewerking. Echt, onze {&iging gaat op deze manier naar de knoppen want we fen onze leden, en vooral de jeugd, niet opvangen". De i J. v. d. Lelie en J. Riethoven, resp. secretaris en vice- fctter van de Leidse wielervereniging Swift, zijn niet van üfeen blad voor de mond te nemen. Ze vinden dat ze lang eenpê hebben gezwegen over de wijze waarop er met ,,hun" op dj wordt gesold, bl ij vei "«far cours en fi st Van der Lelie los: „Swift al sinds vele Jaren bij de ge- je gevraagd om een parcours h eigen „home" in Leiden. Tot hebben we ons altijd beholpen parcours en een café l-Ade. Onze prachtige prijzen- X bijvoorbeeld in dat café. vlnf hc wii toch T. Daeii Ouwens oogje dicht EIDEN De heer T. Daey irens, waarnemend directeur de Groenoordhal geeft op „Swift-affaire" het volgende imentaar: „Er is enkele iden geleden een bespre- geweest waarbij vertegen - •digers van Swift, van de :nte, van de sportstichting, ilf en nog anderen bij aan- waren. Toen is de moge- leid onderzocht of er bij de inoordhal gefietst kon wor- Er is uitvoerig over een Icours gesproken en er waren pi argumenten om niet óm ~""l hal te rijden. Uiteindelijk hg men van de Swift-zijde .«koord met een parcours ach- de hal maar en dat was breekpunt van de bespre - de afgevaardigden van stelden de voorwaarde dan een clubhuis zou ten komen. Maar, daar sta verder buiten. Dat is een voor de Sportstichting en gemeente. Ik kan niets over clubhuis beslissen. Ik heb natuurlijk wel iets mee te bijvoorbeeld als pach- in de horeca-sector. Maar ik heb gezegd tegen de „Kom er eens over pra- Ik heb ze nooit meer ge- maar ze gingen wel fietsen de hal. Jp een keer was er een raads" fgadering in de hal en één de raadsleden werd bijna <«nver gereden. Toen ben ik ^ar buiten gegaan en heb te- de heer Van der Lelie ge- dat men achter de hal gaan fietsen. Ondanks de ezegging van Van der Lelie >ft men dat niet gedaan. Zij - n om de hal blijven rijden, onderdagavond reden ze er eer en ik heb er toen iemand ïen gestuurd omdat: Swift nooit- formeel con tact met mij heeft opgenomen over een eventueel öontract. (toch laten we ze er fietsen; IljWe doen een oogje dicht) f7 B: De afspraak was dat ze niet om de hal zouden rijden want zij weten nou eenmaal niet wanneer er bijvoorbeeld in de hal vergaderd wordt x én ding begrijp ik niet. Waar- m nemen ze met mij geen Xipntact op over een contract eigenlijk begrijp ik het wel »ift heeft destijds op de ver kering gezegd: We gaan er rijden als er geen clubge- ouw komt. Dat clubgebouw taat er niet, maar nou rijden toch op het terrein. Daar ze natuurlijk zwak mee 1 Maar ja, je begrijpt wel dat dat niet zo"n gunstige situatie is. De ouders sturen hun kinderen niet zo graag naar een café ergens in de polder en dat kan ik me ergens nog best voor stellen ook". Met de komst van de Groenoord hal leek de Jarenlang „bede" van Swift om een parcours en home in Leiden verhoord te worden. Riet hoven: „Van de zyde van de ge meente en Sportstichting werd ge zegd „We kunnen Swift wel een par cours bij de hal geven". De Sport stichting stuurde ons tekenin gen waaruit we een keus konden maken. Dat hebben we gedaan al bleek het niet mogelijk een parcours van 1200 meter lengte, zoals we graag hadden gewild, uit te leggen. Sindsdien hebben we van die plan nen niets meer gehoord". Van der Lelie, die deel uitmaakt van de Raad van Beheer van de Sportstichting, vervolgt: „Een half Jaar geleden heb ik voor de zoveel ste maal tijden's een vergadering van de Sportstichting gevraagd hoe het nou eigenlijk zat met dat parcours. Van der Reyden was toen nog voor zitter en die zei tegen me „Er komt niets van terecht". Overigens, de mensen van de Sportstichting willen ons wel helpen hoor, die zijn vol goe de wil, maar ja, zij zijn ook afhan kelijk van de gemeente. In maart volgde een bespreking waarin o.a. heren van gemeentewerken, de di recteur van de Groenoordhal en de directeur en voorzitter van de Sport stichting bij aanwezig waren. Ultimatum Riethoven: „We hebben toen min of meer een ultimatum gesteld, ge zegd: „We willen nu gaan rijden bij de hal". Er werden weer alle moge lijke toezeggingen gedaan, er werd veel gepraat en de dagen daarop veel getelefoneerd. Kortom, er kwam van al die toezeggingen niets terecht. In april sprak ik toen de heer Burgers die directeur van de Groenoordhal zou worden. Hij gaf zijn toestemming dat we op zaterdag 2 mei voor het eerst op het terrein rond de hal zouden fietsen. Toen hebben we Sparta uit Den Haag uitgenodigd voor een ontmoe ting. Nou, die kwamen op 2 mei met veertig rennertjes en wat bestuurs leden. Maar in en bij de hal was niemand. Alles was gesloten. We konden niet eens bij het materiaal voor de parcours-afzetting. We hebben die middag toch gere den maar leuk was het niet. Sinds 2 mei zijn we bij de Groenoordhal blijven rijden, op dinsdag- en don derdagavond, elke avond an derhalf uur. Toestemming of een vergunning daarvoor hebben we overigens niet. Dat is ook weer zo- J. Riethoven zoethouderij iets vreemds. Men verbiedt ons niet om bij de Groenoordhal te rijden maar het wordt ook niet officieel toegestaan. Het is gewoon een kwes tie van zoethouderij". Waarnemend directeur van de Groenoordhal, de heer T. Daey Ouwens, maakte er wél bezwaar tegen dat we om de hal zouden rijden. Dan is de hal zo moeilijk té bereiken, zei hy. Op een bespreking in april hebben we toen ingestemd met een „lusvormig-par- cours" achter en gedeeltelijk naast de hal. Maar daar hebben we de voorwaarden aan verbonden dat we dan ook kleedgelegenheid zouden krijgen en een eigen home in een hoek van het terrein zouden mogen bouwen. Er werden weer belof ten gedaan en het oude liedje wc hoorden er verder niets meer van". Al deze „schendingen" van afspra ken, beloften en toezeggingen maak ten dat men bij Swift de hand ging lichten met het „lustvormige- parcours-akkoord". Veelvuldig werd om, in plaats van achter en naast de Groenoordhal gereden, tot erger nis van directeur Daey Ouwens die bij monde van zijn medewer kers zelfs met maatregelen dreigde. Afgelopen donderdagavond kwam het tot een uitbarsting. De Swift- renners draaiden weer hun rondjes om de hal; een aanwezig „mannetje- van-Day Ouwens" sommeerde hen, die bezigheid te staken" anders zou den de hekken worden gesloten". Al dus Van der Lelie en Riethoven voor wie dit incident de overbeken de druppel was die de emmer deed overlopen". zo kan en mag tegenwerken. De hal is toch in gemeentebeheer. Dat hij niet van wielrennen houdt hoeft hij nog niet zo duidelijk te laten mer ken. Heus. als er iets in de hal te doen is gaan wij wel achter de hal rijden. Met uitzondering van de vrijdagse veemarkt wordt die hal de zomermaanden vrijwel niet gebruikt. Hij staat avond aan avond leeg, de kinderen uit de buurt spelen er in, rolschaatsen e.d. Ja, er wordt wel eens vergaderd Nou, al rijden we dan om de hal dan is ie nog best be reikbaar want ach, als wij van Swift daar rijden gaat het om een groepje van zo'n 20 man. Nou, er kan wel een colonne tanks oversteken en dan komt dat handjevol jongens ook weer eens langs. Nee. dan is de me dewerking van restauranthouder Millikan heel wat beter. Hij heeft begrip voor ons, hij opent zijn res taurant, stuurt personeel en dat terwijl wij nou echt niet zoveel ver teren. Volgens mij kost het hem eer der geld dan dat hij aan ons ver dient". Over de medewerking van ge meente zijde heeft Van der Lelie ook nauwelijks een goed woord. Hij zegt: „Ik zal eens een voorbeeld geven van die „medewerking". Vo rige week zaterdag organiseerden we een wedstrijd in Zuidwest. Na an derhalf uur kwam pas de eerste po- litie-agentMoeten wij soms de mensen van het parcours af houden? Voor de wedstrijd had den we vanzelfsprekend contact met politie opgenomen want dat staat Immers in de vergunning die Je vooraf moet aanvragen. Maar de politie? Je ziet ze niét". Ondanks al het bovenstaande zijn Van der Lelie en Riethoven niet van plan zich bij de huidige, voor hen zo teleurstellende situatie neer te leggen. Riethoven „We blij ven vechten voor een gebouw waar we de leden kunnen opvangen, waar we wat home-trainers kunnen neer zetten, waar we onze prijzen- kast kunnen hangen, waar we kun nen vergaderen en waar we ons kunnen omkleden. Dat laatste ge beurt nou onder een afdak aan de achterzijde van de hal. Je kunt Je voorstellen hoe „plezierig" dat is, vooral als Je moe en bezweet bent". Van der Lelie: „Men heeft ons al eens de kleedkamers van de hal aan geboden maar daar trappen we niet in. Als we dat doen denken „ze": „Van die lui zijn we af". Nee, we willen een eigen clubhuis. Kijk, als er vandaag een aantal mensen een damclub oprichten kan ik begrijpen dat de gemeente hen niet gelijk een zaal kan aanbieden. Maar Swift be staat al ruim 50 Jaar. We hebben ons bestaansrecht toch wel bewezen. We zyn viermaal clubkampioen van Nederland op de weg geweest. We hebben vele bekende renners afge leverd als de Olympische kampioe nen Gerben Karstens, Bart Zoet, Joop Zoetemelk en voorts coureurs. Nol Kloosterman, Cock van der Hust e.a. We zijn toch bepaald een vereniging die er wezen mag. Vele wielerclubs zijn Jaloers op onze suc- Vprhl'ttprrl icessen- Nederland telt ongeveer T Cl liiticiu 80 wieierverenigingen. Meer dan de helft heeft een goede accommodatie. Swift, één van de meest vooraan- heeft Zelfs de grote Eddy Merckx heden. De Belg moest, evenals stoftent Op de foto hangt de kwam na de beklimming van de I zijn landgenoot Van den Bossche uitgeputte Merckx tussen twee steile Mont Ventoux in moeilijk. I „op adem komen" in de zuur- verzorgers. CARPENTRAS <GPD> In zijn prognose op het nog lange vervolg van de Tour. gebaseerd op een plezierige explosie en een ferme sprong in het algemeen klassement, remde Rini Wagtmans gister morgen voor de start nog het. alom gerezen optimisme af. „Want"", vermoedde hij, „als het te steil wordt, zal ik moeite heb ben om met de voorsten mee te gaan. Ik zal echt nog wel een paar plaatsen duikelen". Gisteravond op de kale piek van de Mont Ventoux, na een door de zon geteisterde beklimming, wilde nie mand meer in zijn voorzichtig ge stelde verwachtingen geloven. Rini Wagtmans finishte op "die ver schrikkelijke berg als vierde, op ge ringe afstand van de meedogenloze „slokop" Merckx en gereputeerde klimmers Martin van den Bossche en Lucien van Impe. Een formi dabele prestatie voor iemand, die enkele dagen geleden nog van op geven sprak en gedemoraliseerd van stad tot stad reed. Maar wat meer zegt. Wagtmans bereikte de op een hoogte van 2000 meter ge kalkte eindstreep in blakende wel stand, frisser dan alle andere cou reurs. Diepfa 4e? tct/de* V 12JULH6eer.250im Van der Lelie verbitterd: „Waar nemend directeur Daey Ouwens werkt ons tegen. Wij begrijpen niet staande clubs in Nederland, dat „ambtenaar" Daey Ouwens ons helemaal niets" Terwijl Merckx en Van den Bossche wankelend en bewusteloos (laatst genoemde) in de armen van hun verzorgers vielen en ijlings onder de zuurstofkap werden gelegd, kruiste Rini Wagtmans de armen en vertelde zonder haperen zyn verhaal. „Die Belgen", zei hy een tikkeltje korzelig, wijzend op de weggevoerde Merckx en Van den Bossche, „zijn misschien beter af dan ik. Zij krijgen zuurstof en dat bevordert het herstel. Ik moet maar afwachten of ik weer snel op krachten ben. Of mijn lichaam ge zond genoeg is. Want ik heb na tuurlijk óók geleden. Wat denk je. Er is in de beklimming steeds geattaqueerd en iedere keer sprong ik mee. Ook toen Van den Bossche op het laatst demarreerde, j ging ik achter hem aan. Maar ik kon niet meer bij hem komen. Die plaagstootjes onderweg zijn net te veel voor me geweest. Want je moet niet vergeten, dat ik meer j honderd procent delen. „Mis schien". zei hij voorzichting. „Ik heb natuurlijk meer routine. Joop is zeker zo sterk als ik en heeft minstens zoveel kracht. Maar ik heb nu, door mijn ervaring, ver standiger kunnen klimmen, mijn krachten beter verdeeld. Ik ben, om maar iets te zeggen, lang bij de mindere renners blijven rijden en daarna heb ik, steeds op myn laag ste versnelling, zonder te forceren sprongen gemaakt. Daardoor ben ik als vierde binnengekomen. Maar het wil niet zegen, dat me dat in de Pyreneeën weer lukt". Die steeds uitgesproken beperking mag men de sportman, die laat in vorm is gekomen en dus nog wat onzeker is, niet kwalijk nemen. Van een Wagtmans weet men bo vendien, dat hij barst van courage en eindeloos kan „lijden" als hij een prestatie wil leveren. Rini is wat dat betreft precies eender als oom Wout destijds. karakter dan pure klasse heb. Ik I kan geweldig afzien en daarom j kwam ik vandaag weer met de Zoetemelk leunt „„k op to n eersten binnen. Maar dat wU met J". t zeggen, dat ik er in de Pyreneeën bij ben". Ploegleider Ton Vissers negeerde die j laatste opmerking lachend. „Ik wist. dat Rini vandaag voorin zou eindigen. Hij is weer helemaal de oude. Kerngezond en met een ijzer- j sterke moraal. Dat is volgens mij in deze Tour niet meer kapot te krijgen", verklaarde de Willem-2- baas wiens vreugde overigens ge temperd werd door het verlies van de Belg Victor Nulant, die bij een val zijn linkerbeen brak en naar 1 het ziekenhuis verhuisde. ,Maar Rini zal hoog eindigen", beweerde j Vissers, misschien zelfs hoger dan Zoetemelk". Wagtmans wilde het optimisme van zijn ploegbaas niet voor de volle mentaliteit en heeft waarschijnlijk wat meer klasse dan de Brabander. Toch moest hij ook gisteren Rini Wagtmans weer voor laten gaan. Hij had ook langer nodig om op adem te komen. Toen hij eindelijk weer spreken kon, was het eerste dat hy vroeg: „Hoeveel ligt Petter - son voor?" Assistent-ploegleider Noel Fore stelde hem gerust: „Iets meer dan een minuut. Geen zorgen dus. „Daarna bekende Zoetemelk, die evenals Wagtmans en de andere Janssen, de Mont Ventoux nog nooit had gezien. „Twee kilometer voor de aankomst ben ik gelost. Ik kon niet meer. M'n benen waren als lood. Ik kreeg geen lucht meer. het was alsof m'n adem werd af gesneden. Het tempo lag in die laatste kilometers te hoog voor mij, het was alsof er geen eind aan die klim kwam". Een foto in de krant: einde van een stukje voetbalgeschiede nis. Onder de foto de tekst: „Op het voormalige VUC-terrein eens met zijn „wondertent" het voetbal-walhalla voor alle Nederlandse jongetjes, die ervan droomden in het nationale elftal te spelen is een dragline bezig de grasmat open te scheuren". Het VUC-terrein. inclusief de won- nemerskeet met enig zit-gerei er in. dertent. heeft namelij kplaats moeten Dus verre van een intiem geval en maken voor kantoren en wegen, want allerminst een entourage, zou men zo gaat dat. Oudere lezers weten nog zeggen, waar stemming en atmosfeer wel wat die wondertent van VUC in- j vlotweg worden geboren". hield en jongere lezers zullen er in het voorbijgaan (in artikelen van ir. Van Emmenes of Adriani Engels) wel eens over gelezen hebbben, maar omdat zij de quintessens van de won dertent niet kennen, zal ik even ci teren wat Joris van den Bergh (wij len de eerste tevens laatste sportjour nalist die Nederland voortbracht) er over schreef in zijn boek „Mysterieu ze krachten in de sport", dat voor de oorlog zijn eerste druk beleefde. Atmosfeer Ik citeer: „Atmosfeer. Stemming. Kent gij iets wat nog gevoeliger is? Wij willen alvorens tot het spel te rug te keren, u het volgende detail niet onthouden. Wij hebben verteld, dat de spelers van het Nederlands elftal op de concentratie-avonden bij eenkwamen in Den Haag in de club tent van VUC. Deze tent is door ons de „wondertent" genoemd". „Wat was dat nu voor een Inrich ting, deze wondertent van VYC? Een zeer beschieden en uiterst eenvoudig getimmerde. Een recreatie-tent zon der enige charme. Bijna een primitief geheel. Een houten tent, vierkant, met 'n buffet als in een boerenher berg". „Goedkope tafeltjes en banale tim- mermansstoelen, een geschuurde houten vloer en hier en daar wat aan de wand, club-foto's. Een aan- ,In deze tent werd de wonderdadi ge concentratie gekweekt en de ge voelige toespraak gehouden. Maar luister nu. Op zeker moment stond deze tent niet ter beschikking en was de concentratieploeg genoodzaakt te verhuizen naar Rotterdam, naar het veel voornamere clubgebouw van de voetbalvereniging Sparta, welk ge bouw door de volksmond het Sparta- kasteel wordt genoemd, een big buil ding met een verzorgd interieur, in ieder geval iets van standing van van charme vergeleken bij het pl anken- gedoetje van VUC". „Maar"da&r in dat Sparta- kasteel kwam er van de concentra tie niets terecht. Daar ging het niet. Hier was de concentratie-ploeg niet ingeleefd. Hier, in deze veel mooiere gelegenheid, was er geen vertrouwd heid, geen intimitit tussen wanden, vloer, plafond en de aanwezi gen. Geen fluidum tussen concentra tie-kweker en spelers". Employe's „De spreker sprak. Het waren woorden van de lippen. Zij werden niet gedragen door de warmte-uit- stralingen van het hart. Het gemoed scheen verkild. De spelers zaten als employés', die een plichtmatige gele- genheidsvisitie bij hun patroon maak ten". „Enige weken later kon de con centratie-ploeg weer terugkeren tot „losgezongen" van hun vertrouwde omgeving, waardoor zij vermoe delijk opeens iets potsierlijks kregen. Ik zou niet verbaasd zijn geweest, als hetzelfde verhaal in omgekeerde zin geschreven had kunnen worden als Lotsy met zijn concentratie-ploeg altijd in het Sparta-kasteel had ge bivakkeerd en toen bij wijze van uitzondering een keer naar de VUC- ;ent had moeten uitwijken. Aan de andere kant was de VUC- .ent natuurlijk wel een goede keus, ,'oor dit soort werk. De prak- ijk heeft uitgewezen, dat een om geving waar mensen willen praten, gedachten uitwisselen, samen willen zijn, het beste schaars en primitief gemeubileerd kan zyn. Kijk maar naar Café Rynders in Amsterdam, het trefpunt van de Leidsepleiners, kunstenaars, studenten en wat dies meer zij. De beschrijving die Joris van den Bergh, van de VUC-tent geeft, de houten tent van VUC, waar de in- oom Joris zich hier en daar tegen- gaat ook op voor Rijnders en even- timiteit en de geestelijke samensnoe- j spreekt. Enerzijds noemt hij de I zeer voor de lokaliteit waar de kun- ring, waar het vertrouwen en het VUC-tent „verre van een intiem ge- I stenaarssociëteit De Kring ln Am- goede geloei', waar de overtuiging, val", en anderzijds kat hy het Spar- i sterdam gevestigd is. Een omgeving de broederschap en de wil tot win- j ta-kasteel af omdat daar ..geen ver- i waar men „conspireren", sa- nen, waar het enthousiasme en de trouwdheid, geen intimiteit tussen I menzweren. kan het beste zo onop- liefde tot de glorieuze daad. waren wanden, vloer, plafond en aanwezi- vanend mogelijk gemeubileerd zijn geboren Daar ging liet weer. Daar gen was Als die stemming, die at- m moet Uefst oncomfortabel z«n. ging het weer volop". j mosfeer uit den bezielenden mens I stamt en niet gecreëerd wordt door „Wij hebben in sportkringen, waar min of meer luxueuze gebruiksvoor- men zei „er ook wel iets voor te werpen (zoals oom Joris aan het voelen" deze fletse adhaesie verge zeld horen gaan van de opmerking, dat hun club-accommodatie zich ech ter niet voor zulk intiem werk, het welk een intieme omgeving vergde, leende, men voelde in deze kringen niet, dat déze stemming, dat déze atmosfeer uit den bezielenden mens stamt en niet wordt gecreëerd door min of meer luxueuze gebruiksvoor werpen". Oranje boppe Mooi proza Ik kan me overigens niet aan de indruk onttrekken, dat slot zegt), dan wordt die stemming ook niet gecreëerd door min of meer armzalige gebruiksvoorwerpen. Het wonder van de VUC-tent zal wel voornamelijk gelegen hebben in het feit dat Karei Lotsy daar voor het eerst zijn opzwepende toespraak jes hield. De begrippen Karei Lot sy, donderspeeches, Oranje boppe, Nederlandse driekleur raakten daar door onlosmakelijk verbonden met die „wondertent" van VUC. Zodra men hetzelfde probeerde te doen in een andere omgeving, raakten de bezielende woorden van Lots? dan geeft dat. nog iets heroïeks aan de samenzwering. Van dat standpunt bezien, was de VUC-tent natuurlijk ideaal, als we op Joris van den Berghs beschrij ving mogen afgaan. Het kantoorge bouw van Siemens NV Nederland dat er voor in de plaats komt, zal er ongetwijfeld minder „conspira- tief" komen uit te zien. al zou ik me kunnen voorstellen dat de directie, maken als indertijd Lotsy NV Ne derland Nu we het toch over Joris van den Bergh hebben: Hij was het die over de almachtige wielergroten die alles winnen wat voor hun voeten komt. een wijs woord sprak. Ik moest daaraan denken toen ik dezer dagen „de klacht van een middelmatig renner" las (hij was niet eens zo middelmatig trouwens, alleen maar middelmatig in vergelijking met Ed dy Merckx), dat voor de organisato ren van rondes en criteriums alleen Merckx nog maar bestaat. Hij kan vragen wat hij hebben- wil en de an dere renners moeten genoegen nemen met een fooi. Op die manier gaat de wielersport te gronde, enz. enz. De vraag die dan opwelt is: wat moet Merckx dan doen? Minder winnen, de anderen ook eens als eer ste laten arriveren, waardoor het publiek de indruk krijgt van een spannende strijd? Joris van den Bergh zag dat niet zo. Ik ben vergeten wie hij op het oog had toén hi) het schreef (Coppl. Schulte, Arie van Vliet?), maar hij meende dat het publiek Juist kwam opdraven voor de man die onver slaanbaar is, de alles-winner, het fe nomeen. Ik geloof daar ook wel in. Ik hou van het soort renners dat a 11 ij d wil winnen. Merckx is er zo één, Schulte was er ook zo één, Coppi ook en Peter Post Idem dito. Niet zij voeren de wielersport ten verderve, maar de renners die op geven omdat ze een dikke knie heb ben, pijn in hun elleboog, last van hun maag. of die met „loodzware benen" te kampen hebben. Een met gevoel voor historie, een zaaltje groot percentage van die pijnlijke el- precies in de geest van de „wonder- lebogen, dikke knieën, loodzware be tent" zou inrichten. Daar zou men j nen en bedorven magen is niet ver- dan de wekelijkse brainstorming kun nen houden ten bate van de nieuwe ideeën en initiatieven die Siemens NV Nederland even groot moeten oorzaakt door valpartijen of voed selvergiftiging. maar door de plaats die deze „Ingebeelde zieken" in het klassement Innemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 11