SCHERPE KRITIEK OP KRITIEK I Leids lustrum geopend Congres dacht na OP PAPENLAAN 130 PER UUR Industriedocumentatie lustrumcongres geeft vertekend beeld Niet objectief Traa ff 5 Baten Neokolonialisme Invloed Voordelen Boete f. 300 Dom DINSDAG 30 JUNI 1970 leidsch DAGBLAD PAGINA 3 LEIDEN „Kritiek op kritiek" zou men het best de reactie kunnen noemen, die vertegenwoordigers van „het" bedrijfsleven (met name Shell, Unilever en Philips) hebben op de documentatie, die door studenten en staf is samen gesteld voor het lustrumcongres van de Leidse Universiteit met betrekking tot de positie en invloed van de grote con cerns in de ontwikkelingslanden. Vandaag trad het bedrijfsleven samen met de overheid in de vorm van een forum in het strijdperk tegen de congres gangers. Maar reeds gisteren waren er schriftelijke reacties van topfiguren uit de genoemde industrieën in de Pieterskerk beschikbaar, die er geen doekjes om wonden als de oorspron kelijke documentatie. Uit die reacties bleken in talloze op zichten de meningen zo scherp tegenover elkaar te staan, dat niet meer van „commentaar op een mening" maar inderdaad van kritiek op kritiek gesproken kon worden. Van de zijde van Unilever, dat in- j lichtingen verstrekte over de activi- I teiten van het concern in Ghana De algemene tendens van de kri- waarover een deel van de Leidse do- tische opmerkingen van industriële zijde is, dat de samenstellers van de documentatie zich niet gehou den hebben aan afspraken, om de stukken voor publicatie door te la ten nemen door de industrie die er de basisgegevens voor heeft ver schaft waardoor er schadelijke (voor wie?) fouten in voorkomen. Dat de werkgroepen van universitaire zijde te traag hebben gewerkt om tijdig voldoende inlichtingen van de zijde van de industrie mogelijk te maken, en dat vele gegevens eenzijdig zijn geïterpreteerd en door een niet-ob- jectieve presentatie een ten nadele van de industrie vertekend en veelal geheel onjuist beeld geven. Een van de stellingen van de do cumentatie luidde: „Als de snelheid, waarmee de Shell de vragen van de ze werkgroep (industriële vestigin gen in de ontwikkelingslanden) heeft beantwoord, karakteristiek is voor de snelheid van handelen in het bedrijf is het onbegrijpelijk dat de Shell zich kan handhaven als groot inter nationaal olie-concern". Commentaar van de Shell (o.a. van mr. A. D. Vas Nunes)„Shell heeft in augustus 1969 aan ULUCO aangeboden, gegevens te ver strekken; daarbij is er op gewezen, dat dit enige tijd kon vergen, om dat de vragen in het Engels ver taald en bovendien met Cara cas overlegd moesten worden. Er schijnen echter nogal wat moeilijk heden te zijn geweest bij het forme ren van de werkgroep, zodat pas eind januari van dit jaar (dus na 5 maanden) de eerste vragen aan Shell konden worden voorgelegd. Stelling van Leidse zijde: ..De socia le ontwikkeling van Venezuela is eerder ondanks, dan dank zij de Shell en andere internationale fir ma's op gang gekomen". Antwoord van de Shell „Deze stelling is, voor wat Shell en de olie industrie betreft, in tegenspraak met de teneur van het rapport (voor gaande documentatie) dat schrijver van de stelling blijkbaar niet heeft gelezen. Dat een dergelijk groteske stelling toch werd opgenomen getuigt van gebrek aan verantwoorde lijkheidsgevoel en is niet in overeen stemming met wetenschappelijke werkwijze". Leidse stelling: „Venezuela heeft aan de olie tot nu toe vrijwel uit sluitend geld overgehouden, geen olie-industrie". Antwoord Shell: „Dit is onjuist, de Venezolaanse olie (raffinageMndus- ?trie heeft een capaciteit van 65 mil joen ton olie per jaar (ongeveer ge lijk aan die van Nederland). Het land heeft er bovendien andere be langrijker zaken aan overgehouden, en wel met name een infrastructuur. In 1968 alleen al ontving Venezue la ruim 1,2 miljard dollar uit zyn olieactiviteiten (dit „vrijwel uitslui tend geld" maakte meer dan 60% van het totale overheidsbudget uit) waarvan weer bijna 60 procent aan ontwikkeling werd besteed." De Leidse documentatie stelt voorts de vraag of de Shell genoeg doet aan de ontwikkeling van Venezuela. Ant woord van de Shell: „Hier worden twee dingen door elkaar ge haald. Het primaire doel in Venezuela is olie te producei-en op zo doelmatig mogelijke wijze binnen de voorwaarden die het land stelt. Dit geldt voor elk bedrijf. Het primaire doel is niet om iets te doen voor de ontwikkeling van Venezuela of welk ander ontwikkeld of onderwik- keld land ook. hoewel uit de activi teiten van het bedryfsléven langs velerlei wegen voordelen voor het land resulteren." En elders: „Het op gang brengen van andere industrie- en is inderdaad zeer gewenst, zowel in Venezuela als elders. Onderzoek en planning hiervan kunnen niet door, doch ten hoogste in samenwer king met de olie- ind. geschieden. De verantwoordelijkheid dient te berus ten bij de overheid, die daarvoor de van de olie-industrie geïnde belas tingen ter beschikking heeft. Iedere poging van buitenlandse bedrijven om zich ongevraagd hierin te mengen zou door de Venezolanen te recht kunnen worden gekwalificeerd •Is neokolonialisme." cumentatie handelt, was de kritiek afkomstig (by monde van drs. J. H. van Ommen, hoofd externe betrek kingen) dat het rapport van de be trokken werkgroep niet zoals was af gesproken vóór publicatie ter inzage was gegeven aan de inlichtingen bron. waardoor in dit rapport scha delijke fouten en tegenstrijdigheden vóórkomen. Een hard oordeel wordt ge veld over de algemene strekking van de documentatie: „Het rapport en de stellingen geven blijk van een wei nig zorgvuldig gebruik van de ver- streke informatie en onvoldoen de economisch inzicht Dit komt ook tot uiting in de algemene stellingen, die beginnen met uitspraken die eco nomisten zich niet kunnen veroor loven". De politieke invloed van multina tionale ondernemingen in de ontwik- kelinsglanden wordt volgens* Unile ver in de Leidse documentatie be slist onjuist gewaardeerd: „De er varing by het multinalionale be drijfsleven is. dat in de meeste ont wikkelingslanden de macht van de overheid aanzienlijk groter is dan in de geïndusti-ialiseerde landen. In de ontwikkelingslanden geldt dit met name voor de buitenlandse onderne mingen. De grootte van de onderne ming of het marktaandeel is hier voor niet maatgevend." En elders: „Abrupte nationalisaties veelal zon der compensatie, in sommige landen, evenals het vaak in de praktijk ge hanteerde verbod van winsttransfer wijzen hier (de zwakkemachtsposi- tie en invloed; red. L.D.) duidelijk op." De Leidse documentatie stelt voorts (versluierd of onomwonden) vast dat buitenlandse investeerders geen of weinig aandacht schenken aan de prioriteiten die het land stelt, dat niet altijd de voor het land beste pro- duktietechnieken worden gebruikt en dat buitenlandse ondernemingen zich veelal vestigen op de beste plaatsen, hetgeen voor de urbanisa tie en de situatie in het achterland ongunstige gevolgen kan hebben. Tegenover deze eventuele nadelen, die bijna nooit alle tegelijk optreden, stelt Unilever in de kritiek-op-kritiek de volgende voordelen van vestigin gen van grote concerns in ontwikke lingslanden: 1.n Buitenlandse ondernemers hel pen het land aan complete zaken met specialisten, management-tech- nieken, exportcontracten. 2. Als een bepaalde investering mis lukt. kost dit het ontwikkelingsland niets, in tegenstelling tot bedrijven, Vanochtend werd in de Pie terskerk een lorum gehouden over ontwikkelingshulp en bedrijfsle ven. Aan het forum namen deel van rechts naar links: Mr. A. D. Vas Nunes namens Shell), drs. J. H. van Ommen (Unilever), drs. L. van der Mey (voorzitter)drs. H. van Renselaer (bespreker versla gen werkgroependrs. H. ter Heide (NVV, en drs. R. Zijlstra (AR-kamerlid) (Foto LD/Holvast) opgezet d.m.v. buitenlandse leningen aangezien rentebetaling en aflossing altyd doorgaan. 3. Buitenlandse ondernemingen kunnen een stabiliserende invloed uitoefenen op de economie van het land, omdat deze ondernemin gen zich by hun investeringen over het algemeen niet laten afschrikken door fluctuaties in de betalingsba lans. 4. Door de contacten met geïndu- strialiséerde landen kunnen de mo dernste technieken worden geïntro duceerd. 5. Kwaliteitseisen van buitenlandse investeerders verbeteren de kwaliteit van plaatseiyke produkten. 6. Goed geoutilleerde bedrijven trekken nieuwe investeerders aan. 7. door investeren op lange termyn kunnen buitenlandse ondernemers flexibel reageren op veranderin gen in de economische structuur. 8. Een uiterst belangryke functie van particuliere investeringen in ontwikkelingslanden is de bydrage aan de overdracht van kennis en ex pertise. Van de zyde van Philips werd door de adjunct-directeur financiële zaken dr. J. C. Ramaer over de algemene stellingen van de Leidse documenta tie gezegd, dat deze de indruk wek ken geschreven te zyn door iemand die geen deel gehad heeft aan het onderzoek, waarop de documentatie is gebaseerd. LEIDEN „Denken" en niet de behandeling van detailproblemen en het zoeken naar wegen waarlangs een oplossing kan worden ge vonden. stond op de voorgrond tijdens de eerste dag van het lus trumcongres van de Leidse Universiteit over ..Wetenschap en Wel zijn". Ongeveer zeshonderd deelnemers waren in de Pieterskerk aanwezig om diverse inleiders te horen, te discussiëren in algemeen verband, tussen de bedrijven door groepsgewijze, en via enkele tele visieschermen films te aanschouwen die al of niet direct betrekking hadden op het onderwerp van het congres. I noodzaak, nonnen op te stellen voor O]1 <_/v' de bepaling van het wetenschapsbe- kjlCClllS Deglll leid e" voorts zich wetenschappeiyk 1 te bezinnen op de relatie tussen we- Prof. dr. Van Arkel, stelde dat het en welz*jn congres niet geslaagd kan worden ?prf,k" ™f>d,Lhet verheugend genoemd, wanneer het hierbf) blijft j en het niet een begin wordt vSn ver- "USge6tlM naar v0™ dere studies, besprekingen en acties. gIk°m^„h?m een mede Hy vroeg zich af. waardoor de maat- k Te Z. ter gelegenheid van het lustrum van schappelyke geengageerdheid van de d Universiteit student in ons land een betrekkelyk universiteit, recent verschijnsel is, in tegenstel- Drs. L. W. Nauta bepleitte in een ling met hetgeen elders in de wereld voordracht de instelling van een on- te zien was. Hy zag het als een reac- afhankelyke instantie van weten- tie op het studentikoze cynisme van schapsmensen met een tophonora- de naoorlogse student, waardoor men rium die op alle mogelyke momen ineens het oude vertrouwde denk- ten (gelegen of ongelegen» informa- beeld van de universitaire opleiding tie kan verschaffen die de regering als basis voor een maatschappelyke ongewenst acht. Slechts hierdoor kan geborgenheid ging verlaten. De ont- een openheid mede op wetenschap wikkelingen in de maatschappy heb ben dit oude vertrouwde beeld on dergraven. Prof. Van Arkel stelde nadrukke- lyk, dat de wetenschap zich sterk bewust moet zyn van haar maat schappelyke consequenties, vooral omdat de wetenschap door haar re volutionaire groei in steeds toene mende mate een bepalende factor wordt in het maa tschappel ij k bestel peiyk gebied ontstaan die op het ogenblik zo hard nodig is. Het ver schaffen van dergeiyke informaties is tot nu toe het monopolistische voorrecht van over 't algemeen links georiënteerde of geëngageerde weten schapsbeoefenaren. wier uitlatingen a priori met party-politieke kleuren worden getint. Prof. dr. F. Staal behandelde de positie van de academicus als ..now Daardoor ook is het dringende here man" in sterke mate vanuit een LEIDEN Tot de verkeerszondaars, die gisteren op de zitting van de Leidse kantonrechter, mr. W. de Koning, verstek lieten gaan be hoorde ook de 28-jarige straat- maker uit Leiden. Hij had, zo las de kantonrechter in het proces verbaal, een autowrak enkele da gen op een parkeerstrook op de Utrechtse Veer laten staan en wel ondanks herhaalde politiële waar schuwingen. Het wrak werd uit eindelijk van gemeentewege weg gesleept en de halsstarrige straat- maker kreeg een proces-verbaal. Hieruit kwam eveneens naar voren, dat verdachte er een gewoonte van maakte oude auto's op te kopen en deze in afwachting van een koper by zyn huis te parkeren. „Daar zal een eind aan moeten komen", merkte de kantonrechter op. De officier, mr. T. van Daal en, vond verdachtes han- delwyze zeer afkeurenswaardig en eiste een geldboete van f50 subs. 5 dagen, alsmede bij wyze van waar schuwing bovendien nog een voor waardelyke boete van f 100 subs. 10 dagen met een'proeftyd van 2 jdar. Voorts vroeg hy vernietiging van rijkswege van het in beslaggenomen wrak. De kantonrechter vonniste by ver stek conform. I Nadat een, eveneens niet versche- j nen, 24-jarige grondwerker uit Was- senaar met zyn auto op de Trek- I vlietbrug was geslipt, kwam aan 't licht, dat hy geen rybewys en geldig j kenteken bezat. Verdachte kon des- tyds geen verklaring van de slippar tij geven. De officier vond het een i vreemde zaak en verondefstelde, dat drankgebruik een rol speelde, j Hy eiste tegen de, zyns inziens zeer onverantwoordelyk handelende, ver dachten 3 geldboeten van resp. f 100 f 50 en f 150 subs. 30 dagen, 'een week voorwaardelyke hechtenisstraf met een proeftyd van 2 jaar en een voor waardelyke ontzegging der rybe- voegdheid voor de tyd van 6 maan den met een proeftyd van 2 jaar. De kantonrechter bracht de totale geld boete weliswaar op f 250 subs. 25 da- j gen maar verhoogde de hechtenis- I straf tot 2 weken. Inzake de voor- I waardelyke intrekking der rybe- vcegdheid vonniste hy by verstek conform. Een 20-jarige vloerlegger uit Leiden werd conform de eis by verstek ver oordeeld tot een geldboete van f 150 subs. 15 dagen en een week voor waardelyke hechtenisstraf met een proeftyd van 2 jaar. Ingevolge een tip van de Rykspoli- tie te Dronten. waar de vloerlegger op fazantenjacht was geweest, ont- j dekte de Leidse politie, dat hy een mausergeweer en de nodige munitie I voorhanden had. Het rechtscollege nam een en an- I der zeer hoog op en bepaalde even eens, dat wapen en munitie van rykswege zullen worden vernietigd. Een 24-jarige vertegenwoordiger uit Den Haag was al enige malen eerder veroordeeld wegens het overschrijden van de maximum snelheid. Vandaar, dat zowel de kantonrech ter als de officier het byzonder af keurenswaardig vonden, dat de ver tegenwoordiger nu weer voor hetzelf de feit terecht moest staan. Een motoragent constateerde, dat verdachte met zyn auto op de Leidseweg een snelheid van 90 km/ ontwikkelde om vervolgens de Pa penlaan met een snelheid van 130 km/u te „nemen Hierby over schreed hy tevens een dubbele wit te streep op het wegdek, hetgeen hem op een derde proces-verbaal kwam te staan. Verdachte kon de snelheidsovertre- j dingen niet ontkennen. Hy stelde zich alleen te weer tegen de derde tenlastelegging. Hy had zi. die I streep niet overschreden. De officier I hield zich echter aan de waarneming van verbalisant. Hy eiste drie geld- I boeten van resp. f 120, f 170 en f 30 I subs. 30 dagen en de voorwaardely ke intrekking van verdachtes rijbe voegdheid voor de tyd van 6 maan den met een proeftyd van 2 jaar. In zyn vonniswyzing adviseerde de l kantonrechter verdachte zyn rijstijl drastisch te wyzigen. „Anders raakt u onherroepelyk enige tyd uw rybe wys kwyt en loopt het. gezien uw beroep, absoluut mis met U". Hy stelde vervolgens de totale boete op f 300 subs. 30 dagen en vonniste inzake de voorwaardelyke ontzegging conform. „U bent heel erg dom geweest. Nu begin u een zeer ernstige fout en zult overeenkomstig worden gevon nist". Deze „les" gaf de kantonrech ter aan een 24-jarige werkster uit Leiderdorp. Zy reed destyds met haar rijwiel op de Jan van Houtka de zonder brandend voorlicht en zou er inderdaad met een lichte geldboe- j te zyn afgekomen, ware het niet, dat zij een valse naam opgaf. „Ik had geen geld by me om die bekeuring af te kopen en dacht er op deze wyze onderuit te komen", zo verklaarde verdachte haar niet ge slaagde opzet. „Verdachte handelde byzonder laak baar. Zy veroorzaakte de politie veel last en moeite by het uitzoeken van haar ware identiteit", aldus de offi cier in zyn requisitoir, dat resulteer de in een eis tot een geldboete van f 10 subs. 1 dag voor het rijden zon der lioht en een geldboete van f 50 subs. 5 dagen voor het opgeven van een valse naam. Het vonnis luidde geheel conform. Prof. Staal tijdens de voor dracht, waarin hij internationa lisatie van de universiteiten voor stelde als middel tot groei van een wereldeenheid. filosofisch standpunt, waarbij hy vooral aandacht vroeg voor de vraag of objectiviteit, neutraliteit, waarde- vryheid, jnaatschappeiyk engage ment en vorming tot maatschappe- lyk verantwooi-delykheidsbesef al of niet wenselyke elementen in weten schapsbeoefening en bovenal uni versitaire vorming zyn. Ten aanzien van de objectiviteit wees hy zowel de orthodoxe liberale als Marxistische opvatting van de hand maar huldig de een opvatting daartussen, niet als compromis maar als zelfstandige me ning. Het maatschappelijk engagement achtte hy een historisch gegroeid gegeven, en een praktische noodzaak omdat de maatschappy de middelen fourneert (tot langzamerhand fan tastische hoogte) om de universitei ten in stand te houden. Met betrekking tot het verantwoor- delykheidsbesef merkte prof. Staal op, dat dit by de studenten gezien de ervaringen van de laatste decen nia veel meer te vinden is dan by hoogleraren. Hy releveerde, dat van vrijwel alle grote universitaire centra geestelyke leiding op basis van maat schappelyke verantwoordelykheid is uitgegaan, voornameUjk door het toe doen van de studenten. Ten aanzien van de wenselyke sta tus van de universiteit kwam hy met de door hemzelf voor de eerste halve eeuw nog utopisch genoemde mogelykheid, de universiteiten, die nu eenmaal een macht in de maat schappy vormen .te internationali seren. Nu zyn de nationale Univer siteiten niet afhankelyk. omdat zy nationaal worden gefinancierd. Slechts langs deze weg is. door de internationalisering van grote machts- en gezagsconcentraties als de universiteiten zijn, een wereldeen heid op te bouwen. De enige andere mogelykheid tot mondiale eenwor ding is de ongeremde groei van één natie ten koste van de andere, en deze weg is om redenen, die geen na der betoog behoeven, onaanvaard baar. De utopie kan het best bevor derd worden door steeds sterker in ternationale contacten van studen ten en wetenschapsbeoefenaren, wel ke beweging de vruchtbaarste voe dingsbodem heeft ln kleine landen. LEIDEN Het „environment" dat in de oude. super-eerbiedwaardige Pieterskerk als achtergrond dient voor het lustrumcongres „Weten schap en Welzyn" van de Leidse universiteit heeft al heel wat re acties van ontdanen en gekwet sten opgeleverd. De ingezonden- stukkens<rhryvers spraken over „smakeloosheid" en „ontwyding en de kerkvoogden hebben kort daarop de verwydering gelast van een aantal door de Vrye Akade- mie vervaardigde objecten. De eerste conclusie is dat het dan wel heel erg moet zyn, want in deze kringen heeft men sinds „Zo is het toevallig ook nog eens keer" het beeldscherm onveilig maakte, het een en ander geleerd. Reden dus voor iemand, wiens cultuur- peil niet al te hoog staat, om met wild kloppend hart naar de Pie terskerk te stappen en de geeste lyke verwoesting zelf gade te slaan. Het environment laat, althans by my. na royale kennisneming een licht gevoel van teleursteling ach ter. Dat is alles. De kreten, die by tientallen aan het indrukwek kende touwwerk hangen gaan over bekende zaken en uitwassen in de maatschappy. Ze Ujken op wat uit de hand gelopen krantekoppen, iedereen heeft ze in een of an dere vorm wel eens gehoord of ge lezen. De vindingrijkheid en de scherpte laten nogal eens wat te wensen over. Misschien hoeft dat allemaal niet by 'n environment. Het kan zyn. Het gevolg is ech ter dat Je dwars door vele opmer kingen heenloopt zonder dat ze iets losmaken: door de kreetjes de Kreet niet meer zien. „Een hoog leraar is iemand die een briljante toekomst achter zich heeft" en „In myn tyd was dat anders.. Vindt u het ook geen tuig" zyn oude grap jes die het opschry ven niet meer waard lyken. Zo is er wel meer. Daar staan enkele zeer venynige tegenover: .Probeer het eens met een infarkt" en dat apparaatje dat „een minuut stilte voor een kwartje" aanbiedt. Beeldig een ander woord heb ik er niet voor is die geweldige grote doorzichtige pop met al die aan en uitfloepende lichtjes en met die vogeltjes ln zyn borstkas Die vo geltjes die mogen en dat paard dat zondag de kerk binnenstapte dat mocht ook, maar die kippen rond die grafzerk van Boerhaave, dat kon weer niet Hoe zit dat toch? Nu we dan toch by de verwyderde spulletjes zyn aangeland: ook die zyn nog te bezichtigen. Er is een hoekje in de kerk afgeschermd waar zy zyn verzameld. Dat is wat onbegrijpeiyk. Als de kerkvoogdy verwydering gelast dan ïykt my logisch dat zy op totale verwyde ring aandringt en niet akkoord gaat met tentoonstelling ervan in een afgeschutte ruimte in diezelf de kerk. De ergste zaken liggen opgestapeld in de consistorie kamer. Er is een grol by, waarin ik kan meevoelen met de kerk voogden (.Je kan gemakkelyk lullen, zolang Je er geen kind van krygt"). Maar er zyn andere din gen, waar je de argumentering voor het verbod wat moeiiyker kunt raden. Op het moment dat ik de verboden waarin my opneem, staat 'n oude academicus (ik schat dat hy zyn bul in 1917 of daaromtrent heeft gehaald» te praten met een Jonge student. De oude heer: „Ik be- gryp Jullie niet. het is zo vul gair en medogenloos. En dan in de kerk". De student: „Dë wereld is ook hard. vulgair en medogenloos en het kan geen kwaad als de kerk, die er zich nooit wezeniyk mee bemoeid heeft er eens mid denin wordt gezet De oude onderbreekt hem glim lachend en zegt. „Nee, nee. laat maar. Het is aan my niet besteed. Je leert een oude hond niet zo makkeiyk meer nieuwe kunstjes. tn dat hele environment is een ding dat my raakt, wat niet hetzelfde is als .boos maakt" of „kwetst". Het is het portret van een uitgehon gerd jongetje uit Blaf ra Een leven dat nooit echt leven heeft bete kend. Daaronder staat geschreven: .Jk wil bolletje". RUUD PAAUW. LEIDEN Voor twee wedvluch ten, zaterdag vanaf Chateauroux en zondag vanuit Pont St. Maxence. hadden leden van de Leiderdorpse postduivenvereniging „De Rynklie- vers" hun postduiven laten inschrij ven. In totaal waren er 237 duiven, die aan deze vluchten deelnamen De uitslagen waren als volgt: (Chateau roux) 1. Gebr Kok. 2. P. v. Griensven. 3 A. Dubbelaar, 4. J. Zevenhoven. 5 M. Jongeleen. 6 a. v d Dop en Zn., 7. a. Dubbelaar, 8. D. Zwaan. 9. J. v. d. Wal, 10. a. v. d. Dop en Zn., 11. a. Dubbelaar. 12. M. Jongeleen. 13. P. v Griensven. 14 P. Veelenturf, 15. Gebr. Kok: (Pont St. Maxence» 1. v. Alphen-Habraken. 2. M Jonge leen, 3. a. v. d. Dop en Zn.. 4. a. Dubbelaar. 5. N. v. d. Linden. 6. A. v. d. Dop en Zn.. 7. Gebr Kok. 8. A. v d. Dop en Zn.. 9. idem. 10. J Ze venhoven. 11. J. Brugman. 12. M. Jongeleen. 13. P. Veelenturf. 14 A. Dubbelaar. 15. R. Lolkes de Beer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 3