„Voor prijs van straaljager weer een fijn woongebied" DAAROM mag Durex vrij verkocht worden! NIEMAND HEEFT HET GEMAKKELIJK IN DE STMJD OM DE KRUIDENIERSKLANT Defensie Hoogleraar in de landschapskunde: GEWESTEN Durex is zo veilig D Durex the best there is ^SATERDAG 20 JTTNT 1910 Jf^DSOH MOntD De duif die donderdag op een of andere wijze binnen de vergaderzaal van de Tweede Kamer was geraakt, kwam in feite een dag te laat. De vrede in de Tweede Kamer was woensdag namelijk al gesloten. De oppositie was opeens geen oppositie meer. zo leek het althans toen drs. Ed. van Thijn (PvdA) aan een ver zoek van de antirevolutionair W. M Schakel voldeed om een motie aan te houden. Marcus Bakker, het com munistische kamerlid dat doorgaans in staat blijkt een opvallende poli tieke gebeurtenis in de Kamer haar fijn te ontleden, merkte dan ook op: ..Nou ik vind het een mooi spel letje dat hier wordt opgevoerd, dat moet ik zeggen". Vorige week reeds was de behan- bandeling begonnen van de nota „be stuurlijke organisatie" opgesteld door minister Beernink «binnenlandse za ken) en zijn staatssecretaris Van Veen. Insiders menen dat met na me de staatssecretaris de grote geest is achter deze nota. Hijzelf toonde dat trouwens op een persconferentie eind vorig jaar en meermalen in de Tweede Kamer door zijn grotere ken nis van zaken over gewestvormingen in ons land. Zijn redevoering van drie kwartier dinsdagavond gaf veel meer houvast dan die van minister Beernink, die maar liefst twee uur achtereen het woord voerde. Hoewel alle fracties aan het debat deelnamen en toch wel kritische op merkingen plaatsten, kwam het mid delpunt te liggen bij twee fracties, die van de PvdA en van de ARP. Terecht signaleerde drs. Van Thijn dat er bij ieder overeenstemming is over enkele belangrijke punten: her verkaveling van de oude en nieuwe bestuurlijke organen is noodzakelijk, de ruimtelijke ordening verplicht ons tot schaalvergroting en de tegenhan ger hiervan, de schaalverkleining mag niet ontbreken om de burgers meer bij het bestuur te betrekken. Maar over de aanpak om tot deze wijzigin gen te komen is er een diepgaand meningsverschil, meende hij. Het be langrijkste verschilpunt bleek te zijn hoe de noodzakelijke vorming van gewesten moet worden aangepakt. Aan de ene kant «Beernink. Van Veen. KVP ,CHU. VVD) staat men op het standpunt dat deze gewesten in de eerste plaats uit de betrokken gemeenten zelf naar voren moeten komen. Ook de belangrijke Vereni ging van Nederlandse Gemeenten, was tot deze conclusie gekomen. Mr. van Veen beriep zich daarop. Aan de andere kant menen de op- positie .PvdA, D'66, PSP en PPR> én de ARP dat de regering niet meg wachten tot de gemeenten zelf tot het initiatief zl)n gekomen om een gewent te vormen In een motie vraagt drs. Van Thlin om een spoe dige indiening van een ontwerp-ge- westwet. waardoor de regering In de gelegenheid wordt gesteld zelf van bovenaf gewesten op te leggen. Ster ke argumenten voor de mogelitkheid gewesten van bovenaf op te leggen werden aangevoerd: door menings verschil binnen de betrokken ge- meenten is er nog steeds geen gewest Gr. A dam. De dr. Wtardi Beekman- stichting (het wetemsch. bur. van de PvdA) en een commissie van de ARP, pleitten in rapporten eveneens voor snelle gewestvormingen, waar voor een formele gewestwet nood zakelijk zal zUn. Drs. Van Thijn lanceerde al zelfs eerder een driefasenplan (tot 1975i om tot een volledig andere bestuurs- opzet van ons land te komen. Hij vond dat. er „een Thorbeckiaan.se aanpak" zou moeten zijn. Immers de liberaal Thorbecke was de man ge weest die met de Indiening van zijn gemeentewet voor een grandioze verandering ln onze bestuursvorm had gezorgd. Waar hij op hoopte getieurde: de ARP heeft sinds vorige week in haar program staan dat er een gewestwet moet komen. De heer Schakel die zelf burgemeester is van de gemeen te Noordeloos, zei het volledig eens te zl)n met dit programmapunt. Ook hil vroeg om een Thorbeoklaanse aan pak. .De regio Is ln opkomst, het gemeentelijke belang ligt niet meer binnen de gemeentegrens". Maar voordat de heer Schakel een definitief standpunt over de motte-v. Thijn zou willen Innemen, wilde nu eerst nog eens de argumenten van de regering horen. De staatssecre taris probeerde hem gerust te stel len door te zeggen dat de „uitbouw- wet gemeenschappelij'kqe regeling die spoedig zal worden Ingediend, plus de richtlijnen, dicht komen bi) een gewestwet zoals de oommissie- Verdam wenst. HU vroeg vertrouwen te hebben ln 't beleid „van de minis, ter en ml)." De heer Schakel kwam daarmee voor een dilemma te staan: de be windslieden haddon hem niet geheel overtuigd Immers het Initiatief tot. gewestvorming moet volgens hen toch bU de gemeenten liggen, andcr- zUds had staatssecretaris Van Veen wel wat toegezegd en bovendien zou de motie-Van ThUn door de ARP wel eens de meerderheid kunnen halen, wat hoogstwaarschUnlUk het einde betekende van de ministerie e loop baan van Van Veen en Beernink Daarop kwam hU met zl)n verzoek san de heer Van ThUn: houd asje blieft je motie aan, ik doe een claim op je sport,vitelfe. want je weet da ik behoor tot een groepering diei dee uitmaakt van de regering en ik wt me zo graag houden aan Ue ™or«l ethische spelregels Van Th"" sloot inderdaad zUn motia aan h°Waarom hield Van tie aan? HU had toehde meerder held van de Kamer achter zich? Het antwoord Is niet zo moeUuk.De ARP zou - als de stemming deze week jou hebben plaatsgevonden - Wen hebben gestemd. Na een v«raoek om de motie aan te houden kun je lm men, zonder bezwaar zeggemdat de rootie voorbarig Is en te vroeg in stemming i« gekomen. LEO RHIJNSBURGER PAGINA 7 T"»TTW u A AP //-VT-ZT-VV ww - - - DEN HAAG (GPD) Het vaderlandse leefklimaat kan op vele wijzen worden gediend, de grote steden bijvoorbeeld zou den best wat tintjes groen meer kunnen gebruiken. Aanhanger en voorvechter van dit nog weinig besproken facet uit het rijk geschakeerde welzijns-milieu is prof. dr. F. J. Maas, 39 jaar en hoogleraar m de landschapskunde aan de Delftse t.h. Als de boomarme Randstad in zijn werkkamer ter sprake komt zegt hij: „Voor de prijs van een straaljager kun je van de Rand stad weer een fijn woongebied maken". Maas c.s. voor kwekerijen, die hun verlangen naar een belangrijke uit breiding van het stedelijke groen moe ten realiseren. Maas zegt: „Het gaat erom: hoe krijg je de groenstroken met beplanting en de parken snel tot stand. Een bos kost minstens 30 Jaar, voordat het iets gaat doen. We hebben ernaar gezocht hoe dit ver sneld kan worden, vooral in het westen van het land waar zo weinig beplanting is. Het is duidelijk: je moet parken op bouwen, waarin de bomen snel groei en. Dat kan met snel groeiende hout soorten zoals wilgen en populieren. Een tweede punt is dat er kwekerijen moeten komen. Lang voordat we vaststellen, dat er ergens ln een uit breidingsplan beplanting moet ko- j men, moeten die kwekerijen er al afrit'. ADVERTENTIE) Vijf milj oen Prof. Maas heeft uitgerekend, dat een voorgekweekte boom van 15 jaar oud hooguit honderd gulden kost. Volgens de groen-deskundigen heeft Nederland tot het jaar 2000 jaarlijks 100.000 van deze nog halfvolwassen, maar toch al deerlijk uit de kluiten geschoten bomen nodig. De helft daarvan moet zijn zegenende werk in de Randstad kunnen verrichten „Dat is", zegt prof. Maas. „vyf mil joen gulden per Jaar. En om nu weer de vergelijking toe te passen die ik ook op het congres van de Vereni ging van Nederlandse gemeenten heb gehanteerd: dat is de prijs van een straaljager. Als je op deze ma nier tijdig plant verwachten wij dat Je in de Randstad een belangrijke verbetering van het woonklimaat kunt bereiken. Niet op korte termijn. Wel over tien jaar. als je nu begint" Autoriteiten Veel van de opvatttingen van de jonge hoogleraar is terug te vinden in een brochure, die de Werk groep bosbouw Randstad Holland, van het Bosbouwproefstation in Wa- geningen, waarvan hij lid is, onlangs het licht deed zien. Maas en zijn me destanders schreven daarin o.m. over het onbehagen dat de bewoners van vele nieuwe stadwijken onder gaan in de dagelijks op proef gestel de relatie tot het hen omringende leefmilieu. „Door gebruik te maken van voor- gekweekte solitairbomen in nieuwe stadsuitbreidingen en grote stedelij ke parken zal men het woonge not van velen snel verhogen", al dus één van de oonclusies van de werkgroep. Het belang van het vooral ln de Randstad-wij ken spaarzame groen kan in meerdere opvattingen beleden worden. Prof. Maas: „Men krijgt" een veel prettiger omgeving. Groen is bovendien rustgevend. Het heeft, mits er van een goede vormgeving sprake is. belangrijke recreatieve mogelijkheden. Daarnaast zit er een sterke milieuhygiënische functie aan. Het stedelijke groen, dat immers Straat zonder groen. niet betrokken is bij het economische 1 winstmotief, verkeert ten opzichte, van de verkeersvoorzieningen in een sterk onderontwikkelde positie. Nu de lucht- en waterverontreiging steeds meer landgenoten ernstig bezig houdt is het mogelijk wel nuttig om van prof. Maas te vernemen dat de bomen in de stedelijke kernen hun waarde ojn. danken aan het vast houden van stof en de talrijke an dere ongerechtigheden, die zich in de lucht bevinden, die wij inade men. „Het groen bindt de stoffen", zegt prof. Maas: „met stroken van 200 meter begin Je het effect te bereiken vanvermindering van het geluid en de luchtverontreiniging" Een paar sprekende cijfertjes over de vuile, lucht: op 'n willekeurige middag be vinden zich in elke liter lucht in een stadscentrum 13.220 stofdeeltjes, ln een boom vrije straat buiten het centrum bedraagt dat aantal 10180, maar in een straat met boombeplan ting zijn het er maar 3040. In de al genoemde brochure van de werkgroep uit Wageningen pleiten Voor dat streven is veel medewer king van de overheid nodig. Maar de boom-plannen van de werkgroep zijn nog niet zo hoog geschoten dat ze al veel wind vangen. „Het is", zegt Maas. „nu gelukkig wel zo geworden dat de autoriteiten doordrongen zijn geraakt van het belang van hetgeen wij aansnijden. Maar met de actie ve medewerking valt het nog niet zo mee. Ik zou wel willen dat er van de overheden wat meer initiatieven uit gingen". Nog even terug bij de naar de opvattingen van Maas) wel degelijk op redelijk korte termijn mogelij ke verbetering van het leefklimaat, in de betonnen weheld van de Rand stad. Wat valt daar nog meer over te zeggen? Prof. Maas: „We willen heel bewust een andere stedebouw. Een waarin ook de voetganger aan bod komt. Daarnaast willen wij de inbouw van allerlei groenelementen. Zover is het helaas nog niet. Wat Je nu ziet zUn alleen maar sprietjes van bomen. Het realiseren van de kwekekerijen met de voorgegroeide, volwaardige bomen vinden wij voor het hele leven een fundamentele zaak. Daarnaast moet de groen-vor- ziening helemaal geïntegreerd wor den in de stedebouw-planning. Wij dachtenals dat lukt krijg je in de randstad een prettig woonklimaat". Voorbehoedmiddelen zijn heel gewoon voor moderne mensen. En zo'n heel gewoon voorbehoedmiddel is het Durex condoom. Simpel en eenvoudig in 1 gebruik. U hebt er geen doktersrecept voor nodig. Altijd en overal te krijgen, wanneer u maar wilt. In de winkel of uit de automaat. Even gemakkelijk als een pakje sigaretten of een stukje zeep. Maar u kunt er méér goede redenen voor hebben om 't te kopen. Durex is een wereld-bekend merk van de London Rubber Company. In de meest moderne laboratoria wordt de kwaliteit van Durex voortdurend gecontroleerd. DEN HAAG (GPD) De strijd om het voortbestaan in de levens middelenbranche is een hevige Hij wordt gevoerd met lokkende aanbiedingen, met steeds ruimere uitstallingen, met cadeau-spaar systemen, met niet altijd zo fraaie, doch wel zeer veelvuldig verspreide foldertjes in de brie venbussen, met de vriendelijke- toon - tegen - de - oude-bekende- klant, met elk middel dat maar kopers in de winkels kan brengen. Van de toestand aan dit front is een hoogst interessante opname gemaakt door het Economisch Insti tuut voor het Midden- en kleinbe drijf «EIMi, door middel van een landelijk representatief onderzoek naar het gedrag en de motieven van consumenten bij de aankoop van le vensmiddelen. Een aantal punten uit het lijvige EIM-rapport geeft ook de pasief bij de strijd betrokken consument *n interessant beeld van de huidige situatie. De ..vaste" kruidenier d.w.z. waar men gemiddeld per week dp meeste boodschappen doet —is voor procent van de consumenten de al of niet in combinaties opgenomen middenstander, voor 8 procent de Coöperatie, en voor 31 procent het grootwinkelbedrijf. Dit geldt voor de consumenten in gemeenten met meer dan 20.000 in woners, uitgezonderd typische platte landsplaatsen. Tot hun gedragingen Is het onderzoek hoofdzakelijk be perkt, omdat de winkelbezetting op het platteland vaak niet compleet is. Droeve constatering voor de zelf standige kruidenier: z'n winkel wordt verhoudingsgewijs veel bezocht door klanten ouder dan 65 jaar. en onder zijn klanten zitten ook veel armere consumenten, die betrekkelijk wei nig per week aan levensmiddelen uit geven. Dit alles geldt overigens niet voor winkels, die bij vrijwillige filiaalbe drijven zijn aangesloten, zij hebben zelfs onder hun vaste klanten ver houdingsgewijs veel jonge consumen ten van benden de 30 jaar. Ook su permarkten verheugen zich in de klandizie van het jongere publiek. Duidelijk Is, dat de voorkeur van de jonge klant uitgaat naar goed kopere winkels. Een bezwaar dat wel eens wordt gehoord tegen de zelfbedieningsza ken, namelijk het lastige wach ten bij de kassa, blijkt niet zo alge meen te zijn als men zou denken, slechts tien procent van óe klanten vindt dat men nogal lang moet wach ten, waarbij ln dit geval de jonge ren beneden 30 jaar het minste ge duld hebben. Het is in het voordeel van de zelf standige winkelier dat de supermark ten een slechtere beurt bij 't publiek blijken te maken, als het gaat om de voorlichting die aan de koper wordt gegeven. Hierover zijn de vaste supermarktlanden het minst tevre den. En alweer laten de Jongere con sumenten zich over hun ervaringen op dit punt extra krltteoh uit, Prij zen Hoe denkt de vaste klant over de prijzen bij zijn „eigen" kruidenier?" „Wel redelijk", zegt 68 procent. „Voordelig", meent 22 procent. „Nogal hoog" zegt de resterende 7 procent die daarover een mening heeft. De kleinere kruidenierszaak, vindt men in het algemeen 't duurst. Als reden om kruidenierswaren in de regel in de vaste winkel te kopen, komt in de grote gemeenten ln de eerste plaats het motief „dichtbij en gemakkelijk" naar voren (27 pro cent). Verder worden in volgorde van belangrijkheid genoemd, dat het er voordeliger is (20 procent), dat er een ruime keuze bestaat «19 procent en dat de bediening (19 procent) en de kwaliteit (17 procent) er goed zijn. Ook wordt wel geantwoord dat men er heen gaat uit gewoonte (13 procent) en vanwege zegels, korting, sparen of lidmaatschap van de coö peratie <11 procent). En tenslotte, komt nog naar voren dat men bij de vaste winkel het voordeel heeft dat er wordt thuisbezorgd (7 procent) en omdat het familie, relaties of kennis sen zijn (6 procent). In zeer kleine gemeenten wordt de bediening (24 prooent) als eerste genoemd. taSLT 'T'T.Z'™ I b«lg- Wisselend Al deze gegevens overziende, kan men zich voorstellen dat het win kelbedrijf nogal eens wisselt van toon om zichzelf aan te prijzen, om dat het nu eens op dit, dan weer op klantenbinding moet mikken. Het groot-winkelbedrijf heeft het daar mee extra moeilijk. Het krijgt welis waar veel Jonge en ook veel koop krachtige consumenten in huis, maar met name de Jongere consumenten gaan veel meer naar verschillende winkels voor hun inkopen, o.m. op grond van aanbiedingen. De klan tenbinding van het grootwinkelbe drijf is dan ook de zwakste, verge leken met die van al dan niet in vrij willige filiaalbedrijven werkende zelfstandigen. De consument vindt het assorti ment van de supermarkte ruimer dan dat in de andere winkels. Zelf standige kruidenierszaken worden echter weer wat hoger aangeslagen op het punt van de sfeer en het ver trouwen dat men er ln stelt. Het al gemene oordeel over de kwaliteit van de waren is ten opzichte van de krui denierszaken ook iets positiever dan ten opzichte van de supermarkten. De supermarkten interpreteren 't begrip „levensmiddelen" meestal rui mer dan de kruidenierszaken. Zy voeren artikelen zoals groenten, melk, brood, enz. Er is nage gaan hoeveel klanten zij daarmee trekken. Van de consumenten ln plaatsen boven de 20.000 inwoners koopt 10 procent zijn aardappelen, groenten en fruit in een supermarkt: 5 procent koopt er brood; 3 procent koopt er melk, tien procent koopt er vers vlees. Het touwtrekken om de gunst van held die lange adem vereist. Bij de enquête blijkt 83 procent van de ondervraagden ln het voorafgaande Jaar niet van vaste winkel te zijn veranderd, en als dat al gebeurde, kwam het vaak doordat de winkel werd opgeheven of de consument ver huisde. Impulsaankopen Als winkeltype geniet de zelfbedie ningszaak veruit de voorkeur van de mensen die hierover een me ning hebben (62 tegen 29 procent). Tegelijk met het systeem van zelfbe diening is destijds de moderne ma nier van uitstallen Ingevoerd, die de klant tot kopen noodt. Tot de zoge naamde Impulsaankopen, de koop op grond van het „o Ja, dat moet ik ook nog meenemen'" Volgens hun zeggen doet 16 pro cent van de huisvrouwen geregeld impulsaankopen, 55 procent wel eens, 13 procent vrijwel niet en 15 procent praktisch nooit. In de leeftijdsgroep tot 30 Jaar doet bijna een kwart ge regeld Impulsen aankopen. Daar zit een sterk punt in voor de alles zo opvallend mogelijk uitstal lende supermarkten, want ln de meeste gevallen geeft de huisvrouw door impulsaankopen meer geld uit. Zi) heeft er dan bi) het opstellen van haar boodschappenlijstje niet voor op andere dingen bezuinigd om een koop-marge open te laten. Het merendeel van de defensie specialisten van de belangrijkste Ka merfracties vindt de uitlatingen van prof. dr. L. de Jong eind vorige week over de minieme gevechtswaarde van ons leger, wat overtrokken. Tot hen behoren ook deskundigen van partijen, die zich regelmatig uitspre ken voor een verhoging van de de fensie-uitgaven om de Nederlandse strijdkrachten te verbeteren. Jansen (WD) en Imkamp (D'66) vinden de rede. die De Jong gehouden heeft voor de leden van de Nederlandse vereniging van ex-politieke gevange nen niet zo schokkend als andere kringen. De situatie is el jaren zo. zeggen ze. Volgens De Jong wordt de strijd kracht voor de oorlog dodelijk zwak door de jaren van armoede nu dodelijk zwak door de Jaren van welvaart. HU wijst er o.a. op dat van het Nederlandse legerkorps dat deel uitmaakt van het NAVO-„af weerscherm" zich slechts een zesde deel ter plaatse (West-Duitsland) be vindt. Het resterende vijfzesde deel kan met geen mogelijkheid tijdig op de plaats van actie komen. De defen siedeskundigen in de Kamer zetten daar een vraagteken bij. Dat leger korps heeft, zegt hij, ook een tekort aan anti-tankwapens terwijl eigen luchtverdedigingsmiddelen volledig ontbreken. De rede heeft veel stof doen opwaaien. Het kamerlid Goed hart heeft hierover vragen gesteld aan de minister-president. „De rede van De Jong is gechar geerd" zegt KVP-deskundige Jansen. „De begroting van defensie is in de loop der jaren gedaald. Maar het is de vraag in hoeverre de rode streep overschreden is en of andere maat regelen getroffen hadden moeten wor den. We hebben in 1967 al gewezen op het gebrek aan oefenruimte en de achterstand inde herhalingsoefe ningen. Dat was voor ons aanleiding het allereerst te zoeken in een doel matige krijgsmacht. In ons voorlopig program staan we niet afwijzend tegenover 'n eventuele verhoging van defensie". Het KVP-kemprogramma, opgesteld onder leiding van prof. P. Steen kamp, is iets minder voorzichtig, in de nieuwe versie, waaraan gewerkt wordt en die straks naar de afde lingen gaat, wordt nog eens bena drukt. dat de defensieuitgaven al léén verhoogd mogen worden voor zover die verhoging voortvloeit uit de stijging van lonen en prijzen. De PvdA, zegt Wierda, waardeert de poging van De Jong om een impo pulair vraagstuk aan de orde te stel len. Hij vindt het betoog van De Jong niet geheel doordacht. „De Jong komt met verwijten, niet met argumenten". De PvdA. die tegen een verhoging van de defensie-uit gaven is, verwijt de regering door te werken vanuit een verouderde op vatting. De vergelijking van prof. De Jong met 1940 gaat niet op, zegt Wierda. „In 1940 was het haast werk. Nu hebben we een lange perio de van planning achter de rug". „De situatie is beroerd", zegt WD- er KoudUs. „Ik heb in 1967 in de Tweede Kamer al gezegd, dat we zijn begonnen aan de afbraak van de krijgsmacht". Hy vindt echter dat De Jong een te ongenuanceerd oordeel uitspreekt. „Hy beziet alleen de landmacht „dat is een wat gro te beperking". En over de defensie verhoging „Er moet wat by. 'n Paar miljoen gulden. We zitten nu wel al tegen de 4 miljard. Maar dat is zo veel goedkoper dan een oorlog met 40 miljoen doden". Hu betreurt het, dat de PvdA wil naar een relatieve daling van de defensieuitgaven. CHU-defensiedeskundige Kikkert heeft de rede van De Jong met gro te instemming gelezen. „De defensie is net zo paraat en kwalitatief god als het Nederlandse volk bereid is van zijn welvaart af te staan aan de veiligheid". Hij acht persoonlijk een verhoging van de defensieuitgaven tot 4 procent van het nationaal inko men noodzakelijk om de manco's in de strijdkrachten op te heffen. Hij verwacht, dat in het gezamenlijk pro gram van CHU, AR en KVP een verhoging van deze uitgaven staat op genomen, hoewel Steenkamps kern programma een heel andere mening verkondigt. ARP-er Walburg noemt De Jongs rede: „een hoogst belangrijk stuk met een diep ernstige reden". Hij is van mening dat het Nederlandse volk op het gebied van defensie struisvogelpolitiek bedrijft. „Het volk moet het maar eens goed weten", zegt hij. „We gaan gevaarlijk dicht naar de toestand ln de jaren dertig. Daarom zegt de AR nu ook dat ze bereid is aanzienlijke offers voor de fensie over te hebben". Imkamp (D'66 vindt het betoog wetenschappelijk" onverantwoord. „De periode "70 verschilt zo hemels breed van de tijd rond 1940, dat dat verschil nauwelijks te overbruggen is. De militairen," meent hy, waren tien Jaar geleden al op de hoogte van de geringe gevechtswaarde van de stryd- krachten. En er is nooit enige verbetering ge weest. „Er heersen onvoorstelbaar kinderlijke toestanden by dat deel van de gevechtsparate strydkrachten. Ik heb het idee, dat het eerste le gerkorps gaat vechten als het al een half uur overrompeld is door de Rus sen". Hy vraagt zich ook af in welk op zicht de aanwezigheid van tanks al dan niet invloed kan hebben op de andere party. ,jk denk altyd maar aan een uitspraak van Chroesjtsjow: •■Ik sta er echt niet om te springen om voor myn tyd by Petrus aan de hemelpoort te kloppen". JOSE TOIRKEN8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7