„Voor prijs van straaljager
weer een fijn woongebied"
DAAROM
mag Durex
vrij verkocht
worden!
NIEMAND HEEFT HET GEMAKKELIJK IN
DE STMJD OM DE KRUIDENIERSKLANT
Defensie
Hoogleraar in de landschapskunde:
GEWESTEN
Durex is zo veilig
D Durex the best there is
^SATERDAG 20 JTTNT 1910
Jf^DSOH MOntD
De duif die donderdag op een of
andere wijze binnen de vergaderzaal
van de Tweede Kamer was geraakt,
kwam in feite een dag te laat. De
vrede in de Tweede Kamer was
woensdag namelijk al gesloten. De
oppositie was opeens geen oppositie
meer. zo leek het althans toen drs.
Ed. van Thijn (PvdA) aan een ver
zoek van de antirevolutionair W. M
Schakel voldeed om een motie aan
te houden. Marcus Bakker, het com
munistische kamerlid dat doorgaans
in staat blijkt een opvallende poli
tieke gebeurtenis in de Kamer haar
fijn te ontleden, merkte dan ook
op: ..Nou ik vind het een mooi spel
letje dat hier wordt opgevoerd, dat
moet ik zeggen".
Vorige week reeds was de behan-
bandeling begonnen van de nota „be
stuurlijke organisatie" opgesteld door
minister Beernink «binnenlandse za
ken) en zijn staatssecretaris Van
Veen. Insiders menen dat met na
me de staatssecretaris de grote geest
is achter deze nota. Hijzelf toonde
dat trouwens op een persconferentie
eind vorig jaar en meermalen in de
Tweede Kamer door zijn grotere ken
nis van zaken over gewestvormingen
in ons land. Zijn redevoering van
drie kwartier dinsdagavond gaf veel
meer houvast dan die van minister
Beernink, die maar liefst twee uur
achtereen het woord voerde.
Hoewel alle fracties aan het debat
deelnamen en toch wel kritische op
merkingen plaatsten, kwam het mid
delpunt te liggen bij twee fracties,
die van de PvdA en van de ARP.
Terecht signaleerde drs. Van Thijn
dat er bij ieder overeenstemming is
over enkele belangrijke punten: her
verkaveling van de oude en nieuwe
bestuurlijke organen is noodzakelijk,
de ruimtelijke ordening verplicht ons
tot schaalvergroting en de tegenhan
ger hiervan, de schaalverkleining mag
niet ontbreken om de burgers meer
bij het bestuur te betrekken. Maar
over de aanpak om tot deze wijzigin
gen te komen is er een diepgaand
meningsverschil, meende hij. Het be
langrijkste verschilpunt bleek te zijn
hoe de noodzakelijke vorming van
gewesten moet worden aangepakt.
Aan de ene kant «Beernink. Van
Veen. KVP ,CHU. VVD) staat men
op het standpunt dat deze gewesten
in de eerste plaats uit de betrokken
gemeenten zelf naar voren moeten
komen. Ook de belangrijke Vereni
ging van Nederlandse Gemeenten,
was tot deze conclusie gekomen. Mr.
van Veen beriep zich daarop.
Aan de andere kant menen de op-
positie .PvdA, D'66, PSP en PPR> én
de ARP dat de regering niet meg
wachten tot de gemeenten zelf tot
het initiatief zl)n gekomen om een
gewent te vormen In een motie
vraagt drs. Van Thlin om een spoe
dige indiening van een ontwerp-ge-
westwet. waardoor de regering In de
gelegenheid wordt gesteld zelf van
bovenaf gewesten op te leggen. Ster
ke argumenten voor de mogelitkheid
gewesten van bovenaf op te leggen
werden aangevoerd: door menings
verschil binnen de betrokken ge-
meenten is er nog steeds geen gewest
Gr. A dam. De dr. Wtardi Beekman-
stichting (het wetemsch. bur. van de
PvdA) en een commissie van de
ARP, pleitten in rapporten eveneens
voor snelle gewestvormingen, waar
voor een formele gewestwet nood
zakelijk zal zUn.
Drs. Van Thijn lanceerde al zelfs
eerder een driefasenplan (tot 1975i
om tot een volledig andere bestuurs-
opzet van ons land te komen. Hij
vond dat. er „een Thorbeckiaan.se
aanpak" zou moeten zijn. Immers de
liberaal Thorbecke was de man ge
weest die met de Indiening van zijn
gemeentewet voor een grandioze
verandering ln onze bestuursvorm
had gezorgd.
Waar hij op hoopte getieurde: de
ARP heeft sinds vorige week in haar
program staan dat er een gewestwet
moet komen. De heer Schakel die
zelf burgemeester is van de gemeen
te Noordeloos, zei het volledig eens
te zl)n met dit programmapunt. Ook
hil vroeg om een Thorbeoklaanse aan
pak. .De regio Is ln opkomst, het
gemeentelijke belang ligt niet meer
binnen de gemeentegrens".
Maar voordat de heer Schakel een
definitief standpunt over de motte-v.
Thijn zou willen Innemen, wilde nu
eerst nog eens de argumenten van
de regering horen. De staatssecre
taris probeerde hem gerust te stel
len door te zeggen dat de „uitbouw-
wet gemeenschappelij'kqe regeling
die spoedig zal worden Ingediend,
plus de richtlijnen, dicht komen bi)
een gewestwet zoals de oommissie-
Verdam wenst. HU vroeg vertrouwen
te hebben ln 't beleid „van de minis,
ter en ml)."
De heer Schakel kwam daarmee
voor een dilemma te staan: de be
windslieden haddon hem niet geheel
overtuigd Immers het Initiatief tot.
gewestvorming moet volgens hen
toch bU de gemeenten liggen, andcr-
zUds had staatssecretaris Van Veen
wel wat toegezegd en bovendien zou
de motie-Van ThUn door de ARP wel
eens de meerderheid kunnen halen,
wat hoogstwaarschUnlUk het einde
betekende van de ministerie e loop
baan van Van Veen en Beernink
Daarop kwam hU met zl)n verzoek
san de heer Van ThUn: houd asje
blieft je motie aan, ik doe een claim
op je sport,vitelfe. want je weet da
ik behoor tot een groepering diei dee
uitmaakt van de regering en ik wt
me zo graag houden aan Ue ™or«l
ethische spelregels Van Th""
sloot inderdaad zUn motia aan
h°Waarom hield Van
tie aan? HU had toehde meerder
held van de Kamer achter zich? Het
antwoord Is niet zo moeUuk.De ARP
zou - als de stemming deze week
jou hebben plaatsgevonden - Wen
hebben gestemd. Na een v«raoek om
de motie aan te houden kun je lm
men, zonder bezwaar zeggemdat de
rootie voorbarig Is en te vroeg in
stemming i« gekomen.
LEO RHIJNSBURGER
PAGINA 7
T"»TTW u A AP //-VT-ZT-VV ww - - -
DEN HAAG (GPD) Het vaderlandse leefklimaat kan op
vele wijzen worden gediend, de grote steden bijvoorbeeld zou
den best wat tintjes groen meer kunnen gebruiken. Aanhanger
en voorvechter van dit nog weinig besproken facet uit het rijk
geschakeerde welzijns-milieu is prof. dr. F. J. Maas, 39 jaar en
hoogleraar m de landschapskunde aan de Delftse t.h. Als de
boomarme Randstad in zijn werkkamer ter sprake komt zegt
hij: „Voor de prijs van een straaljager kun je van de Rand
stad weer een fijn woongebied maken".
Maas c.s. voor kwekerijen, die hun
verlangen naar een belangrijke uit
breiding van het stedelijke groen moe
ten realiseren. Maas zegt: „Het gaat
erom: hoe krijg je de groenstroken
met beplanting en de parken snel
tot stand. Een bos kost minstens 30
Jaar, voordat het iets gaat doen. We
hebben ernaar gezocht hoe dit ver
sneld kan worden, vooral in het
westen van het land waar zo weinig
beplanting is.
Het is duidelijk: je moet parken op
bouwen, waarin de bomen snel groei
en. Dat kan met snel groeiende hout
soorten zoals wilgen en populieren.
Een tweede punt is dat er kwekerijen
moeten komen. Lang voordat we
vaststellen, dat er ergens ln een uit
breidingsplan beplanting moet ko- j
men, moeten die kwekerijen er al
afrit'.
ADVERTENTIE)
Vijf milj oen
Prof. Maas heeft uitgerekend, dat
een voorgekweekte boom van 15 jaar
oud hooguit honderd gulden kost.
Volgens de groen-deskundigen heeft
Nederland tot het jaar 2000 jaarlijks
100.000 van deze nog halfvolwassen,
maar toch al deerlijk uit de kluiten
geschoten bomen nodig. De helft
daarvan moet zijn zegenende werk
in de Randstad kunnen verrichten
„Dat is", zegt prof. Maas. „vyf mil
joen gulden per Jaar. En om nu weer
de vergelijking toe te passen die ik
ook op het congres van de Vereni
ging van Nederlandse gemeenten
heb gehanteerd: dat is de prijs van
een straaljager. Als je op deze ma
nier tijdig plant verwachten wij dat
Je in de Randstad een belangrijke
verbetering van het woonklimaat
kunt bereiken. Niet op korte termijn.
Wel over tien jaar. als je nu begint"
Autoriteiten
Veel van de opvatttingen van de
jonge hoogleraar is terug te vinden
in een brochure, die de Werk
groep bosbouw Randstad Holland,
van het Bosbouwproefstation in Wa-
geningen, waarvan hij lid is, onlangs
het licht deed zien. Maas en zijn me
destanders schreven daarin o.m.
over het onbehagen dat de bewoners
van vele nieuwe stadwijken onder
gaan in de dagelijks op proef gestel
de relatie tot het hen omringende
leefmilieu.
„Door gebruik te maken van voor-
gekweekte solitairbomen in nieuwe
stadsuitbreidingen en grote stedelij
ke parken zal men het woonge
not van velen snel verhogen", al
dus één van de oonclusies van de
werkgroep.
Het belang van het vooral ln de
Randstad-wij ken spaarzame groen
kan in meerdere opvattingen beleden
worden. Prof. Maas: „Men krijgt"
een veel prettiger omgeving. Groen
is bovendien rustgevend. Het heeft,
mits er van een goede vormgeving
sprake is. belangrijke recreatieve
mogelijkheden. Daarnaast zit er een
sterke milieuhygiënische functie aan.
Het stedelijke groen, dat immers
Straat zonder groen.
niet betrokken is bij het economische
1 winstmotief, verkeert ten opzichte,
van de verkeersvoorzieningen in een
sterk onderontwikkelde positie. Nu de
lucht- en waterverontreiging steeds
meer landgenoten ernstig bezig
houdt is het mogelijk wel nuttig om
van prof. Maas te vernemen dat de
bomen in de stedelijke kernen hun
waarde ojn. danken aan het vast
houden van stof en de talrijke an
dere ongerechtigheden, die zich in de
lucht bevinden, die wij inade
men.
„Het groen bindt de stoffen", zegt
prof. Maas: „met stroken van 200
meter begin Je het effect te bereiken
vanvermindering van het geluid en
de luchtverontreiniging" Een paar
sprekende cijfertjes over de vuile,
lucht: op 'n willekeurige middag be
vinden zich in elke liter lucht in
een stadscentrum 13.220 stofdeeltjes,
ln een boom vrije straat buiten het
centrum bedraagt dat aantal 10180,
maar in een straat met boombeplan
ting zijn het er maar 3040.
In de al genoemde brochure van
de werkgroep uit Wageningen pleiten
Voor dat streven is veel medewer
king van de overheid nodig. Maar
de boom-plannen van de werkgroep
zijn nog niet zo hoog geschoten dat
ze al veel wind vangen. „Het is", zegt
Maas. „nu gelukkig wel zo geworden
dat de autoriteiten doordrongen zijn
geraakt van het belang van hetgeen
wij aansnijden. Maar met de actie
ve medewerking valt het nog niet zo
mee. Ik zou wel willen dat er van de
overheden wat meer initiatieven uit
gingen".
Nog even terug bij de naar de
opvattingen van Maas) wel degelijk
op redelijk korte termijn mogelij
ke verbetering van het leefklimaat,
in de betonnen weheld van de Rand
stad. Wat valt daar nog meer over
te zeggen? Prof. Maas: „We willen
heel bewust een andere stedebouw.
Een waarin ook de voetganger aan
bod komt. Daarnaast willen wij de
inbouw van allerlei groenelementen.
Zover is het helaas nog niet. Wat
Je nu ziet zUn alleen maar sprietjes
van bomen. Het realiseren van de
kwekekerijen met de voorgegroeide,
volwaardige bomen vinden wij voor
het hele leven een fundamentele
zaak. Daarnaast moet de groen-vor-
ziening helemaal geïntegreerd wor
den in de stedebouw-planning. Wij
dachtenals dat lukt krijg je in de
randstad een prettig woonklimaat".
Voorbehoedmiddelen zijn heel gewoon
voor moderne mensen. En zo'n heel
gewoon voorbehoedmiddel is het Durex
condoom. Simpel en eenvoudig in 1
gebruik. U hebt er geen doktersrecept
voor nodig. Altijd en overal te krijgen,
wanneer u maar wilt. In de winkel of uit
de automaat. Even gemakkelijk als
een pakje sigaretten of een stukje zeep.
Maar u kunt er méér goede redenen
voor hebben om 't te kopen.
Durex is een wereld-bekend merk van
de London Rubber Company. In de
meest moderne laboratoria wordt de
kwaliteit van Durex voortdurend
gecontroleerd.
DEN HAAG (GPD) De strijd
om het voortbestaan in de levens
middelenbranche is een hevige
Hij wordt gevoerd met lokkende
aanbiedingen, met steeds ruimere
uitstallingen, met cadeau-spaar
systemen, met niet altijd zo
fraaie, doch wel zeer veelvuldig
verspreide foldertjes in de brie
venbussen, met de vriendelijke-
toon - tegen - de - oude-bekende-
klant, met elk middel dat maar
kopers in de winkels kan brengen.
Van de toestand aan dit front
is een hoogst interessante opname
gemaakt door het Economisch Insti
tuut voor het Midden- en kleinbe
drijf «EIMi, door middel van een
landelijk representatief onderzoek
naar het gedrag en de motieven van
consumenten bij de aankoop van le
vensmiddelen. Een aantal punten uit
het lijvige EIM-rapport geeft ook
de pasief bij de strijd betrokken
consument *n interessant beeld van
de huidige situatie.
De ..vaste" kruidenier d.w.z.
waar men gemiddeld per week dp
meeste boodschappen doet —is voor
procent van de consumenten de
al of niet in combinaties opgenomen
middenstander, voor 8 procent de
Coöperatie, en voor 31 procent het
grootwinkelbedrijf.
Dit geldt voor de consumenten in
gemeenten met meer dan 20.000 in
woners, uitgezonderd typische platte
landsplaatsen. Tot hun gedragingen
Is het onderzoek hoofdzakelijk be
perkt, omdat de winkelbezetting op
het platteland vaak niet compleet is.
Droeve constatering voor de zelf
standige kruidenier: z'n winkel wordt
verhoudingsgewijs veel bezocht door
klanten ouder dan 65 jaar. en onder
zijn klanten zitten ook veel armere
consumenten, die betrekkelijk wei
nig per week aan levensmiddelen uit
geven.
Dit alles geldt overigens niet voor
winkels, die bij vrijwillige filiaalbe
drijven zijn aangesloten, zij hebben
zelfs onder hun vaste klanten ver
houdingsgewijs veel jonge consumen
ten van benden de 30 jaar. Ook su
permarkten verheugen zich in de
klandizie van het jongere publiek.
Duidelijk Is, dat de voorkeur van de
jonge klant uitgaat naar goed
kopere winkels.
Een bezwaar dat wel eens wordt
gehoord tegen de zelfbedieningsza
ken, namelijk het lastige wach
ten bij de kassa, blijkt niet zo alge
meen te zijn als men zou denken,
slechts tien procent van óe klanten
vindt dat men nogal lang moet wach
ten, waarbij ln dit geval de jonge
ren beneden 30 jaar het minste ge
duld hebben.
Het is in het voordeel van de zelf
standige winkelier dat de supermark
ten een slechtere beurt bij 't publiek
blijken te maken, als het gaat om
de voorlichting die aan de koper
wordt gegeven. Hierover zijn de vaste
supermarktlanden het minst tevre
den. En alweer laten de Jongere con
sumenten zich over hun ervaringen
op dit punt extra krltteoh uit,
Prij
zen
Hoe denkt de vaste klant over de
prijzen bij zijn „eigen" kruidenier?"
„Wel redelijk", zegt 68 procent.
„Voordelig", meent 22 procent.
„Nogal hoog" zegt de resterende 7
procent die daarover een mening
heeft. De kleinere kruidenierszaak,
vindt men in het algemeen 't duurst.
Als reden om kruidenierswaren in
de regel in de vaste winkel te kopen,
komt in de grote gemeenten ln de
eerste plaats het motief „dichtbij en
gemakkelijk" naar voren (27 pro
cent). Verder worden in volgorde van
belangrijkheid genoemd, dat het er
voordeliger is (20 procent), dat er
een ruime keuze bestaat «19 procent
en dat de bediening (19 procent) en
de kwaliteit (17 procent) er goed
zijn. Ook wordt wel geantwoord dat
men er heen gaat uit gewoonte (13
procent) en vanwege zegels, korting,
sparen of lidmaatschap van de coö
peratie <11 procent). En tenslotte,
komt nog naar voren dat men bij de
vaste winkel het voordeel heeft dat
er wordt thuisbezorgd (7 procent) en
omdat het familie, relaties of kennis
sen zijn (6 procent). In zeer kleine
gemeenten wordt de bediening (24
prooent) als eerste genoemd.
taSLT 'T'T.Z'™ I b«lg-
Wisselend
Al deze gegevens overziende, kan
men zich voorstellen dat het win
kelbedrijf nogal eens wisselt van
toon om zichzelf aan te prijzen, om
dat het nu eens op dit, dan weer op
klantenbinding moet mikken. Het
groot-winkelbedrijf heeft het daar
mee extra moeilijk. Het krijgt welis
waar veel Jonge en ook veel koop
krachtige consumenten in huis, maar
met name de Jongere consumenten
gaan veel meer naar verschillende
winkels voor hun inkopen, o.m. op
grond van aanbiedingen. De klan
tenbinding van het grootwinkelbe
drijf is dan ook de zwakste, verge
leken met die van al dan niet in vrij
willige filiaalbedrijven werkende
zelfstandigen.
De consument vindt het assorti
ment van de supermarkte ruimer
dan dat in de andere winkels. Zelf
standige kruidenierszaken worden
echter weer wat hoger aangeslagen
op het punt van de sfeer en het ver
trouwen dat men er ln stelt. Het al
gemene oordeel over de kwaliteit van
de waren is ten opzichte van de krui
denierszaken ook iets positiever dan
ten opzichte van de supermarkten.
De supermarkten interpreteren 't
begrip „levensmiddelen" meestal rui
mer dan de kruidenierszaken. Zy
voeren artikelen zoals groenten,
melk, brood, enz. Er is nage
gaan hoeveel klanten zij daarmee
trekken. Van de consumenten ln
plaatsen boven de 20.000 inwoners
koopt 10 procent zijn aardappelen,
groenten en fruit in een supermarkt:
5 procent koopt er brood; 3 procent
koopt er melk, tien procent koopt er
vers vlees.
Het touwtrekken om de gunst van
held die lange adem vereist. Bij de
enquête blijkt 83 procent van de
ondervraagden ln het voorafgaande
Jaar niet van vaste winkel te zijn
veranderd, en als dat al gebeurde,
kwam het vaak doordat de winkel
werd opgeheven of de consument ver
huisde.
Impulsaankopen
Als winkeltype geniet de zelfbedie
ningszaak veruit de voorkeur van de
mensen die hierover een me
ning hebben (62 tegen 29 procent).
Tegelijk met het systeem van zelfbe
diening is destijds de moderne ma
nier van uitstallen Ingevoerd, die de
klant tot kopen noodt. Tot de zoge
naamde Impulsaankopen, de koop op
grond van het „o Ja, dat moet ik ook
nog meenemen'"
Volgens hun zeggen doet 16 pro
cent van de huisvrouwen geregeld
impulsaankopen, 55 procent wel eens,
13 procent vrijwel niet en 15 procent
praktisch nooit. In de leeftijdsgroep
tot 30 Jaar doet bijna een kwart ge
regeld Impulsen aankopen.
Daar zit een sterk punt in voor de
alles zo opvallend mogelijk uitstal
lende supermarkten, want ln de
meeste gevallen geeft de huisvrouw
door impulsaankopen meer geld uit.
Zi) heeft er dan bi) het opstellen
van haar boodschappenlijstje niet
voor op andere dingen bezuinigd om
een koop-marge open te laten.
Het merendeel van de defensie
specialisten van de belangrijkste Ka
merfracties vindt de uitlatingen van
prof. dr. L. de Jong eind vorige week
over de minieme gevechtswaarde
van ons leger, wat overtrokken. Tot
hen behoren ook deskundigen van
partijen, die zich regelmatig uitspre
ken voor een verhoging van de de
fensie-uitgaven om de Nederlandse
strijdkrachten te verbeteren. Jansen
(WD) en Imkamp (D'66) vinden de
rede. die De Jong gehouden heeft
voor de leden van de Nederlandse
vereniging van ex-politieke gevange
nen niet zo schokkend als andere
kringen.
De situatie is el jaren zo. zeggen ze.
Volgens De Jong wordt de strijd
kracht voor de oorlog dodelijk
zwak door de jaren van armoede
nu dodelijk zwak door de Jaren
van welvaart. HU wijst er o.a. op dat
van het Nederlandse legerkorps
dat deel uitmaakt van het NAVO-„af
weerscherm" zich slechts een zesde
deel ter plaatse (West-Duitsland) be
vindt. Het resterende vijfzesde deel
kan met geen mogelijkheid tijdig op
de plaats van actie komen. De defen
siedeskundigen in de Kamer zetten
daar een vraagteken bij. Dat leger
korps heeft, zegt hij, ook een tekort
aan anti-tankwapens terwijl eigen
luchtverdedigingsmiddelen volledig
ontbreken. De rede heeft veel stof
doen opwaaien. Het kamerlid Goed
hart heeft hierover vragen gesteld
aan de minister-president.
„De rede van De Jong is gechar
geerd" zegt KVP-deskundige Jansen.
„De begroting van defensie is in de
loop der jaren gedaald. Maar het is
de vraag in hoeverre de rode streep
overschreden is en of andere maat
regelen getroffen hadden moeten wor
den. We hebben in 1967 al gewezen
op het gebrek aan oefenruimte en
de achterstand inde herhalingsoefe
ningen. Dat was voor ons aanleiding
het allereerst te zoeken in een doel
matige krijgsmacht. In ons voorlopig
program staan we niet afwijzend
tegenover 'n eventuele verhoging van
defensie".
Het KVP-kemprogramma, opgesteld
onder leiding van prof. P. Steen
kamp, is iets minder voorzichtig, in
de nieuwe versie, waaraan gewerkt
wordt en die straks naar de afde
lingen gaat, wordt nog eens bena
drukt. dat de defensieuitgaven al
léén verhoogd mogen worden voor
zover die verhoging voortvloeit uit
de stijging van lonen en prijzen.
De PvdA, zegt Wierda, waardeert
de poging van De Jong om een impo
pulair vraagstuk aan de orde te stel
len. Hij vindt het betoog van De
Jong niet geheel doordacht. „De
Jong komt met verwijten, niet met
argumenten". De PvdA. die tegen
een verhoging van de defensie-uit
gaven is, verwijt de regering door
te werken vanuit een verouderde op
vatting. De vergelijking van
prof. De Jong met 1940 gaat niet op,
zegt Wierda. „In 1940 was het haast
werk. Nu hebben we een lange perio
de van planning achter de rug".
„De situatie is beroerd", zegt WD-
er KoudUs. „Ik heb in 1967 in de
Tweede Kamer al gezegd, dat we
zijn begonnen aan de afbraak van
de krijgsmacht". Hy vindt echter
dat De Jong een te ongenuanceerd
oordeel uitspreekt. „Hy beziet alleen
de landmacht „dat is een wat gro
te beperking". En over de defensie
verhoging „Er moet wat by. 'n Paar
miljoen gulden. We zitten nu wel al
tegen de 4 miljard. Maar dat is zo
veel goedkoper dan een oorlog met
40 miljoen doden". Hu betreurt het,
dat de PvdA wil naar een relatieve
daling van de defensieuitgaven.
CHU-defensiedeskundige Kikkert
heeft de rede van De Jong met gro
te instemming gelezen. „De defensie
is net zo paraat en kwalitatief god
als het Nederlandse volk bereid is
van zijn welvaart af te staan aan de
veiligheid". Hij acht persoonlijk een
verhoging van de defensieuitgaven
tot 4 procent van het nationaal inko
men noodzakelijk om de manco's in
de strijdkrachten op te heffen. Hij
verwacht, dat in het gezamenlijk pro
gram van CHU, AR en KVP een
verhoging van deze uitgaven staat op
genomen, hoewel Steenkamps kern
programma een heel andere mening
verkondigt.
ARP-er Walburg noemt De Jongs
rede: „een hoogst belangrijk stuk
met een diep ernstige reden". Hij is
van mening dat het Nederlandse
volk op het gebied van defensie
struisvogelpolitiek bedrijft. „Het volk
moet het maar eens goed weten",
zegt hij. „We gaan gevaarlijk dicht
naar de toestand ln de jaren dertig.
Daarom zegt de AR nu ook dat ze
bereid is aanzienlijke offers voor de
fensie over te hebben".
Imkamp (D'66 vindt het betoog
wetenschappelijk" onverantwoord.
„De periode "70 verschilt zo hemels
breed van de tijd rond 1940, dat dat
verschil nauwelijks te overbruggen is.
De militairen," meent hy, waren tien
Jaar geleden al op de hoogte van de
geringe gevechtswaarde van de stryd-
krachten.
En er is nooit enige verbetering ge
weest. „Er heersen onvoorstelbaar
kinderlijke toestanden by dat deel
van de gevechtsparate strydkrachten.
Ik heb het idee, dat het eerste le
gerkorps gaat vechten als het al een
half uur overrompeld is door de Rus
sen".
Hy vraagt zich ook af in welk op
zicht de aanwezigheid van tanks al
dan niet invloed kan hebben op de
andere party. ,jk denk altyd maar
aan een uitspraak van Chroesjtsjow:
•■Ik sta er echt niet om te springen
om voor myn tyd by Petrus aan de
hemelpoort te kloppen".
JOSE TOIRKEN8