„Ik heb nu mijn experts Er staat ons nog wat te wachten Tuinieren nu? Minister Nita van de Antillen was hier: Revolutie Mentaliteit Braindrain Apart AG 6 JUNI 1970 LMDSCH DAGBLAD PAGINA 1 hat vermoeid hebben we de klap h de raadsverkiezingen over ons L laten gaan. Weer is er geroe- dat het een schandaal is dat 30 tot 40 van de kiezers thuis jebleven. Dat zal dan wel, maar in we er niet op rekenen dat we een, twee. drie bijvoorbeeld voor Kamerverkiezingen van volgend kunnen verbeteren. Tat achterblijft bij de kiezers na verkiezingsstrijd van enkele we- is een lichte verbazing over al foldertjes, die in de bus wor- gekieperd; een lichte ergernis r het lawaai van de geluidswa- die op een zonnige zaterdagmid- door de straten rijdt en ons on- lelijk oproept om op iemand te imen. We kunnen niet precies itaan op wie, laat staan op wel- lartij en waarom. '66 nu stukje van het bestaande tijwezen, lijkt het wel probeer- bet In zijn eerste campagne voor Kamerverkiezingen van 1967 on- meer met huiskamerbyeenkoms- Dat sloeg toen fiks aan. De par- was nieuw, de vertolkte geluiden allend en je kon je er fiks tegen tten. Maar sindsdien heeft in der- d de „devalutatie van de politie- munt" plaats gevonden. De woor- van het programma van de De- raten duidelijkheid, democra- tng, openheid, enfin noem maar vonden gretig aftrek. En de iezingspropaganda voor de af- pen woensdag barstte gewoon de openheid, de democratie, de lelijkheid enzovoorts, ie huiskamerbijeenkomsten zijn ook ditmaal mislukt. Maar wie je dat kwalijk nemen? Het is i weer. Je kan 's avonds lekker i wandelen of rijden, het blijft ïers toch lang licht, je kan thuis iter op de avond tv kijken dat plezieriger wijzen van tydverdrij- dan in een rokerige huiskamer en met mensen over een eind ier eind, de politiek. niskamerbij eenkomsten zijn het niet, zeker niet in een seizoen, onzomers Hollands belooft te wor- Politieke meetings zijn in feite mg uit de tijd. Dat is een kwes- van de doorbraak van de televi- van de verschillende verstrooi- methoden die in onze maatschap- lestaan. Zeker, op een debatavond en de Leidse raadsleden Ampt- er en Kret beiden goed voor komen zo'n honderd 6en opdagen. Maar wat is dat >p een totaal in Leiden van zo n tigduizend of vijftig duizend kie- Bovendien blijkt opeenvolgen- orumavond. dat de helft van da tiek belangstellenden" bestaat uit gasten, die al deze byeenkoms- >y wonen. bat het dus mis met de parie- ttaire democratie. Heeft de bui- jarlementaire actie gewonnen van parlementaire? En blijft dat zo? laatste is natuurlijk een kardi- -i vraag, in een tijd. waarin alles Tazend snel gaat. Van belang lijkt om vast te stellen, dat die bui- arlemetaire actie, gericht op het ezenlyken van een aantal doe- die een beperkte groep mensen ct en daadwerkelijk aangaan, elijk aanslaat. Beter aanslaat toch tamelijk wezenloze debatten ïen Tweede Kamer over een ,sti b door de regering genoemd be- Z)waaraan niet meer te tomen orl ook als men huiverig staat te- d >ver de Kaboutersuccessen, moe- en een aantal doelstellingen van dat Je plus de wijze waarop deze dschap" wordt verpakt, aandacht -ejrer.. Het succes is voor een be- ier rijk deel te danken aan de actie, vooral de speelse manier ne '°P die actie werd verkocht. i de Kabouters is politiek mis- ?ro to wel voor 'n deel een serieuze va maar om in het jargon te biy- ai Je moet er om kunnen lachen Raar? Bovendien hebben de en Duters, heeft met name Roel van In in Amsterdam, een campagne k erd. die in lengte en inventivi- duidelijk gunstig afstak bij die 0Ul andere partijen. Roel van Duijn al actie voor zyn Kabouters, de andere partijen nog moesten inen voor de Statenverkiezingen _J dit jaar maart. De Kabouters jden hun bezorgdheid voor ult ra, voor bejaardenzorg enzo- op een directe wijze. Ze plan- impjes tegen milieuvervuiling, een elementaire verzorgings in Amsterdam in voor bej aar- en ook als er om hulp werd :d. Wat dat betreft zijn er lillende bewijzen voor handen lezonden stukken in kranten in fdstad. fader dat men de Kabouterideo- I hoeft te beamen het „omtur- f van deze maatschappij moet I toegeven dat er vooral in het I van de directe benadering van Jemen en mensen, veel goeds tt- Dat moet een zaak zijn die in pmende jaren vooral raadsleden gemeenten voor ogen .~oet Wat kan ik als raadslid doen (mijn medemens in mijn directe (ving? Dat vereist een andere j&k van de werkzaamheden van (sleden in middelgrote en grote •llicht moeten wijkraden worden ttiuleerd. Maar in ieder geval zal ïkozene de kiezers ook het ge- ïmoeten geven, dat hij voor hen [kbaar is, dat hij met hun pro- a bezig is. de vraag is of dat allemaal kan, Vband met andere dagtaken. Op de valreep van zijn bezoek aan Neder land een interview regelen met minister Amador Nita blijkt minder eenvoudig dan het aanvankelijk leek. Minister Nita beheert op de Nederlandse Antillen de departementen van Arbeid, Sociale Zaken en ad interim Volksgezondheid. Hij is in het kabinet het enige lid van de socialistische partij, Frente di Obrero en hij gedraagt zich daar ook naar. Hij is groot, zeer donker en kleedt zich by voorkeur in een gestyleerd Castro-uniform, dat hy gebruikt als een soort handelsmerk. Men kent hem daarin en het speet hem dat hy by zyn bezoek aan Nederland niet meer petten by zich had, want even als op de Antillen wordt hem hier gevraagd zijn handelsmerk achter te laten als een souvenir. Nita: „Het trekt, dit uniform, en dat alleen is voldoende om het te dragen. Het volk herkent zich in de manier van kle den. Ik heb zoveel petten moeten uit delen, dat ik ze ga laten maken in Japan; die zyn goedkoper dan de Amerikaanse. Het is eigeniyk dwaas als je erover nadenkt: Amerika ver zet zich tegen Cuba maar maakt we] Castro-petten". Op vnagen hoe zyn contacten met de Antilliaanse studenten hier in Ne derland verlopen zyn, reageert hy vry abrupt: „Dat is voor als ik op Cu racao kom, dat is geen nieuws voor nu. Wat ik gezien heb, kan ik niet aanvaarden". Dan lachend: „Ik ben van plan alle studenten terug te trek ken, maai- wacht maar. u hoort dat wel als ik terug ben op de Antillen. Het kan zyn dat er goede universi teitssteden zyn. Ik heb veel gehoord, maar laat het allemaal maar wach ten". Hy stuurt het gesprek naar een al gemeen begin en aan bod komt om het met een wat onelegante term aan te duiden „de groot-Caraïbische ge dachte". Hy wil daar nog niet aan. „Wy handelen nu nog volkomen op lokaal niveau. Onze mentaliteit dat weet men tot in Noord-Amerika is heel anders dan de rest van het gebied en ook dan die van Suri name. Er zyn veel te weinig contac ten met de omliggende landen. Dat moet nog allemaal op gang komen. Kyk het is in het Caraïbische gebied en Zuid-Amerika altyd zo geweest dat de rykdommen geconcentreerd waren. Er waren oliechargieën by de vleet. Wie niet tot de ryke groep be hoorde werd en bleef uitgesloten. Nu zyn er in Zuid-Amerika wel revolu ties geweest, maar die komen voor een groot deel neer op schynrevoluties. Wat er nodig is, is een revolutie van de massa, waar echt iedereen by be trokken is en dat zal echt wel ge beuren, hier en daar". Daarmee verschuift hy het pro bleem wat weg van de Antillen. Het komt later weer terug naar die eilan den, als de vraag gesteld wordt of het daar ook aan moet op een wer- kelyke revoutie. Minister Nita ziet dat in ieder geval op kortere ter- myn niet als een haalbare kaart: „De meeste Zuid-Amerikaanse lan den hebben rykdom van zichzelf. Ook Suriname, maar de Antillen niet, wy zyn volkomen afhankelyk van wat zich aan handel patroon veel moei- ïyker. We kunnen er geheel door weggevaagd worden". Verpaupering is niet het woord dat valt. maar het Ïykt wel achter de re denering te zitten. De eilanden zou den langzaam leeglopen en alleen de allerlaagste bevolkingsgroep zou over- blyven. Werkloosheid op veel groter schaal is een dreiging, die niet zo maar weggeschoven kan worden. Amador Nita is minister vara arbeid. Wat doet hy tegen de bestaande werkloosheid? „Er zou een werkloosheidsfonds moeten komen waardoor de arbeiders niet brodeloos worden wanneer er geen werk meer is. Dan ben je veel vryer in je optreden en handelen, want dat moet er komen. In de vroe gere regeringen waren de vakbonden gewoon het verlengstuk van de rege ring en dat moet eruit". Nita is overigens naar voren geko men uit de vakbonden. Hy was se cretaris-generaal van de bond van havenarbeiders en het ziet er naar uit dat hy daar veel geleerd heeft, In ieder geval doorziet hy de nood zaak van een niet aflatend contact met het volk. Daarvan heeft hy blyk gegeven door het ministerie volkomen open te gooien. Het is bekend, dat wanneer hy 's morgens vertrekt er by hem op het balkon voor het huis al tal van mensen zyn die hem willen spreken. Hy is altyd toegankeUJk. Nita was nog voornemens ter oriën tatie naar Bremen, Bonn, Oost-Ber- ïyn, Belgrado en Moskou te gaan en had deze reis aangemerkt willen zien als dienstreis. Maar de Antilliaanse regering heeft hem meegedeeld, dat dat niet kan. omdat de Antilliaanse minister van vervoer. Chance en de minister van onderwys. Beau Jon, al in het buitenland verblyven en eind deze week de Antilliaanse premier met vermoedeiyk nog een minis ter naar New York moeten reizen. De werksters, die op het departe ment gewerkt hebben onder de vori ge regeringen hebben dan ook al luid hun misnoegen te kennen gegeven over de hoeveelheid werk, die de heer Nita met zyn instelling hun bezorgt. Ze moeten veel meer schoonmaken en er zyn voortdurend meer koppen, borden en wat al niet meer af te wassen, omdat minister Nita altyd bereid is mensen te ontvangen op elk uur van de dag. Het ïyken minimale problemen de ze zaken, maar het tekent een ver ouderde mentaliteit ook in de lagere bevolkingsgroepen, die weggewerkt zal moeten worden. Tekenend voor zyn opvattingen van zyn mentaliteit is Nita's opmerking over de nieuwe kleurling-gouverneur Leito: „Hy is één van ons". De heer Nita wil dat er meer mogelykheden komen om het volk te politiseren: „Er zyn kranten van allerlei groeperingen, maar een krant voor het volk ontbreekt. We hebben geen kapitaal. We moeten meer gebruik leren maken van tele visie ook. Soms ben je dan op de goede weg en dan wordt er door het establishment weer geprotesteerd. We zouden een serie beginnen onder de titel „Arbeiders aan de macht" en dan komt er een bankdirecteur vra gen of het allemaal wel kan en mag Communicatie ook op andere ni veaus houdt minister Nita voortdu rend bezig: „Het is te dwaas, dat wy moeten steunen op Nederlandse am bassades in Zuid-Amerikaanse sta ten, waar geen attaohé's zyn, die on ze belangen behartigen. Er moet nog gezorgd worden in Brazilië by voor beeld, dat men er überhaupt achter komt wat voor een soort land wy zyn. Ik heb dat gemerkt toen ik daar was. Ze weten in Brazilië niets van Curacao. Wat heb je dan aan een ambassade. Zelfs het contact met Suriname verloopt via Nederland. Het nationaliteitsbeginsel zit er by Nita ook in voor wat betreft de An tilliaanse arbeiders in Nederland, op een vraag wat hy denkt over hun positie biyft het lang stil. Hy acht het kennelyk een moeilijk punt: Ze moeten zien te komen tot een soort vereniging. Ze moeten niet wegsmelten in het grote geheel van de bevolking hier. Ze moeten hun ori ginele structuur behouden". Het ïykt een argumentatie tegen welke vorm van assimilatie ook en is dat ook. De grond is echter ook. dat veel Antillianen die hier een oplei ding hebben gekregen niet meer te ruggaan naar de Antillen. Het is een braindrain. Er biyft te weinig kader over op de Antillen. En kadervor ming is één van de zaken waar mi nister Nita op korte termyn een op lossing voor zou willen vinden. Minister Nita: „Natuurlyk is er op de Antillen altyd gediscrimineerd, al leen veel minder op het persoonlyke vlak dan in de Verenigde Staten het geval is. De discriminatie had by ons het uiteriyk van humaniteit, maar wanneer Je niet by de bovenlaag hoorde, was er geen werk voor je. Het was dus wat milder dan de dis criminatie in andere gebieden. En 't is nog lang niet voorby". Natuurlyk kwam ook de ontwikke lingshulp ter sprake. Het lokte een wat schampere lach uit by Amador Nia: „Ontwikkelingshulp zie ik m :est- al als voorbereiding tot exploitatie ADVERTENTIE B G levert gegarandeerd roestvrije hekwerken door geheel Nederland tegen van de onderontwikkelde gebieden. De Westerse landen geven geen geld voor niets. De zogenaamde volkswoningen op Curasao worden gebouwd door de Nederlandse maatschappyen. Neder land geeft met de ene en neemt met de andere hand. De EEG handelt niet anders, maar wy zitten in een on dergeschikte positie, we hebben niets en dienen maar te slikken. Het zou vreemd zyn als de westerse landen nu plotseling op grond van recht vaardigheid en geiykwaardigheid hun relaties met ons gingen bepalen. Dat hebben ze nooit gedaan. Ze heb ben ons altyd geëxploiteerd". (Een heerlyke vorm van eerlykheid. Mi nister Nita kykend naar het Neder landse deel van de interviewers zei eigeniyk: „Jullie hebben ons altyd geëxploiteerd".) Het gesprek was afgelopen, maar in de hal werden we door minister Nita nog even apart genomen hy werd opgehaald door een departe mentaal heer. die minstens een uur moest wachten en ingelicht over de moeiiykheden die hy heeft met een slechte ambtenaar met veel relaties op Aruba. Namen vall niet. Maar Nita biykt verheugd in Nederland geweest te zyn, want voor dit soort gevallen heeft hy hier des kundigen gevonden, die hem vara ad vies kunnen dienen. Bewonderend Er zyn in Nederland, twee mil joen driehonderdduizend tuinen. Dat wil zeggen: helemaal geen tuinen in flatwyken, nietige tuintjes achter oude stadshuizen, redelyke tuinen In vooroorlogse woon wy ken en by nieuwe koophuizen, grote tuinen in oude villabuurten, en niet te verge ten de volkstuintjes. Gestegen wel vaart en toegenomen vrye tyd heb ben de tuin gemaakt tot een be geerd hobby-object. En daarmee de handel in alles in wat met die hob by te maken heeft, tot een zich hand over hand uitbreidende brache. Dat is te zien aan de overal uit de grond ryzende tuincentra, de overigens lang niet altyd even goed kope cash and carry's voor do amateur-tuinier. En ook aan de steeds grotere ruimte die warenhui zen inrichtingen voor tuinartlkelen Voorts, aan de by-artikelen in de j catalogi van algemene postorderbe drijven. En, niet te vergeten, aan de steeds dikker worden pryscouranten van de van oudsher gevestigde za den- en heesterhandel. Die laatste vormen vermoedeiyk de beste peilschaal om op af te lezen hoe in doorsnee de handel rondom de tuinierhobby zich ontwikkelt. De tuincentra zyn immers nog te jong om te kunnen zeggen of zy op grond van de behoefte van de consu ment terecht een bestaan in de markt hebben, en de warenhuizen zijn ook zelden koplopers omdat zy zich plegen te richten op de vraag van het ogenblik. Een bepaalde ruwe maatstaf Is nodig, om te kunnen zien wat er in de tuinhandel gaande is. want die handel is even ondoorzichtig als de grillen van de natuur voor de man die zaaigoed in de grond stopt, is in handen van familiebedrijven. Totaalcyfers over jaaromzetten zyn er niet. Werkeiyk marktonderzoek is er nooit gedaan men was dit jar iets in die richting van plan, maar dat is niet doorgegaan. Grote bedryven in de zaadhandel zyn in ons land Turkenburg in Bo degraven en Piet Bakker in Hille- gom. met daarachter in de rangorde middelgrote zoals Wouda in Oranje woud, Visser te Steenwyk. N.V. Hob bel te VIymen. In de kweeksector zyn er bekende namen zoals die van Abbing te Zeist. Moerheim te Dedemsvaart, De Wilde te Bussum, Van Engelen en St assen in de Bol lenstreek. Veelal werkt men als verzendhuis, maar de historie heeft hierin een unieke situatie doen ontstaan. Post orderbedrijven kennen wy eigeniyk als nieuwe verkoopvormen van na de oorlog. Maar als wy hier als voor beeld gebruik maken van wat ge gevens over de willekeurig uitge kozen Turkenburg N V., dan zien we dat daar in feite omstreeks 1850 luiiuum ucii iiuiiiMiuiuiisiru, van uci> i ontslagrecht en de werking van de het systeem op bestelling op aan- Minister Nita: „zelfs de oude dienstmeisjes kunnen de nieuwe meer democratische verhoudin gen niet aanze klagen dat mijn bezoek veel rommel maakt". spreekt hy van de ontwikkelingen rondom het minimumloon, van het gewestelyke arbeidsbureaus in Ne derland. ,.Ik hoef nu niet meer terug te val len op allerlei ambtenaren, die voort komen uit het oude bestel en die el kaar de hand boven het hoofd hou den. De deskundigen zyn hier direct bereikt en ik zal er gebruik van ma ken. In ieder geval zal men te we ten komen dat ik er ben. Terwyl ik hier ben, zit een collega van my te praten over arbeidsverhoudingen op het ministerie van Financiën. Ze zul len het af moeten geven, want het hoort thuis onder myn departement, en ook daar zou ik eens fors met de bezem doorheen willen gaan, want 't is een vreselyk gezeten troep". Hy grypt zyn paraplu vaster en zet zyn pet goed, groet collega mi nister Charles die binnenkomt. Op 't punt van afscheidnemen nog een vraag naar de werkeiyk grote revolu tionairen, want tenslotte heeft hy er het uniform van aan. De tyd is te kort. Wel blykt dat hy grote bewon dering voor Che Guevara koestert: „Cheja dat is nu universeel DRS L. E. WA WOE EN U. H. E. M. NOOTEBOOM (Van onze financiële medewerker) De regering heeft in de afgelopen dagen wederom voor de moeilyke keus gestaan vast te stellen in hoe verre zy verplicht is financiële steun te verlenen aan bedryven die in moeiiykheden verkeren. by het VMF-concern heeft zy voet by stuk gehouden en uitsluitend gerichte subsidie toegezegd. Onder gerichte subsidie moet dan worden verstaan: een subsidie vcor concrete objecten die levensvatbaarheid hebben binnen een redeiyke termyn en waarby een subsidie een eind aan de moeiiykhe den kan betekenen. Een dergelyke subsidievraagstuk heeft natuurlyk vele zyden. Strikt economisch geredeneerd zou men moeten zeggen: projecten die niet rendabel zyn verdienen nimmer sub sidie. Verliesgevende bedryven kun nen daarom beter worden gesloten, want subsidie betekent in dit geval alleen maar uitstel van executie. Der gelyke principiële standpunten zyn echter meestal niet te handhaven omdat ze geen oplossing geven voor de problemen. Met name niet voor de vraag wat is het lot van de gedu peerden. En niet ten onrechte geeft men aan de oplossing hiervan een hoge prioriteit. Anderzyds kan een regering natuur lyk nimmer gaan fungeren als een soort sociale financieringsbank voor het bedryfsleven, waar iedereen kan aankloppen die In moeiiykheden ver keert. Trouwens dit zou de regering spoedig voor enorme opgaven stellen, want behalve moeiiykheden in de scheepsbouw en thans in de metaal industrie zyn er cok ernstige proble men te verwachten in de textielindus trie. En in de wolindustrie is de toe komst al evenmin rooskleurig. Ver der is het niet zeker of zich in de schoenenindustrie en de kleine aan- nemery in de komende maanden zich niet soortgeiyke verschynselen zul len openbaren als wy nu meemaken. Dit wyst erop dat aan de econo mische horizon enige dreigende wol ken zyn verschenen. De daling van de temperatuur doet ons ineens ril len na de lange koestering in de mil de welvaartszon. Rillen doen onge- twyfeld ook degenen die belang heb ben genomen by één van de fondsen van het IOS-concern. De scherpe koersdaling in Wall Street heeft de leiding van het concern voor onge kende moeiiykheden geplaatst. Want door het stokken vaen de ver kopen bleek het bedryfskapitaal door ondeskundig beheer te slinken als sneeuw voor de zon. Dat nog steeds geen oplossing is gevonden voor de moeiiykheden wyst erop dat deze wel licht ingrypender maatregelen nodig maken dan het geven van financiële steun alleen. Snelle groei en succes verslappen vaak de kritiek van de leiding. On- getwyfeld is dit ook van toepassing op het IOS-concern, waar na de sprookjesprins Cornfeld en de mo neymaker King thans de diplomaat White mag trachten het ietwat ont takelde IOS-schip weer op koers te brengen. Het ïykt echter wel of groei inhe rent is aan het tydperk waarin wy leven. Zonder groei is er geen voor uitgang ook al gaat die gepaard met schokken. Zo zyn in Nederland nog steeds' de fusies aan de orde van de dag. Uit deze fusies worden steeds grotere ondernemingen geboren en ook zelfs de grootste bedryven schu wen de fusies niet. Een recent voor beeld is die tussen de Koninklijke Shell'groep en Billiton. De fusie- drang is hiermede natuurlyk lang niet uitgewerkt. Eerder is het tegen deel te verwachten, want elke fusie wekt tegenkrachten op die aanlei ding kunnen geven tot weer nieuwe en nog groter oombinatievormen. In Amerika is deze ontwikkeling al veel verder voortgeschreden. Daar doet zich het verschynsel voor dat door fusie op fusie enorme concerns worden opgebouwd met veelsoortige vertakkingen die de naam dragen cara conglomeratie. De bouwers van deze conglomeraties meestal gewiekste zakenlieden, genieten in Amerika een grote verering. Tot hen behoort onder meer Jimmy Ling, de bouwer van Ling-temco-Vought, een machtige conglomeratie die in enkele jaren tyds van een onbedui dende fabriek van elektronica tot de 14de plaats op de rangiyst van Ame- rika's grootste industrieën wist op te klimmen. De conglomeraties werden door de Amerikaanse bedryfseconomen als een voorbeeld van modern bedrijfs beleid beschouwd. De hoogste vorm van scheppend kapitalisme, zeiden de voorstanders. Als basis voor con glomeraties vormde de computer. Deze opende nieuwe mogelykheden van bedryfsorganlsatie. Grote maat schappyen, zo meende men, hebben thans niet langer behoefte aan een gespecialiseerde bedryfsleidimg. Voor taan kan worden volstaan met een hoog gespecialiseerde topleiding die door toepassing van moderne plan ning, communicatie en controletech nieken zich voortdurend op de hoog te laat stellen van de rentabiliteit van de verschillende concern-bedry- ven. Slaat een signaalop rood dan kan onmiddellijk worden ingegrepen en de bedryfspolitiek worden herzien of aangepast. De filosofie van de leiding van de ze conglomeraties werd aangeduid met het woord synergy. Hiermede wilde men aangeven dat by goede leiding het samenbrengen van twee bedryven niet leidt tot een simpele optelsom van de resultaten, doch tot een nog gunstiger resultaat. Met an dere woorden: men leerde twee plus twee is niet geiyk aan vier, maar aan meer dan vier. Natuurlyk klinkt dit ongeloofwaardig. Maar ira de praktyk van 't Amerikaanse bedryfs leven zyn er enkele fusiekoningen ge weest die inderdaad het bewys ople verden dat door fusie een relatief groter resultaat kon worden bereikt. Voorbelden zyn: Litton Industries, international Telephone and Tele graph, Gulf en Western, die allen een raketachtige groei hebben ge toond. In 1968 alleen verdwenen er in Amerika 4400 vennootschappen, waarvan de meeste door conglome raties werden opgeslokt. Vaak ook leidde de opkoop tot bedryfssplit- sing en werden niet rendabele on derdelen afgestoten. Hoe gunstig de conglomeraties opereerden biykt wel hief uit dat zy in 1968 'n groei kon den tonen van ten minste vyftig pro cent ten opzichte van de resultaten van de afgelopen vyf jaar. Natuurlyk bleef deze ontwikkeling niet onopgemerkt. De scherpzinnige analisten van Wall Street werden anagetrokken door de fantastische groeicyfers. Tezelfder tyd ontstond 'n sterk stygende vraag naar fondsen waarin deze groei tot uiting kwam die op hun beurt nieuwe beleggings- gingsvormen als gogo, fund, glamour, stocks en andere collectieve beleg gingsvormen deden ontstaan die in eens als paddestoelen uit de grond verrezen. Het is niet onwaarschyn- ïyk dat mede in deze snelle groei van de conglomeratie de kiem school van de scherpe daling die Wall Street in de afgelopen weken heeft geken merkt want even snel als de mythe van de fusiekoningen zich verbreidde, verloor Wall Street en zyn aanhang het vertrouwen in de fabuleuze groei zodra de fusieboom tekenen van ver slapping ging vertonen. De filosofie van samenvoeging brengt een hogere winst, ging in het begin op, doch spoedig bleek dat men dit spel niet elk jaar kan herhalen. Bovendien werkten sommige fusie koningen minder kritisch ten aan zien van him keuze en werden er enige opzienbarende mislukkingen bekend. Zoals byvoorbeeld de over name van het staalbedrijf van Jones and Laughlin, waarvoor in 1968 nog 42,5 dollar per aandeel werd betaald, maar waarvan de huidige koers niet meer is dan rond 15 dollar. In de derde plaats oogstten de conglome raties steeds meer tegenstand in re geringskringen en met name keerde het ministerie van justitie in Ame rika zich tegen deze ontwikkeling. De terugslag in Wall Street heeft de conglomeraties thans in 'n slecht daglicht geplaatst. Op wat eens aan beden werd als de nieuwe manage ment filosofie ïykt thans het odium te rusten van kwaiyke praktyken en corruptie. Zelfs de verplichte opgave van periodieke bedryfsresultaten blykt niet meer als betrouwbaar te worden beschouwd. En dan te be denken dat de opkomst der conglo meraties en hun afgang zich afspeel den in een periode van nauwelyks tweeëneenhalf a drie Jaar. vankelyk met de hand geschreven prysiysten is ingevoerd, en dat men reeds omstreeks 1880, toen de pak- ketpost werd ingevoerd, aan het postor deren was. Dan zien we ook dat de handel in zaden en tuinbenodigdheden zo wel met postorders werkt, als met verkoop in winkels, als met byver- dienste-agenten overal in het land. Dat alles door elkaar onder één en dezelfde merknaam. Een Turkenburg zet enkele hon derdduizenden „in deze branche noemt men liever geen preciese ge tallen" ryk geïllustreerde catalogi uit onder particulieren, heeft zyn artikelen ook in de winkels liggen die de catalogi vaak aan klanten uitreiken, en heeft een alweer ge heim aantal particulieren aan het werk als agenten, die daar vooral op het platteland per seiroen een byverdienste van een paar honderd tot een paar duizend gulden aan kunnen hebben. Via elk van die ver koopkanalen zyn de pryzen voor de consument dezelfde. Wat is de zin van dit ingewik kelde systeem? Men verklaart het zo: wy doen in onze handel precies het omgekeerde van wat algemene postorderbedrijven doen. wy zoeken niet een assortiment dat goed loopt, om ons daartoe te beperken. Wat wy doen, is een ruimer aanbod brengen dan de winkelier in huis kan hebben, zodat wy aanvullend werken. Daarop wordt overigens wel ingehaakt, want zelfs winkeliers ver spreiden vaak ook weer hun eigen prysiysten en hebben ook weer en kele byverdienste-agenten, zodat Je in Nederland op naar schatting tweehonderd tuinverzendbedryven komt. waarvan in feite een tiental grote de markt beheersen. Langzaam aan de historie weegt zwaar, en er staan nog steeds enige pagina's pootaardappelen, snybiet en winterwortelen in de catalogus richt men het vizier scherper op de moderne, verstedeiykte vryetyds- tuinier. De vryetydstuinier, dat is de man voor wie de slogans gelden zoals „Turkenburg voor meer leefruimte" en „2000 grandioze ideeën om te be stellen". Voor wie de tuincadeau- cheques zyn bedacht. De welvaart-mens ziet de natuur graag zo gaaf alsof zy in zyn fa brieken is gemaakt. Daarin zal hy weldra tevreden worden gesteld. Spe ciale zaadsoorten garanderen hem grote bloeikracht, regenbestendigheid, compacte bloei, geiyke hoogte. Een zak zaad zal daardoor in de toe komst wel op zo'n f 2.50 gaan ko men. Met de garantie voor de leve rancier, dat hy elk Jaar weer nieuw koopt, want dergeiyk zaad heeft al leen in de eerste generatie deze eigenschappen. Een laatste moderniseringsas pect, dat gaandeweg in opkomst is, is het „tuinontwerp voor de doe- het-zelf-man". Turkenburg en enke le anderen leveren deze service waarin wel toekomst ïykt te zitten. Van f 45 af voor 100 vlerkante me ter tuin maakt een tuinarchitect van de zaak een ontwerp voor alles wat tuin is. Men kan het dan zelf uit voeren. L. BAKKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7