Wie stemt wel en wie
niet
Felle concurrentiestrijd tussen
grote olieindustrieën duurt voort
„In andere landen zou men niet opkijken"
ookalsu/200Q-
of 10.000.- wilt lenen!
FINANCIEEL
WEEKOVERZICHT
Nakaarten
ga met uw tijd mee - ga naar de nmb!
inhalen
strafbaar
ZATERDAG 21 MAART 1970
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 7
LElüSCH Hub DAÜBLA0
Nakaarten over verkiezingsuitsla
gen is bijna ao leuk als nakaarten
over een gewonnen voetbalwedstrijd.
Over verloren wedstrijden praat ik
verder niet, die hebben eenvoudig
mijn belangstelling verloren. Voor
verkiezingen geldt dat niet.
want daar heeft altijd wel Iemand
gewonnen. Overigens was het dit
keer dan wel de verkiezing -van de
opgeluchte verliezers en de sombere
overwinnaars Uitgezonderd natuur
lijk de VVD, een dankbare en gra
cieuze zege-inpalmer, maar dat mag
worden verwacht met zo'n charmante
voorzitter als mevrouw Van Borne
ren.
Het nakaarten leidt er toe, dat de
verschillende .issues" van de ver
kiezingsstrijd nog eens onder de loep
komen. Daarbij springt in het oog
dat mr. Biesheuvel heeft gezegd, dat
D'66 een onnederlandse bewe
ging was. Een stelling die verder
niet overtuigend werd bewezen,
maar een die het wel doet in de ver
kiezingsstrijd, vooral als zij naar vo
ren wordt gebracht door een
vertrouwenwekkend politicus als mr.
Biesheuvel.
Maar hij heeft er niet bij stilge
staan, dat de wortels van het Neder
landse partijleven In vele traditione
le vormen, zijn geënt op buitenland
se bodem. Dat geldt bijvoor
beeld voor het liberalisme. Een man
als Thorbecke heeft grote invloed
ondergaan van het denken over de
mondig wordende burger uit de ne
gentiende eeuw, zoals dat gevormd
werd aan Franse, Duitse en Engel
se hogescholen.
Over de buitenlandse invloeden op
ons socialisme hoeven we natuurlijk
niet lang te praten als we zien dat
de filosofen van het socialisme uit al
le windrichtingen kwamen. En nu
wat de ARP betreft: de partij die
zijn beginselen heeft gevonden in
het verzet tegen de ontkerste
ning gepaard gaand met wat in
negentiende eeuw als de grote revo
lutie werd ervaren namelijk de
Franse uit het eind van de achttien
de eeuw.
In hun Handboek tot de Staat
kundige Geschiedenis van Nederland
stellen prof. Gosses en dr. Japlnse
het volgende ln hte hoofdstuk Neder
land als kleine mogendheid sedert
1840:
„Even goede onder buitenlandse!)en in
vloed staand de andere staatkun
dige opvattingen in het Nederland
van na 1840: van de Christelijk-his-
torischen of anti-revolutionnairen
(Von Stahl)Dr. Japikse, die
waarschijnlijk wel verantwoorde
lijk is geweest voor deze tekst, doelt
hiermee op de Invloeden die anti-re
volutionaire voormannen als Groen
van Pr ins tere r hebben onder
gaan van het Duitse theologische en
romatische denken.
Daarmee kan men natuurlijk niet
stellen dat de ARP een on-neder-
landse partij is, want in de negen
tiende eeuw hebben wij die verschil
lende ideeën stromen op onze eigen
wijze verwerkt voor onze eigen pro
blemen. Zo'n honderd jaar geleden
ging het vooral om het kiesrecht, om
de sociale rechtvaardigheid en
gelijkheid.
Met het kiesrecht zijn de Neder
landse politici bezig geweest vanaf
1840 tot na de eerste wereldoorlog
Het is een lange weg van Thorbec
ke. die in 1848 rechtstreeks verkie
zingen vastlegt voor het parlement
voor bepaalde groepen (Thorbecke
zelf oordeelde terecht dat tot dat mo
ment de grondwet de volkskracht
buitensloot) tot 1919: invoering van
het algemeen vrouwenkiesrecht.
De schoolstrijd uit de ne
gentiende eeuw heeft bevruchtend
gewerkt voor de christelijke partij
vorming. In het kort gezegd, ging het
om een strijd tussen voorstanders
van christelijk onderwijs aan de ene
kant en die van het neutraal on
derwijs aan de andere kant. Na 1917
was de strijd beslecht door de door
voering van de financiële gelijkstel
ling van alle sectoren van het on
derwijs.
De internationale socialistische be
weging kreeg in ons land pas betrek
kelijk laat vaste voet, namelijk in de
jaren zeventig van de vorige eeuw.
Tussen de beide wereldoorlogen
werd een aanzet gegeven voor een
sociale wetgeving, die na 1945 werd
uitgebouwd door socialistische minis
ters als Drees en Suurhoff, maar
ook door bewindslieden als de KVP-
er Veldkamp.
Maar wat zien we nu. Het kies
recht willen we verlenen aan meer
Jonge mensen en we willen het niet
alleen ln politiek verband, maar ook
ln maatschappelijk verband uit
breiden, in onder nemingen, scholen
enzovoorts. Het onderwijs, dat na
1917 „gepacificeerd' leek, is volop ln
beweging en op sociaal terrein trek
ken velen in twijfel of er werkelijk
sprake is van gelijkheid. Kortom: een
maatschappij blijft in beweging.
D'66 heeft bij zijn oprichting ver
kondigd dat een deel van de oplos-
slnge^ voor de huidige proble
men gevonden moet worden via het
pragmatisme, een praktische benade
ring van het probleem en vanuit
het probleem. Dat vindt mr. Bies
heuvel on-nederlands, omdat liet
niet uitgaat van een principe. Van
Mierlo kan er nog op terugkomen.
Want de beide heren hebben aan de
vooravond van de verkiezingen af
gesproken dat htm partijen samen
eensn moeten gaan „brainstnr -oen",
over de problemen van de Jaren
zeventig. Een mooie, futurologi
sche ontmoeting: denken over de ja
ren zeventig. Toch maar geschiede
nisboekjes meenemen, heren
JRS
(door dr8. J. Th. J. van den Berg)
DEN HAAG (GPD) Voor het eerst is Nederland
naar de stembus gegaan zonder dat „het moest". De op-
komstplicht, ingevoerd in 1917 tesamen met het algemeen
kiesrecht en het systeem van evenredige vertegenwoor
diging, was sinds kort opgeheven. Daardoor heeft Neder
land zich decennia lang niet hoeven interesseren in de
vraag wie er niet en wel geneigd zijn uit vrije wil te gaan
stemmen.
In de meeste westerse demo
cratieën bestond die plicht tradi
tioneel niet en daar is dan ook
herhaaldelijk onderzoek gedaan
naar de „thuisblijver". In die an
dere landen zou men doorgaans
ook helemaal niet opkijken van
een opkomstpercentage van rond
de zeventig, zoals Nederland nu
te zien gegeven heeft.
In de Verenigde Staten is in de ja
ren twintig zelfs wel eens een op
komstpercentage gemeten van veer
tig en dat bij de presidentsverkie
zingen.
Met andere woorden: zeventig pro
cent is bepaald niet onthutsend, af
gezien nog daarvan dat het hier ging
om verkiezingen voor regionale or
ganen. Die zijn nergens erg populair,
eenvoudig omdat men van het ef
fect van hun bestuur betrekkelijk
weinig merkt.
De bedrijvers van de politieke we
tenschap hebben zich steeds sterk ge-
interesseerd voor de groep van
niet-stemmers. Onderzoek daarover
is op grote schaal verricht in bij
voorbeeld, de V.S., Groot-Brittan-
nië. Frankrijk, Duitsland. Italië en
de Scandinavische landen Hoewel
er onderling vrij veel verschillen be
staan in kiesgedrag tussen al deze
landen de Noren en Zweden gaan
ln veel groter getale naar de stem
bus dan de Fransen en Britten
zijn er toch ook een aantal factoren
die algemeen geldig zijn.
De Amerikaanse politicoloog Lip
set heeft daarvan wel eens een tabel
gemaakt, aan de hand van vergelij
kingen tussen onderzoeken in alle
westerse democratieën. Daaruit
blijkt, dat groepen mensen met een
hoog inkomen en een hoog opleidings
niveau veel trouwer naar de stem
bus gaan, dan groepen met een laag
inkomen en weinig scholing.
Zakenlui, ambtenaren en kantoor
personeel gaan vaker naar de stem
bus dan ongeschoolde arbeiders,
het lage overheidspersoneel en be-
ADVERTENTIE
Hebt u op korte termijn geld nodig?
I Bij de NMB wordt u zonder
omslag geholpen. Bijvoorbeeld
2000,— in handen, betaling
in 18 x ƒ125,19. Of 10.000,-
in handen, betaling in 36 x
ƒ340,79. Ook voor andere
bedragen kunt u prettig te
recht bij elk NMB-kantoor.
nederlandsche
middenstandsbank
de bank waar óók u
zich thuis voelt!
dienden. Boeren met grote bedrijven
stemmen vaker dan keuterboertjes
en pachters: geschoolde arbei
ders (mijnwerkers bijvoorbeeld)
gaan meer ter stemming dan onge
schoolde.
Vrouwen vertonen moer neiging
tot thuis blijven dan mannen, jonge
ren laten het gauwer afweten dan
mensen van middelbare leeftijd en
bejaarden, mensen die al lang in 'n
bepaalde streek wonen, gaan gau
wer naar de stembus dan zij die
zich pas kort ergens gevestigd heb
ben. Getrouwde mensen stemmen va
ker dan vrijgezellen, mensen die lid
zijn van verenigingen of clubs gaan
meer stemmen, dan mensen die
nergens lid van zijn.
Een internationaal verschijnsel is
ook, dat het opkomstpercentage in
tijden van crisis veel groter is dan
ln perioden met stabiele politieke
verhoudingen. In het vooroorlogse
Duitsland is de opkomst nooit zo
hoog geweest als in 1933, toen de na
zi's 43 procent van de stemmen be
haalden. Met andere woorden: men
hoeft in het algemeen niet zo blij te
zijn met een hoog opkomstpercenta
ge-
Als het aantal stemmers in Ne
derland, afgelopen woensdag, aan de
lage kant Is geweest, dan is dat
eerder een pleidooi voor de stelling
dat de Nederlandse kiezer redelijk
tevreden is met zijn regering en dat
hij het goed vindt gaan in ons land.
dan een argument voor de stelling
dat hij zich „in groot onbehagen van
de politiek afwendt", zoals de socia
listische fractieleider drs. Den Uyl
deze week wilde doen geloven. Voor
een aantal kleine groepen zal dat
juist zijn, maar voor de grote mas
sa gaat dat verhaal zeker niet op.
Wrange vruchten
Dan zien we trouwens nog maar
af van het feit, dat een lage op
komst doorgaans ln het voordeel is
van de grotere partijen in het na
deel van splintergroepen. De heer
Koekoek heeft er de wrange vruch
ten van geplukt.
Om de achtergronden van het
thuis blijven, het „waarom" ervan,
goed te analyseren is een diep
gaand onderzoek nodig naar de mo
tieven die tot niet-stemmen hebben
geleid. Voor wat Nederland betreft,
is daar op dit moment nog erg wei
nig van te zeggen. Er zal nog wel
een tijd overheen gaan, voordat het
nu door de regering in gang gezette
onderzoek tot resultaten zal hebben
geleid.
Toch kunnen hier. aan de hand
van het buitenlandse onderzoek, wel
een aantal vermoedens worden uit
gesproken. Zoals gezegd, de feitelijke
regeringspolitiek is een belangrijke
factor, vooral voor diegenen die er
geregeld direct mee te maken heb
ben, zoals ambtenaren en zakenlie
den, of er om wat voor reden dan
ook goed mee op de hoogte zijn. Zij
die verder van de regeringspolitiek
afstaan, zullen gemakkelijk geneigd
zijn thuis te blijven, tenzij ze vin
den dat de regering het al te bont
maakt. Dat is ln Nederland op dit
ogenblik kennelijk niet het geval.
Belangrijk is ook de vraag of er
men zeggen, dat de kiezer wel de in
druk heeft dat er een en ander aan
het veranderen is, maar dat er vol
gens hem nauwelijks sprake is van
een politieke crisis. Hij is al blij als
het tot grotere en overzichtelijker
concentraties komt. Uiteraard zijn
dit heel voorlopige conclusies, die
door nader onderzoek dienen te wor
den nagegaan.
Dat alles zou de voortdurende kre
ten over de crisis in de politiek van
Nederland in een wat ander daglicht
dan tot nu toe zetten. Uiteraard is
Nederland toe aan politieke vernieu
wing en verkeert de politiek in een
groeicrisis, maar dat is iets anders
dan te doen alsof d£ politiek op weg
is naar een soort van ondergang. Er
is hoogstens sprake van een situatie
die een flink stuk vindingrijkheid,
redelijkheid en de wil tot doorbre
king van verstarde instituties vraagt.
Inmiddels vraagt de kiezer dat er ge
regeerd wordt en dat dat goed ge
beurt, tevens dat hij kan kiezen tus
sen een paar duidelijke alternatieven.
Er is werk aan de winkel voor de po
litici.
Rond de paasdagen zullen de Ne
derlandse wegen weer overvol zijn.
In dit „kader" willen we uw aan
dacht vestigen op onderstaande bij
drage van onzt juridische medewerk
ster.
duidelijke politieke alternatieven
zijn, die als het ware uitdagen tot
een keuze. In Nederland is dat voor
het moment zeker niet het geval: je
kan hooguit zeggon, dat er veel te
veel keus is. maar bovendien nauwe
lijks mogelijkheid tot een duidelijke
keus. Deze omstandigheid gegeven,
mag men er niet gek van opkijken
als vrij veel mensen dan maar liever
thuis blijven. Met andere woorden:
als het tot grotere politieke con
centraties zou komen, die bovendien
kans zien om zich duidelijk van el
kaar te onderscheiden, dan mag
er redelijkerwijs verwacht worden
dat de opkomst bij de volgende ver
kiezingen groter zal zijn.
Ontzuiling
Een derde factor is ongetwijfeld de
zich duidelijk doorzettende deconfes
sionalisering, het geleidelijk afbrok
kelen van de zuilen in het Neder
landse maatschappelijk bestel. Bij
velen zal dat er toe leiden, dat ze
hun zekerheid van vroeger op wie te
moeten kiezen geleidelijk aan verlie
zen, zonder daarvoor een nieuwe ze-
Stemmen of niet.
kerheid in de plaats te krijgen. Ze
voelen zich heen en weer geslingerd
tussen de oude traditionele plicht en
anderzijds de neiging om gehoor te
geven aan de roep tot ontzuiling.
Misschien is dat één van de ver
klaringen voor het relatief lage op
komstpercentage in Limburg. De
ontzuiling is er zeer duidelijk, maar
bij velen leidt zij tot ophouden met
stemmen. Niet alleen op de KVP
maar in het algemeen. Tenslotte is
pt geen gemakkelijker manier van
kiezen, dan helemaal niet kiezen en
thuis blijven.
Waarschijnlijk is D'66 daarvan in
niet geringe mate het slachtoffer ge
worden en heeft het een groot deel
van de winst die het in de opiniepei
lingen kreeg, moeten afstaan aan de
niet-stemmer. Als men weet dat
D'66 het moet hebben van bewoners
van grote steden, jongeren en pro
teststemmers allemaal groepen
met een laag opkomstpercentage),
dan is een deel van de teleurstelling
voor hun al verklaard.
Aan de opkomstcijfers te zien, zou
LEIDEN (GPD) De Konink
lijke/Shell Groep, die in de afge
lopen week verslag uitbracht
over de bevindingen van het af
gelopen jaar, heeft wel degelijk
ervaren hoe onbarmhartig de
concurrentiestrijd wordt gevoerd.
Aan de conferentietafels met de
olieproducerende landen trekken
zij doorgaans één lijn, maar zij
treden elkaar daar ook tegemoet
met de lach, die wil zeggen dat
men elkaar niet verder ver
trouwt dan dat men elkaar ziet.
Van huis uit is de olie-industrie
een harde business, want al sinds de
eerste olieproducerende put in 1859
ln Titusville in Pennsylvanië werd
geslagen hebben tientallen oliemaat
schappijen elkaar te vuur en
te zwaard bestreden om zoveel mo
gelijk munt te slaan uit de meest
belangrijke energiebron, die de we
reld tot dusver heeft gekend. Steeds
groter worden de hoeveelheden
aardolie die uit de aardkorst worden
gepompt en steeds groter worden de
behoeften van de van ener
gie afhankelijke wereld.
In alle windhoeken
De aardolieproduktie van de Ko
ninklijke/Shell Groep overtrof vele
malen de totale wereldproduktie
van voor de oorlog en de groei is er
nog lang niet uit. In alle windhoeken,
soms in het meest barre klimaat,
wordt de speurtocht naar olie en
aardgas voortgezet teneinde verze
kerd te zijn van een regelmatige
aanvoer van grondstoffen in de ko
mende decennia. Voor de oorlog" wa
ren er al deskundigen, die meenden
te moeten waarschuwen tegen de
mogelijkheid dat de wereld onvol
doende oliereserves zou hebben
om in de behoeften op langere ter
mijn te kunnen voorzien.
Jacht
Het is alleen te danken aan de
immense kapitalen, welke door de
internationale olie-industrie zijn uit
gegeven voor exploratiewerkzaamhe
den te danken dat er nog altijd vol
doende oliereserves aanwezig zijn om
het economische apparaat op volle
toeren te laten draaien.
naar olie
Uit het jaarverslag van de
Koninklijke was te lezen hoe
veel vergeefse pogingen er gedaan
moeten worden om een terrein te
ontdekken dat een lonende exploi
tatie mogelijk maakt. Voor de west
kust van Canada werd een tweeja
rige boorprogramma beëindigd nadat
14 putten waren geboord zonder dat
olie of aardgas waren gevonden. De
Nederlandse Aardolie Maatschappij
boorde in de Drentse bodem tot een
recorddiepte, maar het resultaat le
verde weinig of niets op.
Het is haast ongelooflijk hoeveel
geld de oliemaatschappijen moe-
I ten spenderen eer zij resultaten be
reiken, welke tot de winstmogelijk
heden van de toekomst kunnen bij
dragen. Niet dat de winst haar dan
gegund is. want het komt herhaalde
lijk voor dat de resultaten van de
exploratie worden af gekaapt door
nationalisatie of door aanspraken
op een zo groot deel van de op
brengst dat er voor de maatschappij
slechts een habbekras overblijft.
De grote internationale sprei
ding van de werkzaamheden, zowel
op het gebied van de winning als op
commercieel terrein, maakt het mo
gelijk voor de oliegiganten om een
redelijk rendement op het geïnves
teerde vermogen te bereiken. Dat is
nodig om de weg naar de kapitaal
markt open te houden.
Kapitaal is het wapen van de in
ternationale olie-Industrie. Gelukkig
kan de Koninklijke/Shell Groep
het blijkens de gepubliceerde gege
vens nog enige tijd uitzingen voor er
net als door de Standard Oil of New
Jersey een beroep op de kapitaal
markt behoeft te worden gedaan.
Einde van de rit
In het afgelopen jaar is de vaste
schuld van het concern slechts inbe-
scheiden omvang toegenomen, ter
wijl deliquiditeit aan het einde vaD
de rit niet zodanig gezonken was dat
de pessimisten over de kans op een
grootscheepse emissie van de groep
het gelijk aan hun zijde kregen
werden geïnvesteerd, zullen uiteinde
lijk bijdragen tot het profijt. De
steeds féllere concurrentie op de Eu
ropese afzetmarkten maakt het na
tuurlijk wel moeilijk om de winst
marge op peil te houden, maar er
staat tegenover dat er steeds meer
kan worden verkocht, zodat ook in
de olie-industrie geldt dat een grote
omzet bij een kleine winstmar
ge toch een groot batig saldo ople
vert.
Daar gaat het uiteindelijk maar
om, zoals aandeelhouders in de af-
Uiteraard zou een dergelijk beroep
wel gedaan worden, al was het al
leen maar met het oog op de toe
komstige expansiemogelijkheden, in
dien de kapitaalmarkt er rijp voor
zou zijn. Internationaal is er echter
geen teken dat er volop middelen be
schikbaar zijn om op lange termijn
te worden uitgezet. Het Britse con
cern Genei-al Electric Company gaat
ghet voorbeeld van Philips volgen
door een flink bedrag te lenen op
kortlopende schuldbewijzen. Dit
heeft al tot gevolg gehad dat er zo
veel van de beschikbare middelen in
het euroverkeer is afgeroomd, dat er
voor andere gegadigden nauwelijks
iets meer beschikbaar is.
Rooskleurig verschiet
Uit het Jaarverslag van de Ko
ninklijke viel te lezen dat het be
stuur de toekomst bepaald rooskleu
rig tegemoet ziet. De enorme kapi
talen, welke er in de afgelopen Jaren
gelopen decennia hebben kun
nen merken door de steeds hogere
dividenden, welke zij konden tou
cheren.
Van de winst, die tien jaar gele
den f 8,45 per aandeel van f 20, no
minaal beliep, werd destijds f 5,25
aan dividend uitgekeerd. Sedertdien
is het aantal uitstaande aandelen,
voornamelijk door gratis uitdelingen
als agiobonus, vermeerderd van 73,8
miljoen tot 134 miljoen. Desondanks
kwam de winst van het afgelopen
jaar uit op f 15,33 per aandeel, waar
van f 7,25 aan dividend werd be
taald.
De winst zou nog gunstiger zijn
uitgevallen als de in Noord-Amerika
werkende dochtermaatschappijen
het er in de laatste maanden van
het jaar beter hadden afgebracht.
Daardoor zijn de resultaten van de
gehele groep niet zo gunstig uitge
vallen als het zich in het begin van
1969 had laten aanzien.
Destijds werd op grond van de
resultaten van het eerste kwartaal
verwacht dat de zon altijd zou blij
ven schijnen in het olierijk. Het net
toresultaat kwam toen 13,9 procent
hoger uit dan dat van de eerste drie
maanden van 1968. Het tweede
kwartaal gaf een stijging te zien
van slechts 10 procent. Er werd toen
gemeend dat dit een voorbijtrekken
de bui was, maar het derde kwar
taal bracht teleurstelling door de
stijging van het resultaat beperkt te
houden tot 8,1 procent. Het vier
de kwartaal completeerde het beeld
met een tot 6 procent afgenomen
stijging.
In vergelijking met de andere gro
te olieconcerns heeft de Konklijke/
Shell Groep het er nog niet eens zo
slecht afgebracht, want als jaar
gemiddelde kan nog gepronkt wor
den met een winststijging van 9.3
procent, terwijl de grootste tegen
speler. de Standard Oil of New Jer
sey, 2,9 procent achteruit boerde. Al
leen Mobil Oil kwam net als de Ko
ninklijk/Shell met een flinke stij
ging van het nettoresultaat voor het
voetlicht en wel met 6 procent. Dat
Is dan nog bepaald niet te danken
geweest aan de nog altijd eenzaam
te midden van de polders langs het
Noordzeekanaal staande raffinaderij
van Mobil.
De roep naar steeds grotere in
ternationale commerciële eenhe
den, waarvan de Koninklijke/Shell-
groep en Unilever wel de protoypen
zijn, heeft het vraagstuk van de in
ternationale kapitaalvoorziening de
afgelopen jaren steeds meer op de
voorgrond geplaatst.
In haar jaarverslag over 1969
maakt de directie van het grootste
beleggingsconsortium, Robeco, mel
ding van de voortdurend toenemen
de financieringsbehoeften. De snelle
groei van de eurodollarmarkt heeft
reeds in belangrijke mate voorzien
in de behoeften van de grote con
cerns. maar er liggen op dit terrein
nog te veel voetangels en klemmen
(Van onze Juridische medewerkster)
Elke automobilist heeft het wel
eens bij de hand gehad: het is spits
uur, bumper aan bumper kruipen de
auto's door de stad, ook buiten de
bebouwde kom blijft het file rijden.
Plotseling breekt een auto uit de rfl
en gaat inhalen. Na een of twee
auto's gepasseerd te zijn, verschijnt
er een tegenligger en de inhaler eist
een plaatsje in de file terug. Een
brutaal en riskant gedrag dat de
overige weggebruikers Irriteert.
Onlangs verscheen in de Neder
landse Jurisprudentie (70 nr. 123)
een arrest van de Hoge Raad. waar
bij dit verekersgedrag aan de orde
kwam. Het betrof een geval waarbij
de inhaler geen gelegenheid kreeg
zich in de file te voegen, omdat de
onderlinge afstand van de auto's te
klein bleef. De tegenligger kon een
frr itale botsing slechts voorkomen
door zijn auto de berm in te stu
ren. waarna deze over de kop sloeg
en in een sloot terecht kwam.
De bestuurder van de inhalende
auto werd vervolgd omdat hij zich op
het weggedeelte voor het tegemoet
komend verkeer bevond, waar
door voor dir tegemoetkomend ver
keer gevaar of belemmering kon ont
staan. Dit leverde een overtreding op,
waarvoor de verdachte werd veroor
deeld tot f 100.- boete en een half
Jaar ontzegging rijbevoegdheid.
De strafrechtelijke veroordeling ia
vooral van belang voor de civiel
rechtelijke aansprakelijkheid. Staat
Immers de schuld aan het ongeval
vast, dan is de dader ook aanspra
kelijk voor de hierdoor ontstane
schade.
In drie instanties heeft de ver
dachte betoogd dat hij niet straf
baar was, met een beroep op over
macht. Toen hij begon met de in
haalmanoeuvre. aldus het verweer
van de verdachte, was er nog geen
tegenligger te zien, zodat op dat mo
ment zijn gedrag Volstrekt verant
woord was.
Omdat de file rijders hun ver
plichting om buiten de bebouw
de kom voldoende afstand te houden
voor Invoegen niet nakwamen, ont
stond een gevaarssituatie, waaruit
het ongeluk resulteerde.
Dit verweer is in -alle drie instan
ties verworpen De rechter achtte
het voldoende dat de bestuurder,
door de inhaalmanoeuvre te on
dernemen. zichzelf in een situa
tie brengt waardoor gevaar kan ont
staan voor het tegemoetkomend
verkeer.
Of een inhaalmanoeuvre verant
woord is. hangt niet alleen af van
het al of niet verschijnen van een
tegenligger, maar ook van de ver
keersintensiteit, de onderlinge af
stand van de auto's, het aantal etc.
In een noot onder het arrest wijst
prof. mr. Ch. J. Enschede er op dat
het bij het snelverkeer gaat om een
Inspelen op eikaars gedrag. Zo zijn
er bepaalde omstandigheden denk
baar waarbij de inhaler er op moet
kunnen vertrouwen dat het ruimte
gegeven wordt voor invoegen. De wet
schrijft dit trouwens ook voor. Voor
al omdat het opsporen van overtre
dingen bU bewegend verkeer een
moeilijke zaak ls. bestaat er nogal
eens de neiging bij verkeersdeelne
mers om op zich afkeurenswaar
dig gedrag —te „bestraffen" do*
het zelfde te doen, of door bijvoor
beeld te gaan snijden, te hinderen
e.d. een dergelijke vorm van ~'-enr
richting" moet vermeden wor
den. Daarvoor zijn de risico's een
voudig te groot.
In het besproken geval ls niet aan
de orde gekomen of de filerljders ex
pres geen ruimte gaven of dit niet
konden doordat bijvoorbeeld daar
door weer het risico van een ketting
botsing zou ontstaan. In elk geval
toont het aan dat het vermijden van
ongelukken voorop moet staan. Ook
ln het verkeer komt „boontje niet al
tijd om zijn loontje" en wordt een
onschuldige derde, werkelijk slacht
offer.