Wie stemt wel en wie niet Felle concurrentiestrijd tussen grote olieindustrieën duurt voort „In andere landen zou men niet opkijken" ookalsu/200Q- of 10.000.- wilt lenen! FINANCIEEL WEEKOVERZICHT Nakaarten ga met uw tijd mee - ga naar de nmb! inhalen strafbaar ZATERDAG 21 MAART 1970 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 7 LElüSCH Hub DAÜBLA0 Nakaarten over verkiezingsuitsla gen is bijna ao leuk als nakaarten over een gewonnen voetbalwedstrijd. Over verloren wedstrijden praat ik verder niet, die hebben eenvoudig mijn belangstelling verloren. Voor verkiezingen geldt dat niet. want daar heeft altijd wel Iemand gewonnen. Overigens was het dit keer dan wel de verkiezing -van de opgeluchte verliezers en de sombere overwinnaars Uitgezonderd natuur lijk de VVD, een dankbare en gra cieuze zege-inpalmer, maar dat mag worden verwacht met zo'n charmante voorzitter als mevrouw Van Borne ren. Het nakaarten leidt er toe, dat de verschillende .issues" van de ver kiezingsstrijd nog eens onder de loep komen. Daarbij springt in het oog dat mr. Biesheuvel heeft gezegd, dat D'66 een onnederlandse bewe ging was. Een stelling die verder niet overtuigend werd bewezen, maar een die het wel doet in de ver kiezingsstrijd, vooral als zij naar vo ren wordt gebracht door een vertrouwenwekkend politicus als mr. Biesheuvel. Maar hij heeft er niet bij stilge staan, dat de wortels van het Neder landse partijleven In vele traditione le vormen, zijn geënt op buitenland se bodem. Dat geldt bijvoor beeld voor het liberalisme. Een man als Thorbecke heeft grote invloed ondergaan van het denken over de mondig wordende burger uit de ne gentiende eeuw, zoals dat gevormd werd aan Franse, Duitse en Engel se hogescholen. Over de buitenlandse invloeden op ons socialisme hoeven we natuurlijk niet lang te praten als we zien dat de filosofen van het socialisme uit al le windrichtingen kwamen. En nu wat de ARP betreft: de partij die zijn beginselen heeft gevonden in het verzet tegen de ontkerste ning gepaard gaand met wat in negentiende eeuw als de grote revo lutie werd ervaren namelijk de Franse uit het eind van de achttien de eeuw. In hun Handboek tot de Staat kundige Geschiedenis van Nederland stellen prof. Gosses en dr. Japlnse het volgende ln hte hoofdstuk Neder land als kleine mogendheid sedert 1840: „Even goede onder buitenlandse!)en in vloed staand de andere staatkun dige opvattingen in het Nederland van na 1840: van de Christelijk-his- torischen of anti-revolutionnairen (Von Stahl)Dr. Japikse, die waarschijnlijk wel verantwoorde lijk is geweest voor deze tekst, doelt hiermee op de Invloeden die anti-re volutionaire voormannen als Groen van Pr ins tere r hebben onder gaan van het Duitse theologische en romatische denken. Daarmee kan men natuurlijk niet stellen dat de ARP een on-neder- landse partij is, want in de negen tiende eeuw hebben wij die verschil lende ideeën stromen op onze eigen wijze verwerkt voor onze eigen pro blemen. Zo'n honderd jaar geleden ging het vooral om het kiesrecht, om de sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. Met het kiesrecht zijn de Neder landse politici bezig geweest vanaf 1840 tot na de eerste wereldoorlog Het is een lange weg van Thorbec ke. die in 1848 rechtstreeks verkie zingen vastlegt voor het parlement voor bepaalde groepen (Thorbecke zelf oordeelde terecht dat tot dat mo ment de grondwet de volkskracht buitensloot) tot 1919: invoering van het algemeen vrouwenkiesrecht. De schoolstrijd uit de ne gentiende eeuw heeft bevruchtend gewerkt voor de christelijke partij vorming. In het kort gezegd, ging het om een strijd tussen voorstanders van christelijk onderwijs aan de ene kant en die van het neutraal on derwijs aan de andere kant. Na 1917 was de strijd beslecht door de door voering van de financiële gelijkstel ling van alle sectoren van het on derwijs. De internationale socialistische be weging kreeg in ons land pas betrek kelijk laat vaste voet, namelijk in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Tussen de beide wereldoorlogen werd een aanzet gegeven voor een sociale wetgeving, die na 1945 werd uitgebouwd door socialistische minis ters als Drees en Suurhoff, maar ook door bewindslieden als de KVP- er Veldkamp. Maar wat zien we nu. Het kies recht willen we verlenen aan meer Jonge mensen en we willen het niet alleen ln politiek verband, maar ook ln maatschappelijk verband uit breiden, in onder nemingen, scholen enzovoorts. Het onderwijs, dat na 1917 „gepacificeerd' leek, is volop ln beweging en op sociaal terrein trek ken velen in twijfel of er werkelijk sprake is van gelijkheid. Kortom: een maatschappij blijft in beweging. D'66 heeft bij zijn oprichting ver kondigd dat een deel van de oplos- slnge^ voor de huidige proble men gevonden moet worden via het pragmatisme, een praktische benade ring van het probleem en vanuit het probleem. Dat vindt mr. Bies heuvel on-nederlands, omdat liet niet uitgaat van een principe. Van Mierlo kan er nog op terugkomen. Want de beide heren hebben aan de vooravond van de verkiezingen af gesproken dat htm partijen samen eensn moeten gaan „brainstnr -oen", over de problemen van de Jaren zeventig. Een mooie, futurologi sche ontmoeting: denken over de ja ren zeventig. Toch maar geschiede nisboekjes meenemen, heren JRS (door dr8. J. Th. J. van den Berg) DEN HAAG (GPD) Voor het eerst is Nederland naar de stembus gegaan zonder dat „het moest". De op- komstplicht, ingevoerd in 1917 tesamen met het algemeen kiesrecht en het systeem van evenredige vertegenwoor diging, was sinds kort opgeheven. Daardoor heeft Neder land zich decennia lang niet hoeven interesseren in de vraag wie er niet en wel geneigd zijn uit vrije wil te gaan stemmen. In de meeste westerse demo cratieën bestond die plicht tradi tioneel niet en daar is dan ook herhaaldelijk onderzoek gedaan naar de „thuisblijver". In die an dere landen zou men doorgaans ook helemaal niet opkijken van een opkomstpercentage van rond de zeventig, zoals Nederland nu te zien gegeven heeft. In de Verenigde Staten is in de ja ren twintig zelfs wel eens een op komstpercentage gemeten van veer tig en dat bij de presidentsverkie zingen. Met andere woorden: zeventig pro cent is bepaald niet onthutsend, af gezien nog daarvan dat het hier ging om verkiezingen voor regionale or ganen. Die zijn nergens erg populair, eenvoudig omdat men van het ef fect van hun bestuur betrekkelijk weinig merkt. De bedrijvers van de politieke we tenschap hebben zich steeds sterk ge- interesseerd voor de groep van niet-stemmers. Onderzoek daarover is op grote schaal verricht in bij voorbeeld, de V.S., Groot-Brittan- nië. Frankrijk, Duitsland. Italië en de Scandinavische landen Hoewel er onderling vrij veel verschillen be staan in kiesgedrag tussen al deze landen de Noren en Zweden gaan ln veel groter getale naar de stem bus dan de Fransen en Britten zijn er toch ook een aantal factoren die algemeen geldig zijn. De Amerikaanse politicoloog Lip set heeft daarvan wel eens een tabel gemaakt, aan de hand van vergelij kingen tussen onderzoeken in alle westerse democratieën. Daaruit blijkt, dat groepen mensen met een hoog inkomen en een hoog opleidings niveau veel trouwer naar de stem bus gaan, dan groepen met een laag inkomen en weinig scholing. Zakenlui, ambtenaren en kantoor personeel gaan vaker naar de stem bus dan ongeschoolde arbeiders, het lage overheidspersoneel en be- ADVERTENTIE Hebt u op korte termijn geld nodig? I Bij de NMB wordt u zonder omslag geholpen. Bijvoorbeeld 2000,— in handen, betaling in 18 x ƒ125,19. Of 10.000,- in handen, betaling in 36 x ƒ340,79. Ook voor andere bedragen kunt u prettig te recht bij elk NMB-kantoor. nederlandsche middenstandsbank de bank waar óók u zich thuis voelt! dienden. Boeren met grote bedrijven stemmen vaker dan keuterboertjes en pachters: geschoolde arbei ders (mijnwerkers bijvoorbeeld) gaan meer ter stemming dan onge schoolde. Vrouwen vertonen moer neiging tot thuis blijven dan mannen, jonge ren laten het gauwer afweten dan mensen van middelbare leeftijd en bejaarden, mensen die al lang in 'n bepaalde streek wonen, gaan gau wer naar de stembus dan zij die zich pas kort ergens gevestigd heb ben. Getrouwde mensen stemmen va ker dan vrijgezellen, mensen die lid zijn van verenigingen of clubs gaan meer stemmen, dan mensen die nergens lid van zijn. Een internationaal verschijnsel is ook, dat het opkomstpercentage in tijden van crisis veel groter is dan ln perioden met stabiele politieke verhoudingen. In het vooroorlogse Duitsland is de opkomst nooit zo hoog geweest als in 1933, toen de na zi's 43 procent van de stemmen be haalden. Met andere woorden: men hoeft in het algemeen niet zo blij te zijn met een hoog opkomstpercenta ge- Als het aantal stemmers in Ne derland, afgelopen woensdag, aan de lage kant Is geweest, dan is dat eerder een pleidooi voor de stelling dat de Nederlandse kiezer redelijk tevreden is met zijn regering en dat hij het goed vindt gaan in ons land. dan een argument voor de stelling dat hij zich „in groot onbehagen van de politiek afwendt", zoals de socia listische fractieleider drs. Den Uyl deze week wilde doen geloven. Voor een aantal kleine groepen zal dat juist zijn, maar voor de grote mas sa gaat dat verhaal zeker niet op. Wrange vruchten Dan zien we trouwens nog maar af van het feit, dat een lage op komst doorgaans ln het voordeel is van de grotere partijen in het na deel van splintergroepen. De heer Koekoek heeft er de wrange vruch ten van geplukt. Om de achtergronden van het thuis blijven, het „waarom" ervan, goed te analyseren is een diep gaand onderzoek nodig naar de mo tieven die tot niet-stemmen hebben geleid. Voor wat Nederland betreft, is daar op dit moment nog erg wei nig van te zeggen. Er zal nog wel een tijd overheen gaan, voordat het nu door de regering in gang gezette onderzoek tot resultaten zal hebben geleid. Toch kunnen hier. aan de hand van het buitenlandse onderzoek, wel een aantal vermoedens worden uit gesproken. Zoals gezegd, de feitelijke regeringspolitiek is een belangrijke factor, vooral voor diegenen die er geregeld direct mee te maken heb ben, zoals ambtenaren en zakenlie den, of er om wat voor reden dan ook goed mee op de hoogte zijn. Zij die verder van de regeringspolitiek afstaan, zullen gemakkelijk geneigd zijn thuis te blijven, tenzij ze vin den dat de regering het al te bont maakt. Dat is ln Nederland op dit ogenblik kennelijk niet het geval. Belangrijk is ook de vraag of er men zeggen, dat de kiezer wel de in druk heeft dat er een en ander aan het veranderen is, maar dat er vol gens hem nauwelijks sprake is van een politieke crisis. Hij is al blij als het tot grotere en overzichtelijker concentraties komt. Uiteraard zijn dit heel voorlopige conclusies, die door nader onderzoek dienen te wor den nagegaan. Dat alles zou de voortdurende kre ten over de crisis in de politiek van Nederland in een wat ander daglicht dan tot nu toe zetten. Uiteraard is Nederland toe aan politieke vernieu wing en verkeert de politiek in een groeicrisis, maar dat is iets anders dan te doen alsof d£ politiek op weg is naar een soort van ondergang. Er is hoogstens sprake van een situatie die een flink stuk vindingrijkheid, redelijkheid en de wil tot doorbre king van verstarde instituties vraagt. Inmiddels vraagt de kiezer dat er ge regeerd wordt en dat dat goed ge beurt, tevens dat hij kan kiezen tus sen een paar duidelijke alternatieven. Er is werk aan de winkel voor de po litici. Rond de paasdagen zullen de Ne derlandse wegen weer overvol zijn. In dit „kader" willen we uw aan dacht vestigen op onderstaande bij drage van onzt juridische medewerk ster. duidelijke politieke alternatieven zijn, die als het ware uitdagen tot een keuze. In Nederland is dat voor het moment zeker niet het geval: je kan hooguit zeggon, dat er veel te veel keus is. maar bovendien nauwe lijks mogelijkheid tot een duidelijke keus. Deze omstandigheid gegeven, mag men er niet gek van opkijken als vrij veel mensen dan maar liever thuis blijven. Met andere woorden: als het tot grotere politieke con centraties zou komen, die bovendien kans zien om zich duidelijk van el kaar te onderscheiden, dan mag er redelijkerwijs verwacht worden dat de opkomst bij de volgende ver kiezingen groter zal zijn. Ontzuiling Een derde factor is ongetwijfeld de zich duidelijk doorzettende deconfes sionalisering, het geleidelijk afbrok kelen van de zuilen in het Neder landse maatschappelijk bestel. Bij velen zal dat er toe leiden, dat ze hun zekerheid van vroeger op wie te moeten kiezen geleidelijk aan verlie zen, zonder daarvoor een nieuwe ze- Stemmen of niet. kerheid in de plaats te krijgen. Ze voelen zich heen en weer geslingerd tussen de oude traditionele plicht en anderzijds de neiging om gehoor te geven aan de roep tot ontzuiling. Misschien is dat één van de ver klaringen voor het relatief lage op komstpercentage in Limburg. De ontzuiling is er zeer duidelijk, maar bij velen leidt zij tot ophouden met stemmen. Niet alleen op de KVP maar in het algemeen. Tenslotte is pt geen gemakkelijker manier van kiezen, dan helemaal niet kiezen en thuis blijven. Waarschijnlijk is D'66 daarvan in niet geringe mate het slachtoffer ge worden en heeft het een groot deel van de winst die het in de opiniepei lingen kreeg, moeten afstaan aan de niet-stemmer. Als men weet dat D'66 het moet hebben van bewoners van grote steden, jongeren en pro teststemmers allemaal groepen met een laag opkomstpercentage), dan is een deel van de teleurstelling voor hun al verklaard. Aan de opkomstcijfers te zien, zou LEIDEN (GPD) De Konink lijke/Shell Groep, die in de afge lopen week verslag uitbracht over de bevindingen van het af gelopen jaar, heeft wel degelijk ervaren hoe onbarmhartig de concurrentiestrijd wordt gevoerd. Aan de conferentietafels met de olieproducerende landen trekken zij doorgaans één lijn, maar zij treden elkaar daar ook tegemoet met de lach, die wil zeggen dat men elkaar niet verder ver trouwt dan dat men elkaar ziet. Van huis uit is de olie-industrie een harde business, want al sinds de eerste olieproducerende put in 1859 ln Titusville in Pennsylvanië werd geslagen hebben tientallen oliemaat schappijen elkaar te vuur en te zwaard bestreden om zoveel mo gelijk munt te slaan uit de meest belangrijke energiebron, die de we reld tot dusver heeft gekend. Steeds groter worden de hoeveelheden aardolie die uit de aardkorst worden gepompt en steeds groter worden de behoeften van de van ener gie afhankelijke wereld. In alle windhoeken De aardolieproduktie van de Ko ninklijke/Shell Groep overtrof vele malen de totale wereldproduktie van voor de oorlog en de groei is er nog lang niet uit. In alle windhoeken, soms in het meest barre klimaat, wordt de speurtocht naar olie en aardgas voortgezet teneinde verze kerd te zijn van een regelmatige aanvoer van grondstoffen in de ko mende decennia. Voor de oorlog" wa ren er al deskundigen, die meenden te moeten waarschuwen tegen de mogelijkheid dat de wereld onvol doende oliereserves zou hebben om in de behoeften op langere ter mijn te kunnen voorzien. Jacht Het is alleen te danken aan de immense kapitalen, welke door de internationale olie-industrie zijn uit gegeven voor exploratiewerkzaamhe den te danken dat er nog altijd vol doende oliereserves aanwezig zijn om het economische apparaat op volle toeren te laten draaien. naar olie Uit het jaarverslag van de Koninklijke was te lezen hoe veel vergeefse pogingen er gedaan moeten worden om een terrein te ontdekken dat een lonende exploi tatie mogelijk maakt. Voor de west kust van Canada werd een tweeja rige boorprogramma beëindigd nadat 14 putten waren geboord zonder dat olie of aardgas waren gevonden. De Nederlandse Aardolie Maatschappij boorde in de Drentse bodem tot een recorddiepte, maar het resultaat le verde weinig of niets op. Het is haast ongelooflijk hoeveel geld de oliemaatschappijen moe- I ten spenderen eer zij resultaten be reiken, welke tot de winstmogelijk heden van de toekomst kunnen bij dragen. Niet dat de winst haar dan gegund is. want het komt herhaalde lijk voor dat de resultaten van de exploratie worden af gekaapt door nationalisatie of door aanspraken op een zo groot deel van de op brengst dat er voor de maatschappij slechts een habbekras overblijft. De grote internationale sprei ding van de werkzaamheden, zowel op het gebied van de winning als op commercieel terrein, maakt het mo gelijk voor de oliegiganten om een redelijk rendement op het geïnves teerde vermogen te bereiken. Dat is nodig om de weg naar de kapitaal markt open te houden. Kapitaal is het wapen van de in ternationale olie-Industrie. Gelukkig kan de Koninklijke/Shell Groep het blijkens de gepubliceerde gege vens nog enige tijd uitzingen voor er net als door de Standard Oil of New Jersey een beroep op de kapitaal markt behoeft te worden gedaan. Einde van de rit In het afgelopen jaar is de vaste schuld van het concern slechts inbe- scheiden omvang toegenomen, ter wijl deliquiditeit aan het einde vaD de rit niet zodanig gezonken was dat de pessimisten over de kans op een grootscheepse emissie van de groep het gelijk aan hun zijde kregen werden geïnvesteerd, zullen uiteinde lijk bijdragen tot het profijt. De steeds féllere concurrentie op de Eu ropese afzetmarkten maakt het na tuurlijk wel moeilijk om de winst marge op peil te houden, maar er staat tegenover dat er steeds meer kan worden verkocht, zodat ook in de olie-industrie geldt dat een grote omzet bij een kleine winstmar ge toch een groot batig saldo ople vert. Daar gaat het uiteindelijk maar om, zoals aandeelhouders in de af- Uiteraard zou een dergelijk beroep wel gedaan worden, al was het al leen maar met het oog op de toe komstige expansiemogelijkheden, in dien de kapitaalmarkt er rijp voor zou zijn. Internationaal is er echter geen teken dat er volop middelen be schikbaar zijn om op lange termijn te worden uitgezet. Het Britse con cern Genei-al Electric Company gaat ghet voorbeeld van Philips volgen door een flink bedrag te lenen op kortlopende schuldbewijzen. Dit heeft al tot gevolg gehad dat er zo veel van de beschikbare middelen in het euroverkeer is afgeroomd, dat er voor andere gegadigden nauwelijks iets meer beschikbaar is. Rooskleurig verschiet Uit het Jaarverslag van de Ko ninklijke viel te lezen dat het be stuur de toekomst bepaald rooskleu rig tegemoet ziet. De enorme kapi talen, welke er in de afgelopen Jaren gelopen decennia hebben kun nen merken door de steeds hogere dividenden, welke zij konden tou cheren. Van de winst, die tien jaar gele den f 8,45 per aandeel van f 20, no minaal beliep, werd destijds f 5,25 aan dividend uitgekeerd. Sedertdien is het aantal uitstaande aandelen, voornamelijk door gratis uitdelingen als agiobonus, vermeerderd van 73,8 miljoen tot 134 miljoen. Desondanks kwam de winst van het afgelopen jaar uit op f 15,33 per aandeel, waar van f 7,25 aan dividend werd be taald. De winst zou nog gunstiger zijn uitgevallen als de in Noord-Amerika werkende dochtermaatschappijen het er in de laatste maanden van het jaar beter hadden afgebracht. Daardoor zijn de resultaten van de gehele groep niet zo gunstig uitge vallen als het zich in het begin van 1969 had laten aanzien. Destijds werd op grond van de resultaten van het eerste kwartaal verwacht dat de zon altijd zou blij ven schijnen in het olierijk. Het net toresultaat kwam toen 13,9 procent hoger uit dan dat van de eerste drie maanden van 1968. Het tweede kwartaal gaf een stijging te zien van slechts 10 procent. Er werd toen gemeend dat dit een voorbijtrekken de bui was, maar het derde kwar taal bracht teleurstelling door de stijging van het resultaat beperkt te houden tot 8,1 procent. Het vier de kwartaal completeerde het beeld met een tot 6 procent afgenomen stijging. In vergelijking met de andere gro te olieconcerns heeft de Konklijke/ Shell Groep het er nog niet eens zo slecht afgebracht, want als jaar gemiddelde kan nog gepronkt wor den met een winststijging van 9.3 procent, terwijl de grootste tegen speler. de Standard Oil of New Jer sey, 2,9 procent achteruit boerde. Al leen Mobil Oil kwam net als de Ko ninklijk/Shell met een flinke stij ging van het nettoresultaat voor het voetlicht en wel met 6 procent. Dat Is dan nog bepaald niet te danken geweest aan de nog altijd eenzaam te midden van de polders langs het Noordzeekanaal staande raffinaderij van Mobil. De roep naar steeds grotere in ternationale commerciële eenhe den, waarvan de Koninklijke/Shell- groep en Unilever wel de protoypen zijn, heeft het vraagstuk van de in ternationale kapitaalvoorziening de afgelopen jaren steeds meer op de voorgrond geplaatst. In haar jaarverslag over 1969 maakt de directie van het grootste beleggingsconsortium, Robeco, mel ding van de voortdurend toenemen de financieringsbehoeften. De snelle groei van de eurodollarmarkt heeft reeds in belangrijke mate voorzien in de behoeften van de grote con cerns. maar er liggen op dit terrein nog te veel voetangels en klemmen (Van onze Juridische medewerkster) Elke automobilist heeft het wel eens bij de hand gehad: het is spits uur, bumper aan bumper kruipen de auto's door de stad, ook buiten de bebouwde kom blijft het file rijden. Plotseling breekt een auto uit de rfl en gaat inhalen. Na een of twee auto's gepasseerd te zijn, verschijnt er een tegenligger en de inhaler eist een plaatsje in de file terug. Een brutaal en riskant gedrag dat de overige weggebruikers Irriteert. Onlangs verscheen in de Neder landse Jurisprudentie (70 nr. 123) een arrest van de Hoge Raad. waar bij dit verekersgedrag aan de orde kwam. Het betrof een geval waarbij de inhaler geen gelegenheid kreeg zich in de file te voegen, omdat de onderlinge afstand van de auto's te klein bleef. De tegenligger kon een frr itale botsing slechts voorkomen door zijn auto de berm in te stu ren. waarna deze over de kop sloeg en in een sloot terecht kwam. De bestuurder van de inhalende auto werd vervolgd omdat hij zich op het weggedeelte voor het tegemoet komend verkeer bevond, waar door voor dir tegemoetkomend ver keer gevaar of belemmering kon ont staan. Dit leverde een overtreding op, waarvoor de verdachte werd veroor deeld tot f 100.- boete en een half Jaar ontzegging rijbevoegdheid. De strafrechtelijke veroordeling ia vooral van belang voor de civiel rechtelijke aansprakelijkheid. Staat Immers de schuld aan het ongeval vast, dan is de dader ook aanspra kelijk voor de hierdoor ontstane schade. In drie instanties heeft de ver dachte betoogd dat hij niet straf baar was, met een beroep op over macht. Toen hij begon met de in haalmanoeuvre. aldus het verweer van de verdachte, was er nog geen tegenligger te zien, zodat op dat mo ment zijn gedrag Volstrekt verant woord was. Omdat de file rijders hun ver plichting om buiten de bebouw de kom voldoende afstand te houden voor Invoegen niet nakwamen, ont stond een gevaarssituatie, waaruit het ongeluk resulteerde. Dit verweer is in -alle drie instan ties verworpen De rechter achtte het voldoende dat de bestuurder, door de inhaalmanoeuvre te on dernemen. zichzelf in een situa tie brengt waardoor gevaar kan ont staan voor het tegemoetkomend verkeer. Of een inhaalmanoeuvre verant woord is. hangt niet alleen af van het al of niet verschijnen van een tegenligger, maar ook van de ver keersintensiteit, de onderlinge af stand van de auto's, het aantal etc. In een noot onder het arrest wijst prof. mr. Ch. J. Enschede er op dat het bij het snelverkeer gaat om een Inspelen op eikaars gedrag. Zo zijn er bepaalde omstandigheden denk baar waarbij de inhaler er op moet kunnen vertrouwen dat het ruimte gegeven wordt voor invoegen. De wet schrijft dit trouwens ook voor. Voor al omdat het opsporen van overtre dingen bU bewegend verkeer een moeilijke zaak ls. bestaat er nogal eens de neiging bij verkeersdeelne mers om op zich afkeurenswaar dig gedrag —te „bestraffen" do* het zelfde te doen, of door bijvoor beeld te gaan snijden, te hinderen e.d. een dergelijke vorm van ~'-enr richting" moet vermeden wor den. Daarvoor zijn de risico's een voudig te groot. In het besproken geval ls niet aan de orde gekomen of de filerljders ex pres geen ruimte gaven of dit niet konden doordat bijvoorbeeld daar door weer het risico van een ketting botsing zou ontstaan. In elk geval toont het aan dat het vermijden van ongelukken voorop moet staan. Ook ln het verkeer komt „boontje niet al tijd om zijn loontje" en wordt een onschuldige derde, werkelijk slacht offer.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7