Twee Leidenaren in het nationaal jeugdteam i L Combinatie - puzzel X 4 X 1 1 i 1 i i s 1 I i s a v Me-vrouw Poe-ze-nel-le-tje Kurt Richter: onnavolgbare aanvalsspelers ft M ^DAG 14MAARTP70 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 21 V H. W. Filarski's bridgerubriek 4» jed voorbereide en vrij langdurige selectie is het Ne- rlandse jeugdteam gekozen (tot 26 jaar), dat Nederland o.a. dea.s. Europese juniorkampioenschappen zal vertegenwoor- L pe jury die dit werk verrichtte, bestond uit een flink ,tal Nederlandse experts, waarbij bijv. Hans Kreyns, Kees jser, Piet Boender, Max Rebattu jr. e.a. keuze was niet zo lastig: Bom- .Schippers uit Amsterdam had- 0p tamelijk indrukwekkende 5de overwinning behaald en vrij- roortdurend goed gespeeld, de jbters Doremans-Holzscherer sen veel jurystemmen vanwege redelijke techniek, maar vooral bs hun niet aflatende felheid, jjl de Leidenaren Dek-Goedhart weloverwogen rustig spel hun Is veroverden. By de 12 finalis ten nog enkele paren die in de omst zeker kansen op verkiezing en. algemene spel beeld was naar Handse begrippen vrij rede- ofschoon er nog heel wat wa- öor de Noordzee zal moeten stro- jlvorens deze jongeren zich met este senioren zullen kunnen me- Tekortkomingen ln bied- en speel- techniek kon men waarnemen bij dit aardige spel 5 C? V B 9 8 3 A H 3 Jf» A 8 7 2 A B 10 9 8 3 6 2 A H 10 7 5 4 2 O B 5 O 10 6 •f» H V 10 +B9643 A H V 7 4 6 V 9 8 7 4 2 A 5 Zuid gever, OW kwetsbaar. Het bie den ging: zuid één schoppen west doublet noord twee harten OW pasten voorlopig zuid drie ruiten noord vier ruiten zuid vijf rui ten noord zes ruiten gedou bleerd door west. West's eerste doublet op één schop pen is. hoewel niet mooi. nog wel aanvaardbaar. Bepaald fout is. dat noord niet begon te redoubleren: toe vallig hebben OW een vluchtkleur (klavere) maar als die er niet geweest zou zijn, zouden NZ vla een re- doublet een mooi strafdoublet op welk bod dan ook van OW hebben kunnen plaatsen. Dat west zes ruiten doubleerde was begrijpelijk, hoewel men na zulk een biedverloop meestal niet meer dan 50 punten extra wint door het doublet. Wests uitkomst tegen zes ruiten ge tuigde van inzicht: ruitenboer! De spelleider (zuid) meende nu te moeten spelen op het eventueel 4, 3 vallen der uitstaande schoppens. Hij speelde slag 1 ruitenheer, slag 2 schoppenaas, slag 3 kleine schoppen, getroefd in noord daarna ruiten aas. Daar schoppen slecht zat, gingen toch nog één schoppenslag en één hartenslag verloren. Het betere speelplan is, ln slag 2 hartenvrouw na te spelen-west wint. Speelt west troef na, dan kan zuid de kansen op het 4:3 vallen der schop pens combineren met de mogelijkheid van een 3:1 verdeling in troef, als mede met de kans op het vallen van hartenaas-heer-derde. Noord neemt de tweede troef hoog. een kleine har ten wordt getroefd, klaver naar het aas en normaals harten troeven. De buit is dan binnen, want de hartens ziln gevallen. Zou dat niet zo zijn. dan kan zuid alsnog op schoppen overschakelen. BRIDGEVRAAG: Noord gever, niemand kwetsbaar, viertallenwedstrijd. De zuidspeler heeft: 4 A9g 6 3 2 ^HB4^A83^5 Partner noord opent met één schop pen oost past wat moet zuid bieden?? Antwoord elders op deze pa gina. 29 december 1969 overleed in Berlijn een van de beste ralsspelers uit de schaakgeschiedenis1 Kurt Richter, gebo- 24 november 1900 in Berlijn. Hij was Internationaal Mees fan de FIDE (Wereldschaakbond). Zijn beroep was schaak ster, auteur en journalist. Richter heeft een aantal leerzame akwerken geschreven, waaronder „Kombinationen" en :zgeschichten um Schachfiguren" bestsellers werden. thter was een speler die in de oudigste stellingen de meest ver- nde zetten" op tafel bracht. In [lorietijd was hij onuitputtelijk t scheppen van aanvalsmoge- Jen. Dr. Euwe schreef o.m. in Schaakwereld" (25 maart 1938) jjn maar weinig schaakmees- wien het zo vaak gelukt een lijk briljante partij te leveren Berlijn'se speler Kurt Richter, het een feit, dat we zulke of- imbinaties het meest aantreffen irtijen waarin het krachtsver- zeer groot is, maar ook wan- men dit in aanmerking neemt Richter tot de beste combina- ;rs van deze tijd gerekend I". fit: Richter: Abramavicius Ischaaktoernooi imburg 1930. Ui Pg8-f6. 2. Pbl-c3 d7-d5, 3. e7-e6, 4. e2-e4 d5xe4. [is nu een variant uit het Frans i. Zwart moet, völgens Alje- zeer nauwkeurig spelen om niet L slechte stelling te geraken. Lf8-e7, 6. Lg5xf6 Le7xf6, 7. Pb8-d7. 8. Lfl-d3 00. was beide spelers onbekend [Ld3 niet het beste is. Men acht de juiste voortzetting. In- van 0—0 kon zwart met 8 c5, Pxc5, 10. Lb5+ Ke711. Txd8, 12. Pxc5 Td5, 13. Pa6! [H.Tbl Txb5. 15. Pc7 Lc3+, 16. :bl. 17. Txbl Tb8. 18. Pa6 Ta8 [•pel bereiken. Analyse van Al- c7-c5, 10. 0-0-0! c5xd4, 11. Richter in aantocht! 11 noodzakelijk. Men gaf aan de pde varianten de voorkeur: Wit wint weliswaar de geofferde pion terug, maar zijn aanval wordt verzwakt dooi- stukkenruil. 12. h2-h4 Lf6-g7, 13. h4-h5 Tf8-e8, 14. h5xg6 h7xg6. Wanneer men met wit tot de lan ge rokade komt en daarbij bezit neemt van de geopende h-lijn, is de winst slechts een kwestie van tijd. Hoewel deze mening" wat overdrach telijk is, schuilt er in deze „wijsheid" (van Lasker en" Aljechin) toch wel enige waarheid! 15. g4-g5 e6-e5, 16. Thl-h4 Pd7-f8, 17. Tdl-hl Lc8-f5, 18. De2-fl Men ziet dat zwart snel een ver- dedigings-gordel rond zijn vorst heeft opgebouwd. De witte aanval gaat echter onversaagd voort en het is een waar genoegen om te zien hoe Richter tot het gewenste doel komt. 18 Ta8-c8. Abramavicius a b c d e f 1. e4 c5, 2. Pf3 d6, 3. b4 <Door Richter bij voorkeur toegepast) 3 cxb4, 4. a3 Pc6, 5. axb4 Pxb4, 6. d4 e6, 7. c3 Pc6, 8. d5 Pe5, 9. Pxe5 dxe5, 10. Lg5'Wanneer men zo'n zet op het bord ziet verschijnen denkt men onwillekeurig aan de hand van de duivel!) 10 Dxg5, 11. Lb54- Ld7, 12. Lxd7-f Kxd7, 13. dxe6+ Kxe6. 14 Dd5+ Kf6, 15. 0-0 Le7, 16. Ta6+Ü Opgegeven. De slotstelling is een diagram waard. abc d BOUW VAN 11 km LANGE BRUG IN RIO hrAMcmt'v RiodeJMeipJ Aw5) OUANA&AHABAAt vlesyeH^) Rio DE (»n) JANEIRO"- J/S) 'suilierfaroocP^^ -s^2&ArüWTISeH£ OCEAAN Het wereldberoemde Christusbeeld op het „Suikerbrood" te Rio de Ja- neiro kijkt over twee jaar neer op j een gigantische verkeersbrug van 11,2 km lengte. Het ministerie van Ver- I keer heeft besloten tot de bouw van deze stalen gigant waarvan de over spanningen byna 90 miljoen gulden j kosten. De brug krijgt zes rijbanen en komt op pijlers 60 meter boven j het water te staan. Braziliaanse, Brit- j se en Amerikaanse bedrijven zullen de werkzaamheden uitvoeren. De j staallevering voor de brug is een van de grootste orders die Brazilië ooit in Engeland heeft geplaatst; het con tract is reeds getekend. Rio de Janeiro met zijn ca. 4 mil joen inwoners heeft deze brug drin- 1 gend nodig voor de verbinding met i het. ca. 280.000 inwoners tellende Ni- teroi. Via de ontworpen brug is het verkeer een kwartier onderweg, zon der de brug bedraagt de afstand tus- sen de twee steden bijna 100 km. De brug verkort de reisafstand dus heel drastisch ook al heeft een voetgan ger ruim twee uur nodig om over zo'n i lange brug te wandelen. Zwart gaf de party op! Richter-Baratz Landentoernooi Praag 1931) 1 d2-d4 d7-d5, 2. Pbl-c3 Pg8-f6. 3 I Lcl-g5 Lc8-f5, 4. f2-f3 c7-c6, 5. e2- e3 Pb8-d7. 6. f3-f4 Dd8-a5, 7. Lfl- I d3 Pf6-e4. 8 Ld3xe4 Lf5xe4. 9. Pgl- f3 f7-f6, 10. Lg5-h4 e7-e6, 11. 0-0 Le4xf3. Beter was in ieder geval Lg6. 12. Ddlxf3 f6-f513. Tal-el Da5-b4, 14. e3-e4ü d5xe4. Bekijk ook de zet 14 Dxd4-j-, die wit in zyn berekening moest op nemen'. 15. Pc3xe4f5x4, 16. Df3xe4 Db4-d6, 17. De4-f5 Dd6xd4 f18. Kgl-hl Lf8- e7, 19. Df5xe6 0-0-0. 20. Lh4xe7 Th8- e8. Wat anders? 21. De6-h3 Dd4xb2. 22. Le7xd8 j l| Te8xd8, 23. Dh3-b3 Db2-f6, 24. Db3- e6 Df6-c3. 25. Tel-e2! Kc8-c7. 26. h2. h3 Pd7-f6. 27. De6-e5 Dc3xe5. 28. f4xe5 Pf6-d5, 29. Tfl-f7-f en zwart I gaf op. Een goede partij, geheel in de stijl j van Kurt Richter. BISHOP Moet je eens ko-men kij-ken, zegt Pim te-gen Pom, er is toch zo'n leuk me-vrouw-tje bij on-ze vrouw op vi-si-te! Mmm zegt Pom. me vrouw-tj es zijn bij-na nooit leuk. Al-leen als, ze vlees-jes in hun tas heb-ben zit-ten. Nee. nee, zegt Pim. de-ze is an-ders. Kijk zelf maar. Pom kijkt om het hoek-je van de ka-mer- deur. Hij kijkt heel lang. dan schudt hij zijn kop. Dat is.geen me-vrouw-tje," zegt hij, dat is by-na een poes. Ik noem haar Poe-ze-nel-le-tje. O. Pim, wat een leuk me-vrouw-tje: ze is al leen maar pluis. Mooi-e wit-te pluis-ha-ren op haar kop. een he-le lan-ge jurk van wol-le- tjes-pluis en daar-on-der twee pan-tof-fel-tjes met plui-zen. En kijk eens, in haar mand-je zit nog meer pluis. Kom mee. we gaan haar een kop-je ge-ven. Dat lijkt me lek-ker te-gen al dat pluis. Sa-men trip-pe-len ze naar de bank waar-op het me- vrouw-tje is gaan zit-ten. Dag, me-vrouw Poe-ze-nel-le-tje, zegt Pom. wat ben je lek-ker zacht. Dag me-vrouw Poe-ze-nel-le-tje, wat ruik je lek-ker, zegt Pim, je ruikt naar ge-droog-de bloe- me-tjes uit de kast. Dag lie-ve die-ren, zegt me vrouw Poe-ze-nel-le-tje Haar stem lijkt ook op die van een aar-di-ge poes, hoor je wel? zegt Pim. Ik ga bij haar op schoot, zegt Pom. Ik ook. zegt Pim. Maar hun ei-gen vrouw komt er zo-als al-tyd weer tus sen. Nee. nee. dat kan niet. zegt ze, dan komt- er niets van ons brei-werk te-recht. Flauw hoor. zegt Pim on-der ta-fel, zie je dan niet dat me-vrouw Poe- ze-nel-le-tje een he-le mand met zach-te bal-le-tjes heeft mee- ge-bracht om er met ons mee te spe-len? Al-tijd al-les voor haar zelf hou-den. bromt Pom. zie je wel, zij zelf pakt de bal-le-tjes uit de mand van me-vrouw Poe-ze- nel-le-tje! Pim kan het bij-na niet uit-hou-den en als een mooi ro-se bal-le-tje weg-springt o-ver de vloer springt hij er ach-ter-aan en petst en petst er- te-gen zo-dat het he-le-maal on der de kast te-recht komt. De vrouw is boos. maar me-vrouw Poe-ze-nel-le-tje moet er een beet-je om la-chen. Van haar zou-den we best mo-gen. dat zie je zo, zegt Pom. wacht maar. als de vrouw da-de-lijk thee gaat zet-ten, bly-ven wij lek-ker bij me-vrouw Poe-ze-nel-le-tje en de mooi-e bal-le-tjes! Pim luis-tert niet. want hij kijkt met gro-te o-gen naar wat me-vrouw Poe-ze-nel-le-tje en hun ei-gen vrouw nu gaan doen. De vrouw steekt haar twee voor-poot-jes naar me-vrouw Poe-ze-nel-le-tje uit en me vrouw Poe-ze-nel-le-tje legt er een gro-te bos blau-we dra-den omheen. Wat gek! roept Pim, wat doen ze nou? Let op, let op! roept Pom. die naar de vlug-ge vin-ger-tjes van me vrouw Poe-ze-nel-le-tje kijkt, ze kan to-ve-ren! Kijk maar! Ze to-vert een nieuw bal-le-tje van die blau-we dra-den! Met o-pen bek-jes kij-ken ze naar het blau we bal-le-tje in de poot-jes van me-vrouw Poe-ze-nel-letje dat heel vlug rond draait en als maar gro-ter wordt. Hun ei-gen vrouw blijft ge-dul-dig met haar voor-poot-jes voor-uit zit-ten en schom-melt een beet-je mee met die blau-we draad. Een won-der! een won-der is het! roept Pom, ik wou dat ze voor mij ook eens een bal-le-tje to- ver-de! Dat doet ze toch niet, zegt Pim. de vrouw zou het vast niet goed vin-den. Dan moe-ten we op-let-ten hoe ze het doet. Mis-schien kun-nen we het van haar le-ren, fluis-tert Pom. Ze heb-ben geen oog af van de blau-we klu-wen en de blau-we bal. De ene wordt steeds klei ner en de an-de-re steeds gro ter. Op het laatst is er nog maar één draad-je blauw o-ver en de vrouw kan haar poot-jes la-ten zak-ken. Zo, zegt ze, nu eerst een kop-je thee. Ik loop e-ven mee naar de keu-ken, zegt me-vrouw Poe-ze-nel-le-tj want ik zou nog ver-tel-len hoe ik ro-zij-nen-pud-dink-jes maa O, graag, zegt de vrouw en sa men gaan ze de ka-mer uit. De deur is nog niet ach-ter ze dicht of daar zit-ten Pim en Pom ^1 in de mand van me-vrouw Poe- ze-nel-le-tje. Kijk, kijk! juicht Pom, er is een bos wit-te dra den bij waar-van ik een klein wit-poes-je ga to-ve-ren! Hou je poot-jes op. Pim, jij de dra-den, ik de bal! Niks hoor, zegt Pim, ik neem de bal! Voor-uit! roept Pom, ik had het be-dacht van dat to-ve-ren. Hy wil Pim de bos dra-den o-ver zijn voor-po ten schui-ven, maar Pim trekt zijn poot-jes te-rug en slaat nij dig naar de wit-te dra-den. Het wordt op-eens een ra-re pluis- OPLOSSING VORIGE PUZZEL Da5, 12. g5 Le5 enz. P Da5. 12. Pxf6+ Pxf6, 13. pPh5 benevens g6. Da5, 12. Kbl Le7! 13. h4 ■ft5! enz. 'OORD OP BRIDGEVRAAG: spelers stortten zich onmiddellijk op de „azenvraag" vier klaver hetzij vier on hopen maar het beste van ilndresultaat. Vaak zal zes •Pon wel kansrijk zijn, maar het te hoog soms had het ^hoppen moeten zyn. Er zijn «rikken die „drie ruiten" ble-- lopende bij de schoppenslem de Uitkomst te ontgaan. Overigens de vraag, of enige andere ult- voor NZ zoveel gunstiger zou In de z g. „Zwitserse Conventie" •conventie) zou men kunnen vier ruiten aangevende alsmede enorme troefsteun. een singleton in de bijkleur, d. dat dit spel aardig om- In deze conventie betekent ver" slechts één aas, maar hetzelfde. Er zyn weer vele op de oorspronkelijke nventie" bedacht, maar bo- e versie is gemakkelijk han- ®n te onthouden. Richter Het enige was 18 Pe6. Maar wie doet zo'n zet wanneer het paard de velden g6 en h7 onder controle houdt? Thans volgt een der geraf fineerde combinaties van Kurt Rich ter. 19. Th4-h8+ „Om de tegenstander aan optische storingen te wennen!" zou prof. dr. Euwe hier kernachtig hebben opge merkt 19. Lg7xh6, 20. Thlxh8+ Kg8xh8, 21. Dfl-hl-f Pf8-h7. Evenmin baat 21 Kg8, 22. Pf6+ Dxf6, 23. exf6 Lxd3. 24. Dh6 Pe6. 25 Pg5! Txc2+, 26. Kdl en wint. 22. Pe4-f6 Kh8-g7, 23. Dhl-h6+ Kg7-h8, 24. Dh6xh7t mat. Fraai. Het blijft immer een groot genoe gen de partijen van Richter na te spelen. Zijn onverwachte „bominsla gen" en „voltreffers" op de 64 velden doen onwillekeurig denken aan de fabelachtige offerpartyen van Mor- phy, Aljechin en' Tal. Het is welis waar een bekend feit, dat de verde- digingsmogelykheden in de jaren 1910-1930 niet zo geperfectioneerd waren als in de moderne praktijk van 1940-1970. maar dat doet aan de waarde van de combinatie op zich zelf niets af. In de nu volgende party kan men zien dat op het schaakbord alles mo gelijk is! Wit: Richter Zwart: Martens (Berlijn 1957) „Leuke puzzel"! schreef een van J onze trouwe puzzelaars. Niettemin j maakte hij twee fouten in de oplos sing van dit gezien* het geringe aantal inzendingen buitengewoon moeilijke kruiswoordraadsel. Zelfs doorgewinterde puzzelaars(sters) lie- I ten deze keer verstek gaan. Tenslot- j I e waren er slechts drie goede oplos- I singen. De meeste fouten werden ge maakt bij 3, 4 en 22 verticaal (keer, hengsel en letter). Gezien de moeilijkheid van deze puzzel hebben we twee eerste prijzen van f 10 toegekend en een van f7.50. De prijzen van f 10 werden toege kend aan mevr. Lambrechts, Schel penkade' 26, Leiden en de heer W. Latooy, Charles de Bourbonlaan 16, Oegstgeest. De prijs van f7.50 aan de heer S. Zwarts, Tesselschadestr. 2a, Leiden. De prijzen zullen aan de winnaars (es) worden toegezonden. Tussen de normale kruiswoord raadselomschrijvingen hebben wij ter afwisseling ook wat kryptogram- vragen gevoegd. HORIZONTAAL: 1. je graaf werktuig ligt in België 4. sneeuwschaats 6. godin 9. schynvrucht 12. een dier kan men deze water nimf noemen 16. vlaktemaat 17. of dergelijke I 18. familielid j 19. een steen bij de eik i 20. hetzelfde 121. met het denkvermogen komt U wel op deze rivier in Duitsland j 23. het is niet veel I 25. den lezer heil j 26. Europeaan j 27. als je iets op je hart hebt. heb je iets op een ander lichaamsor gaan 29 familielid 30. een spil gaat in rook op i 32. deze Europeaan is in tel j 33. de Italiaanse rivier draait zich om 34. als je examen doet. zit je er on der 36. rivier in Rusland I 38. voertuig 39. ernstig 41. als U een hete pan op tafel wilt zetten, hebt U het echt wel nodig 42. de kat zit in de boom 44. als U zo slaapt, ontwaakt u niet spoedig 45. aartsbisschop 46. modegek j 48. lengtemaat 49. telwoord of lidwoord, aan U de keus 51. bergplaats of noot, aan U de keus 53. het schortje van de eerste vrouw de beroemde Engelse wedrennen vinden- hier plaats gard bijwoord vlees aan een stokje lekkernij keer 57 maar om als die sluit, gaat de boekhou- de naar huis Dyne kindergroet maak je niet zo. slank is de mo de schrok U toen U die naad aan de ton zag? kleurling een marterachtig zoogdier om de hals voorzetsel alvorens. 37. oude vrouw 38. Turks bevelhebber 39. bezit van een boer 40. opening 43. Nederlands eiland 47. de ongeluksgodin verbonden met het muziekinstrument in de werk plaats 48. oogholte 49. plaats in Gelderland 50. kloosterlinge 52. papegaai 54. vulkaan bal en als Pom gaat pro-be-ren om er dan zon-der Pim maar een zacht wit poes-je van te ma-ken wordt het he-le-maal een gro-te rom-mei-troep. Pim krygt me-de-lij-den en pro-beert hem te hei-pen. Ze trek-ken al- le-bei aan een kant om het be- gin-draad-je voor de zach-te wit-te bal te vin-den, maar de dra-den wil-len niet. Hi hi, zegt Pim, het lijkt wel soep met slier-tjes. La-ten we het maar met een an-de-re bos pro-be-ren Pom. Zijn vriend kiest nu een zwar-te bos. Dat is ook mooi; hier ma-ken we een zach-te i zwar-te bal van, zegt hy, zwart 1 en rond en zacht als een heel klei-ne Pom. Ik hou de dra-den wel om mijn poot-jes. to-ver jij het bal-le-tje maar. Hij doet de dra-den om zijn voor-po-ten en Pim plukt er de be-gin-draad uit. Hy pro-beert er een bal-le- tje van te ma-ken, maar dat is moei-lij-ker dan hy dacht. De draad haakt aan zijn na-gel-tjes en Pim rukt eens flink om het los te krij-gen. Hij ver-geet dat Pom aan de an-de-re kant van de draad zit en tjoep daar trekt hij Pom om-ver. Pom dui-kelt met de dra-den om zijn poot-jes o-ver de kop en valt van de bank. En daar-door trekt hij Pim. aan de an-de-re kant van de draad ook weer mee. Oei oeihelp ik weet niet meer wat jij bent en wat ik ben, roept Pom, die in een groot net van zwar-te dra-den ge-van-gen zit. Ik help je, roept Pim, maar als hij be-gint te ruk-ken wordt hij zelf ook ge-van-gen. Ze vech ten met de dra-den en het lykt wel of het er steeds meer wor den. En op-eens staan de vrouw en me-vrouw Poe-ze-nel-le-tje op de drem-pel. Wel heb je me nou! roept de vrouw en me vrouw Poe-ze-nel-le-tje piept als een bang poes-je dat twee gro te ka-ters ziet vech-ten. Ze moe ten er al-le-bei aan te pas ko men om Pim en Pom uit het ver-schrlk-ke-lij-ke net te be- vrij-den. Van de vrouw krij-gen ze ie-der nog een pets op hun bips toe, maar me-vrouw Poe-ze-nel- le-tje zegt al-leen maar och en nog eens och. Ze moet al bij-na weer een heel klein beet-je la chen, maar ja, dat komt na- tuur-lijk om-dat ze zelf een beet-je een poes is en best be grijpt hoe heer-lijk het is om met wol-len bal-le-tjes te spe len! MIES BOUHUYS 55. tijdelijk gebruik 57. tijdschriftenonderneminc 59. gravin van Holland 61. vluchtige stof 63. grote bijl 65. bevel 68. aanwijzend vnw 70. titel 71 .vennootschapsvorm 72. familielid 73. voorzetsel Oplossingen onder het motto eom- binatiepuzzel dienen voor woensdag a.s. te 9 uur in het bezit te zijn van de redactie van het Leidsch Dag blad. Witte Singel 1. Leiden. Wij stel len vier prijzen beschikbaar: één van f 10, één van f7,50 en twee van elk f 5. Alleen abonnees kunnen mee dingen. VERTIKAAL 1. als Uw haring een afmeting een afmeting van deze vis zou hebben, weigerde U toch! voorkeur i ten bedrage van noot voorzetsel pers. vnw. boom uit Vondel's „Wilt- zank" veldteken streling poging tot koop nobel leed een wild zijn met een veer knaagdier vordering jaartelling opstootje een weinig is de kool niet waard serviel als je geen winst maakt bijbelse plaats zijn pijpen geven muziek insekt kledingstuk 2. 3. 4. 5. 6. 7. de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 21