>Er worden altijd van die
[lauwe grapjes
>ver de adel gemaakt"
Amerikaanse Indianen
op het oorlogspad
MOiid; I
Mexico geeft asiel
aan secretaresse
van de Sowjet-Unie
DAÖ 0 MAART TO70
LETO8CH DAGBLAD
PAGINA 23
LEEUWARDEN (GPD) Als je
0-31313 belt, hoor je een gedicht,
door iemand stemmig wordt voor-
fezen. Deze poëtische tegenhanger
de telefonische weerjuffrouw wordt
ruim twee jaar geleverd door de
liting Operatie Vers te Leeuwarden,
[via drie PTT-lijnen gedichten uit-
Het idee komt uit de adelvan de
heer F. S. Sixma baron van Heemstra,
historicus, Fries schrijver, die samen
met zijn vrouw, de barones Van De
dem, op het kasteeltje De Colckhof in
Laag Zuthem bij Heino (Overijssel)
woont. „Meneer de baron is een aardige
man, helemaal niet meer zo deftig", legt
een oude man achter een borrelglaasje
in een naburig café uit.
j weg naar het kasteeltje kron-
fdoor een dennenbos. De Sixma
Heemstra's moeten vroeger kun-
jkoetsiers in dienst hebben ge-
is geen poort, geen ophaal
den portier, wel een elektrisch
idreven deurbel met twee pau-
jeren er naast. De baron doet
jopen. zegt alleen „Heemstra" en
Jde hele rest weg.
In de kamer is de open haard aan.
Aan de muur hangt een klein ge
deelte van het voorgeslacht. Wanni,
een jagershond dartelt rond. Omdat
niet meteen pardoes wilt vragen of
het baron-zijn tegenwoordig nog lo
nend is, komt eerst het Fries aan
bod. De heer F. S. Sixma baron van
Heemstra heeft e'en tijdje een Fries
literair tijdschrift A-wyt uitgegeven.
„Alleen straatverkoop. Ik zoek daar
altijd flinke grote meisjes voor uit,
van die struise vrouwen heb ik
graag. Als die met zo'n tijdschrift
op je afkomen, kun je er eigenlijk
niet omheen. De verkoop liep goed,
vooral in Amsterdam, Utrecht en
Den Haag".
Er valt even een stilte omdat de
baron wat blokken hout in het vuur
gaat gooien.
„M'n ouders hebben nog in Den
Haag gewoond. Ze stammen uit een
adellijk Fries geslacht, maar ze wa
ren naar Den Haag getrokken om
dat m'n vader secretaris van Konin
gin Emma was.
Het huis hier, „de Colckhof", is
van m'n vrouw, de baronesse Van
Dedem. Sinds 1840 is er eigenlijk
niks meer aan veranderd, de vroeg
ste gedeelten stammen uit de Middel
eeuwen. In de kelder zitten hele dik
ke muren, middeleeuwse muren.
Nu kan ik wel gaan opsommen
welke geslachten hier allemaal ge
woond hebben, maar dat interes
seert lezers van een krant toch niet.
Die willen weten wat zo'n bezit op
brengt. Valt erg tegen. Een huis als
dit onderhouden is op zichzelf ai
duur. maar het ergste zijn die arbei
dershuisjes. Wat je daar tegenwoor
dig allemaal aan moet doen". Kost
kapitalen.
We hebben hier trouwens nog een
huis te huur, met een stalling voor
zeven paarden. Als je nog een huur
der weet, hou ik me aanbevolen. Het
is moeilijk iemand te vinden.
En veel land ligt hier niet om
heen, het is meest nog bos ook. Hout
brengt tegenwoordig niks op. en de
verharde wegen door zo'n bos moet
Wat zo'n bezit opbrengt?
Valt erg tegen
je zelf onderhouden. Nu hebben we
wel een tolhek, dat mogen we offi
ciéél ook dicht doen, maar toch la
ten we iedereen er maar vrij door-
heenrijden. Eigenlijk zou je ook nog
tolgeld mogen heffen, op particulie
re terreinen is dat niet verboden".
De baronesse Van Dedem komt
binnen, met thee met een beetje ci
troen erin: „Als je van adel bent,
denken sommige mensen: het is zo'n
mooie naam, het zal wel een arme
drommel zijn. Anderen zeggen: ze
ziet er echt naar uit om veel geld
te hebben. Ik wou dat het waar was.
Hier op „De Colckhof" merk je
nauweljjks dat je van adel bent, de
mensen hier in de buurt zijn het
eeuwen zo gewend, het gaat allemaal
heel gemoedelijk, ergens in een rust
huis zit een oude tuinman van me
en die ga ik regelmatig opzoeken.
Erg leuk. Maar in de grote stad
kijken ze heel vreemd tegen adel
aan, daar is bij voorbaat kritiek op
de adel; als je van adel bent, deugt
er meteen niets meer aan je, dan
hoor je bij een stel uitbuiters, ze
moesten eens weten".
De baron: „Er worden ook altijd
van die flauwe grapjes over ons ge
maakt".
De barones: „Neem nou die ope
rette van Wim Sonneveld, die „Klein
Parade", daar moeten ze ons ook
weer hebben. Wat we de mensen in
dat verhaal niet allemaal aangedaan
hebben". Terwijl de mensen veel aan
ons te danken hebben, de bossen bij
voorbeeld. Iedereen heeft het tegen
woordig over recreatie, maar een
boer kan geen bos zien staan, die
kapt alles weg. Dank zij ons, dank
zij veel opoffering is er nog bos over.
De mensen hebben hier vrij wande
len. Terwijl het hout niets meer
waard is. Laatst kocht ik twee boe
kensteunen, de juffrouw zei: Me
vrouw, dit is echt eikehout. Ik dacht,
vertel mij niets over echt eikehout.
Je bent aan zo'n bosbezit ook ge
hecht. Ik denk vaak: dat en dat
heeft mijn vader nog geplant en t
groeit aardig. En zo raak je met al
hier verweven. Maar voor de
instandhouding moeten we veel over
hebben, we moeten ons veel ontzeg
gen, we moeten erg zuinig zijn. Men
sen die nu recreatie hebben, mogen
ons eigenlijk wel dankbaar zijn.
Ik ben ook heel zuinig groot ge
bracht. Ik koop altijd een tweede
hands autootje, terwijl allerlei ande
re mensen een nieuwe nemen. We
moeten op veel dingen bezuinigen,
we hebben weinig hulp. Dat geeft
allemaal niks, maar als je ouder
wordt, kun je het niet meer bolwer
ken; je geeft zo'n huis dan aan de
staat en die weet er helemaal geen
raad mee.
Van-adel-zijn is helemaal niet zo
aantrekkelijk. Op school werd je er
altijd mee geplaagd: daar heb je
het baronesje. Het is niet leuk als
je dan een uitzonderlijke positie in
neemt. Mijn broer heeft toen wel
eens gevraagd: Vader, kan ik er
niet af. M'n vader zei dan: nee jon
gen, je bent van adel en dat blijf je.
Het geeft je ook een bepaalde ver
antwoordelijkheid. Het is een kwes
tie van het goede voorbeeld, ook in
moreel opzicht. Je moet aan de men
sen het goede voorbeeld geven, daar
om mag je je niets permitteren".
De baronAls iemand van adel
dronken is en een ongeluk krijgt dan
moet je eens zien hoe de kranten
daar inspringen. Ik heb bij wijze
van grapje wel eens gezegd: als je
„Meneer de baron is een aar
dige man, hélemaal niet meer zo
deftig".
rotneger zegt, wordt iedereen kwaad.
Maar je mag wèl rotbaron zeggen.
De barones: „Er zijn ook niet
meer zoveel mensen van adel en heel
wat adellijke lieden trouwen ook
met mensen zonder titel. De groep
wordt daardoor steeds kleiner. De
meest adellijke families zijn aange
sloten bij de Nederlandse Adelvere-
niging: een instelling voor liefdadig
heid. Als een adellijke dame alleen
achterblijft, springt de vereniging
bij".
De baron- „Neem nu dat grondbe
zit. We betalen er meer belasting
over dan we aan pacht binnenkrij
gen. Daar kunnen we echt geen gek
ke sprongen van maken"
De barones: „Als je één keer van
adel bent, is het verplicht het te blij
ven. De titel hoort bij je naam. Als
je bijvoorbeeld een bekeuring krijgt
en je geeft alleen je naam op en
niet je titel, dan kunnen ze je aan
klagen wegens naamvervalsing. Maar
laten we over de adel ophouden. Gek.
als hier iemand komt, wil hü altijd
over de adel praten. Hier in de buurt
is een vormingscentrum; die groepen
worden dan soms verdeeld. Een
paar jongeren gaan naar een boer,
een paar anderen naar de kruide
nier, wij krijgen ze hier dan ook op
bezoek. Dan beginnen ze ook me
teen weer over de de adel. Heel
vreemd".
Een dame komt de luiken sluiten,
de bezittingen buiten vervagen in het
schemer. De baron („Ik heb m'n
handen vol aan studie en het beheer
van onroerende goederen")„Via het
leger des Heils ben ik op het idee
gekomen om gedichten per telefoon
uit te zenden.'Het Leger doet zoiets
met kerstboodschappen, geloof ik.
De telefoon is een van de natuurlij
ke hulpmiddelen om iet over te
brangen.
De baron gaat wat sherry en
stukjes kaas halen om de avond in
te lulden. De barones: „Het is u mis
schien opgevallen dat hier helemaal
geen planten zyn, ik hou niet van
planten in huis. Ik heb laatst een
klein bloemetje gekocht".
Op de markt?
„Nee, bij een bloemist voor f4,50;
kunt u zien hoe zuinig we zijn. Vroe
ger was hier ook veel meer perso
neel. Op zijn minst drie dienstmeis
jes, een tuinman en een Franse juf
frouw. Quelle heureux, daar heb je
de schilder weer, we zijn de eetka
mer aan het restaureren.
Vroeger moeten ze het in zo'n
huis erg koud hebben gehad, wij
hebben nu c.v., maar vroeger zaten
ze bij de open vuren. Mijn ouders
waren helemaal gehard. Mijn moe
der deed tot op hoge leeftijd nooit
een kachel aan in de slaapkamer.
Wel ging iemand van de dienstmeis
jes van te voren met de beddewar-
mer het bed opwarmen.
Maar als ze 's morgens wakker
werd, moest ze het ijs in de was
bak kapot slaan. We hebben hier
lang geen waterleiding gehad, als je
in bad wilde, werden er ketels, ko
kend water in de kuip gegooid.
Tot 1952 hebben we hier ook geen
elektriciteit gehad, ik ben opge
groeid bij olielampjes. Er was dus
geen stofzuiger. De meisjes moesten
alles aanvegen: eerst koude thee
bladeren op de vloer tegen het stui
ven. Nu heb ik een paar halve da
gen in de week een werkster, voor
de rest doe ik alles zelf, in wezen
zijn we dus heel democratisch.
Toch snappen heel wat mensen
niet meer dat zo'n huis nog bewoond
is. Laatst zat ik hier in de kamer
en toen kwamen mensen naar het
huis toe. Ze drukten hun neus bijna
tegen het raam. ze zagen me wel
zitten, maar het deed hun niks. Ze
hadden waarschijnlijk het idee dat
dit een inrichting was, en je zag ze
denken: gut, wat zou dat mens nou
weer mankeren.
Toen gingen ze in de eetkamer
staan loeren. Ik ben toen uit het
raam gaan hangen en heb geroepen:
Zeg, dat doe ik bij u thuis toch ook
niet.
Laatst stonden hier ook plotseling
mensen midden in de hal, die dach
ten waarschijnlijk dat ik de vrouw
van de concierge was en ze vroegen:
Mogen we het huis even bekijken.
Ik zei: Nee echt niet. De mensen
worden steeds brutaler".
ADVERTENTIE
SW YORK (AP) Boven de oude Amerikaanse federale
■■rngenis op het eiland Alcatraz hing onlangs een Indiaanse
In Township, Maine, blokkeerde een groep Passmaquady-
inen een hoofdweg en eiste tol van blanke automobilisten
geld voor eten en levensmiddelen. In de zomer van het
*e jaar zetten woedende Quinault-indianen 40 kilometer
ld aan de kust van de Stille Oceaan aan de westelijke
js van hun reservaat af om te protesteren tegen de ontsie-
en verontreiniging van hun gebied.
groten getale verschijnen hel
ode plakkers voor autobum-
het teksten als: „Voer niet
oorlog tegen de Indianen" en
idiainen aan de macht".
Maine tot de baai van San
Isco is de Amerikaanse In-
weer op het oorlogspad. Maar
crijgstrommels roepen niet
«*>t geweld en vernietiging,
tot vrede en rust en wat
is —het behoud van
diaainse levenswijze. Jarenlang
e Amerikaanse Indianen een
nde minderheid gebleven. Be-
van hun land, verslagen in een
ijke oorlog en verbannen naar
servaat zijn de Indianen ge-
1/6nti gebleven van de blanke
leving rondom hen. Zij hebben
jeleurstelling en armoede voor
N.jhouden.
r sinds de Tweede Wereldoor-
een nieuwe Indiaan opgestaan,
adiaan op de hoogte van de
aten van de blanke man en
over het leven buiten
iservaat een Indiaan, die
mger bereid is stoïcijns ellende
ti derderangs straatsburger-
BHÏ6 aanvaarde,n-
hebben, om maar
noemen, de grootste kinder -
in het land de gemiddelde
ferwachting van Indianen is
r tegen een nationaal gemid-
van 65, de behuizing van de
en behoort tot de slechtste in
DE
werkloosheid onder de In-
is bijna tienmaal zo goot als
de rest van de bevolking en
imiddelde gezinsinkomen be-
slechts 1.500 dollar per Jaar.
UB& één procent van de Indiaan-
leren op lagere scholen heeft
tise onderwijzers of een In-
5 hoofdonderwijzer. Gebleken
71 de vorderingen van alle In-
e kinderen in de regel twee
Jaar bij die van blanken ach-
in. De Indiaan is van me-
dat vele van zijn problemen
kunnen worden geweten aan de werk
wijze van het bureau voor Indiaan
se Zaken (BIA).
Het BIA -of, zoals sommige In
dianen het noemen het ministerie
van Koloniën behandelt de betrek
kingen van de regering met de In
dianen. Maar hoezeer de Indiaan ook
een afkeer heeft van het bureau, hij
ziet het niettemin als het minste van
twee kwaden, want zonder het bu
reau heeft hij niets.
In de loop der jaren heeft ae po
litiek van het bureau geschommeld
tussen twee uitersten beëindiging
van zijn werkzaamheden, hetgeen
het einde zou betekenen van de spe
ciale betrekkingen tussen de rege
ring en de Indianen en een po
litiek van paternalistische protectie.
Indiaans nationalisme
Voor de „nieuwe Indianen" zo
als de schrijver Stan Steiner de
groep jonge Indiaanse activisten
noemt, die aan universiteiten heb
ben gestudeerd en zijn opgegroeid
na de oorlog zijn beide deze ui
tersten verwerpelijk. Zij roepen op
tot een nieuw Indiaans nationalisme,
gebaseerd op het wettige eigen
domsrecht van de Indianen op hun
land en het recht op hun eigen wij
ze te groeien en te bloeien.
Evenals voor vele andere afhanke
lijke of koloniale volken, die zich de
laatste tijd onafhankelijk hebben
verklaard, betekent dit nieuwe natio
nalisme gedeeltelijk een herleving
van het b-wust zijn van en belang
stelling voor Indiaanse traditie en
cultuur. De vroegere plechtigheden,
traditionele dansen en muziek en
zelfs belangstelling voor de oor
spronkelijke Indiaanse godsdiensten
schijnen zowel in de reservaten als
daarbuiten op te leven.
Vele Indianen hebben de overtui
ging dat de wereld van de blanke
met haar alles overheersende con
sumptie, haar lucht- en waterveront
reiniging en haar zenuwslopend le
venstempo in feite een decadent be
staan is. „Ik geloof dat niet alleen
voor mij, maar voor alle Indianen de
meest fundamentele levensvoorwaar
den waarschijnlijk anders zijn", zei
een Pajote-Indiaan. „De Indiaan
hecht waarde aan een boom. een
grasspriet of het wild dat leeft op
het land. Voorzover ik het kan be
oordelen is het enige dat de blanken
willen zien een dollarteken".
Wat wil de Indiaan en is hij in
staat het te bereiken? Een aantal
Indianen, leden van een speciale, ge
heel uit Indianen bestaande werk
groep met een speciale taak heeft
onlangs op een te Washington on
der auspiciën van het Citizen's Ad-
vocat Centre de betekenis van de
leuze: „Red Power" (rode macht)
besproken.
„Een van de dingen die ik zeker
weet" zei Ernie Stevens, voorzitter
van de raad van stammen van Cali-
fornië „is, dat zij in geen reeële
betrekking staat tot wat men met
„Black Power" bedoelt, omdat wij
een landbasis in deze staat hebben
en enkele van onze problemen ver
schillend zijn. „Red Power" betekent
dat wij Indianen onze zaken zelf
willen bedisselen".
„Red Power" vervolgde Janet Mc-
Cloud, „betekent vrijheid van gods
dienst, vrijheid om betrokken te wor
den bij de beslissende processen die
onze levens beïnvloeden, de vrijheid
onze kinderen op te voeden via een
onderwijs dat zin heeft en hen in
staat stelt op te groeien tot Indiaanse
volwassenen in plaats van te probe
ren hen te maken tot schaduwen
van bleekgezicht".
Een kleine fabriek van elektroni
ca in het reservaat van de Jank-
ton Sioux in Zuid-Dakota is een
voorbeeld van stammen projecten.
De fabriek, gevestigd in een gemeen
schapszaal van een kerk heeft ge€n
prikklokken. In feite is er geen di
rectie, behalve de stam zelf. Er zijn
ook geen vaste arbeidstijden.
Een Indiaan kan werken wanneer
hij wil, hetgeen betekent dat hij
soms 24 uur achtereen en soms een
week helemaal niet werkt. Het kun
nen familieverplichtingen zijn of an
der werk of eenvoudig alléén maar
zin om te gaan vissen of jagen waar
door hij van het werk wordt afge
houden. Aan het einde van el
ke maand wordt de arbeider betaald
voor het werk dat hij heeft gedaan.
De kleine fabriek bloeit op In
diaanse wijze.
De Indiaan beschouwt zichzelf niet
als behorend tot een enkel volk, in
tegendeel, hij is een Navajo, een
Sioux, een Irokees. Dientengevolge
bestaat er niet veel nationale
eenheid in de leiding. „Als men uit
gaat van de gedachtengang der
stammen", zei John Belindo, voor
malig verantwoordelijk directeur
van het nationaal congres van Ame
rikaanse Indianen (NCAI) in
verschil in traditie, levensbeschou
wing en inzichten, begrijpt men hoe
het komt dat het zo goed als onmo
gelijk is dat er een algemene leider
opstaat".
De grootste en invloedrijkste groep
is het Nationaal Congres van Ame
rikaanse Indianen (NCA) in
Washington DC, maar de grootste
stam die der Navajo's, die 110.000 le
den telt is er niet bij aangesloten.
Vele wel aangesloten stammen beta
len hun jaarlijkse contributies niet
en nemen weinig deel aan de werk
zaamheden van de organisatie. De
voornaamste taak van het NCAI is,
een wakend oog te houden op de wet
geving en de rechtsbedeling.
Onverzetttelijker
De laatste jaren schijnt de lei
ding van het NCAI op weg naar een
onverzettelijker houding. „Wij zijn
misselijk van schijnmaatregelen en
telerugesteld door beloften, die men
nooit voornemens was te houden. We
zijn het allemaal beu" zei Wendel
Chino, een Mescalero-Apache en ge
wezen voorzitter van de organisatie
op de kort geleden gehouden con
ventie van het NCAI.
Inmiddels marcheerde voor het ho
tel waar Chino sprak een groep jon
ge indianen van wie vele hoge
schoolstudenten met borden, waarop
geëist werd, dat de minister van
Binnenlandse Zaken, Hickel en de
commissaris van het BIA Louis R.
Bruce, onmiddellijk in staat van be
schuldiging zouden worden gesteld.
Vele van deze jongere, meer militan
te Indianen noemden de deelnemers
aan de conventie „Uncle Tom
my Hawks", het Indiaanse equiva
lent van een Uncle Tom (een neger
die voor de blanken kruipt)
De belangrijkste organisatie onder
de Indianen die hoger onderwijs ge
nieten of genoten hebben is de Na
tionale Indiaanse Jeugdraad (NIYC)
die in 1961 is opgericht.
De belangrijkste prestatie van de
ze organisatie is misschien geweest
dat zij de laatste twee zomers op drie
verschillende universiteiten het ini
tiatief heeft genomen tot leergan
gen ter bestudering van het Ameri
kaanse leven en zijn betrekkingen
tot de Indianen.
HEBT (J
ER LAK AM?
Chif-O-Net, het nieuwe
Duizend Dingen Doekje van
Johnson Johnson, blinkt
uit in het poetsen van uw
kostbare autolak.
Chif-O-Net is gemaakt van
zacht, absorberend textiel-
vlies. Dus ook ideaal om
uw koplampen, ruiten,
achteruitkijkspiegels (en
bril) fonkelend helder te
houden. En om vlekken van
de bekleding weg te wrijven.
En om de oliepeilstok af te
vegen.
Chif-O-Net is makkelijk te
wassen. En weer droog in
een mum. Om keer op keer
te gebruiken voor alle
mogelijke autoklusjes.
Handig, zo'n zeskantig pak
Chif-O-Net in het dash
boardkastje. Er zitten 6
Duizend Dingen Doekjes in.
Let er eens op in de winkel.
Eentje gratis proberen?
Schrijf dan even naar
Johnson Johnson,
Antwoordnummer 28,
Amersfoort
Plak geen postzegel,
die betalen wij.
't Duizend V Dingen Doekje s
In stedelijke gebieden is een
nieuwe groep opgericht die zich de
American Indians United noemt en
evenals de NIYC hoofdzakelijk be
staat uit Indianen, die niet in de
reservaten leven en evenals de leden
van de NIYC niet stamsgewijze bij
haar zijn aangesloten. Het doel van
de American Indians United, die
werken met een subsidie van 90.000
dollar van de Ford-stichting, is, de
talrijke in de steden werkende In
diaanse sociale centra bijeen te
brengen in een soort los federatief
verband.
Naast deze nationale Indiaanse or
ganisaties, bestaan vele kleinere, ge
westelijke groepen met leden onder
verschillende stammen zoals Leh
man Brightman's United Na
tive Americans (verenigde Geboren
Amerikanen) in San Francisco, de
coalitie van Indiaanse Amerikaanse
burgers te Denver en de Survival of
the American Indian Association in
Newsqually, Wash. Al deze groepen
verschillen in omvang en middelen
en zij weerspiegelen de verscheiden
heid, die de Indianen verdeeld houdt
ondanks de luider wordende kreten
van „Red Power".
MEXICO-STAD iAP) De Rus
sische Ra Ja Kiselnikowa, die werk
zaam was geweest als secretaresse
op de handelsafdeling van de Sowjet-
russische ambassade in Mexico-stad
heeft politiek asiel gevraagd en dit
gekregen. Op een persconferentie
onthulde de 30-jarige vrouw, die een
Jaar geleden naar Mexico was over
geplaatst, dat alle Sowjetrussische di
plomaten in Zuid-Amerika een dub
bele rol vervullen: die van ambte
naar van de buitenlandse dient en dl
van spion.
ZU zei over aanwijzingen te be
schikken „dat de Sowjet-Unie recht
streeks betrokken was bij de studen
ten-opstand in Mexico-Stad van 1968"
het jaar van de Olympische Spelen
aldaar.