ij liep in een bos
HE (ATS ONBETWIST AAN DE TOP
Pleidooi voor de travestie
een verhaal
GEDICHTEN van LUCAS VAN LAND
Naar Zweden
Hel begin
Fanclub
En dan nog
Dienstplicht
Oorlog
[JERDAG 12 FEBRUARI 1970
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 15
l Hy liep in een bos. Of?Ach hy
rist het niet meer. Die verdomde mist
.uchtvervuiling zeggen anderen. Hij
L trompelde verder en stootte zo nu en
l\ an met zijn voet tegen iets. Een boom-
E tronk? Een stoeprand? Hij wist het
liet en bos en stad zouden wel hele
rs naai leeg zijn.
LogischHoe ver kon hij niet zien, een
^ïalve meter? een meter?.Hoogstens!
Jaar kon zich niets in begeven, geen le-
rend wezen, geen dood ding. Ja toch
lij. Waarom was hij daar? Wat was hem
iverkomen dat hy zijn leven zó waag-
le? Geen zin?Misschien. In het be-
in had hij altijd gelachen als een an-
[er zeiik kan niet zonder haar. En nu
ijn eigen „haar" hem verstoten had,
vist hy het niet meer. Wist hij niets
Boven zijn hoofd was een heel zacht
Schijnsel. Het schijnsel van de zon. Het
kras alsof alleen zij hem nog bereiken
ton en dan nog. Die verdomde mist, zei
nu, ik wil zon, ruimte, ik wil ver
ten! En zachter vervolgde hy: ik heb
rnger. Hoe lang ben ik nu al weg.
,cht hy. Moe ging hij zitten. Waarop
iij aan zijn hand iets kleverigs, spon-
voelde. Paddestoelen, dacht hy, toch
en eten, honger, eten.
Hij trok een stuk van het ding af,
pte erin, maar spuugde het onmid-
llijk weer uit. Vervloekt, riep hy en
ugde nog eens om de scherpe smaak
wijt te raken, dat mijn bet-bet-bet-
jvergrootouders daar niet aan gestor
ren zijn. Zijn ze misschien ock. dacht
ly grijnzend, waren er dan ook vroeg by.
-| Nee. verbeterde hy zichzelf, andere
11 kuituur. Rotkultuur. riep hy uit. Maar
I hm, dacht hy, laten we eens verder
J open Maar ik kan werkelijk niet meer.
poor gaan! Dan maai- kruipen, dacht hy
wilde nog wat vloeken, maar was er
moe voor. Nooit meer rusten, dacht
anders kom je niet meer op en hy
oop.
Toen de kleurschakering van de mist
van wittig-geel langzaam overging in
roze en oranje en rood dacht hy: waar
om beweeg ik nog? Ik bereik toch niets.
Ik heb nog nooit wat bereikt. Rotkul
tuur, mompelde hij weer en daarop, rot-
mist, rothonger. En hij ging weer zit
ten. Toen, even, heel even, was er een
windvlaag, die de mist heel even op
blies en op dat moment zag hij een
stuk papier liggen. Gretig greep hij het.
Krant? Nee, bladzijde uit een boek.
liep in een bos. Of?Ach hij wist het
niet meer.las hij en wist al genoeg.
Rotboek, dacht hij, slecht, saai, kortom
waardeloos, en hij verfrommelde de blad
zij. Wat geschreven staat is een leugen.
Slaap, dacht hij en zag het scheme
ren, honger en slaap, vermoeidheid en.
en.morgen dood, dacht hij nog en
dommelde in.
De volgende morgen werd hij wakker
de hij het zich nou. of was-ie inderdaad
minder dicht. Hy wist het met, kon het
niet zien. want zyn ogen draaiden van
de honger en hij kon niets scherp krij
gen. Honger. Dorst. Toch meende hy,
dat het zonlicht iets beter was, dat de
mist iets lichter was. Honger. Dorst.
Zal ik maar weer verder kruipen,
dacht hy, zal ik het nog proberen? Hon
ger. Dorst. Ja, proberen tot ik erbij neer
val. De natuur is wreed, is onmenselijk
wreed. En dat is wreed! Waarom wil ik
nog verder? Honger. Dorst. En hy
stond op.
Hee, ik sta weer. riep hij. trouwens
ik soreek ook weer. Honger. Dorst. En
opgewekt begon hy weer te lopen. Maar
het duurde niet lang, of hij voelde de
vermoeide voeten van gisteren weer.
Honger. Dorst. Ik wou. dacht hij. dat ik
een luchtballon had. Met een heerlyk
mandje, waar ik in kan liggen. Wegzwe
ven naar de zon, droomde hij verder.
zo maar
van LODEWIJK PIETER OTTO
met een honger als een paard. Twee
paarden, veroetfrde mj z.chzelf en nog
steeds niet dood. en hij glimlachte,
maar vloekte daarop, want hij voelde
een vreeslijke dorst.
Even dacht hij een vogel te horen flui
ten, maar hij kon zich vergissen, loon nog
steeds niets zien door de mist. Verbeeld-
weg van de mist. weg van de wereld.
En hij was nog niet uitgedacht, of hy
botste bijna tegen zijn ballon op. Groot,
gekleurd en met een heerlijk mandje er
onder. Vastgezet met kabels aan het
mandje. Honger. Dorst. Zweven, ik wil
zweven, gierde het door zijn adamsap
pel. En hij dook na een aanloop in het
mandje, belandde zacht op de bodem en
vond er een byltje. Net wat ik nodig
heb, dacht hij en hakte ermee de strak
gespannen kabels door. Weg wipte de
ballon, weg naar de zon. Zacht schom
melend.
In het mandje Vond hij nog een mand
je. een mandje gelijk zij" wel kon ma
ken als ze gingen piknikken. Honger.
Dorst. Waarom moest hij weer aan
haar denken? Hij opende het mandje
en vond daar. o wonder, heerlijk brood
en worst en ham en sla en tomaat.
Dorst. Dorst. En daar. daar onder een
kleedje lag een fles wyn.
Het brood rook nog heerlijk vers en
hy begon te eten. Sneed het stokbrood
i want dat was het) in de lengte door en
legde de sla. de worst, de tomaat en de
ham ertussen. Opende met een zachte
plop de wijn en zette de hals voorzich-
tg aan de mond (hy kon tcch geen
glas volschenken en volhouden met dat
geschommel). Heerlyk! Hij at e:i dronk
voor het eerst in zijn leven. Werd ech
ter ook dronken. En viel. nog sceeds in de
mist, in een droezelige, zachte slaap.
Toen hij weer wakker werd. zag hy
de zon naar de kim zakken, dat wil zeg
gen hy zag. dat de mist o hem
heen roze werd. Een eigenaardig gevoel
bekroop hem. Hoger, ik wil -c^er. ik w.l
boven de mist uit, de zon zien, de he
mel zien. ik wil vergeten.
Ik stijg zeker niet genoeg, dacht hy,
lichter, ik moet lichter worden, en hij
begon verwoed zyn voertuig te verlich
ten. Zandzakken hakte hij los en zag
ze met genoegen vallen. Is het niet ge
noeg. waarom stijg ik niet. ik voel geen
stygwind. Ik-ik wil stijgen. En hy begon
zyn zo bevochten voedsel overboord te
werpen.
De heeriyke fles wyn, het verrukke-
lyke brood, het zachte, frisse beleg,
'toen hij daarmee klaar was. begon hy
aan de rest. Het byltje duikelde naar
beneden, een by bel en nog veel meer
rommel. Dat lucht op, dacht hy, ik voel
me een stuk lichter, maar waarom, voel
ik dan geen stygingswind? Een de zon
zakte.
Op de bodem zag hy nog wat liggen;
een velletje van het één of ander. Hy
raapte het op en dacht: als alles over
boord moet dan dit ook maar, doch hy
zag. dat het beschreven was en las het:
hy weer wakker werd zag hy de zon
naar de kim zakken
Alweer iets uit één van die slechte
schrijfsels, en hy vloekte, verkreukelde
het en wierp het overboord. Toch wil ik
hoger, dacht hy, ik wil de zon zien voor
zy onder gaat. Als zij erin zat, dacht hy,
kon ik haar.Wat een rotstreek van
me, dacht hij, en voelde een wind langs
zich strijken. Toch was hy niet ver
heugd. integendeel. Ik val, gilde hy,
maar niemand hoorde hem. De wind
suisde langs zijn gezicht. Toch nog
dood, dacht hy en viel. Maar zag niets
dan mist, mist. Rotmist, vloekte hy.
roten viel. Toen zwart, pyn. Nacht?
dood? Niets?
De volgende morgen liep een meisje
door het bos, dat door de zon overgo
ten glinsterde van de dauw. op het mos,
op de varens, op alles. De lucht was he
melsblauw met een enkel wit wolkje. Het
was een mooi lief meisje, doch ze keek
treurig, ja, huilde wat. De vogels floten
vrolyk.
Toen hy wakker werd. zag hy haar,
zag hy de zon. Toch boven de mist,
dacht hy, och nee, ik ben gevallen
door-doorHy sprong, wat styf van
de nacht, overeind en omarmde haar,
kuste haar. Haar lippen waren zacht.
Ze huilt, merkte hy, ik ook. Waarom?
Ik weet het niet. Heef het ook niet te
weten.
Zullen we, vroegen ze na een tydje. Ja,
fluisterde ze glimlachend. Ze gaven el
kaar een hand en dansten naar de bal
lon. die wat verderop stond. Gingen
erin zitten. Maakten voorzichtig de tou-
we los. En wipten weg. Weg over zeeën,
over bossen, over steden. Weg naar de
zon, de nacht, de wolken, de sneeuw, de
regen. Waren gelukkig.
LODEWIJK PIETER OTTO
?,y
drie nummer één hits
-¥• één gouden single, twee gouden elpees
'n Edison
Deze onderscheidingen gaarden The Cats in een tijdsbestek van één
4aar bij elkaar. „Lea" werd de eerste gouden plaat in de geschiede-
lis van de Nederlandse popbusiness, evenals de twee gouden elpees,
feen Edison krijgen zij op 27 februari op het Grand Gala du Disque.
Voorwaar een niet geringe prestatie! De vijf Volendammers Piet
fen Cees Veerman, Theo Klouwer, Jaap Schilder en Arnold Mühren
hebben het ook echt niet cadeau gekregen; zij werken al sinds zeven
naar samen.
ker kwam het voor dat ze hun werkge
vers een dag vry moesten vragen voor
een teevee-opname of een plaatopname.
In februari van het vorige jaar waag
den ze de grote stap en werden beroeps.
Nu konden ze ook gevolg geven aan
een uitnodiging uit Zweden om daar
tien dagen te komen voor het geven van
een aantal shows en teevee-optredens.
Deze toernee was dermate succesvol, dat
een tweede trip naar Scandinavië zeker
tot de mogelijkheden behcort.
Het succes van The Cats was tot voor
anderhalf jaar terug alleen nog
maar een Noordhollandse aangelegen
heid. Pas sinds het succes van „Times
where when" zyn ze ook in het overige
gedeelte van ons land een veelgevraagde
popgroep.
Alles begon op de mulo, waar Arnold
Mühren en Cees Veerman elkaar leer
den kennen en besloten samen een duo
vormen. Ze brachten vooral liedjes
Van Elvis Presley ten gehore. Al gauw
kwam er een „fusie" tot stand met een
ander duo. The Everly Kosters, dat ge
vormd werd door de twee neven Piet
Veerman en Jaap Schilder. Gevieren
gingen ze verder ander de naam Mystic
Pour, totdat drummer Theo Klouwer in
1964 definitief by de Cats kwam. Nu was
de groep klaar om in Noordhollandse
dancings te gaan optreden.
Purmerend, Wervershoof. Nibbixwoud.
irhugowaard, Veenhuizen etc. kwa-
veelvuldig in de agenda van mana-
Jan .Tuf' Buys voor. De populariteit
The Cats werd allengs groter, tot-
zy een talentenjacht wonnen. Hier
door kwamen zy in contact met een mi
nuscuul platenmaatschappytje, dat drie
singletjes van de populaire groep uit
bracht.
Hits werden het echter niet. Die kwa
men pas toen de Cats een contract te
kenden met platenmaatschappy Bove-
ma in Heemstede. „What a crazy life",
„Sure he's a cat". „Turn around and
start again". ..Times where when". „Lea",
„Why", .Scarlet Ribbons" en .Marian"
zyn zo'n beetje alle hits die zy tot nu
toe gemaakt hebben.
geschreven door fanclub
THE CATS CLAN
By „Times where when" begon het pas
interessant te worden, want-dat was de
eerste single die hen in de top-5 bracht.
Dat bracht hen bekendheid in heel Ne
derland en steeds meer werk. Vooral dat
laatste was vaak een bezwaar, want ze
zagen alles nog als een hobby en dach
ten er niet aan „full prof" te worden.
„Lea" was zo'n kraker van formaat,
dat het niet langer meer ging. Steeds va-
The Cats zyn de eerste Nederlandse
popjongens die goud kregen. Nog nooit
was het voorgekomen dat een vaderland
se popformatie meer dan 100.000 exem
plaren van één single verkocht. Dat suc
ces viel „Lea" ten deel. waarvoor zy in
maart van het vorig jaar vier maan
den na de release werden onderschei
den met een glimmende „Lea" in lyst.
Vcor de tweede maal goud kregen zij
in augustus, ditmaal voor het bereiken
van 25.000 verkochte elpees „Cats". Van
hun „Colour us gold" elpee zyn inmid
dels ook al weer zo'n 35.000 stuks ver
kocht en daarvoor moet ook weer goud
worden overhandigd. En dan nu een
Edison! Proficiat. Cats!!
By een optreden in Noord-Holland zyn
steevast „The Crazy Cats Clanners" aan
wezig, een groep fans. die hun enthou
siasme voor de groep niet onder stoelen
of banken steekt. Zy voeren spandoeken
met zich mee met als opschriften „Cats
forever" en „We want The Cats".
The Cats kunnen zich verheugen in
een grote schare fans. die zich allemaal
hebben aangesloten in een grote fan
club, die zich met ruim 2000 leden de
grootste fanclub van Nederland mag
noemen, i Oudheusdenstraat 18, Badhoe
vedorp).
In het Leidsch Dagblad stond on
langs een versla?: van de mode die .s-
terel brengt. Esterel begrypt niet waar
om het voor een gewone /•aken an gek
zou zyn om een jurk te dragen. Hy is
een veerstander va n uni-si-x .node
Een mode, kleedgewoonten, kleedlust,
waarby het idee van: dit is voor re
man en dat is voor een vrouw, wegvalt.
Kortom: klédingvrijheid. een vrijheid cl t
indertyd ook gepropageerd is door het
provo-lid mevrouw Irene Donner-v d.
Wetering, maar waar we in de maat
schappij rog te ver van afstaan.
Tien jaar geleden had ik een vriend
die lang haar droeg en een armband. Thj
trok verschrikkelyk veel bekijks en werd
hier en daar uitgescholden en cf be
lachelijk gemaakt. Zelf heb ik nooit
das. boord en colbert gedragen en daar
heel wat over moeten horen. Nu wordt
deze kleding-afwijki-g min of meer
door iedereen geaccepteerd.
Gaat een man travestie plegen, zo
genaamde vrouwenkleren: hoge hakken,
dunne kousen (de dracht van L' wrk
XIV», japon, mogelyk foundation met
beha en make-up, wat is daar dan
zolang het niet verplicht wordt gesteld
eigenlyk tegen?
Men ziet tegenwoor i>g ge.akkig -
zoveel vreemsoortig uitgedoste lieden,
dat men hieraan, werd het een beetje
algemeen, al gauw gewend zou raken.
Doch daar is de wet. Een politieveror
dening die het de man verbiedt op straat
(geheel» als vrouw gekleed te gaan. Die
politie wil dus dat onderscheid tussen
man en vrouw gehadhaafd zien.
Voordewind in zyn bekende boek „De
commissaris vertelt" wydt enige blad-
zyden (blz. 56 t/m 58) aan travestie. Hy
komt met diverse typen in aanraking:
personen van allerlei stand waaronder
intellectuelen, zelfs medici en zakenmen
sen met klinkende namen. Personalia
met foto's worden in de misdadigers-
karthotheek opgenomen.
Voordewind heeft er weinig begrip voor.
Hy vindt het wel meer een medische
dan een juridische kwestie, maar spreekt
van brutaal en opposant als hij het heeft
over personen, die voor zichzelf het
recht opeisten om gekleed te gaan zoals
zij wilden en de politieambtenaren die
hun dat wilden beletten, achter-
ïyk noemden. De homofiel wordt zo
langzamerhand als normaal beschouwd,
maar als de travestiet zich op straat
waagt, komt Leiden in last en volgen
neem ik aan aanhouding, cel en
„recht "spraak.
Naam en adres
van deze inzender zyn
by de Altona-redactie bekend.
Een gevarieerde Altona ditmaal Alto-
na is de pagina die voor iedereen open
staat. Verschynt wekelyks».
•Lodewyk Pieter Otto schreef zo maar
voor de gein een verhaal, zie boven
Dan kregen we een stukje van de fan
club van de Cats en dat staat links.
Lucas van Land componeerde twee
kleine gedichtjes en Rob de Nooyer
maakte de schitterende All Together
Now tekening.
De schryver van „Pleidooi voor de
travestie" is by de Altona-redactie met
naam en adres bekend. Als regel wor
den absoluut geen ingezonden stukken
zonder ondertekening ongenomen. maar
voor dit delicate geval meende de meer
derheid van de redactie een hoge uit
zondering te kunnen maken.
Vandaag ben ik soldaat
ik proef een bittere smaak
en spuug,
meer niet
en morgen,
morgen ben ik weer soldaat.
Massa
massa
massagraven liggen aan mijn
voeten
maar als ik mijn ogen sluit
ben ik dood.