Bogaers zorgde voor doorbraak Ellende te laat herkend Inflatie ligt op de loer Vijfentwintig jaar woningnood in Nederland FINANCIEEL WEEKOVERZICHT rt Eenheid of toch verdeeld ZATERDAG 31 JANUARI 1970 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 7 UTRECHT (GPD) De bouwminister in het ka binet-De Jong, ir. W. F. Schut (49), is in de Tweede Kamer komen te staan tegenover een van zijn felste critici, het socialistische kamerlid drs. J. van den Doel (32), die hem heeft geïnterpelleerd over de woning bouw. De interpellatie-Van den Doel heeft één doel: weg met Schut! Het kamerlid had een sterk uitgangs punt. Reeds verscheidene malen had hy in het vorige jaar aangedrongen op verhoging van het aantal gesubsidi eerde woningen, liefst met 5.000. omdat volgens hem het bouwprogramma 1969 niet zou worden gehaald Vooral de vrije bouw bleef achter, zo zei hij, en de mi nister moest ingrijpen. De bewindsman zelf bleef echter optimistisch over de uitkomst over 1969 en voelde er niet voor om een dergelijke operatie, die het rijk een gevoelige financiële klap toebrengt, uit te voeren. Nog eens uit te voeren, zouden wc moeten zeggen, want minister Schut had In het jaar 1968 wel een extra contingent subsidie-wonin gen gegeven. Misschien kreeg hij er in '69 het geld niet voor? Misschien heeft hij het ook niet onderkend »n gedacht dat na de terugval in het bouwprogram 1968 weer een extra oogst zoals van 1967 zou volgen? Het heeft anders uitgepakt en helaas moet de con clusie luiden, dat minister Schut een partijtje paniek voetbal heeft weggegeven, dat zijn aanzien en prestige heeft geschaad. Op 6 januari j.l. ging er een persbe richt uit van zijn departementhet bouwprogramma 1969 (125.000 woningen) was royaal gerealiseerd aan de hand van bouwvergunningen en machtigingen zou den 132.479 huizen gereed hebben moeten komen. Op 9 januari sprak de officiële statistiek van de woningbouw hem ernstig tegen, wat betreft de werke lijk gebouwde huizen in 1969. De 16-de januari kwam de klap hard aan: het CBS meldde 123.080 werkelijk voltooide huizen, 1920 minder dan het bouwprogram Dat de minister op 20 januari berichtte (in antwoord op vragen uit de Eerste Kamer) dat hjj denkt aan een bouwprogramma van 135.000 140.000 woningen, kwam daar ongelukkig achteraan. Ir. Schut was mede door eigen onhandige manoeuvres op hoogst onplezierige manier „in het nieuws" geraakt. Wanneer wij in Nederland over de woningbouw praten, dan bedoelen wij een vrijwel niet te overzien complex van regelingen en cijfers. Vrije sector, pre mies,, woningwet, huur bescherming, huurllberalisatie, huurverhogingen, doorstroming, huurbelasting een lange reeks bepalingen doemt op, vergezelt van een door architecten en aannemers gevreesde papier-we reld, die een haast onverteerbare rijstebreiberg vor men, alvorens de spa in de grond kan worden gezet. In bijgaand overzicht -van de woningbouw laten wil een zeer belangrijk deel van die rijstebrei maar links liggen. Wij willen ons beperken tot de bouwcijfers van werkelijk gebouwde huizen en het daarbij ge voerde bouwbeleid sinds 1945. Toen Nederland in 1945 na de bezetting de schade ging op nemen, was die aan de woningvoorraad als volgt: 95.000 huizen waren in de oorlog totaal vernield, 55.000 waren zwaar tot zeer zwaar beschadigd en 500.000 waren licht beschadigd. De woningbouw had vrijwel stil gelegen en aan de jaarlijkse be hoefte (zo'n 30.000 per jaar) was niets gedaan. Meer dan één miljoen Nederlanders waren in '45 bitter slecht gehuisvest. ▲▲▲▲▲▲AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA Er moest, dat was van het begin aan duidelijk, een stevig bouw beleid worden gevoerd. Ir. J. A. Ringers werd de eerste minister van Openbare Werken en Wederopbouw, maar deze typische water staatsingenieur trad in november 1946 al weer af in verband met het regeringsbeleid tegenover Indonesië. Mr. J. in 't Veld werd de opvolger en het departement kreeg de naam: Wederopbouw en Volkshuisvesting. Op 4 en 5 oktober 1947 kwam in Amsterdam het eerste na-oorlogse congres bijeen van de Nationale Wo ningraad met als belangrijkste spre ker dr. Z. Y. van der Meer, direc teur-generaal Volkshuisvesting. Hy schatte de woningachterstand op 200 tot 250.000 woningen, ontvouwde een program van allengs oplopende wo ningbouw tot 70.000 huizen per jaar en dacht dat de woningnood zeker tien jaar zou duren. Maar zoals alle schattingen in de woningbouw bleken deze eerste ook al spoedig achterhaald. Op 24 sep tember 1948 gaf minister In 't Veld al meer sombere cyfers: het tekort was te stellen op 340.000 huizen op een totale woningvoorraad van rond twee miljoen. Het dubbel bewonen van huizen was schering en inslag. Van de trouwlustige jonge paartjes <en die waren er genoeg in die ja- rent trok 60% bij derden in. Minister In 't Veld ontvouwde bouwprogramma's, die de komende jaren langzaam, maar voortdurend opliepen. Hy hoopte dat materiaal- schaarste zou meevallen. Maar ook aan de andere kant wilde hij niet te hard van stapel lopen: als we zo snel de woningtekorten inhalen en veel arbeiders naar de bouw toe hebben gelokt, zitten we straks zonder werk in de bouwnijverheid, meende hij. Dit is een curieuze zaak geweest, die niemand kan begrijpen die niet de nijpende werkloosheid, met name in de woningbouw, van vóór de oor log had meegemaakt. En niet alleen minister In 't Veld herinnerde die zich, ook in een hoofdartikel van de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 4 april 1950 heette het: een te hoog opgedreven produktie zou te veel arbeiders naar de bouw trekken en later werkloosheid tot gevolg heb ben". Dit werd geschreven toen de ge boortegolf al over ons heen was ge spoeld en de bevolkingstoename in hoog tempo ging. Die toename heeft tot in dit jaar toe (zoals we later zullen zien) alle voorspellers dwars gezeten en het is aardig om in by- gaand staatje te zien hoe zy is ver lopen. Niet ernstig genomen Eigenlyk zouden we nu moeten concluderen: de woningnood werd in B O) i O S u s 41 ta o tS -C o s p, 1 gl o a o O 92 1945 389 1946 1.593 1947 9.243 10.000 1948 36.391 30.000 1949 42.791 38.000 1950 47.300 40.000 1951 58.666 45.000 1952 54.601 50.000 1953 59.597 65.000 1954 68.487 65.000 1955 60.819 65.000 1956 68.284 70.000 1957 88.397 75.000 1958 89.011 80.000 1959 83.632 80.000 1960 83.815 80.000 1961 82.687 82.500 1962 78.300 90.000 1963 79.523 90.000 1964 100.978 95.000 1965 115.027 105.000 1966 121.699 115.000 1967 127.433 125.000 1968 122.700 125.000 1969 123.080 125.000 Ir Schut, minister van Volks huisvesting. de jaren tot 1954 eigenlyk niet hele maal ernstig genomen. Zij was hoogst onaangenaam, zeker, maar er werd toch gebouwd? Spoedig zou het voor bij zijn. In de miljoenennota's en troonredes wordt over de woningnood niet gerept. De miljoenennota 1952 kent twee uitgangspunten <we zitten in het derde kabinet Drees met prof. Lieftinck op Financiën en mr. In 't Veld op Volkshuisvesting): de militaire inspanning voor de verdediging van de vrije Wester se wereld heeft prioriteit. de betalingsbalans moet sluitend gemaakt worden. Het bouwprogram van 40.000 wo ningen ondervindt helaas de beper kingen die de noodzaak van die twee uitgangspunten oplegt. Commentaar is hier overbodig, be halve dan dat het gemakkelijk is achteraf wijs te zijn. Maar het is wel zeker dat wat in 1952 nog zo gemak kelijk kon, thans op onoverwinbare weerstand zou stuiten van parlement en volk. Troonrede 1953: „Om de krotop ruiming dienstbaar te maken aan bestrijding van de werkloosheid wan neer in de komende jaren de bouw- bedrijvigheid zou teruglopen, zal voorbereiding van saneringsplannen ter hand worden genomen". Ook hier nog steeds de mening: het loopt wel los. Maar hoe fout was dit inzicht. Door repatriëren en hu- welijksanimo steeg bijvoorbeeld in de jaren 1945—1948 de woningbehoefte aanzienlijk sneller dan er toen bijge bouwd kon worden. De woningnood werd na 1945 dan ook steeds nijpen der en pas in 1951 werd evenveel ge bouwd als de jaarlijkse behoefte. Dit betekende: in het jaar 1952 was de woning nood 100.000 huizen groter dan di rect na de bevrijding in mei 1945! Daar zou dan nog in februari 1953 de watersnoodramp in Zeeland bij komen. koming van andere bouwwerken noodzakelijk blijken". Dat betekende de officiële erken ning van de woningnood, die van 1954 verder een essentieel onderwerp van het regeringsbeleid blijft beheer sen. Ook vestigde 1954 een nieuw re cord: er kwamen 68.487 huizen ge reed, een aantal dat de volgende twee jaar niet meer gehaald zou worden. 1 september 1955: minister Witte doet via de radio een beroep op de bouwnijverheid om de produktie op te voeren. Hij stelt dat de woning nood nog steeds 200.000 huizen be draagt en het nog zeker tien jaar zal duren eer die zyn ingelopen. Een optimistisch geluid van de heer Witte, zouden we nu zeggen. Maar toen klonk het ons somber in de oren. De troonrede 1955 noemde dan ook de woningnood een „donkere vlek op ons volksbestaan". In de begroting kreeg de woning bouw prioriteit boven andere bouw werken, er werd een raad voor de woningbouw gesticht, maar het to taal van 1955 viel bar tegen: slechts 60.819 huizen kwamen gereed. Er is in 1955 nog even een kabi netscrisis over de huurverhogingen, maar zoals gezegd willen we ons daar niet in verdiepen: het huur beleid is een apart deel. Het jaar 1957 ziet er beter uit: de troonrede noemt het woning tekort de zwaarste nood waaronder ons volk lijdt en minister Witte ves tigt een nieuw record: 88.397 wonin gen. Aantekening by deze cyfers van een statistisch gegeven: in 1957 re patrieerden uit Indonesië 37.000 Ne derlanders.. Wy zaten toen midden in de narig heden met Indonesië om de toekomst van Nieuw-Guinea, het probleem dat pas in 1962 werd „opgelost". De eco nomische terugslag was ook in de woningbouw te voelen en minister Witte had te kampen met de vraag stukken van alle bouwministers. Hy vertelt in de Kamer de PvdA-fractie dat het „absoluut onmogelyk" is 10.000 woningwetwoningen meer uit te geven, gezien de „byna wanhopi ge toestand van de schatkist". Het kabinet zou aftreden als de Kamer dit van haar eiste. Een dergelijk conflict deed zich eind december 1960 voor. Het laatste kabinet-Drees was gestruikeld en opgevolgd door het kabinet-De Quay, waarin mr. J. van Aartsen als bouw minister ir. Witte was opgevolgd. Hij startte goed, maar in de troonrede had iets geklonken dat menigeen wat wantrouwig maakte: „De rege ring overweegt maatregelen tot on dersteuning van het streven de par ticuliere woningbouw meer dan tot dusverre op de bouw van goedkope volkswoningen te richten". Het AR-kamerlid Van Eibergen was degene die zijn politieke vriend Van Aartsen deed struikelen: zyn motie voor 2500 meer gesubsidieerde woningen werd aanvaard, het kabi net-De Quay nam dat niet en trad af, maar op gezag van Wim Kans „Lijmen Jan, lijmen Jan" werd een formule gevonden om het op 2 janu ari 1961 te doen terugkeren. Het optreden van minister Van Aartsen had verder geen gevolgen voor het kabinet, al liep in 1962 en Doorbroken Prioriteit: eindelijk zette de rege ring leniging van de woningnood bo ven aan de lijst en was bereid er zo nodig zware lasten voor op zich te nemen. Bogaers zei op 21 oktober dat begin 1970 het woningprobleem zou worden opgelost. Hy wilde een bouwschema van 125.000 woningen per jaar: eindelijk iemand die de magische grens van 100.000 wilde doorbreken. In 1964 wordt dat bereikt. Minis ter Bogaers brengt in een jaar tyds de produktie van rond 80.000 op bijna 1963 de bouw achteruit - wat ver- 101.000 door het creëren van een moedelijk lag aan de geringe animo ..pluriform bouwbeleid Hy schept in de vrije sector. Van Aartsen ging wat hii noemt bouwstromen, rijdt als bouwminister weg, toen de kri- door hot hele land met een telefoon tiek zeer sterk opklonk dus mis- in zijn auto of vliegt per helikopter van woningfabriek naar woningfa- verdwenen zijn. Er zyn voor de vele jonge gezinnen (de geboortegolf van 25 jaar geleden is druk aan het hu wen) en door de gezinsverdunning veel meer huizen nodig dan gedacht. Wy moeten het program van 125.000 tenminste handhaven, aldus ir. Schut, maar ook dan wordt het 1973 of 1974 eer we kunnen zeggen dat de wo ningnood weg is. Pal daarop komt de mededeling: het bouwprogram 1968 is niet ge haald en blyft 2300 huizen achter op die 125.000 Wy naderen het einde van dit overzicht. Wat er in 1969 is gebeurd e" wat zich zo pas heeft afgespeeld, vermeldden wy in de aanhef van dit artikel. schien wel juist op tyd. In het kabi- net-Marynen kwam de energieke drs. P. C. W. M Bogaers. briek. Op één dag opent hy er drie. Bouwvakkers krijgen vrijstelling van militaire dienst en hy ziet zyn pro gramma's ver overtroffen. 11 december 1965: het woningtekort is nog 185.000, zo meldt hy. Het ka binet Marynen is dan al ter ziele, maar het nieuwe kabinet Cals-Von- deling heeft bouwminister Bogaers en zyn program mee overgenomen. Met succes: 1 november 1966: het woningtekort is nog 130.000. Maar het kabinet- Cals leeft niet lang meer en Bogaers valt met de anderen op 22 november 1966 in de nacht van Schmelzer. Zyn programma leeft door in het kabinet-De Jong, dat zyn program van 125.000 woningen per jaar over nam. De nieuwe minister, ir. W. F. Schut, ziet in zyn eerste jaar 127.433 huizen gereed komen. Hy meldt op gezag van de centrale directie volks huisvesting: woningtekort ligt thans onder de 100.000. In opspraak Minister Schut beleeft als bewinds man moeiiyke dagen. De essentie van zyn beleid de huizenbouw in een land waar nog woningnood heerst is in opspraak en dat maakt vele emoties los. De minister heeft de oorzaken genoemd van de tegenval lende resultaten: de langere bouw- tyd, de spanning van de arbeids markt, het hoger ziekteverzuim, de sterk gestegen rente die de kapitaal voorziening in de bouw op beden- keiyke wyze dwars zit. Dat mag dan zo zyn, het zyn de positieve resultaten in de woning bouw die het gezicht van de be windsman voor de volkshuisvesting bepalen. Vyfentwintig jaar geleden is Nederland, na een verwoestende oorlog en bezetting, met de weder opbouw begonnen. We willen nu ein- deiyk wel eens van de woningnood af. Is dat zo'n onredeiyke eis? Drs. Bogaers IJshockey Tilburg Trappers heeft op eigen ys met 145 gewon nen van de r-ranse ploeg Grenoble Maar ir. Schut moet hierna twee ;n een wedstryd voor de Coupe-In- teleurstellende mededelingen doen. ternationale. De 3500 toeschouwers Op 19 november 1968 laat hy weten: zagen de score als volgt tot stand de woningnood zal in 1970 nog niet I komen: 3—1, 5—2, 6—2. Eindelijk Eindelyk dan! Troonrede septem ber 1954: „De woningnood is het ny- pendste probleem waarvoor wy bin nenslands nog gesteld zyn. De rege ring streeft naar een bouwprogram van 65.000 woningen. Om dit te be reiken zal beperking van totstand- LEIDEN (GPD) Opmerkelijk was het dat president Nixon in zijn jaarlijkse regeringsbood- schap uiterst summier was over het inflatievraagstuk. De vonken sprongen er bepaald niet van af. Hij volstond met de verklaring, dat de strijd tegen de inflatie on verminderd wordt voortgezet. Als remedie noemde hij het streven van de regering om de begroting voor 1971 in evenwicht te bren gen. Als dit zou lukken, dan zou de geldcreatie ten behoeve van de federale schatkist een einde nemen, maar dat wil natuurlijk nog niet zeggen, dat er geen geld door de mazen van het net heen- glipt. Overigens moet de voornaamste oorzaak van de prysopdryving ge zocht worden" in het hoge peil van de consumptieve uitgaven, dat ertoe geleid heeft dat het prijspeil van de cember 7,2 pet. «ïoger uitkwam dan de kosten. Het grootste aandeel daarin had de styging van de kosten van le vensmiddelen. Voorlopig valt er nog geen einde te zien aan de opgaande trend der prijzen. Ook in Nederland zullen de pryzen In de komende maanden zich onge- twyfeld in opgaande richting bewe gen, ook al zal de nieuwe minister van Economische Zaken in het voet spoor van zyn voorganger trachten de sluis gesloten te houden. Zolang de internationale grondstoffenmark- ten niet tot rust komen en de indu strie steeds hogere pryzen voor de geïmporteerde goederen moet beta len. zal het mogeiyk zyn de pryzen- guillotine te handhaven. De open brief van de twee werkgeversorga nisaties over het inflatievraagstuk bewyst dat in ondernemerskringen met bezorgdheid naar de prysont- wikkeling wordt gezien. Door de wacht in het geweer te roepen tegen het inflatiespook is de aandacht gevestigd op het belang rijkste vraagstuk waarmee onze economie te kampen heeft. Veel meer dan alle politiek gekibbel bin nen de verschillende partyen, zou het nuttig zyn als de gelederen zou den kunnen worden gesloten om wonden door eigen pylen zyn toege bracht. In het samenspel met de vakbonden zyn van weerskanten ve le fouten gemaakt, welke fouten tot het doorhollen van de inflatie heb ben bygedragen. Vergroting van de produktiviteit zou een afdoende remedie kunnen zyn, maar helaas staart het bedryfs- leven zich blind op een produktivi- teitsindex, die globaal voor alle on dernemingen geldt. paal en perk te stellen aan de worm, die aan de toekomst knaagt. Het zal niet eenvoudig zyn om de inflatie tot staan te brengen, want elke beweging die gestuit wordt, verwekt wry ving. Zoals in de V.S. de strijd tegen de inflatie een groei van de werkloosheid tot gevolg heeft gehad, zou ook by ons de kans op een sterke vermindering van de werkgelegenheid toenemen als de teugels strak zouden worden aange trokken. Wonden door eigen PU1' en De open brief van de werkgevers organisaties toont aan dat de onder nemers geen onverschillige lieden zyn. Aan de andere kant zouden zy met Heroides kunnen zeggen dat de De snelle ontwikkeling van de wei nig arbeidsintensieve chemische in dustrie en de aardolieraffinaderyen hebben evenals de aardgaswinning tot gevolg gehad dat het cyfer van de industriële voortbrenging sterk Ls opgeschroefd. Dit cyfer wordt aan genomen als maatstaf voor de bepa ling van de all-over arbeidspro- duktiviteit. Voor de bepaling van het daartoe strekkende indexcyfer gaat het Cen traal Bureau voor de Statistiek uit van het indexcyfer van de gemid delde dagproduktie van de industrie gedeeld door het indexcyfer van de personeelsbezetting. Cijfers uit de bus Stygt het cyfer van de produktie door toevoeging van nieuwe chemi sche produktiecapaciteit of van- nieuwe raffinaderijen, terwyl dat van de personeelsbezetting geiyk blyft, dan is de uitkomst van de deling dat er een hoger cyfer uit de buskomt heeft er in dat geval zich geen en kele verbetering van de produktivi teit heeft voorgedaan. Het zou interessant zyn als kon worden nagegaan hoe de produktivi teit zich in de onderscheiden bedryfs- takken heeft ontwikkeld. Er zou een nieuw element door worden gescha pen by het overleg over nieuwe cao's. Verhoging van de produktiviteit zou verkregen kunnen worden als j er meer gehuwde vrouwen in het I produktieproces ingeschakeld zouden J kunnen worden. Teneinde dit te be vorderen hebben de fiscale autoritei ten gedacht het ei van Columbus te hebben gevonden door een discussie nota in te dienen over belastingfaci liteiten voor de gehuwde vrouw. Afgezien van de vraag of hierdoor werkelyk een verruiming van het aantal vrouweiyke arbeidskrachten zal ontstaan voor vele mannen is het een prestigekwestie dat zy zelf hun vrouw kunnen onderhouden staat te bezien of de belastingfaci liteit niet een precedent schept. Gelijke monniken Uitgaande van de stelregel dat de wetgever geiyke monniken, geiyke kappen als uitgangspunt heeft, zou er wat voor te zeggen zyn dat ook de individu, die extra prestaties le vert, op een milde fiscale behande ling zou mogen rekenen. Zo zou er voor overwerk een te gemoetkoming moeten worden ge vonden. terwyi de belastingaftrek voor iyfrentepremies voor zelfstandi gen zou moeten worden opgetrokken boven het daarvoor al sinds Jaar en dag geldende peil van f5000 per jaar. Als er voor de gehuwde vrouw wat wordt gedaan, dan mogen de andere categorieën niet vergeten worden. (Van onze parlementaire redacteur) Terwyi de Party van de Arbeid nog maar kort geleden een congres heeft gehouden, om te bewyzen dat de ryen der Nederlandse socialisten weer behooriyk gesloten zyn, en de PvdA-leiders alweer hoog van de to ren blazen over hun .grootste poli tieke party van Nederland op dit ogenblik", rommelt het aan de basis In Eindhoven stichten uitgetre den raadsleden een eigen democra- tisch-socialistische groepering, in Leiden en Gorkum ïyken soortgeiyke plannen te bestaan. Ook in Rotter dam, waar drie PvdA-wethou- ders zeer laag geklasseerd zyn op de voorlopige kandidatenlijst voor de raadsverkiezingen, lykt de situatie explosief. Geruchten over een op handen zynde landeiyke scheuring in de party worden steeds heviger. Is de herstelde eenheid in de P.v.d, A. dan een sprookje? Men ls ge neigd de PvdA naar haar congres- te beoordelen. Een congres is het hoogste orgaan in een party en vooral de socialisten hebben de laat ste jaren een aardige reputatie op gebouwd in het houden van zulke byeenkomsten. Na het turbulente congres van maart '69 in Den Haag, waar ieuw Links een geslaagde greep naar de macht in het party bestuur deed, volgde Groningen, 'n oase van rust discipline en eensgezindheid. Er leek niets aan de hand te zyn. Inmiddels staan eerst de staten- en raadsverkiezingen voor de deur. Het landelyke partybestuur stimu leert waar het maar even kan plaat selijke s amwnerkingsverbanden. Want, aldus luidt de filosofie aan de top, plaatseiyke en regio nale stembusakkoorden wennen de kiezer alvast aan een landeiyk PAK dat volgend jaar succesvol aan de kamerverkiezingen deelneemt. Sta ten en raadsverkiezingen zijn hier voor een goede „testcase". Samenwerking met andere par tyen is op zichzelf geen controver sieel punt in de PvdA. Zelfs de ui terst rechtervleugel. Democratisch Appèl, is daar niet vies van. In ver schillende plaatsen zyn de afgelopen maanden echter in alle stilte af spraken gemaakt met PSP en Ra- dikalen, die vooral de vaste PvdA-leden in de provincie en ge meente soms tegen de haren in stry- ken. zy herkennen in de program ma's hun oude PvdA niet meer. zy zyn boos dat op de kandidateniys- ten partygenoten met een lan ge staat van dienst; gepasseerd zyn. Daarmee is de strijd om de staten en raadszetels in alle hevig hied ont brand. Nieuw Links lijkt vaak door lauw heid en passiviteit elders in de par ty, verzekerd van succes. Vanaf het begin heeft de man, die in de PvdA het roer in handen nam toen de party aan interne verdeeld heid ten onder dreigde te gaan, voor zitter Vondeling, zich ingezet voot progressieve akkoorden. Hy heeft zich de afgelopen maanden het vuur uit de sloffen gelopen om de gemoe deren in Eindhoven en Leiden, waar zittende raadsleden wegens het PAK voor de party bedankten, te kalme ren. Tevergeefs. Wat Leiden betreft, daarvoor heef' Vondeling een verklaring die ooit voor andere plaatsen zou kun nen gelden. Het conflict gaat, alduf de PvdA-voorzitter, tussen twe< groepen. Aan de ene kant staat hel „industrieproletariaat" dat het in de ze wel vaar ts tyd nog steeds moeilyl heeft om de eindjes aan elkaar t< knopen en aan de andere de jong» intellectuelen. Die „op een achterna middag even de wereld willen her vormen". De kwestie van politiek op lang» en korte termyn heeft de PvdA va ker parten gespeeld. Mopperde di PvdA-aanhang destyds niet over di dure benzine, gevolg van de politiel van het op het magische jaartal 200» aansturende kabinet Cals-Vonde ling? De initiatiefnemers in Eindhovei onderhouden intensief contact me geestverwanten elders in het land Ook democratisch Appèl, nog steed ontevreden met de party, is om he hoekje komen kyken. Prof. Mazur en de zynen hebben na het vorij congres steeds geroepen om eei .scheiding der geesten". Hoewel d toch al minimale aanhang van De mocratisch Appel eerder af- dan toe neemt en de grote PvdA-schare, biy kens o a. het Groninger congres, o de hand van Nieuw Links is, duikt d gedachte aan een scheiding oftew» scheuring steeds vaker op. Wat moet men zich onder ee .scheiding der geesten" in de PvcL voorstellen? Het meest voor de han liggende is dat de groep ontevrede nen uit de party stapt. Dat zou da Democratisch Appèl moeten zyn: Nieuw Links heeft trouwens steed" laten weten geen scheuring te wille en heeft er gezien de successen va het afgelopen Jaar ook geen enkel behoefte aan. Ook al zou een nieuwe, gematigd socialistische party kunnen rekene op de uitgetreden partygenoten i Eindhoven, Leiden en andere plaat sen, dan nog lijkt zo'n club al b voorbaat ten dode opgeschreven. Ee party met in het voorste gelid men sen als Goedhart, Mazure, de Eind hovense wethouder van Stuyvenber en de eventueel onlangs ultgetrede Alkmaar se burgemeester Wytema, i niet de oplossing waar honderddui zenden kiezers op zitten te wachtel Het verjongingsproces van de Pvd. zou er alleen maar door worden ver sneld. W. J. VEENSTR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 7