Bogaers zorgde
voor doorbraak
Ellende te
laat herkend
Inflatie ligt op de loer
Vijfentwintig jaar woningnood in Nederland
FINANCIEEL
WEEKOVERZICHT
rt
Eenheid of
toch verdeeld
ZATERDAG 31 JANUARI 1970
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 7
UTRECHT (GPD) De bouwminister in het ka
binet-De Jong, ir. W. F. Schut (49), is in de Tweede
Kamer komen te staan tegenover een van zijn felste
critici, het socialistische kamerlid drs. J. van den Doel
(32), die hem heeft geïnterpelleerd over de woning
bouw. De interpellatie-Van den Doel heeft één doel:
weg met Schut! Het kamerlid had een sterk uitgangs
punt.
Reeds verscheidene malen had hy in het vorige jaar
aangedrongen op verhoging van het aantal gesubsidi
eerde woningen, liefst met 5.000. omdat volgens hem
het bouwprogramma 1969 niet zou worden gehaald
Vooral de vrije bouw bleef achter, zo zei hij, en de mi
nister moest ingrijpen.
De bewindsman zelf bleef echter optimistisch over
de uitkomst over 1969 en voelde er niet voor om een
dergelijke operatie, die het rijk een gevoelige financiële
klap toebrengt, uit te voeren. Nog eens uit te voeren,
zouden wc moeten zeggen, want minister Schut had In
het jaar 1968 wel een extra contingent subsidie-wonin
gen gegeven. Misschien kreeg hij er in '69 het geld
niet voor? Misschien heeft hij het ook niet onderkend
»n gedacht dat na de terugval in het bouwprogram
1968 weer een extra oogst zoals van 1967 zou volgen?
Het heeft anders uitgepakt en helaas moet de con
clusie luiden, dat minister Schut een partijtje paniek
voetbal heeft weggegeven, dat zijn aanzien en prestige
heeft geschaad. Op 6 januari j.l. ging er een persbe
richt uit van zijn departementhet bouwprogramma
1969 (125.000 woningen) was royaal gerealiseerd aan
de hand van bouwvergunningen en machtigingen zou
den 132.479 huizen gereed hebben moeten komen.
Op 9 januari sprak de officiële statistiek van de
woningbouw hem ernstig tegen, wat betreft de werke
lijk gebouwde huizen in 1969. De 16-de januari kwam
de klap hard aan: het CBS meldde 123.080 werkelijk
voltooide huizen, 1920 minder dan het bouwprogram
Dat de minister op 20 januari berichtte (in antwoord
op vragen uit de Eerste Kamer) dat hjj denkt aan een
bouwprogramma van 135.000 140.000 woningen, kwam
daar ongelukkig achteraan. Ir. Schut was mede door
eigen onhandige manoeuvres op hoogst onplezierige
manier „in het nieuws" geraakt.
Wanneer wij in Nederland over de woningbouw
praten, dan bedoelen wij een vrijwel niet te overzien
complex van regelingen en cijfers. Vrije sector, pre
mies,, woningwet, huur bescherming, huurllberalisatie,
huurverhogingen, doorstroming, huurbelasting een
lange reeks bepalingen doemt op, vergezelt van een
door architecten en aannemers gevreesde papier-we
reld, die een haast onverteerbare rijstebreiberg vor
men, alvorens de spa in de grond kan worden gezet.
In bijgaand overzicht -van de woningbouw laten wil
een zeer belangrijk deel van die rijstebrei maar links
liggen. Wij willen ons beperken tot de bouwcijfers
van werkelijk gebouwde huizen en het daarbij ge
voerde bouwbeleid sinds 1945.
Toen Nederland in 1945 na de bezetting de schade ging op
nemen, was die aan de woningvoorraad als volgt: 95.000 huizen
waren in de oorlog totaal vernield, 55.000 waren zwaar tot
zeer zwaar beschadigd en 500.000 waren licht beschadigd. De
woningbouw had vrijwel stil gelegen en aan de jaarlijkse be
hoefte (zo'n 30.000 per jaar) was niets gedaan. Meer dan één
miljoen Nederlanders waren in '45 bitter slecht gehuisvest.
▲▲▲▲▲▲AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA
Er moest, dat was van het begin aan duidelijk, een stevig bouw
beleid worden gevoerd. Ir. J. A. Ringers werd de eerste minister van
Openbare Werken en Wederopbouw, maar deze typische water
staatsingenieur trad in november 1946 al weer af in verband met
het regeringsbeleid tegenover Indonesië. Mr. J. in 't Veld werd de
opvolger en het departement kreeg de naam: Wederopbouw en
Volkshuisvesting.
Op 4 en 5 oktober 1947 kwam in
Amsterdam het eerste na-oorlogse
congres bijeen van de Nationale Wo
ningraad met als belangrijkste spre
ker dr. Z. Y. van der Meer, direc
teur-generaal Volkshuisvesting. Hy
schatte de woningachterstand op 200
tot 250.000 woningen, ontvouwde een
program van allengs oplopende wo
ningbouw tot 70.000 huizen per jaar
en dacht dat de woningnood zeker
tien jaar zou duren.
Maar zoals alle schattingen in de
woningbouw bleken deze eerste ook
al spoedig achterhaald. Op 24 sep
tember 1948 gaf minister In 't Veld
al meer sombere cyfers: het tekort
was te stellen op 340.000 huizen op
een totale woningvoorraad van rond
twee miljoen. Het dubbel bewonen
van huizen was schering en inslag.
Van de trouwlustige jonge paartjes
<en die waren er genoeg in die ja-
rent trok 60% bij derden in.
Minister In 't Veld ontvouwde
bouwprogramma's, die de komende
jaren langzaam, maar voortdurend
opliepen. Hy hoopte dat materiaal-
schaarste zou meevallen. Maar ook
aan de andere kant wilde hij niet te
hard van stapel lopen: als we zo snel
de woningtekorten inhalen en veel
arbeiders naar de bouw toe hebben
gelokt, zitten we straks zonder werk
in de bouwnijverheid, meende hij.
Dit is een curieuze zaak geweest,
die niemand kan begrijpen die niet
de nijpende werkloosheid, met name
in de woningbouw, van vóór de oor
log had meegemaakt. En niet alleen
minister In 't Veld herinnerde die
zich, ook in een hoofdartikel van de
Nieuwe Rotterdamsche Courant van
4 april 1950 heette het: een te
hoog opgedreven produktie zou te
veel arbeiders naar de bouw trekken
en later werkloosheid tot gevolg heb
ben".
Dit werd geschreven toen de ge
boortegolf al over ons heen was ge
spoeld en de bevolkingstoename in
hoog tempo ging. Die toename heeft
tot in dit jaar toe (zoals we later
zullen zien) alle voorspellers dwars
gezeten en het is aardig om in by-
gaand staatje te zien hoe zy is ver
lopen.
Niet ernstig genomen
Eigenlyk zouden we nu moeten
concluderen: de woningnood werd in
B
O)
i
O
S
u s
41
ta
o
tS -C
o s
p,
1
gl
o
a
o
O
92
1945
389
1946
1.593
1947
9.243
10.000
1948
36.391
30.000
1949
42.791
38.000
1950
47.300
40.000
1951
58.666
45.000
1952
54.601
50.000
1953
59.597
65.000
1954
68.487
65.000
1955
60.819
65.000
1956
68.284
70.000
1957
88.397
75.000
1958
89.011
80.000
1959
83.632
80.000
1960
83.815
80.000
1961
82.687
82.500
1962
78.300
90.000
1963
79.523
90.000
1964
100.978
95.000
1965
115.027
105.000
1966
121.699
115.000
1967
127.433
125.000
1968
122.700
125.000
1969
123.080
125.000
Ir Schut, minister van Volks
huisvesting.
de jaren tot 1954 eigenlyk niet hele
maal ernstig genomen. Zij was hoogst
onaangenaam, zeker, maar er werd
toch gebouwd? Spoedig zou het voor
bij zijn. In de miljoenennota's en
troonredes wordt over de woningnood
niet gerept. De miljoenennota 1952
kent twee uitgangspunten <we zitten
in het derde kabinet Drees met prof.
Lieftinck op Financiën en mr. In 't
Veld op Volkshuisvesting):
de militaire inspanning voor de
verdediging van de vrije Wester
se wereld heeft prioriteit.
de betalingsbalans moet sluitend
gemaakt worden.
Het bouwprogram van 40.000 wo
ningen ondervindt helaas de beper
kingen die de noodzaak van die twee
uitgangspunten oplegt.
Commentaar is hier overbodig, be
halve dan dat het gemakkelijk is
achteraf wijs te zijn. Maar het is wel
zeker dat wat in 1952 nog zo gemak
kelijk kon, thans op onoverwinbare
weerstand zou stuiten van parlement
en volk.
Troonrede 1953: „Om de krotop
ruiming dienstbaar te maken aan
bestrijding van de werkloosheid wan
neer in de komende jaren de bouw-
bedrijvigheid zou teruglopen, zal
voorbereiding van saneringsplannen
ter hand worden genomen".
Ook hier nog steeds de mening:
het loopt wel los. Maar hoe fout was
dit inzicht. Door repatriëren en hu-
welijksanimo steeg bijvoorbeeld in de
jaren 1945—1948 de woningbehoefte
aanzienlijk sneller dan er toen bijge
bouwd kon worden. De woningnood
werd na 1945 dan ook steeds nijpen
der en pas in 1951 werd evenveel ge
bouwd als de jaarlijkse behoefte. Dit
betekende:
in het jaar 1952 was de woning
nood 100.000 huizen groter dan di
rect na de bevrijding in mei 1945!
Daar zou dan nog in februari 1953
de watersnoodramp in Zeeland bij
komen.
koming van andere bouwwerken
noodzakelijk blijken".
Dat betekende de officiële erken
ning van de woningnood, die van
1954 verder een essentieel onderwerp
van het regeringsbeleid blijft beheer
sen. Ook vestigde 1954 een nieuw re
cord: er kwamen 68.487 huizen ge
reed, een aantal dat de volgende twee
jaar niet meer gehaald zou worden.
1 september 1955: minister Witte
doet via de radio een beroep op de
bouwnijverheid om de produktie op
te voeren. Hij stelt dat de woning
nood nog steeds 200.000 huizen be
draagt en het nog zeker tien jaar
zal duren eer die zyn ingelopen.
Een optimistisch geluid van de heer
Witte, zouden we nu zeggen. Maar
toen klonk het ons somber in de
oren. De troonrede 1955 noemde dan
ook de woningnood een „donkere
vlek op ons volksbestaan".
In de begroting kreeg de woning
bouw prioriteit boven andere bouw
werken, er werd een raad voor de
woningbouw gesticht, maar het to
taal van 1955 viel bar tegen: slechts
60.819 huizen kwamen gereed.
Er is in 1955 nog even een kabi
netscrisis over de huurverhogingen,
maar zoals gezegd willen we ons
daar niet in verdiepen: het huur
beleid is een apart deel. Het jaar
1957 ziet er beter uit:
de troonrede noemt het woning
tekort de zwaarste nood waaronder
ons volk lijdt en minister Witte ves
tigt een nieuw record: 88.397 wonin
gen. Aantekening by deze cyfers van
een statistisch gegeven: in 1957 re
patrieerden uit Indonesië 37.000 Ne
derlanders..
Wy zaten toen midden in de narig
heden met Indonesië om de toekomst
van Nieuw-Guinea, het probleem dat
pas in 1962 werd „opgelost". De eco
nomische terugslag was ook in de
woningbouw te voelen en minister
Witte had te kampen met de vraag
stukken van alle bouwministers. Hy
vertelt in de Kamer de PvdA-fractie
dat het „absoluut onmogelyk" is
10.000 woningwetwoningen meer uit
te geven, gezien de „byna wanhopi
ge toestand van de schatkist". Het
kabinet zou aftreden als de Kamer
dit van haar eiste.
Een dergelijk conflict deed zich
eind december 1960 voor. Het laatste
kabinet-Drees was gestruikeld en
opgevolgd door het kabinet-De Quay,
waarin mr. J. van Aartsen als bouw
minister ir. Witte was opgevolgd. Hij
startte goed, maar in de troonrede
had iets geklonken dat menigeen
wat wantrouwig maakte: „De rege
ring overweegt maatregelen tot on
dersteuning van het streven de par
ticuliere woningbouw meer dan tot
dusverre op de bouw van goedkope
volkswoningen te richten".
Het AR-kamerlid Van Eibergen
was degene die zijn politieke vriend
Van Aartsen deed struikelen: zyn
motie voor 2500 meer gesubsidieerde
woningen werd aanvaard, het kabi
net-De Quay nam dat niet en trad
af, maar op gezag van Wim Kans
„Lijmen Jan, lijmen Jan" werd een
formule gevonden om het op 2 janu
ari 1961 te doen terugkeren.
Het optreden van minister Van
Aartsen had verder geen gevolgen
voor het kabinet, al liep in 1962 en
Doorbroken
Prioriteit: eindelijk zette de rege
ring leniging van de woningnood bo
ven aan de lijst en was bereid er zo
nodig zware lasten voor op zich te
nemen. Bogaers zei op 21 oktober
dat begin 1970 het woningprobleem
zou worden opgelost. Hy wilde een
bouwschema van 125.000 woningen
per jaar: eindelijk iemand die de
magische grens van 100.000 wilde
doorbreken.
In 1964 wordt dat bereikt. Minis
ter Bogaers brengt in een jaar tyds
de produktie van rond 80.000 op bijna
1963 de bouw achteruit - wat ver- 101.000 door het creëren van een
moedelijk lag aan de geringe animo ..pluriform bouwbeleid Hy schept
in de vrije sector. Van Aartsen ging wat hii noemt bouwstromen, rijdt
als bouwminister weg, toen de kri- door hot hele land met een telefoon
tiek zeer sterk opklonk dus mis- in zijn auto of vliegt per helikopter
van woningfabriek naar woningfa-
verdwenen zijn. Er zyn voor de vele
jonge gezinnen (de geboortegolf van
25 jaar geleden is druk aan het hu
wen) en door de gezinsverdunning
veel meer huizen nodig dan gedacht.
Wy moeten het program van 125.000
tenminste handhaven, aldus ir. Schut,
maar ook dan wordt het 1973 of 1974
eer we kunnen zeggen dat de wo
ningnood weg is.
Pal daarop komt de mededeling:
het bouwprogram 1968 is niet ge
haald en blyft 2300 huizen achter
op die 125.000
Wy naderen het einde van dit
overzicht. Wat er in 1969 is gebeurd
e" wat zich zo pas heeft afgespeeld,
vermeldden wy in de aanhef van dit
artikel.
schien wel juist op tyd. In het kabi-
net-Marynen kwam de energieke drs.
P. C. W. M Bogaers.
briek. Op één dag opent hy er drie.
Bouwvakkers krijgen vrijstelling van
militaire dienst en hy ziet zyn pro
gramma's ver overtroffen.
11 december 1965: het woningtekort
is nog 185.000, zo meldt hy. Het ka
binet Marynen is dan al ter ziele,
maar het nieuwe kabinet Cals-Von-
deling heeft bouwminister Bogaers
en zyn program mee overgenomen.
Met succes:
1 november 1966: het woningtekort
is nog 130.000. Maar het kabinet-
Cals leeft niet lang meer en Bogaers
valt met de anderen op 22 november
1966 in de nacht van Schmelzer.
Zyn programma leeft door in het
kabinet-De Jong, dat zyn program
van 125.000 woningen per jaar over
nam. De nieuwe minister, ir. W. F.
Schut, ziet in zyn eerste jaar 127.433
huizen gereed komen. Hy meldt op
gezag van de centrale directie volks
huisvesting: woningtekort ligt thans
onder de 100.000.
In opspraak
Minister Schut beleeft als bewinds
man moeiiyke dagen. De essentie van
zyn beleid de huizenbouw in een
land waar nog woningnood heerst
is in opspraak en dat maakt vele
emoties los. De minister heeft de
oorzaken genoemd van de tegenval
lende resultaten: de langere bouw-
tyd, de spanning van de arbeids
markt, het hoger ziekteverzuim, de
sterk gestegen rente die de kapitaal
voorziening in de bouw op beden-
keiyke wyze dwars zit.
Dat mag dan zo zyn, het zyn de
positieve resultaten in de woning
bouw die het gezicht van de be
windsman voor de volkshuisvesting
bepalen. Vyfentwintig jaar geleden
is Nederland, na een verwoestende
oorlog en bezetting, met de weder
opbouw begonnen. We willen nu ein-
deiyk wel eens van de woningnood
af. Is dat zo'n onredeiyke eis?
Drs. Bogaers
IJshockey Tilburg Trappers
heeft op eigen ys met 145 gewon
nen van de r-ranse ploeg Grenoble
Maar ir. Schut moet hierna twee ;n een wedstryd voor de Coupe-In-
teleurstellende mededelingen doen. ternationale. De 3500 toeschouwers
Op 19 november 1968 laat hy weten: zagen de score als volgt tot stand
de woningnood zal in 1970 nog niet I komen: 3—1, 5—2, 6—2.
Eindelijk
Eindelyk dan! Troonrede septem
ber 1954: „De woningnood is het ny-
pendste probleem waarvoor wy bin
nenslands nog gesteld zyn. De rege
ring streeft naar een bouwprogram
van 65.000 woningen. Om dit te be
reiken zal beperking van totstand-
LEIDEN (GPD) Opmerkelijk
was het dat president Nixon in
zijn jaarlijkse regeringsbood-
schap uiterst summier was over
het inflatievraagstuk. De vonken
sprongen er bepaald niet van af.
Hij volstond met de verklaring,
dat de strijd tegen de inflatie on
verminderd wordt voortgezet. Als
remedie noemde hij het streven
van de regering om de begroting
voor 1971 in evenwicht te bren
gen. Als dit zou lukken, dan zou
de geldcreatie ten behoeve van
de federale schatkist een einde
nemen, maar dat wil natuurlijk
nog niet zeggen, dat er geen geld
door de mazen van het net heen-
glipt.
Overigens moet de voornaamste
oorzaak van de prysopdryving ge
zocht worden" in het hoge peil van
de consumptieve uitgaven, dat ertoe
geleid heeft dat het prijspeil van de
cember 7,2 pet. «ïoger uitkwam dan
de kosten.
Het grootste aandeel daarin had
de styging van de kosten van le
vensmiddelen. Voorlopig valt er nog
geen einde te zien aan de opgaande
trend der prijzen.
Ook in Nederland zullen de pryzen
In de komende maanden zich onge-
twyfeld in opgaande richting bewe
gen, ook al zal de nieuwe minister
van Economische Zaken in het voet
spoor van zyn voorganger trachten
de sluis gesloten te houden. Zolang
de internationale grondstoffenmark-
ten niet tot rust komen en de indu
strie steeds hogere pryzen voor de
geïmporteerde goederen moet beta
len. zal het mogeiyk zyn de pryzen-
guillotine te handhaven. De open
brief van de twee werkgeversorga
nisaties over het inflatievraagstuk
bewyst dat in ondernemerskringen
met bezorgdheid naar de prysont-
wikkeling wordt gezien.
Door de wacht in het geweer te
roepen tegen het inflatiespook is de
aandacht gevestigd op het belang
rijkste vraagstuk waarmee onze
economie te kampen heeft. Veel
meer dan alle politiek gekibbel bin
nen de verschillende partyen, zou
het nuttig zyn als de gelederen zou
den kunnen worden gesloten om
wonden door eigen pylen zyn toege
bracht. In het samenspel met de
vakbonden zyn van weerskanten ve
le fouten gemaakt, welke fouten tot
het doorhollen van de inflatie heb
ben bygedragen.
Vergroting van de produktiviteit
zou een afdoende remedie kunnen
zyn, maar helaas staart het bedryfs-
leven zich blind op een produktivi-
teitsindex, die globaal voor alle on
dernemingen geldt.
paal en perk te stellen aan de worm,
die aan de toekomst knaagt.
Het zal niet eenvoudig zyn om de
inflatie tot staan te brengen, want
elke beweging die gestuit wordt,
verwekt wry ving. Zoals in de V.S.
de strijd tegen de inflatie een groei
van de werkloosheid tot gevolg heeft
gehad, zou ook by ons de kans op
een sterke vermindering van de
werkgelegenheid toenemen als de
teugels strak zouden worden aange
trokken.
Wonden door eigen
PU1'
en
De open brief van de werkgevers
organisaties toont aan dat de onder
nemers geen onverschillige lieden
zyn. Aan de andere kant zouden zy
met Heroides kunnen zeggen dat de
De snelle ontwikkeling van de wei
nig arbeidsintensieve chemische in
dustrie en de aardolieraffinaderyen
hebben evenals de aardgaswinning
tot gevolg gehad dat het cyfer van
de industriële voortbrenging sterk Ls
opgeschroefd. Dit cyfer wordt aan
genomen als maatstaf voor de bepa
ling van de all-over arbeidspro-
duktiviteit.
Voor de bepaling van het daartoe
strekkende indexcyfer gaat het Cen
traal Bureau voor de Statistiek uit
van het indexcyfer van de gemid
delde dagproduktie van de industrie
gedeeld door het indexcyfer van de
personeelsbezetting.
Cijfers uit de bus
Stygt het cyfer van de produktie
door toevoeging van nieuwe chemi
sche produktiecapaciteit of van-
nieuwe raffinaderijen, terwyl dat van
de personeelsbezetting geiyk blyft,
dan is de uitkomst van de deling
dat er een hoger cyfer uit de buskomt
heeft er in dat geval zich geen en
kele verbetering van de produktivi
teit heeft voorgedaan.
Het zou interessant zyn als kon
worden nagegaan hoe de produktivi
teit zich in de onderscheiden bedryfs-
takken heeft ontwikkeld. Er zou een
nieuw element door worden gescha
pen by het overleg over nieuwe
cao's.
Verhoging van de produktiviteit
zou verkregen kunnen worden als
j er meer gehuwde vrouwen in het
I produktieproces ingeschakeld zouden
J kunnen worden. Teneinde dit te be
vorderen hebben de fiscale autoritei
ten gedacht het ei van Columbus te
hebben gevonden door een discussie
nota in te dienen over belastingfaci
liteiten voor de gehuwde vrouw.
Afgezien van de vraag of hierdoor
werkelyk een verruiming van het
aantal vrouweiyke arbeidskrachten
zal ontstaan voor vele mannen is
het een prestigekwestie dat zy zelf
hun vrouw kunnen onderhouden
staat te bezien of de belastingfaci
liteit niet een precedent schept.
Gelijke monniken
Uitgaande van de stelregel dat de
wetgever geiyke monniken, geiyke
kappen als uitgangspunt heeft, zou
er wat voor te zeggen zyn dat ook
de individu, die extra prestaties le
vert, op een milde fiscale behande
ling zou mogen rekenen.
Zo zou er voor overwerk een te
gemoetkoming moeten worden ge
vonden. terwyi de belastingaftrek
voor iyfrentepremies voor zelfstandi
gen zou moeten worden opgetrokken
boven het daarvoor al sinds Jaar en
dag geldende peil van f5000 per
jaar. Als er voor de gehuwde vrouw
wat wordt gedaan, dan mogen de
andere categorieën niet vergeten
worden.
(Van onze parlementaire
redacteur)
Terwyi de Party van de Arbeid
nog maar kort geleden een congres
heeft gehouden, om te bewyzen dat
de ryen der Nederlandse socialisten
weer behooriyk gesloten zyn, en de
PvdA-leiders alweer hoog van de to
ren blazen over hun .grootste poli
tieke party van Nederland op dit
ogenblik", rommelt het aan de basis
In Eindhoven stichten uitgetre
den raadsleden een eigen democra-
tisch-socialistische groepering, in
Leiden en Gorkum ïyken soortgeiyke
plannen te bestaan. Ook in Rotter
dam, waar drie PvdA-wethou-
ders zeer laag geklasseerd zyn op de
voorlopige kandidatenlijst voor de
raadsverkiezingen, lykt de situatie
explosief. Geruchten over een op
handen zynde landeiyke scheuring
in de party worden steeds heviger.
Is de herstelde eenheid in de P.v.d,
A. dan een sprookje? Men ls ge
neigd de PvdA naar haar congres-
te beoordelen. Een congres is
het hoogste orgaan in een party en
vooral de socialisten hebben de laat
ste jaren een aardige reputatie op
gebouwd in het houden van zulke
byeenkomsten.
Na het turbulente congres van
maart '69 in Den Haag, waar ieuw
Links een geslaagde greep naar de
macht in het party bestuur deed,
volgde Groningen, 'n oase van rust
discipline en eensgezindheid. Er leek
niets aan de hand te zyn.
Inmiddels staan eerst de staten-
en raadsverkiezingen voor de deur.
Het landelyke partybestuur stimu
leert waar het maar even kan plaat
selijke s amwnerkingsverbanden.
Want, aldus luidt de filosofie aan
de top, plaatseiyke en regio
nale stembusakkoorden wennen de
kiezer alvast aan een landeiyk PAK
dat volgend jaar succesvol aan de
kamerverkiezingen deelneemt. Sta
ten en raadsverkiezingen zijn hier
voor een goede „testcase".
Samenwerking met andere par
tyen is op zichzelf geen controver
sieel punt in de PvdA. Zelfs de ui
terst rechtervleugel. Democratisch
Appèl, is daar niet vies van. In ver
schillende plaatsen zyn de afgelopen
maanden echter in alle stilte af
spraken gemaakt met PSP en Ra-
dikalen, die vooral de vaste
PvdA-leden in de provincie en ge
meente soms tegen de haren in stry-
ken. zy herkennen in de program
ma's hun oude PvdA niet meer. zy
zyn boos dat op de kandidateniys-
ten partygenoten met een lan
ge staat van dienst; gepasseerd zyn.
Daarmee is de strijd om de staten
en raadszetels in alle hevig hied ont
brand.
Nieuw Links lijkt vaak door lauw
heid en passiviteit elders in de par
ty, verzekerd van succes.
Vanaf het begin heeft de man, die
in de PvdA het roer in handen nam
toen de party aan interne verdeeld
heid ten onder dreigde te gaan, voor
zitter Vondeling, zich ingezet voot
progressieve akkoorden. Hy heeft
zich de afgelopen maanden het vuur
uit de sloffen gelopen om de gemoe
deren in Eindhoven en Leiden, waar
zittende raadsleden wegens het PAK
voor de party bedankten, te kalme
ren. Tevergeefs.
Wat Leiden betreft, daarvoor heef'
Vondeling een verklaring die ooit
voor andere plaatsen zou kun
nen gelden. Het conflict gaat, alduf
de PvdA-voorzitter, tussen twe<
groepen. Aan de ene kant staat hel
„industrieproletariaat" dat het in de
ze wel vaar ts tyd nog steeds moeilyl
heeft om de eindjes aan elkaar t<
knopen en aan de andere de jong»
intellectuelen. Die „op een achterna
middag even de wereld willen her
vormen".
De kwestie van politiek op lang»
en korte termyn heeft de PvdA va
ker parten gespeeld. Mopperde di
PvdA-aanhang destyds niet over di
dure benzine, gevolg van de politiel
van het op het magische jaartal 200»
aansturende kabinet Cals-Vonde
ling?
De initiatiefnemers in Eindhovei
onderhouden intensief contact me
geestverwanten elders in het land
Ook democratisch Appèl, nog steed
ontevreden met de party, is om he
hoekje komen kyken. Prof. Mazur
en de zynen hebben na het vorij
congres steeds geroepen om eei
.scheiding der geesten". Hoewel d
toch al minimale aanhang van De
mocratisch Appel eerder af- dan toe
neemt en de grote PvdA-schare, biy
kens o a. het Groninger congres, o
de hand van Nieuw Links is, duikt d
gedachte aan een scheiding oftew»
scheuring steeds vaker op.
Wat moet men zich onder ee
.scheiding der geesten" in de PvcL
voorstellen? Het meest voor de han
liggende is dat de groep ontevrede
nen uit de party stapt. Dat zou da
Democratisch Appèl moeten zyn:
Nieuw Links heeft trouwens steed"
laten weten geen scheuring te wille
en heeft er gezien de successen va
het afgelopen Jaar ook geen enkel
behoefte aan.
Ook al zou een nieuwe, gematigd
socialistische party kunnen rekene
op de uitgetreden partygenoten i
Eindhoven, Leiden en andere plaat
sen, dan nog lijkt zo'n club al b
voorbaat ten dode opgeschreven. Ee
party met in het voorste gelid men
sen als Goedhart, Mazure, de Eind
hovense wethouder van Stuyvenber
en de eventueel onlangs ultgetrede
Alkmaar se burgemeester Wytema, i
niet de oplossing waar honderddui
zenden kiezers op zitten te wachtel
Het verjongingsproces van de Pvd.
zou er alleen maar door worden ver
sneld.
W. J. VEENSTR.