„LEUGENZAK" hield stand de eeuwen door Enkhuizer ilmanak 1970 1.30 ZATERDAG 31 JANUARI 1970 ADVERTENTIE PAGINA 15 Portret van Charivarius dr. Gerard Nolst Trenité geschilderd door Kees Verwey. Ditehauthentieke" Jour naal wémelt van kostelijke anachro nismen, zoals b.v. „de autobanden overboord gegooid" „een impresa rio wil me laten optreden in een show" „de vrouwen willen de ko- drks eens gebruiken" „Er staat een grappig apparaat op de brug met N.Z.Ö.W. in drukletters erop. Sem en Cham beweren dat het een spel is. Ze draaien de naald rond en dan wedden ze waar die stil zal staan. Sem zet zijn geld altijd op N. en wint. Ik mag niet op N. spelen. Ik houd Sem voor een kwartjesvinder. Net voor ik wegging, zag ik Sem een hoefijzer houden, waar hij de naald wou laten ophouden. Toen ik hem betrapte, zei hij, dat 't een geluks- yzertje was. Ik heb 'm nou in de gaten. Ik zal 'm morgen betaald zet ten. Noach is er ook nog!" En zo tussen neus en lippen door: „Ik heb een apart arkje voor de bun zings laten maken" Zo u ziet met tal van geestige te keningetjes! zou ook dat kleine boekje niet iets zijn voor een her druk?? 't Is moeilijk van Charivarius te scheiden dus tot slot zijn visie op onze Vaderlandse Geschiedenis, zo als hij o.a. het bezoek van het Ver bond der Edelen aan de landvoogdes Margaretha van Parma beschrijft in heel gewone taal, zo anders als de gezwollen, hoogdravende bewoor dingen die men ons leerde. Chariva rius hield zich aan het aforisme van Multatuli: „Ik leg me toe op 't Voorplaat van schrijven van lévend Hollands. Maar een uitgave van ik heb schoolgegaan!" Charivarius Charivarius. denkt zich dat zó in: Onmiddellijk vergaderde de Raad Margaretha ivas tot spreken nau- welijks in staal; Dof keek ze voor zich uit, met in gehouden snikken, En ]yillem nam het woord om haar wat op te kivikken: ..Cheer up. mevrouw cheer up! En trek het u niet aan U hoeft u heus niet zo terneer te laten slaan; Dit is geen muiterstroep, 't zijn hele nette mensen Ze hebben alle recht op aandacht voor hun wensen" Maar Barlaymont stoof op en bulderde: Parbleu Comment! Votre Altessea-t-elle erainte de ces gueux? Ik wou dat u ze met de knots op straat gejaagd had! Dat was m i j n raad geweest als u erom gevraagd had!" Zijn anti-Duitse gevoelens van 1914 gloeiaen in 1940 weer aan tot een laaiende vlam! Natuuriyk kon j hij die toen niét uiten in „ruize- rijmen", maar werd hij, ondanks zijn j 70 jaar, een der illegalen-van-het- eerste uur, waarover hij zich in 1945 j niét luidruchtig op de borst sloeg, zoals dat toen wel gebeurde Een jaar later overleed hij vrij 1 onverwacht. DOLF SCHNAAR Antiek is zo hevig „in" dat er alleen tegen fancy-prijzen aan te komen is. Een Friese stoeltjesklok: 2 mille, een mahonie theestoof: 525,-, en ga zo maar door! Voor de jongeren die zich uit ruime beurs antiek willen (kunnen!) inrichten en zich afvragen „Hoe richten we ons an tiek in?", de volgende „raadgeving" van Charivarius: Versier uw woning ruim met planten en bloemen. Geplaatst in dingen ja te veel om op te noemen, Want hierin wordt uw fantasie door niets geremd, Als ze maar zeker niét voor bloemen zijn bestemd: Een plantje in een test, een theestoof dat staat keurig. Ook in een spuwbak blijven bloemen fris en fleurig, Of in een vullisbak, of, voor de symmetrie. Op 't schoorsteenblad in twee dof-tinnen vases-de-nuit. Och, artisticiteit is maar een peuleschilletje, Bijvoorbeeld bij de haard, als bank, je grootjes stilletje, Waarover je de strook van een kasuifel legt. Wat rafelig van draad, versleten, oud en echt, Een nachtkast, goed vermolmd en met zo'n schuivend deurtje, Nog in de oude vorm, maar zonder 't oude geurtje, Als tafeltje voor thee, met porcelein belaan. De trekpot daar, waar eens wat anders placht te staan. Laat ook uw kaarsenkroon, uit lang vervlogen dagen, In plaats van kaarsen nette Phüips-lampjes dragen, Denkt nimmer over 't dieper doel der dingen 7ia, De ware artiest heeft maling aan de logica Hangt dus een aantal boerenklokken in uw kamer, Slecht lopend en van slag, Hoe boerser hoe voornamer Je maakt een lijstje uit de beugels van een tas. Die eens de glorie van je overgrootmoeder was: Daar kan je dan een mooi modern portret inzetten Zo'n ongebonden wicht, verslaafd aan sigaretten. Wie was deze Charivarius, zo u ziet ook een „raadgever" voor de jongeren van nü? De ouderen on der ons zullen zijn „ruize-rijmen", vaak vlijmscherp en spottend, doch altijd geestig, die oorspronkelijk we kelijks verschenen in de „Groene Amsterdammer", nog zeer goed her inneren. Charivarius: dr. Gerard Nolst Trenité <1870—1946». Hoewel hij stu deerde en promoveerde in de rech ten (staatswetenschap) en leraar Engels te Batavia en Haarlem was I in deze laatstgenoemde' stad ver bonden aan het Stedelijk Gymna sium ontwikkelde hij zich lang zamerhand tot neerlandicus, die on ze taal tot in de toppen van zijn vingers beheerste en daarmee jong- leerde als flitsende ballen! Van zijn spot- en „ruize-rijmen" zijn er veel verouderd, maar tóch zou uit zijn gehele ceuvre een gróte selectie samen te stellen zijn die men ziet het hierboven ook nü nog humoristisch, actueel en dus j lezenswaardig is. Satire Was zijn humor sprankelend, zo was zijn satire, zijn verontwaardi- ging bijtend als zoutzuur in een open wond! Hij was fel anti-Duits, hetgeen overduidelijk bleek uit zijn „Oor- logsrijmen". die hij als 't ware uit- schrééuwde In de eerste wereldoor log, zoals Kathe Kollwitz („Nie wie der Krieg!") dat picturaal deed. „Toen „der Kaiser" zijn huichel- achtige oorlogsbulletins „men drukt ons het zwaard in de hand" en „wij j danken God voor ons heerlijk succes" de vrije wereld inzond, was Chari- varlus even verontwaardigd als alle neutrale Nederlanders en dichtte vol gloeiende haat: We doen niet meer aan Edel. Streng of dergelijke moppen. De Waarde Weleer Zeer Geleerde Hooggeboren Heer Geen lieve lezer van de Ruize- Rijmen schrijft dat meer. Maar ivees nu konsekweJit en pas hetzelfde stelsel toe Op waarde. Beste, Zeer Geacht' en al dat mal gedoe Hoogachtend, Met de meeste Ach ting, 'k Blijf geheel de Uwe, Uw dienaar, dienstwillig, dienst vaardig is 't niet om te gruwe Wie doet er mee en breekt met dii gedachteloos geteem En schrijft als 't moog'lijk is Jiaai 't volgende systeem: Laat slechts de datum op uw brief. de naam eronder prijken. En laat uw achting, liefde en geest uit stijl en woordkeus blijken! Humor Hü putte zijn humor vaak uit de oudheid. Een voorbeeld hiervan is het oer-geestige „Scheepsjournaal van de Ark, door Noach. met hiero- glyphen door Cham, losbandig (uit I het Engels) bewerkt door Chariva- rlus" en versierd met wel 66 kolde rieke tekeningen. HET $CHEEP)JoURNML VAN DE ARK Licht krijg je op de markt een beddepan te pakken, Een vijzel, een vergiet, wat zwavelstokkenbakken Een rek met lepels en een koop'ren tang en schop, En al dat keukenspul hang j'in je kamer op Dan in de hall een slee, 't symbool van onze landaard, Een oude koop'ren kan als parapluen-standaard. Ten slotte plaats j'er als bekroning van je werk Met lu idhuisstof bekleed, een knielbank uit een kerk. Zo schept g'u inderdaad een artistieke sfeer Als gij u inricht zoals ik u adviseer Dan wordt uio huis in al zijn gangen en vertrekken Een ideaal verblijf voor twee volslagen gekken. Zo wordt de slachting voorbereid En na het winnen van de strijd Zegt hij: „slechts God zij dank bereid! En verder: Schiet, steekt en hakt en moordt en brandt Verminkt, vertrapt, vernielt, ont mant. Zweert oog om oog en tand om tand! En laat ter eer van 't Vaderland Uw krijgsgeschreeuw weerkliiv- ken! Het gokappa raat, een tekening uit „Scheepsjour naal". Ook uit de laatste wereldoorlog j klinken deze Duitse kreten ons o zo I bekènd in de oren! Charivarius signaleerde de be spottelijkheid. die ook nü nog uit onze briefstijl blijkt, de „fraaie" zin- nen. die toch eigenlijk larie zijn! Ook nu gaat men nog steeds in 't j geweer tegen deze stijl <o.a. het Ge nootschap „Onze Taal") en krlti- I seerde hij op zijn manier de EER EN HOOGACHTING De nonsenstermen zijn nu afge schaft op d'enveloppen waarmee we niet willen breken. Het oude gezegde „almanak leugenzak" is wat die weerprofetieën betreft geen loze kreet" Daar staat tegenover dat de tem- peratuurvoorspellingen, welke sinds 1940 in de „Enkhuizer" worden op genomen. op statistische waarnemin gen over een periode van ruim zestig jaren berusten. Ze zijn meestal ver bluffend juist. Nova Zenihla U KUNT HET GELOVEN OF NIET, maar de „Enkhuizer Almanak" is in de boekwinkels één van de „bestsellers". De grote stapels van het mini-boekje, die men tegen het einde van het jaar in vrijwel elke boekhandel kan aantreffen, zijn, als het nieuwe jaar nauwelijks begonnen is, verdwenen. Dat bete kent wel iets, want de „Enkhuizer" had voor 1970 een oplaag van niet minder dan 208.000 exemplaren. i Weinig bekend is. dat er verschei dene edities zyn, bijvoorbeeld één vcor schippers, vissers en strand- pachters, mensen die belang hebben bij de watergetijden; één voor marktkooplieden en kermisexploitan ten, die in de almanak de datums van markten en kermissen vinden, en één voor boeren, die er veel ge gevens over landbouw en veeteelt in aantreffen. Maar niet alleen voor mensen die een bepaald ambacht of bedrijf uit oefenen, is de „Enkhuizer" een nut tig naslagwerkje. Wie een lange strandwandeling wil maken, zal voor de daarvoor gekozen dag de tijden van eb en vloed willen weten. Wie naar de jaarmarkt in Bolsward zal willen gaan, kan in de almanak j daarvan de datum vinden en wie naar de datum van tweede pinkster dag 1981 zoekt, zal hem in de „Enk huizer" aantreffen: 8 juni. En dan zijn er blijkbaar nog heel veel goedgelovige lieden die menen dat de almanak best eens gelijk lean hebben met de befaamde weervoor spellingen voor het hele jaar Och. iret komt wel eens een keertje uit. maar dat Is zuiver toeval. De knap ste weerkundigen kunnen u niet met zekerheid vertellen hoe het weer over een week zal zijn, vooral niet in een klimaat als het onze. Ver trouw dus bij het vaststellen van uw /akantie de gegevens uit de .Enkhuizer" maar niet. De uitgever ,-elooft er zelf niet in. Hij zegt: „Dat we die voorspellingen opnemen, is een traditie van bijna vier eeuwen, De sterrekundige berekeningen zijn opgemaakt door de heer A. A. Schoenmaker, verbonden aan de Leidse Rykssterren wacht. aldus de titelpagina van de Almanak. Van traditie gesproken, de „Enk huizer Almanak" is er zelf een. Hij beleeft dit jaar zijn 375ste jaargang en is sinds 1595 zonder' een enkele onderbreking uitgekomen. Maar waarschijnlijk is de almanak nóg ouder. In het Rijksmuseum in Am sterdam worden bij de andere over gebleven voorwerpen van de over wintering op Nova Zembla in 1596 door Heemskerk en Barentz een paar blaadjes van de „Enkhuizer Alma nak" bewaard. Zij hebben dus het boekje aan boord gehad en men mag niet veronderstellen dat zij by hun pooltocht de eerste editie van een nog niet ingevoerde almanak meegenomen zullen hebben. Er moe ten dus vóór 1595 al vele jaargangen hebben bestaan, maar daarvan is in de archieven van vorige uitgevers niets terug te vinden. De eerste uitgever is de boekhan delaar Stichter in Enkhuizen ge weest, aan wie daarvoor om de vyf- tien jaren een octrooi werd verleend door Schout en Schepenen. Het boekje verscheen in de vorm en het formaat dat het nu nog steeds heeft. Het had toen een perkamenten om slag ter bescherming, waarmee voor al vissers en schippers gebaat wa ren. Dat de Almanak zyn naam heeft te danken aan het feit dat de eerste uitgever in Enkhuizen woonde, is niet waarschyniyk. Het boekje werd er trouwens niet gedrukt. Enkhuizen was echter in de Jaren van de eerste verschyning van de almanak een veel belangrijker havenstad dan Am sterdam. De zeeschepen vertrokken uit Enkhuizen naar de Oost, de Oost-Indische Compagnie had er, grote pakhuizen. De belangrijkste watergetyden waren die van Enk huizen en uitgever Stichter zal met het oog op de zeer belangrijke plaats welke de stad toen Ln Holland in nam. voor zyn vademecum de naam „Enkhuizer Almanak" gekozen heb ben. De „Enkhuizer" kwam in het jaar 1800 in het bezit van Van Staden door diens huweiyk met een mejuf frouw Stichter, die de uitgaverech- ten van de almanak had geërfd.. Se dertdien is de naam Stichter als uit gever verdwenen, maar hy wordt nog steeds op de titelpagina vermeld Stichter heeft de almanak van 1595 tot 1893 in Amsterdam gedrukt en uitgegeven. Van 1894 tot 1948 werd het boekje gedrukt en uitgegeven in Haarlem, daarna van 1949 tot 1960 weer ln Amsterdam en sindsdien by de NV Gebroeders Van Staden ln Apeldoorn. Van politiek heeft de almanak zich in al die eeuwen weinig aangetrok ken. Hy bleef verschynen ondanks drukpersverboden in de Franse tyd. En in de eerste Jaren van de Duitse bezetting ontbraken de ver- j jaardagen van de leden van het Ko- ninklyk Huis niet, evenmin als de J tyden van eb en vloed aan de Ne- I derlandse kust. welke volgens de I Duitsers strikt geheim moesten biy- ven met het oog op een mogeiyke in- vasie van zee uit „Verheffing \an het volk" „De „Enkhuizer" heeft vroeger ook bygedragen aan de „verheffing van het volk". L:i de vorige eeuw werden in samenwerking met de Maatschap- py tot Nut van het Algemeen „leer- ryke verhandelingen, zang- en dichtstukjes" opgenomen. Nicolaas Beets en dr. Jan Pieter Heye waren daarvan omstreeks 1845 de vaste le veranciers. „Het Nut" had reeds in 1800 met de uitgevers de contractue le verplichting aangegaan het zoge noemde „mengelwerk" verhandelin gen, anekdoten en gedichtjes, be langeloos ter beschikking te stellen. Ook daardoor kreeg de almanak een grote populariteit Hy werd toen reeds door tienduidenden in het land gelezen vanwege de ..vele leerzame en vermakelyke stukjes". In 1844 had de „Enkhuizer" zelfs de primeur van een lied van dr. J. P. Heye, dat nu iedereen nog kent: het „triom- fantelyk lied van Piet Hein, die heit gewonnen de Zilveren Vloot" De „Enkhuizer Almanak" heeft al zyn concurrenten uit vroeger eeu- i wen. zoals de „Utrechtse", de „Zut- I phensche. de „Opregte Jouster" en j de „Opregte Sneeker", die meestal i door schoolmeester en kloosterbroe- ders werden samengesteld, overleefd De samenstelling van de lezers- i kring is in de loop van 375 jaren maar weinig veranderd. De almanak j is by schippers, vissers, marktkoop lui en kermisreizigers nog steeds een veel geraadpleegd naslagwerk. Maar ook vele anderen kopen de „Enkhui zer", misschien om de voedingsmid delentabel, de posttarieven, het over zicht van de groei van het Neder landse wagenpark of de adviezen voor eerste hulp by ongelukkan of de tyden van op- en ondergang van aon en maan. Een oplaag van 208.000 exemplaren spreekt in dit opzicht boekdelen. Winkclreu7.cn In 1879 opende een zekere Frank Winfield Woolworth in Amerika een etablissement dat hy „de grote vyf- cents winkel" noemde. Elk artikel kostte er slechts vyf dollarcents. Dat was «vertelt Woman) het begin van de nu wereldbekende Woolworth-ma- gazynen. Frank Woolworth was op het idee gekomen toen hy nog win kelbediende was en zag hoe dure ar tikelen op de planken bleven liggen, terwyl de goedkope wegvlogen. Toch werd zyn eerste goedkope winkel een mislukking. De klantenstroom kwam pas op gang toen hy een tweede winkel opende waar artikelen voor tien en vyf dollarcents werden ver kocht. De eerste Britse Woolworth- vestiging werd ln 1909 in Liverpool geopend. Nu zyn er meer dan dui zend Woolworth's in Engeland. De jongste ontwikkeling is de „one-stop- shore" aan de rand van de stad, speciaal opgezet voor «nensen die hun inkopen zoveel mogelyk per au to willen doen. Deze grote nie ve winkels verkopen vrywel alles, vah voedingsmiddelen tot autobanden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1970 | | pagina 15