EERZIEN MET MIEN
eurgestelde
-volgelingen
ib69
iji^Uiovu uAuiicAi)
In hel kleine Belgische dorpje
Sclayn aan de oever van de Maas
in de buurt van Namen woont een deel
van de sterk gedecimeerde aanhang
van wijlen Lou de Palingboer.
Dertig van hen wonen in een groot,
oud, vervallen huis - foto rechts hier
naast terwijl de andere dertig door
Europa zwerven.
Onze GPD-verslaggever Paul van
Beckum had een gesprek met Mien, de
vrouw van Louop de foto links.
kinderen geboren werden in een we-
~~r~ reld die door de duivel wordt be-
nog meer brengen dan te leven in I stekend. Herhaaldelijk klinkt de tele-
I Hif Kille an T mi fa iiaImam In Z^jn
*t er nog altijd om la-
had hem graag boven de
iiden, maar dat mocht
et graf is niets gebeurd,
ik nog gebeld door een
ie beweerde dat Lou in
«graven lag. Onzin. Lou
mont onder een steen
«p staat".
volgelingen, die de ont-
van een sterfelijke Lou
eden verwerken, keerden
groep de rug toe. Van
n kleine kern getrouwen
■and meer iets. Dezer da-
Tij haar terug in Sclayn,
hg gehucht, vijftien kilo-
ielijk van het Belgi-
zelf is de sekte onbe-
«llega's van het plaat
weten niet van een
set zestig andere mensen
Uien kasteel woont. Voor
ïmatie moeten wfj naar
nar een ambtenaar van
tehuis en stipje aanwijst
aan de Maas. Twee
huisjes, een grijs kerkje,
ie winkeltjes en een café.
wordt geflankeerd door
fis waartussen op gere-
felle explosies klinken,
zijn eraan gewend. „De
zeggen zy en wijzen
tam over hun schoutier
Achter de huizen
dlla St.-Maurice liggen,
tor van de sterk uitge-.
•groep. Naast de kerk
®al karrespoor omhoog
lolossaal vervallen heren-
Men en werkplaatsen. De
fcft hier jaren vrij spel
karrespoor is overhuifd
tolde woekering van bo-
pfiken. Het huis zou goed
«n Engels griezelverhaal,
vale vensters bewegen
he apto hebben gepar-
fen we dat ze naar bui
tomen. Vijf vrouwen en
Nuchtere kinderen. Ge-
achten. slordige kleren,
11 lang geen kapper meer
Wij vragen naar Mien.
f niet", wordt er gezegd,
jkllnkt weinig overtuigend
lang stilzwijgen. Dan
ep ruimte voor een ste-
die ons scherp maar niet
IS observeert.
maar de Indruk blijft. Van buitenaf
dringen geen geluiden door. Een foto
van Lou en een ingelijst portret van
Mien in haar jonge jaren.
Een sigaret onzerzijds wordt dank
baar aanvaard. We krijgen koffie en
een koekje. In het gesprek dat nu
volgt, staat Lou centraal. Komt Lou
nog terug? Zal dat zijn voor 1972,
wanneer het door hem gepredikte
duizendjarige rijk begint?
Mien zegt het niet te weten. „God
als mens heeft met zijn nieuwe
naam „Lou" door de werking van
zijn woord zichzelf voortgeplant in
meerdere lichamen, die nu zonen en
dochteren, kinderen van Lou en
Mien worden genoemd".
„Hoe groot is uw aanhang?"
„Zestig mensen ongeveer. Maar
niet meer dan tien zyn van Lou".
Bedroefd: ,„33r denk wel eens, Lou
heeft vergeefs gestreden en geleden.
De mensen doen geen moeite bij Lou
te komen. Zelf heb ik een afschuwe
lijke strijd doorgemaakt. Vaak heb
ik tegen Lou gezegd: Lou, ik moet
by je komen, maar ik weet niet hoe.
Er is een muur van graniet en die
is meters dik en er is geen open in
Pas later ontdekte ik dat Lou de
opening was, maar dat had Lou
nooit verteld. De ik van Lou was de
opening. Dus deze schepping moest
door Lou zijn. Door de zondeval is
de mens de duivel geworden. En die
duivel Is de ik. Die ik moet eerst te
niet worden gedaan. Als de mensen
hun eigen ik weggooien, dan komt
Lou terug. wy leven in een wereld
waarin allee wat van God is, is uit
geroeid".
foon.
Kgt: Lou is niet gestorven. Lou is in wezen vermoord. Lou heeft zfjn liefde uitgedeeld, I Welk offer moeten de mensen lachen. De sfeer onderling lijkt uit-
iefdeis niet teruggekeerd. Want wat hebben wij met deze liefde gedaan? Onszelf ge-
ematerie. De liefde is niet naar Lou teruggekeerd en zodoende is Lou uitgeteerd."
naart 1968 stierf in Agimont, stil dorpje aan de Belgisch-Franse grens Lou de paling-
er van een merkwaardige secte die in de jaren vijftig, duizenden aanhangers telde,
die zichzelf tot god uitriep en onsterfelijk heette te zijn, nam zonder een dokter
geraadpleegd afscheid van het leven. Onmiddellijk na de begrafenis dreigde een
Aanhangers zouden het graf hebben geschonden en het stoffelijk overschot van
«n weggenomen.
dit huis en Lou te volgen in
leer?"
„Geen offer. Ze weten wie Lou
is. maar ze stellen er niets tegen
over. Ik moet alles alleen dragen.
Lou heeft vele mensen genezen,
maar we zagen ze nooit meer terug".
„Bent u verbitterd?"
Mien huilt zachtjes. Zij houdt
haar hand voor haar ogen. Het is
niet gespeeld.
„Satan heeft de aarde gestolen.
Dat moet hersteld worden. De mens
moet terug naar God. De bijbel le
zen heeft geen zin. De bijbel is Gods
woord niet. Daarom zijn dominees
de grootste verleiders. De bijbel is
alleen maar om de mensen zoet te we terug"
Berichten van de anderen. Waar ze
zitten, wat ze bereikt hebben en
waarheen ze verder trekken. Volgen
de week komt er een busje naar Den
Haag.
„Waar leeft de commune van?"
„Van de bladen die we verko
pen en van giften en gaven. We
doen zoveel mogelijk alles zelf. Ik
geef naai- en breiles aan de meisjes.
De vrouwen doen wat de hand
vindt".
„Keert u ooit terug naar Ne
derland?"
„Als de duivel ons koopt, als hij
de macht over ons krijgt, dan £b.an
houden".
T elefoon
Op dat moment gaat de telefoon.
Drie vrouwen kijken elkaar aan. Er
is enige aarzeling. Wij voelen on
bewust dat onze aanwezigheid op dit
ogenblik niet gewenst is. Mien zegt
,Hoeveel buitenlanders zitten er
in uw groep?"
„Vele, Engelsen. Fransen, Duit
sers, Oostenrijkers, Zwitsers".
Engelen
Het woord „engelen" valt. Mien
glimlacht minachtend. Zij vertelt
„U heeft zelf twee zonen".
„Ja, Jantje en Lourens. zy zyn
geboren om te herstellen wat Kaïn
en Abel verkeerd hebben gedaan. In
ons geval (Lourens is de oudste)
heeft Lourens de schuld op zich ge
nomen van Jantje. Jantje doet niets
verkeerds, maar Lourens beschermt
hem tegen de invloed van de duivel"
„U was niet getrouwd".
„Nee, ik heb altijd gezegd, ik
moet een man hebben die trouw is.
Daarvoor hoéft h\j niet getrouwd te
zijn. Ik wil niets met die wereldse
troep te maken hebben. Lou zei al
tijd: „,God had geen gemeentehuis
toen Adam en Eva elkaar ontmoet
ten. Eén keer heb ik hem uit de grap
gevraagd of hij met mij wilde trou
wen. Toen keek hij zo verdrietig".
Schepping
We wandelen door de verwilderde
tuin met de kwakende ganzen en de
bezorgd snuffelende boxer. Onder de
late septemberzon is het tafereel by-
na idyllisch. Uit de stallen klinken
doffe klopgeluiden. Het geraamte
van een nieuwe carrosserie staat
overeind. Mien zegt: „Bij Lou was
het lichaam alles. De geest telde
met. Myn enige hoop is dat ik Lou
nog eens vast kan pakken". Fluiste-
„Dan kunt ook nooit de Christus
zijn".
Mien lacht: „Lou wist alles. Der
tig jaar geleden zei hij al dat de zon
koud is en niet heet. Nu staat vast
<dat hy gelijk had. Lou heeft ook ge
waarschuwd dat ze aan de maan
niets zouden hebben. Ook dat is uit
gekomen. En waarom gaan ze naar
de maan? Omdat ze de maan ver
dorven hebben. Ze hebben de aarde
leeg gemaakt".
„Wat gebeurt er als u ziek
wordt?"
„Ik ben er al een keer bijna ge
weest".
„Zult u een dokter waarschu
wen?"
Fel: „Nooit. Ik zal de prediking
van Lou nooit verloochenen. Maar
als de kracht van Lou er is, dan is
er geen ziekte. Zijn naam en zijn ik
zijn de grote krachten. Dat verge
ten de mensen".
Wij rijden het erf af. De groep
staat buiten en% doet ons uitgeleide*
Zwijgende mensen, ernstige gezich
ten. Kinderen van Mien.
itdig
Doet vroeger een aan-
prschyning zijn geweest.
doorgroefd gezicht,
tohteren in een knot, ro-
tone kousen, witte klomp-
®*vige werkhanden.
"fanen". De andere vrou
wen zich. Serre, keuken,
woonruimte van Mien,
ton meubilair, afgeleefd.
Een vrouwelijk staf-
gauw wat opruimen,
journalist op bezoek. Paul". Het j
klinkt als een waarschuwing.
Tegen ons: „Om de veertien da
gen zijn we hier met z'n zestigen bij
elkaar. Dan vergaderen we en
draaien een band af van Lou. De
predikingen worden uitgetikt en ver
door de telefoon „Wij hebben een j dat met engelen niet meer bedoeld rend bijna: „Hij had zo'n bewogen-
werd dan metgezellinnen, helpsters. heid voor de schepping. Hij verwierp
Volgens haar heeft dat helpen nooit j het hiernamaals .„Dat is de duivel",
een erotische achtergrond gehad. „Ik zei hij altijd".
was zijn vrouw en zou dat nooit ge- j Praten met de anderen levert geen
accepteerd hebben". nieuwe gezichtspunten op. Het is de
„Vele vrouwelijke aanhangers taal van Lou en Mien. Wonderlijke
Miuwx U..6V.U.V vex-I hebben hun echtgenoot in de steek volzinnen, gedachtenassociaties die
spreid onder de mensen. Vyfentach- gelaten om Lou te kunnen volgen", chaotisch aandoen. Lou was een on-
tig hebben we er nu al uitgetikt. De j „Nee, dat is een leugen. Lou zei geletterd man. Mien heeft het nooit
mensen die u hier ziet, behoren tot altijd„Zorg eerst dat je je man gehinderd.
de vaste bewoners. Dat zijn er dei- meekrijgt en kom dan by mi). In Zij zegt: „Op een van zijn bijeen-
tig. De andere dertig reizen met on- j onze groep zitten toch echtparen? Er komsten kwam een meisje van ze-
ze eigen busjes door Europa. Som- is ook gezegd dat Lou niet van kin- ventien jaar naar hem toe. zy
mlgen zitten in Duitsland, anderen I deren hield. Lou hield van kinderen, vroeg„Hebt u HBS gehad?" Hy
in Frankryk. Zwitserland en in j maar hy vond het vreselijk dat er antwoordde van niet. Het meisje zei:
Spanje".
Mien nodigt ons uit voor een wan
deling door het huis. De Lou-groep
leeft als een .commune. Uiterst sober
en vry geïsoleerd. Er is weinig con- 1
tact met de buitenwereld, want
slechts een enkeling spreekt Frans.
Door het hele huis hangt een sfeer
van trieste verlatenheid. De leden
van de Lou-commune gaan stil hun
gang. De man die alle schoenen lapt,
de tuinman, die de appelen plukt uit
de boomgaard en er geen raad mee
weet, de ex-ambtenaar van de ge
neeskundige hoofdinspectie uit Den
Haag, die carrosserieën op oude
vrachtwagenchassis opbouwt, de on-
derwyzer die de kinderen les geeft
en de jongelui die in de stencilkamer
de tractaten drukken.
Wielrennen De 49-Jarige Lim
burger Sjefke Janssen is gisteren
gecontracteerd als ploegleider voor
de amateurafdeling van de nieuwe
sponsor Mars-Flandria, waarvoor
I Joop Zoetemelk onlangs zyn eers-
J te prof contract tekende. Janssen
j heeft een ruime ervaring als ploeg
leider. Behalve diverse amateurfor-
I maties leidde hy ook gedurende ze-
ven jaar de Nederlandse ploeg in de
i Ronde van de Toekomst.
Schaken In de achtste ronde
van het dames zoneschaaktoemooi
in Veseli di Moravi heeft mevrouw
Vreeken haar party tegen de Zuld-
slavische Sal ai afgebroken.
De Franse filmster Claude
Rich en de Belgische actrice Ca
therine Spaak tijdens de opna
men voor de film ..With what
love, with how much love", die op
het ogenblik in Rome worden ge
maakt.
Verderf
De commune heeft de be- I en een boxer. In de aanhang van
schikking over ganzen, schapen Mien breekt een glimlach door
wy maken kennis met Ria Sny
der, vyfentwdntig' jaar. Ernstig
snuitje met de droeve ogen van
een te vroege volwassenheid. Ja, zij
is toch gelukkig en tevreden. „De
wereld is niets meer", zegt ze. „De j
wereld leidt alleen maar tot verderf".
Het klinkt een beetje plichtmatig.
Achter haar tegen de muur hangt
een beschreven vel papier. „Onge
hoorzaamheid is de bron van alle el-
ende en God krijgt de schuld".
In één van de kale kamers wordt i
gegeten. Aardappelen, zuurkool en
een klein stukje vlees. Zelfs de aller
kleinsten houden zich stil. Er is een
duideiyke verering voor Mien, zorg
zame moeder voor haar kinderen. Er
gaat iets zeldzaam vriendelyks van
haar uit. Onze fotograaf mag plaat
jes maken in huis en in de tuin
waar ganzen en schapen vryelyk
rondstappen. Het stille volkje doet
alles wat de fotograaf van hen
vraagt. Er wordt eindelyk wat ge-