PvdA, D'66 EN KVP ZIJN DE REGERINGSPARTIJEN Imago van de partijen Zo berekent Makrotest uitslag van enquete Kloos meeste stemmen voor min.-president Kiezers in enquête ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1969 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 7 (copyright GPD-Makrotest) Volgens het in ons land gangbare stelsel wordt een regering gevormd, nadat de kiezers gesproken hebben. De politici, die dat werk in onderling overleg moeten verrichten, beschikken dan over de uitslag van de verkie zingen, die overigens niet meer aangeeft dan de aantallen kiezers voor elk van de deelnemende partijen. Hoe de kiezers over de regeringsvorming denken valt daaruit niet of byna niet af te leiden. Bijvoorbeeld de vraag, welke partijen ministers zouden moeten leveren, wordt niet gevraagd. Aan de 2326 mannen en vrouwen uit de Makrotest- steekproef werd die vraag wel voorgelegd. Dit was het resultaat: De mate waarin de par tijen als regeringspartij gekozen worden N 2326 63.5 Doordat de kiezers zo veel of zo weinig partijen mochten aanwijzen als ze rilden, zijn er theoretisch ruim 4000 combinaties. In de praktijk van onze teekproef werden er niet minder dan 277 inderdaad genoemd. Geen enkele ombinatie kreeg 5% van de „stemmen" of meer. Het hoogste aantal (4,6%) rerd uitgebracht op de vijf „grote" partijen plus D'66. Hieronder volgt het lijstje van de combinaties, die het tot 2% brengen: De coalitie die men zou kunnen samenstellen (combinaties die minstens 2% van de stemmen op zich verenigen) N 2326 KVP PvdA VVD 45. ARP 44 CHU42, D'66 CPN PSP Boerenpartij SGP PPR GPV KVP PvdA VVD ARP CHU D'66 X X X X X X 4.6 X X X 4,2 X X X X 3.2 X X X X 2.7 X X 2,3 X X 2.1 De huidige regeringscoalitie (KVP, ARP, CHU en VVD) krijgt niet meer an 3,2%, het idee van een uitgebreid PAK (PvdA, D'66, PSP, en PPR) omt zelfs niet tot 1%. Slechts 0,9% geeft die combinatie op als de gewenste sgeringscoalitie. Over de regeringsvorming kan aan de kiezers ook een uitspraak gevraagd orden door hen een stem te laten uitbrengen voor een eerste minister. Een [eerderheid van de kiezers voelt voor die methode. Over de aanhang van b partijen is die voorkeur als volgt verdeeld: De voorkeur voor een gekozen premier Zou nu stemmen op: KVP PvdA Totaal N 2326 id, oor gekozen premier 55 enegen gekozen premier 35 en «et niet/geen opgave 10 N 409 52 39 N 453 67 23 10 >or gekozen premier 75 gen gekozen premier 13 eet niet/geen opgave 12 100 Gevraagd, wie de eer van het minister-presidentschap te beurt zou moeten illen, geeft de steekproef de volgende antwoorden De minister-president die men zou kiezen: N 2326 100 100 100 PSP BP N 48 VVD ARP CHU D'66 CPN N - N N N N 232 161 162 282 45 40 37 40 71 76 53 57 52 23 15 7 6 8 6 9 100 100 100 100 100 SGP PPR GPV andere niet/ part. blanco/ ongeldig/ weet niet N=r N N N =8 N - N 19 28 27 17 4 446 abs. 63 32 67 35 3 53 32 64 26 65 -1 46 5 4 7 1 100 100 100 100 100 11 2 11.0 9.8' Zylstra 9.3 De Jong 8.9 8.5 80 5,2 4.1 4.0 3.0 Mertens 2.7 Mevr. Van Someren- Downer 1.8 Mej. Klompé 1.6 Samkalden 1.6 Koekoek 0.3 geen van dezen 7.6 geen opgave 0.6 De ondervraagde kiezers kregen een alfabetische lijst voorgelegd, waarbij esheuvel dus op kop ging. Mogelijk heeft dit „zijn" percentage iets ver- ogd. In tegenstelling tot een veel gehoorde mening zijn Biesheuvel en Van ierlo even populair bij mannen als bij vrouwen. Uitgesproken „vrouwen- mdidaten" zijn Luns en De Jong. Kloos en Zijlstra krygen meer stern en bij mannen dan bij vrouwen. Koploper Kloos krijgt zijn aanhang in eerste plaats uit de PvdA, maar ook uit de aanhang van de CPN, de PSP. PPR en D'66. Het minst krijgt hij stemmen uit de aanhang van de VVD. Behoudens bij allerjongsten, die in hoge mate voorkeur voor Van Mierlo uitspreken, is dos in alle leeftijdsgroepen ongeveer even populair. Om een overzicht te krijgen in de opvattingen, die de kiezers hebben over de verschillende partijen is Makrotest nagegaan, hoe men in verband met achtereenvolgens de KVP, de PvdA, de VVD, de AR, de CHU, D'66, de CPN, de PSP, de Boeren partij en de PPR oordeelt over „links" en „rechts". Kloos spreekt, van dicht-be schreven velletjes. Een eerste-klas imago, zo blijkt uit deze politieke enquete. (Copyright GPD-Makrotest) Makrotest ondervroeg in totaal 2.326 Nederlanders, die in de eerste week van september 18 jaar of ouder waren. Nu wordt er wel ge sproken over verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd tot acht tien jaar, maar voor het moment is het nog steeds 21. Voor het be rekenen van de meest waarschijn lijke zetelverdeling werden daar om de kiezers, die nog geen 21 waren buiten beschouwing gela ten. Van de steekproef van 2.326 bleven daarna 2.137 personen over. Hun werd niet gevraagd, hoe zij op het moment van het onderzoek zouden stemmen, maar ook. hoe zij by de laatste Tweede Kamerverkiezingen op 15 februari 1967 hun stem hadden uitgebracht. Dit was de verdeling van hun ant woorden, uitgedrukt in percentages: De verdeling van de antwoorden per keuze mogelijkheid KVP PvdA VVD ARP CHU D'66 CPN PSP BP (Koekoek) BP (Harmsen) SGP PPR GPV andere partij blar/ko ongeldig stemt niet I .S 55 18.3 20.- 10.4 7.1 7,3 11,3 1,9 2.- 0.8 1.2 1.- 0.7 0.2 3.5 0.9 1.6 "H 5 53 g 05 ta** 21,- 22,5 10,1 8.1 7.5 6.- 1.7 2.1 1,5 1.5 0,1 0,8 0,2 2.8 0.7 8.7 (stemde niet en te jong) weet het niet 10,1 2.7 wil het niet zeggen 1.7 1.9 100 100 Het blyft dus, dat in de Makrotest- steekproef niet minder dan 17,8% het laat afweten, als het gaat om een keuze te maken voor een bepaalde party. Van die 17,8% zou 6% blar/ko of ongeldig willen stemmen of hele maal niet willen opkomen: 10.1% blyft in onzekerheid steken; 1,7% laat de onderzoekers in onzekerheid. Nu is het zo, dat kiezers, die het op de verkiezingsdag zelf ook laten af weten, voor het vaststellen van de uitslag niet meetellen. Alleen die kie zers die een geldige stem op een par ty uitbrengen, beïnvloeden de uitslag; hun stemmen bepalen de zetelverde ling. Vanzelfsprekend staat het helemaal niet vast. dat de kiezers, die in ons onderzoek zeggen niet te weten, hoe zij zouden stemmen, by echte verkie zingen in hun onzekerheid zouden blijven steken en bijvoorbeeld een blanco stem zouden uitbrengen. In tegendeel, het is gezien het aantal kiezers, dat gewoonlijk verstek laat gaan, zelfs waarschijnlijk, dat het grootste deel van die 10,1% wel dege lijk een keuze zal maken. En dat het resultaat van dit be slissingen overeen zou komen met de stemverdeling van diegenen, die iri de Makroteststeekproef wel een voorkeur voor een partij uitspreken, staat daarbij helemaal niet vast. Toch moeten wij dat, terwille van een be rekening van de „verkiezingsuitslag" uit ons onderzoek aannemen. Zodoende sluipt een eerste element van willekeur in ons resultaat. Het zal waarschijnlijk geen grote afwij kingen ten opzichte van de werkelijk heid van echte verkiezingen veroor zaken maar het is toch goed er reke ning mee te houden. Laten we ook bij de „uitslag" van de verkiezingen van 15 februari 1967 degenen, die zeggen toen niet ge stemd te hebben( de meesten, omdat ze toen nog te jong waren) het niet meer weten of niet willen zeggen, hoe ze gestemd hebben, uit het beeld, dan krijgen we de volgende cijfers: Stem nu in steekproef Stem 15-2-'67 in steekproef Werkelijke uitslag van 15-2-1967 N 1756 1777 KVP 22.3 25.3 26,5 PvdA 24.3 27.- 23,5 VVD 12.6 12.1 10,7 ARP 8,6 9.8 9.9 CHU 8.9 9.1 8.1 D'86 13,7 7,3 4,5 CPN 2,3 2.1 3.6 PSP 2,4 2.5 2.9 BP (Koekoek) 1,- 1,7 4.8 BP (Harmsen) SGP 1,5 1.7 2,- PPR 1,2 0.1 GPV 0.9 1.0 0.9 andere party 0,2 0,3 2,6 100 100 100 Het valt direct op, dat er nogal wat afwijkingen zijn tusser; de wer kelijke uitslag van de verkiezingen van 15 februari 1967 en de opgaven van de kiezers uit onze steekproef. Kleine afwijkingen' zyn normaal, ook bij een vrij grote steekproef, maar de 3,5 waarmee bijvoorbeeld de uit komst voor de PvdA in de steekproef het werkelijke resultaat van die partij op 15 februari 1967 overtreft, gaat daar ver bovenuit. Ook de 2,8 af wijking tussen de steekproef en de werkelijkheid by het resultaat van D'66 is veel te groot om als een nor male statistische af wy king be schouwd te worden. Dat geldt ook voor de VVD, de CHU, de Boeren partij er; de CPN. VERKLARING Voor de meeste van die afwijkingen valt wel een verklaring te geven. Zo is het bekend, dat veel kiezers, die hun stem op de CPN uitbrengen, dat liever niet tegen „een vreemde" zeggen die aan de deur vragen komt stellen, ook al komt hy namens zoiets onbenul- digs als eer; bureau voor opinie-on derzoek. Sommige van die kiezers weigeren dan de vraag naar hun vorige stem te bean woorden, anderen geven een partij op, die ook wel eens hun stem heeft gehad of waarop ze hun stem uitgebracht zouden hebben, als de CPN niet had meegedaan'. In veel gevallen is dat de Party van de Arbeid.' Zowel voor de lage uitkomst van de CPN als voor de hoge van de PvdA kan dit verschijnsel een gedeeltelijke verklaring zyn. Een geheel andere oorzaak van afwijkingen is te vinden in het feit, dat ondanks de meest zorgvuldige voorbereidingen de groep met de laagste inkomens in steek proeven vaak te zwak vertegenwoor digd is: in de „volksbuurten" krijgen interviewers veel vaker nul op het rekest dan in de middenstandswijken. Een „dure" partij als de VVD komt daardoor in steekproeven meestal iets t hoog uit de bus. een uitgesproken arbeidersparty als de CPN, maar ook de Boerenpartij, die relatief veel aan hang heeft onder de laagst betaalden, meestal iets te laag. GECOMPLICEERD Weer een heel andere oorzaak van afwijkingen steekt in een gecompli ceerd verschijnsel, dat naar Ameri kaans voorbeeld „bandwagon effect" wordt genoemd. De kiezers hebben de neiging met de muziek mee te gaan: een partij die goed uit de bus komt bij verkiezingen, krijgt zelfs bij een opir.ie-peiling, die onmiddellijk na de verkiezingen wordt gehouden meer stemmen in een steekproef dan met de werkelijkheid overeenkomt. Een aantal kiezers wil by de win- naar horen en „corrigeert" alsnog zijn stem. Het omgekeerde doet zich voor by de verliezers; zy zyn by een peiling meestal ondervertegenwoor digd. Een voorbeeld van zon winnaar was op 15 februari 1967 D'66. een voorbeeld van een verliezer was Koe- koeks Boerenpartij. GEWICHT Nu is het. ongelukkige, dat al deze „verklaringen" op goede gronden ge geven worden, maar niemand is in staat om er een gewicht in cyfers aan toe te kennen. Het blyft by schattingen en aanwyzingen. Daar om is het gebvuikeiyk voor het vast stellen van de uitslag een herbereke ning uit te voeren, waarby de opgave van de stemmen voor een verkiezing op dit moment wordt herzien aan de hand van een vergeiyking van de werkelyke uitslag van de stemming op 15 februari 1967 en de „uitslag" zoals die in de steekproef voor die verkiezingen voorkomt. Noch de uitslag met noch de uit slag zonder herberekenig mag als het laatste woord beschouwd worden. By de herberekening worden by voor beeld de „bandwagon effecten" ver waarloosd. Een winnaar komt daar door te laag, een verliezer te hoog uit in de herberekende uitslag Verstandig Ujkt het om met beide cyferreeksen rekening te houden. Bovendien dient ook de normale, statistische afwyking vermeld te worden. Brengt mer; beide bereke ningen in het geding en houdt men rekening met de „gewone" afwijkin gen, dan ontstaat dit beeld van de huidige stand der party en: Huidige stand Verkiezingen KVP PvdA VVD ARP CHU D'66 CPN PSP BP Koekoek BP Harmsen SGP PPR GPV 32 34—36 38 33/35—38/40 16/18—19/21 11/13—14/16 10/12—13/15 16/18—21/23 2/3—5/6 2/ 3— 4/ 5 0/ 1— 2/ 3 1/2—3/4 1/2—2/3 0/ 1— 1/ 2 Andere partyen 0/0—0/1 - (1) 1967 42 (39) 37 17 15 12 7 5 4 7 (3) (3) 3 - (3) 1 - (1) Door politicoloog drs. Hans Gruyters Naast de tien genoemde par tyen werd ook de groepering Nieuw Links op die manier on der de loep genomen. De ondervraagde kiezers be hoefden by het beantwoorden van deze vragen niet te kiezen uit het een of ander of „geen van beide", maar kregen telkens de gelegenheid om uit zeven „graden" te kiezen. Zo kregen we van de partyen de volgende imago's: Kath. Volkspartij De KVP is een party, waarvan 94.9% van de aanhang in onze steekproef ook katholiek is. Gaat men alleen bfj de kiezers van de KVP te raden, dan biyken zy „hun" party veel minder als een beweging uitsluitend voor katho lieken te beschouwen. In het algemeen verwachten de kiezers, dat de KVP, die als een tamelyk rechtse party wordt beschouwd, in de toekomst ach teruit zal gaan en ook de eigen aanhang ziet de toekomst voor de partij niet optimistisch. De KVP wordt noch als een werknemers- noch als een werk- geversparty beschouwd, al valt er een licht accent op het laat ste. De party is z{j het min der dan de PvdA vergrysd en wordt door de kiezers ook als meer een party voor oude ren ervaren. Partij van de Arbeid Aan de Party van de Arbeid is de vergryzing het meest op vallende verschynsel. In haar aanhang is slechts 36.3% Jonger dan 40 jaar, in de steekproef als geheel 47.5%. Toch wordt de PvdA nauweiyks als een party voor ouderen ervaren, zomin door de eigen aanhang als door de buitenwacht. Ook al staat de party naar het oordeel van de kiezers en zeker naar dat van de eigen aanhang open voor mensen van elk ge loof, de werkelykheid laat een overwegend onkerkeiyke en her vormde aanhang zien. Van de PvdA-kiezers is 44.8% onkerke- lyk, 31.6% hervormd, maar niet meer dan 13.2% katholiek en 1.8% gereformeerd. De party wordt als gematigd links ervaren door de eigen en de overige kiezers. De hervormingsdrang van de PvdA wordt door de eigen aan hang veel hoger aangeslagen dan door de kiezers ln het algemeen. Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Meest opvallend is in de wer kelykheid van deze party het welgestelde karakter. Driekwart van de aanhang behoort tot de welgestelde klasse en de mid denklasse, slechts een kwart tot de hogere volksklasse, byna nie mand tot de lagere volksklasse. Het imago is met die werke lykheid in zoverre in overeen stemming. dat de party zowel door de kiezers ln het algemeen als door de eigen kiezers als een werkgeversparty wordt be schouwd. De buitenwacht ziet de VVD als gematigd rechts, de eigen aanhang heeft in sterkere mate dezelfde opvatting. Als het gaat om de vraag van voor- of achteruit gaan, zien de kiezers noch het een noch het ander. De eigen aanhang daar entegen is zeer optimistisch over de vooruitzichten. Anti-Revolutionaire Partij De ARP wordt als rechts erva ren. de eigen kiezers zien het ook zo. Die trek heeft het ima go van de ARP gemeen met dat van de VVD en dat van de CHU Het is noch een werkgevers- noch een werknemersparty, die door de eigen aanhang wel als progressief wordt beschouwd, maar niet door de buitenwacht. In de aanhang van de ARP is sprake van een lichte vergry zing. Chr. Hist. Unie De aanhang van de CHU be staat nagenoeg uitsluitend uit hervormden. Verder is er ook nogal wat aanhang onder de confessanten van de kleinere christelyke kerkgenootschappen. De CHU is de meest vergrys- de party van alle. 40 jaar of Jonger is slechts 27.8% van de CHU-kiezers in de steekproef. (In de steekproef als geheel ls 47.5% 40 jaar of jonger). In tegenstelling tot de eveneens sterk vergrysde PvdA is by de CHU het imago daarmee in overeenstemming. De CHU wordt het meest van alle partyen als een party voor ouderen erva ren: de eigen kiezers zyn het daar wel mee eens. Democraten '66 D'66 heeft een uitgesproken jeugdig en vooruitstrevend ima go. Met het eerste is in over eenstemming, dat van de D'66- kiezers 74.8% 40 jaar of jonger is tegen 47.5% van de steekproef als geheel. D 66 is een party van katho lieken en onkerkelyken al heeft zy ook onder protestanten rui me aanhang. D'66 wordt iets meer dan ge middeld beschouwd als een werk- nemersparty en ook meer dan gemiddeld als een linkse party; in geen van beide gevallen een uitgesproken imago. Wel wordt de party als zeer vooruitstre vend gezien; duideiyk ook meer vooruitstrevend dan de PvdA en de PSP. Het is mogelyk een vooruitstrevend imago te heb ben zonder als uitgesproken links beschouwd te worden. (Een ander voorbeeld: de CPN wordt als zeer links gezien, maar nauweiyks als vooruitstrevend). D'66 is de enige party, die ook door de buitenwacht sympathiek wordt beschouwd. Van de andere partyen worden de CPN en de Boerenparty onsympathiek ge vonden, de PSP komt er op dat punt ook enigszins negatief af. Zowel de buitenwacht als eigen aanhang verwachten winst voor D'66. De kleine partijen Van de PSP valt een tamelyk Jeugdige aanhang met dienover eenkomstig imago en een tame lyk links en vooruitstrevend beeld te vermelden. De party recruteert de kiezers in meer derheid bij de onkerkelyken, zeker niet by de gereformeer den. De CPN-aanhang is nog meer uitgesproken onkerkelyk (vier vyfde). Het valt op, dat de par ty ook onder welgestelden en onder de middenklasse aanhang heeft en een minder „vertekend" beeld vertoont dan het tegen beeld van de VVD Het imago is zeer links, duideiyk „voor werknemers", maar niet voor uitstrevend. De Boerenparty vindt haar zeer geslonken aanhang meer dan gemiddeld onder katholie ken. De party heeft een imago dat nergens ver van het gemid delde afwykt, met uitzondering van de geringe sympathie, die men voor de Boerenparty voelt en de uitgesproken verwachting, dat Koekoeks party achteruit zal gaan. Het grote probleem voor de PPR is het feit, dat deze party maar by ongeveer 40% van de kiezers bekend is. Voor zover dat het geval is is het imago jeugdig, duideiyk vooruitstre vend en tamelyk links. Men heeft er geen hoog gespannen verwachtingen van. Nieuw Links tenslotte heeft een zeer jeugdig, vooruitstrevend en links imago by de twee der den van de kiezers, die deze groepering zeggen te kennen. Een kwart van de kiezers meent evenwel, dat Nieuw Links een aparte party is. By de kiezers van de PvdA meent men, dat de invloed van Nieuw Links zal toenemen. Zon der dat er sprake is van uitge sproken sympathie staan de PvdA-kiezers niet onsympathiek tegenover deze groepering. (ADVERTENTIE)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 7