)e mysterieuze „meneer met het
hondje" van het Rapenburg
Ik lees mijn man "s avonds enge
dingen voor uit Niet roken
w
DAMES!
DE VROUW
ACHTER
DE MAN
DE MAN
ACHTER
DE VROUW
'V
S/'Vkï
MEVROUW A. H. TOXOPEUS-UFKES
ÉS
WITTE KRUIS
DAG 26 SEPTEMBER 1969
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 29
DEN IN 1909. Op het Rapenburg tussen de Universiteits-
itheek en de Herensteeg woonde destijds een heer van
elbare leeftijd, 'n Keurige mijnheer met een lorgnet, waar-
n kettinkje om achter het oor te schuiven, een puntjes-
en 's winters slobkousen aan.
n der buren wist „wat hij deed", hetgeen toch elke buurt
te weten, evenals zijn inkomen, nietwaar?!
noch hij, noch zijn vrouw
omgang met andere men-
lat men van dié zijde ook: al
iwaarwerd. evenmin de na-
groentewinkel van Schild, een
informatie-bion waar, door
ïstboden uit de buurt tijdens
agelijkse inkopen en klets-
informaties werden ver-
Maar ook zij wisten niets-
vertellen over de langza-
id mysterieuze „meneer met
idje".
dat wist men wel: hij moest
bijzitten, want hij en zijn
sloten in het prille voorjaar
(eigendom, d&t wist de
n elk geval!) en trokken dan
n hondje de gehele zomer er-
een in het zuiden vanFrank-
laar waarheen dat wist men
de „meid" van Notaris
die op de hoek van het Ra-
en de Scheepmakerssteeg
r
.--M
hun dagtaak uitoefenden in verschil
lende beroepen. Zo was onder hen
Jarenlang de concierge van het chris
telijk jongelingsgebouw „Prediker" in
de Jan Vossensteeg, die in zijn le
ven al honderden kilometers langs
het Rapenburg was afgedraafd!
Maar 's avonds was hij als con
cierge in functie en als 't zo geviel
dat een der „heren" verhinderd was
in een clubje te „bijbellezen" dan
nam Eikerbout, zo was zijn naam,
diens taak wel over. waarbij hij een
voorliefde voor Genesis I toonde:
„Daar zij licht en daar werd licht.
En zag dat het licht goed was en er
was scheiding tussen het licht en
de duisternis".historisch, géén
profanatie!). Ja. Eiken-bout had hart
voor zijn bijbaan!
Maar om tot „de meneer met het
hondje" terug te keren: iedere
avond als de gaslantaarns hun sober
lioht over het Rapenburg wierpen,
Antoine Guillaume de Milly. Graaf
van Heiden Reinestein, vervolgde
zijn weg, nog nalachend om het sne
dige antwoord op zijn hondevraag.
't Was weer zomer geworden, de
tijd waarin tijdens „de grote" va
kantie) Leiden student-ontvolkt was.
Ook de mijnheer was mèt zijn
hondje en vrouw weer afgereisd en
Paul de Milly had van zijn vader ge
daan gekregen dat hij samen met
een vriend zijn vakantie aan de Cöte
d'Azur: Nice, het prinsdom Monaco
en daarin natuurlijk Monte Carlo
mocht, doorbrengen.
Op een avond na het diner, terwijl
zijn vriend had aangepapt met een
„petite Frangaise" slenterde Paul.
na zich .gekleed" te hebben, zoals
verplicht was, in smoking het Casi
no in Monte Carlo binnen, waar hij
aan een der speeltafels niet lettend
op zijn omgeving, nonchalant een
fiche van 10 francs (toén f 10had
ingezet op „14".Het balletje be
gon te huppelen en tot zijn stom
me verbazing en grote vreugde hoor
de Paul de monotonie stem van de
croupier afroepen: „en plein, un seul
numéro".wat Paul als hoogste.
35 keer zijn inzet opbracht
Toen hij de croupier weer hoorde
roepen: „Rien ne va plus. faites vo-
tre jeu mesdames et messieurs!"
keek Paul op en.ontwaarde dat
de croupier „de meneer met het
höndje" was!
Deze. die ook Paul herkende, boog
even heel licht: „Merci monsieur",
toen Paul hem de gebruikelijke pour-
boire in fiches terug schoof, terwijl
hij meteen van de roulettetafel op
stond om niets van zijn formidabele
winst te verliezen!
Later weer in Leiden komende,
vertelde hij zijn hospita dat hij „de
meneer met het hondje" in Monaco
had gezien in diens functie van crou
pier aan de speelbank, waarop de
juffrouw met een zucht van verlich
ting dat zij ,.'t nu wist" deze ontdek
king gauw aan haar buren vertelde.
Het mysterie was opgelost!
U denkt misschien dat de
gaslantaarns al sinds tientallen ja
ren uit de stad verdwenen zijn, doch
weet u wel, dat de ldétste gaslan
taarn. die stond in de Pesthuislaan,
pas in oktober 1961 werd op
geruimd?!
Ieder corpslid maakte des
tijds gebruik van de diensten van de
„studentenoppasser „Sierat of een
ander, die „mijnheer" des morgens
kwam wekken ials dat nódig was!),
zijn kleren en schoenen borstelde,
boodschappen deed en als „de ouwe
heer over de brug was gekomen", de
meestal jarenlange rekeningen voor
„mijnheer" ging betalen provisies!)
De havezathe Laarwoud,
gesticht in 1160 en door de eeuwen
heen uitgebreid en verfraaid, werd
door generaties van het geslacht de
Milly van Heiden Reinestein be-
woond. In de laatste oorlog werd het
gevorderd enuitgewoond door de
Duitse bezetter. Na 1945 door „Mo
numentenzorg" en andere instanties
in oude luister gerestaureerd. Thans
is het raadhuis van Zuidlaren.
DOLF SCHNAAR
HET CASINO
IN MONTE CARLO
tenminste iets van te we-
door haar vrijer die bestel-
n Gend en Loos was en ie-
de „colli" zoals hij die
rmen noemde moest op-
„Ja, Dirk heeft gezegd dat
irs naar.eh..ja hoe heet
nou weer?.Mon.eh.
an de zee, zoals Dirk zei,
moesten worden.och ja,
eld hebt, dan ken je de hele
rondreize!", besloot de
filosofisch.
't was nog „hardstikke win-
wandelde „meneer" iede-
volgens een vaste route:
ins bij zijn huis rechtsaf over
bij de Academie langs de
zijn hondje uitlatend en dan
zijn „eigen" kant het Ra-
terug. Maar 's avonds als
ker begon te worden en de
ïopstekers op een sukkel-
mgs de wallekant liepen met
schouder een lange stok,
aan het ene einde een klein
met petroleum was ge
el met daarin een lontje dat
„pitje" brandde. Om dit voor
in te beschermen, was om 't
val een busje als „vuur-
aangebracht, waarmede zij
antje van de gaslantaarns
iwden en het gas aanstaken,
weer sukkeldravend naar de
i lantaarn te snellen. Deze
opstekers hadden geen dag-
in de Gasfabriek", doch wa
in de prille morgen en 's
actie, terwijl zij verder
Huize Laariooud, thans ge
meentehuis van het Drentse
Zuidlaren.
ging hij de andere kant uit, waar hij
in 't Van der Werffpark zijn hondje
uitliet.
Toch had hij wel eens een zij het
m'nieme conversatie met een naast
hem op „cubicula locanda" wonende
student, die hem op een keer spon
taan op de avondronde aansprak:
„Wat hééft u toch een donders aar
dige airdale terrier, mynheer! Ja, ik
heb er óók een thuis, want er is
geen enkele ploerterij die een hond
op kamers wil hebben, zelfs niet als
m'n oppasser** hem uitlaat, en
zodoende moét ik hem wel thuis in
Zuidlaren laten, hoe beroerd ik 't
ook vind! Want myn Jack is aan
mij gehecht, net zoals ik aan hem!
Maar enfin, in Zuidlaren heeft hy de
ruimte, zowel op „Laarwoud"
waar wij wonen als in de bossen
rondom. En als Jack wel eens weg
loopt of achter „de meisjes" aanzit,
dan brengt onze veldwachter hem
wel weer terug, omdat mijn vader
daar burgemeester is. Ja. uw terrier
lykt precies op Jack. Heeft hij óók
een stamboom?"
„Nee", zei de meneer met het
hondje lakoniek, „een stamboom heeft
hü niet, hij doet 't nu eens tegen de
ene en dan weer tegen een ande
re boom! Goeden avond, jongeman".
De „jongeman" die een der weini
ge Nederlanders was, die twee adel
lijke titels voerde: Jonkheer Paul
Mevrouw A. H. Toxopeus-Ufkes
(50, ziet er uit als 40) leest haar
echtgenoot voor het slapen gaan ver
haaltjes voor. De laatste tijd neemt
zij nog al eens dr. Meinsma's boeien
de brochure „Niet roken" van het
nachtkastje en declameert dan „een
heleboel enge dingen", die de libera
le fractievoorzitter gedwongen heb
ben van zijn oude merk af te stap
pen en een „minder gevaarlijke" si
garet te gaan roken, die wat lager
staat op het zwarte nicotine-lijstje.
Sinds gisteren rookt de heer Toxo-
peus dan ook minder.
Doch dat is niet het enige belang
rijke besluit dat dezer dagen in hui
ze Toxopeus werd genomenonder
het genot van dat zo zo slechte si
garetje en een glas gekoelde sherry
wordt in de stijlvolle zitakmer in hun
(ADVERTENTIE)
helpt elke/^^\
maand j
weer
Poeders, tabletten, cachets.
(Witte Kruis spaart bovendien
de maag
huis aan de Waalsdorperwcg in Den
Haag een tweede principebesluit be
kend gemaakt „Van af heden gaan
wij dagelijks de Fabeltjeskrant vol
gen op de tv".
Mevrouw Toxopeus: „We zijn het
steeds van plan, maar er komt nu
al een jaar lang steeds iets tussen.
U moet weten, we hebben de televi
sie naar boven verhuisd, naar de
werkkamer van myn man. Dat
houdt niet alleen in dat hij met al
zijn papieren naar beneden moet als
er iets is wat we allemaal willen zien
maar ook, dat we wat meer selectief
kijken. Uitgerekend wanneer mijn
man thuiskomt en we drinken gezel
lig een borrel voor het eten, is die
Fabeltjeskrant op de televisie, dan
kom je er niet toe om met je glas
in Je hand naar boven te gaan. Van
daar. Maar de dierenbosse bewoners
zijn nu terug van vakantie heb ik
gehoord en voortaan gaan we ze be
kijken".
Mr. Toxopeus: „De Fabeltjeskrant
hoor je te zien. Ik herinner me uit
myn advocatenpraktijk, dat ik wel
eens pleitte aan de hand van Ollie
B. Bommel en Tom Poes. Dat was
een strip, die iedereen verslond.
Wanneer je daar kreten uit gebruik
te, voelde iedereen precies wat je be
doelde. Ook de rechters. Ze wisten
meteen waar je het over had. Met
die Fabeltjeskrant is het eigen- i
lijk net zo. Vanavond beginnen we
serieus te kijken. Niet zo maar eens
een keertje, maar echt, elke
avond
Televisie
Bij de jamilie Toxopeus thuis
t Ut
A. v
V
V>\
-- 4
De televisie is belangrijk in huize
Toxopeus. Voordat dat werd erkend
door alle ivier) gezinsleden moest er
overigens wel heel wat gebeuren. Mr
Toxopeus kan nog een beetje veron
gelijkt doen over het feit. dat zijn
vrouw zyn eerste politieke debat op
de televisie met Vondeling <„Ik
meen dat dat in '62 was") niet heeft
gezien. „Ik herinner me nog precies,
dat ik by het vertrek uit de tv-stu-
dio mijn duim tussen de deur klem
de Heel zielig kwam ik 's nachts
thuis met m'n zere duim. „Heb je
me gezien?" vroeg ik. Mijn vrouw lag
al in bed. Ze deed een oog moeizaam
open en zei droog: „Natuurlijk niet,
had je me maar een tv moeten ge
ven
Pas toen dochter Enneke (21)
haar been brak juist op het moment
dat de Olympische Winterspelen
voor de deur stonden, besloot me
vrouw Toxopeus ferm: „We huren
er één!". Toen de verhuurder het
toestel kwam brengen grinnikte hy:
„Voor drie maanden zegt u? Wedden
dat-ie de deur niet meer uit gaat?
En als u hem houdt, mag u de huur
van de prijs aftrekken". En zo ge
schiedde. Het toestel bleef en heeft
inmiddels al plaats gemaakt voor een
kleurentoestel.
„We dachten eerst, dat het voor de
cinderen niet goed was. In verband
net hun huiswerk. Daar werd des-
tyds zo veel over gezegd. Maar nu
zouden we niet meer zonder kun
nen. Ik houd er helemaal niet van
om avond aan avond te zitten
kastje-kijken, maar het nieuws en
de informatierubrieken zou ik toch
niet graag missen. En operettes, daar
ben ik dol op".
Mevrouw Toxopes ervaart het be-
jaald niet als „iets bijzonders"
de echtgenote te zyn van een beken
de Nederlander. „Voor de kinderen is
het wel moeilijk geweest. Menno <24)
studeert nu rechten ia Utrecht
Mevrouw Toxopeus
en Enneke werkt op het TNO in Rijs
wijk, maar in de tijd dat mijn doch
ter nog op school zat. heeft ze een
erg naar jaar gehad toen mijn man
minister was geworden. Een uitge
sproken PdvA-leraar maakte het
haar erg lastig. Daar is ze nogal on
dersteboven van geweest
„Verder merk ik er weinig van. dat
mijn man toevallig bekend is. Onze
kennissen zijn er al over uitgepraat
en het publiek kent my niet. Alleen
wanneer ik met mijn man uit ben.
dan worden we wel eens aangespro-
en dan gaan we daar een hapje eten. I
Ook leuk".
Mevrouw Toxopeus is erg geïnte-
resseerd in het werk van haar man,
maar „ze sjouwt er toch niet zo ge-
engageerd achteraan als sommige I
andere vrouwen van politici". Sinds
de verkiezingscampagne van '59 gaat I
ze mee wanneer mr. Toxopeus
spreekbeurten moet vervullen in
de provincie. Dat was haar idee:
„Hij heeft de gewoonte om altijd des
avonds of 's nachts naar huis te ko
men na zo'n bijeenkomst, hoe ver of
laat het ook is. En ik was als de dood
dat hij nog eens achter het stuur in
slaap zou vallen. Daarom ging ik
maar mee. Ik vond het trouwens
boeiend en gezellig".
Eerlijk oordeel
Weer vult mr. Toxopeus aan: „En
ik vind het prettig als ze er by is.
Ik weet dat het heus niet zo leuk is
om steeds opnieuw hetzelfde verhaal
te moeten aanhoren, maar ik kan er
zeker van zijn dat ik van haar ach
teraf een eerlijk oordeel krijg. Bo-
vendien, wanneer ik toespraken
voorbereid, praten we er ook vaak
van te voren over. Per slot van reke-
ning zit zij zich niet dagelijks blind
j te staren op Kamerstukken en weet
zij het best wat de gemiddelde Ne
derlander wel en niet wil weten".
Luistert de heer Toxopeus werke
lijk naar die eventuele kritiek? Ver
andert hy inderdaad om die reden
wel eens een toespraak? Kan hy er
tegen dat zyn vrouw hem „betrapt"
op een oneffenheidje in zijn werk?
Welzeker .We kennen elkaar van
voor de lagere school. We hebben ja
ren bij elkaar in de klas gezeten. In
bij gehaald en ze de zaak laten re
gelen".
Verder werd er voor de Nederland
se delegatie een borrel gegeven, waar
mevrouw Toxopeus als gastvrouw
optrad, hetgeen haar weinig moeite
gekost zal hebben. Want ook dat
wordt een „vak" voor de vrouw van
de politicus.
Wanneer er op een zeldzaam ogen
blik eens geen verplichtingen of
dringende zaken haar roepen, dan
handwerkt mevrouw Toxopeus. .Mis
schien klinkt het wel gek, maar bor
duren vind ik dol". Naar het congres
in München had ze dan ook het bor-
duurmandje bij zich.
Padvinderij
Naast de tijdrovende rol van
vrouw-van-bekend-politicus heeft
mevrouw Toxopeus nog een andere
tijdrovende taak in de padvinderij
en in het bijzonder die voor gehan
dicapte meisjes. „Ik begon als ka
bouter op m'n achtste en sindsdien
heb ik alle padvindersrangen doorlo
pen". Ze is dan ook jarenlang vice-
voorzitster geweest van het Neder
lands Padvindsters Gilde en in die
functie afgevaardigde in de Neder
landse Jeugdgemeenschap, waarvan
zij ook vice-voorzitster werd. Vorig
jaar hield zij er mee op. „Ik was
toen vijftig geworden en dat vond ik
een mooie leeftijd om het aan de
jongeren over te laten".
Alleen de gehandicapte padvind
sters, „De blauwe vogels" hebben nog
haar voortdurende aandacht. Met
veel plezier en energie leidt zij nog
steeds de kampen, nationale en in
ternationale, regelt zij de organisa
tie en het vervoer van en naar de
ken, of de mensen wijzen. Maar
daar is ook alles mee gezegd. Soms
is het vervelend, soms ook erg leuk.
Vorige maand waren we in Schot-
I land met vakantie. Een heerlijke
trektocht gemaakt. Geen Hollander
te bekennen. Alleen in een hotel was
j een Hollandse kelner, die dan ook
meteen op myn man afschoot en
j riep: „He. ik ken u, u bent Toxo-
peus!" Zoiets is eigenlijk alleen maar
leuk. Hetzelfde gebeurde ons eens in
Frankrijk op een terrasje bij de Hal-
len. Een vleesrijder kwam uitgelaten
op ons af alsof hij oude bekenden
begroette. Ook die dingen komen
I door de televisie. Dat hoort er nu
eenmaal by".
De heer en mevrouw Toxo
peus gaan weinig uit. „We zitten nu
zo'n zes jaar in Den Haag en in die
tijd zijn we misschien twee drie keer
samen naar de schouwburg geweest,
hè Ed?" Mr. Toxopeus valt in: „In
myn vak werk je nu eenmaal op
tyden dat een normaal mens vrij is.
En als we dan plotseling zomaar zeg
gen: „Hè ja, vanavond naar de
schouwburg", dan is er geen kaartje
meer te krijgen. Nou dan stappen we
maar in de auto en dan rijden we
naar de Echoput In Apeldoorn of zo,
juli waren we 25 jaar getrouwd. Dan
kun je iets tegen elkaar zeggen en
dan kun je iets van elkaar hebben".
En mocht mevrouw Toxopeus ooit
eens een beetje boos zijn op haar
man, dan signaleert hij dat onmid
dellijk, „Eenvoudige zaak, ze demon
streert dat door sigaretten te gaan
zitten roken". Mevrouw Toxopeus:
„Als ik rook moet iedereen altijd
lachen. Ik puf maar wat. En dat
boos-zijn valt wel mee. Gelukkig kun
nen we zo nu en dan stoom afbla
zen. Het zou maar een saaie be
weging zijn zonder zo nu en dan een
ruzietje!"
Ook een vak''
Toen we een gesprek hadden met
de heer en mevrouw Toxopeus kwa
men ze Juist terug uit München
waar het vierde internationale libe
rale congres werd gehouden. „Daar
zie Je dan weer, dat het heus wel
nuttig is dat Je er bent", verzekert
ze. „Er was een reuze gedoe met mi
crofoons en luidsprekers, die te hard
stonden of het helemaal niet deden.
Toen myn man begon te spreken
hoorden we in de zaal helemaal
niets. Ik heb er een paar technici
inrichtingen waar de gehandicapte
meisjes meestal verblijven, ze praat
er over alsof het iets vanzelfspre
kends is.
Mevrouw Toxopeus is een char
mante gastvrouw, die achter de
schermen wel degelijk enige invloed
heeft op het liberale doen en laten
van haar man. In de Kamer komt
ze regelmatig. De eerste keer is ze
daar overigens erg geschrokken: „Bij
de beëdiging van mijn man. Een bo
de liep de dagbladen uit te delen. En
terwijl er iemand aan het woord
was. ging iedereen de krant zitten
lezen. Ik was razend. Zo onattent te
genover de spreker. Nu weet Je dat
dat nauwelyks anders kan, Je kunt
niet verwachten dat iedereen maar
men achter elkaar, dagenlang, ge
boeid zit te luisteren, ook naar min
der belangrijke onderwerpen. Maar
toen was ik perplex".
Wanneer mr. Toxopeus zijn zegje
heeft gedaan, in de Kamer of tij
dens een WD-bijeenkomst in het
land. dan kijkt hy altyd even de zaal
I in, naar zyn vrouw. Een knipoogje
I van haar betekent: „goed zo, 't ging
I lekker". „Minder goed wordt later
j besproken. Thuis, voor of na een
I hoofdstuk „niet roken".. ,M