EIN OOL(T) OOR DE UIMTE Wij zijn allemaal een stukje kosmos Q 16 AUGUSTUS I960 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 15 L Boven een maanachtig i daalt een aarts toestel, n samenraapsel van en een robot. Voor Rein limtevaart. Wat het hem later meer. In elk Leidse schilder en igrepen door het onderwerp. Niet zoals Cees nen die op het ogenblik laakt met zijn affiche- rttekeningen van auto- wichtheffers. Nee Dool zichzelf in zijn atelier, ikere kamer. Hij werkt ïingen, schilderijen en Is gemaakt met een Leica uitvergroot in de jna altijd in een soort e toestand te werken". Rosier olvast Rein Dool moet zich herhaaldelijk met een grote blauwgeblokte hand doek het zweet van zijn voorhoofd wissen, zo fel geagiteerd praat hij over zijn werk. In zijn atelier ligt een indrukwekkende hoeveelheid tekeningen verspreid over de vloer. Het zijn bizarre prenten, die aan het fantasierijke brein van de beeldende kunstenaar zijn ontsproten. Onderwerp: ruimtevaart. Rein Dool behoort tot de (kleine» groep van jonge Leidse kunstenaars, die zich niet door modieuze stromingen laten meesleuren en in hun werk een grote mate van oor spronkelijkheid weten te leggen. Bij hem staan vakmanschap en visie op één lijn. Prof. J. N. van Wessem, oud-directeur van het Stedelijk Museum „De Lakenhal" in Leiden, schrijft trouwens in het boek „Leiden 18601960", dat Dools overtuiging de beste kansen voor de toekomst biedt en dat zijn artistieke intelligentie garant staat voor de wezenlijke waarde van zijn kunst. Wie de autodidact Rein Dool „op m'n twaalfde jaar maakte ik m'n eerste landschapjes" kent, zal met deze uitspraak weinig moeite hebben. Overtuiging en intelligentie, daarop is Dools uitgebreide oeuvre hoofdzakelijk gebaseerd. Dat geldt voor zijn naturalistische land schappen met hun sterk geabstra heerde inslag en dat is ook van toepassing op zijn van surrealisme doortrokken expressionistische portretten. Dools visie op de ruimtevaart echter is een hoofdstuk apart. Een hoofdstuk dat zeker ruime aandacht verdient. In Rein Dool herkent men niet onmiddellijk het type van de beeldende kunstenaar. Daarvoor is zijn gezicht te glad geschoren en zijn haar te kort geknipt. Rein Dool, een robuuste dertiger, is een geboren Leidenaar, die zowel in Antwerpen als in Amsterdam heeft gewerkt. Hij houdt van reizen en van een goed glaswijn. Schilder- tekenaar fotograaf Dool is net terug uit Senegal „we zijn met een auto dwars door Zuid-Marokko en de Sahara gereden" als de afspraak voor het interview wordt gemaakt. Hij woont al sinds jaar en dag met zijn vrouw en twee dochtertjes in het eeuwenoude Wevershuisje, in het te saneren stadsgedeelte „De Waard". Snaarinstrumenten, gesigneerde schilderijen, souvenirs uit Afrika, een raszuivere Siamees en een schommelstoel maken deel uit van het op soberheid afgestemde interieur. Toch kan de kennismaking met de kunstenaar Dool alleen maar oppervlakkig blijven zolang men niet wordt uitgenodigd even mee te lopen naar zijn werkplaats. De wandeling naar Dools atelier, dat in een eveneens voor de sloop bestemd (fabrieks)pand in de Vestestraat is ondergebracht, vergt niet meer dan vijf minuten. Rein Dool lijkt dan opeens een soort duivelskunstenaar, die volledig in de ban raakt van zijn eigen werk. Het is net of hij ze uit alle hoeken en gaten van zijn domein tevoorschijn tovert, de zonder enige esthetische vooringenomenheid weergegeven astronautische tekeningen. Dools visie op het interplanetaire verkeer en op de ruimte in haar totaliteit is verre van romantisch of idealistisch. Zijn prenten symboliseren duidelijk de vereenzaming van de mens. Ontzielde wezens die in het heelal aan elkaar gekoppeld zijn, robotachtige figuren en andere ondefinierbare gestalten die zich van de ene planeet naar de andere spoedden, ze vormen bij elkaar de huiveringwekkende, visionaire wereld van de jonge kunstenaar. ..Typisch iets van deze tijd", vindt Rein Dool. Eén van zijn bewonderaars is prof. dr. H. C. van de Hulst, de Leidse astronoom. Rein Dool kwasi-onverschillig: „Van de Hulst zegt trouwens dat het helemaal waar is, wat ik teken". Feit is dat de kunstminnendè man van wetenschap een aantal van Dools werken in zijn bezit heeft. „Ruimtevaartspecialist" Rein Dool, die zijn eerste interplanetaire ideeën twee jaar geleden op tekenpapier zette, is enorm produktief. „Ik maakte soms wel tien stukken per dag". De Leidse schilder „voor een aquarelletje geven ze me al gauw duizend gulden, dus weg er mee!" beschouwt zijn werk als een „waanzinnige, eindeloze toestand". „Ik zie er het motief van een Laatste Oordeel van een Jeroen Bosch in". Rein Dool komt er voor uit dat de ontwikkeling in de ruimtevaart hem benauwt. „Het tijdperk van de ruimtevaart is er ook één van een algemene verontmenselijking en daar ben ik nou zo bang voor". Hoe heeft hij als „ruimtetekenaar" de recente maanlanding ervaren? ,Jk geloof persoonlijk wel in de ruimtevaart, maar de landing is voor mij geen tastbare zaak. Die hele kwestie van het binnendringen van het universum is, als je het relatief bekijkt, nonsens. Per slot van rekening zijn we allemaal een stukje van de kosmos en dus ook astronaut. Maar nogmaals, het gaat mij in de eerste plaats om de vereenzaming en ontreddering van de mens en zijn ontvlezing in de ruimte. Ik klets daarom ook heel anders dan die kerels voor de radio en televisie bij een lancering". Rein Dool loopt bedrijvig heen en weer en draagt dan opnieuw een stapel tekeningen aan. „Kijk, 't lijken wel varkensblazen die ballonnen daar. Ik teken van alles: zwevende ijsberen temidden van een reeks meteorieten en al dat soort gelazer". Inspiratie? „Flauwe kul, die hele inspiratie. Tekenen heeft wel te maken met inzicht, met een flits die je eens krijgt. Ik zou trouwens niet weten j waar je inspiratie vandaan moet halen. Als een kunstenaar dat wel 1 wist dan raakte zijn bron gauw uitgeput". Rein Dool veegt voor de zoveelste keer de transpiratie van zijn gezicht. Hij is onvermoeibaar in het geven van tekst en uitleg. Ze vormen een absurditeit, al die opééngestapelde schetsen uit het heelal. Maar ze zijn zeker de moeite waard om eens geëxposeerd te worden, ook al in verband met hun exclusiviteit en hun actualiteit. ren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 15