Keizer Wilhelm II in Nederland
Halve ton voorRubens'
q
i§
Aantekeningen van een keizerlijke adjudant
Telegram van Z.M.
aan Hitier
Antwoord van
Hitier aan de keizer
LEIDSCH DAGBLAD
Achtentwintig jaar geleden, op 4 juli 1941, stierf in Doorn
de toen 82-jarige vroegere Duitse keizer Wilhelm II. de
man die in november 1918 uit zijn land was verjaagd. De
enige, die alle 23 jaren de ballingschap van de ex-keizer met
deze heeft gedeeld, al voelde hij zich in Nederland waar
schijnlijk gelukkiger, althans tevredener dan zijn „hoge
heer", was Sigurd von Ilsemann, de laatste vleugeladjudant
van Wilhelm.
Von Ilsemann diende zyn heer vrijwillig uit de overtuiging dat
trouw hem daartoe verplichtte. De adjudant van de keizer heeft
daardoor allen die in geschiedenis, de kleine en de grote, zijn ge
ïnteresseerd, ,ten zeerste aan zich kunnen verplichten. Want Von
Ilsemann heeft begrepen dat zijn unieke plaats hem een taak op
legde als geschiedschrijver. Bijna 25 jaar hield hy een uiterst ge
heim dagboek bij waarin alle feiten werden genoteerd over zijn
ervaringen en belevenissen met de ex-keizer, diens achtereenvol
gende echtgenoten, diens familie en de uiteenlopendste bezoekers
van het kasteel in Doorn, dat Wilhelm enige tijd na zyn aankomst
in Nederland had gekocht.
Enkele jaren geleden was het zover dat Von Ilsemanns weduwe,
een dochter van graaf Aldenburg-Benninck, die op zijn kasteel in
Amerongen de Duitse vluchtelingen gastvrijheid had verleend, en
hun zoon de tyd gekomen achtten om de aantekeningen van de
keizerlijke adjudant openbaar te maken. Er bleek zoveel materiaal
aanwezig, dat Harald von Königswald sterk moest selecteren. Niet
temin bleek er stof genoeg voor twee boeken. Het ruim twee jaar
geleden verschenen eerste deel had betrekking op de jaren 1918
1923. Het vorige herfst gepubliceerde tweede deel omspant de peri
ode 19241941een veelbewogen tijdvak dus. zowel uit Duits oog
punt de ondergang van de republiek van Weimar; de opkomst
van Hitier en diens 12 jaar durende Derde Rijk), als in Europees
verband (de annexatie van Oostenrijk; het begin der Jodenvervol
ging; het uitbreken van de laatste wereldoorlog).
Het tweede deel van „Der Kaiser in Holland" blykt in nog veel
sterkere mate dan het eerste boek, een zeldzaam boeiend geschrift
te zijn. Sigurd von Ilsemann. een onmiskenbaar conservatief inge
steld monarchist en nationalist, is tegelijkertijd een, waar nodig,
zeer kritische, scherpzinnige en bovenal objectieve waarnemer
Dientengevolge laat de lezer zich door hem met niet verzwakkende
aandacht en interesse introduceren en begeleiden in een zelden zo
raak getypeerde, onbekende, meermalen absurde, dan weer tragi
sche en dan weer lachwekkende omgeving.
Er zijn over Wilhelm II talloze boeken geschreven, maar geen
geeft van deze man een zo scherp en treffend beeld als dit dagboek
van zijn adjudant. De laatste Duitse keizer was een vat vol tegen
strijdigheden: dom als het ging om onverschillig welke politieke
kwestie, betweterig in alle mogelijke dingen, autocraat en warhoofd,
dwaze gelovige in eigen zending en betekenis, op onverwachte mo
menten nuchter en eenvoudig en in staat tot gewone menselijke
hartelijkheid en tot haast lompe, maar ontwapenende uitspraken
Enfin, lees de op deze pagina afgedrukte kleine keuze uit Von Ilse
manns aantekeningen en verbaas en erger en amuseer u.
R. BOLTENDAL
Uitgave Biederstein Verlag, München; 366 blz. inclu
sief register, DM 25. Evenals van deel 1 van ,J3er Kaiser
in Holland" zal ook van dit tweede deel een vertaling
verschijnen bij uitgeverij In den Toren in Baarn
Op 20 januari 1929 werd de
70-ste verjaardag van „der Kai
ser" gevierd. Aanvankelijk zou
het een familiefeest zijn, maar
Prinses Hermine, de echtgenote
van de keizer, een eerzuchtige
dame. die lange tijd tegen alles in
nog eens hoopte keizerin van
Duitsland te worden, wist door te
drijven, dat het een grote gebeur
tenis werd, compleet met vuur
werk. versierde balkons en wat
niet al. Het lijkt een schutters
feest, zei de keizer, toen hij de
voorbereidingen had gezien. Een
reünie van oud-schutters werd
het ook, zoals deze foto laat zien
Wilhelm II temidden van een
aantal van zijn vroegere opper-
officieren uit de eerste wereld
oorlog. Geheel rechts staat Von
Ilsemann, uit wiens aantekenin
gen er een aantal op deze pagina
staat afgedrukt.
februari 1924
flens een wandeling kwam het
aag weer tot een verschrlkkelij-
joedeuitbarsting van de keizer,
i kwam neer op het hoofd van
oede Gabriël (adjudant), die
ns opnieuw probeerde de kei-
je kalmeren of ervan te over-
n dan zijn oordeel te genera-
id was. Gabriël bereikte het
leel, de Keizer schreeuw hem
tijk toe: .Neen, uw mening is
of „dat is allemaal nonsens,
(t u nu toch van mij aan dat
is als ik het zeg" enz..Net
t de oude verhalen die ik van
',al zo vaak heb gehoord. Alles
illen werden beschuldigd. Hy
•zijn hele jeugd aan het volk
Wferd, hij had voor het welzijn
jiet vaderland gewerkt als wel
tnd van zijn voorvaderen en
'was de dank geweest? Dat
em in november 1918 hadden
'innen en er uit gegooid het
«nste echter was dat ze
•lopend tegen de gevallen
zaten aan te schoppen. Toen
1 zei dat deze hatelijkheden
«alleen uit linksgerichtte krin-
'tfkomstig waren, schreeuwde de
j hem toe: „Onzin, u weet er
i van. In oude hofkringen, in
«m en Berlijn zitten die'lieden,
en die vroeger niet dicht genoeg
'i troon konden komen, die de
]e buigingen maakten, het zyn
adellijken. Een oude generaal
Tf my nog onlangs hoe het is,
1(im het niet meer aanhoren hoe
ïJarkische adel over de keizer
l En vorst Trachenberg wordt
^ezië geboycot, omdat hij de kei-
Touw is gebleven". Neen. hy
;peel precies georiënteerd; op
Adel zou hy zich niet meer
4n verlaten, veeleer op
folk. Een man met Industriële
jcten had hem kortgeleden nog
*erd dat de arbeiders allemaal
'oude keizer terug wilden heb-
'n interessant was voor mij een
tog die ik tot dan nog zelden
kehoord„Ik heb er de laatste
$1 vaak genoeg over nagedacht
'ik destijds anders had moeten
en waar de fouten en tekort
en zouden kunnen liggen.
de beschuldigingen tegen de
n volgden direct hierna. Ook
'ger en het officierenkorps gin-
fftiet vrijuit. Dat wekte natuur-
9U Gabriël meteen weer felle
TBtand jp. Alles was rot, alles
«ondermijnd, beweerde de kei-
ffl „de schuld ligt in eerste in-
bij de vrijmetselaars. We
^n zelfs onder de officieren
Setselaars. We hebben zelfs on-
%tselaars gehad die hoogver-
hebben gfepleegd
maart 1926
li
ple dagen geleden is profes-
jodo Ebhardt (de bekende stich-
i^n burchten) in Doorn aange
eft Hy begroette vanmorgen
t de keizer die hy sinds de re
volutie niet meer gezien had. Zoals 1
te verwachten was, kwam het ge
sprek al gauw op de huidige toe
stand in het vaderland. Zoals steeds
bij dergelijke gelegenheden zag de I
keizer in de professor, die hy overi- j
gens zeer waardeert, een vertegen
woordiger van het huidige Duits
land en deze moest dientengevolge
aanhoren wat talloze andere Duitsers
in Doorn ook van Z.M. te horen
hebben gekregen.
De keizer werd snel erg opgewon
den en zei met luide stem tegen de i
professor: „U doet thuis hoegenaamd i
niets". „U laat zich alles welgeval
len". „U hebt zich door my nooit
wat laten zeggen, maar nu gehoor- j
zamen jullie de Fransen en Engel- I
sen als geslagen honden". Bodo Eb-
hardt bleef het antwoord niet schul
dig. Zyn hoogtepunt kreeg dit be
slist onaangename voorval toen de
professor uitlegde, dat wy in Duits
land machteloos zijn, omdat we ons
zonder macht en zonder wapens
niet tegen de vijanden kunnen ver
zetten. „Vals", schreeuwde de keizer, i
„waarom nemen jullie dan geen
mest en hooivorken om tegen de
Fransen op te rukken? Elk ma
chinegeweernest zouden jullie j
daarmee meteen overrompelen. Voor
zulke helden zouden de Fransen aan
de haal gaan". Dat is elke keer het
antwoord van de keizer als iemand
de militaire onmacht van Duitsland
schildert. Het werd nog erger. Toen j
Ebhardt opmerkt: „Degene die i
thans met succes de teugels van de
regering in handen zouw illen ne-
men moet van zeer goede huize zijn,
want het is byna onmogelijk met
deze heksenketel klaar te komen",
antwoordde de Keizer kort: „Wat
hebt u niemand??? Roep mij. Ik zal
jullie wel weer tot rede brengen".
15 maart 1930
Tijdens de werkpauze er wer
den vandaag sparren geplant zat
de hoge heer met ons en Frobenius
(hoogleraar ethnologie) in de gara
ge. Aanvankelijk luisterde hij aan
dachtig toen Frobenuis vertelde dat
Duitsland steeds meer sociaaldemo
cratisch vergiftigd werd, hoe dit sy
steem wel moest vastlopen en in
chaos zou eindigen. Toen greep de
kezer in: de opstanding uit de chaos
zou slechts door bloed en ijzer mo
gelijk zyn. Later zouden bestraft
moeten worden: hoogverraad (van
militaire aard), volksverraad (open
baarmaking van industriegehei
men enz.). Juist overtreding van dit
laatste was bij de Duitsers schering
en inslag geworden. Amnestie was
I nonsens. Als een mens iet verkeerd
had gedaan, moest hij daarvoor ook
I boeten. Die doorlopende amnestie
verleningen ondermijnden het gezag.
Verder sprak de keizer over alle mo
gelijke problemen van de toekomst
en hij legde er vooral de nadruk op
dat het omgekeerde weer zou moe
ten worden ingevoerd van wat thans
in Duitsland gebruikelijk was gewor
den. namelyk: minder presteren by
steeds hogere looneisen. Daartegen
moest allereerst front gemaakt wor
den.
21 mei 1932
Gistermiddag verscheen de heer
Goering in pofbroek aan tafel, wat
wel geen andere heer zich in Doorn
zou durven veroorloven, maar hy
heeft vlug gemerkt wat hij zich al
lemaal kan permitteren. Wat Kleist
(koninklijk huis-minister) in zyn
brief de kroonprinses verweet, en wel
dat zij zich tegenover Goering te
opdringerig gedroeg, zou hy beter
mondeling tegen zyn meesteres
kunnen zeggen, die gisteravond de
tafelschikking veranderde opdat
Kleist niet rechts maar links van
haar zat en de halfgod Goering de
plaats rechts naast haar kon krij
gen. Bovendien liet H.M. (de keize
rin) Goering door haar hofmaar
schalk vragen of hij niet van zijn
huidige appartement wilde verhui
zen naar dat van de kroonprins, of
hy dan niet tenminste de salon
zou willen gebruiken.
Kleist vroeg Goering 's avonds
wanneer hy de volgende morgen
zijn bad wenste, waar hij het ont-
byt wilde nuttigen, óf met hem in
de salon öf alleen öf samen met
de andere heren. Bijzondere eer ge
noot Goering ook doordat hy giste
ren en vandaag met de majesteiten
alleen thee dronk. Gisteren zowel als
vandaag zat hy met H.M. van 4 tot
5 in het zomerhuisje, om 5 uur ver
scheen Z.M. en van 6 tot 7 ging de
keizer met Goering wandelen
3 juli 1933
Vandaag had H.M. 120 mensen uit
het Rynland rond zich verzameld
die onder leiding van mevrouw Pa-
gels wat op de bazar moesten kopen
en die men had gelokt met de be
lofte dat ze de keizer zouden zien.
En als elke keer bij dit theater was
Z.M. ontsteld toen hy, terugko
mend van het houtzagen, die vele
mensen ontdekte. Verscholen achter
wat bomen bleef hij staan en gaf
Finckenstein opdracht de brug vry
te maken. Maar nauwelijks was hy
de eenden aan het voeren of H.M.
verscheen al met ettelyke oude tantes
op haar bal con en in de tuin doken
vanachter de struiken plotseling
overal rokken en grote ogen op. De
hoge heer, tussen beide in een wig
gedreven, vluchtte het huis binnen, j
Omdat H.M. echter had beloofd dat
de gasten de keizer zouden zien, wil
de zij de keizer ertoe bewegen hen I
toch nog te begroeten. Toen de kei- j
zer niet verscheen, ging zij hem bo
ven opzoeken waarby het tot een
heftige woordenwisseling kwam. Maar
als altijd ook deze keer gaf
hy toe. Hy verscheen in de huis-
deur, richtte een paar woorden 'tot j
mevrouw dr. Pagels en verdween.
Met de vuist op taJel „Het is onge
hoord, voor tien pfennig wordt men
hier te kyk gezet als een kameel".
16 november 1933
Nog drastischer maakt de keizer I
zich de conjunctuur van de dag ten i
nutte door zijn toestemming te ge
ven dat zijn Kadiner Ma.jolikafa-
briek een bestelling voor Hitler-bus-
ten met de tekst „Heil Hitler" j
erop uitvoert. „Geweldig", zegt hy
tegen Dommes die hem de zaak voor
legde, „Laat ze maar zoveel Hitier -
busten maken als ze kunnen, dat is
een winstgevende zaak".
22 april 1936
HM. zond my voor myn bespre
king (met de keizer» de volgende
regels: „Ik verzoek u de keizer mee
te delen dat onder anderen de ko
ning van Engeland en Mussolini
Hitler met z'n verjaardag gelukwen
sen, omdat het by de gang van za
ken in de wereld hoort". De hoge
vrouw beeldt zich in daarmee haar
gemaal tot Hitier en het nat ionaal-
socialisme te kunnen bekeren. Zy
heeft nog niet gemerkt dat zy
daarmee het tegendeel bereikt, maar
desondanks beweert ze steeds op
nieuw dat zy de enige is die de kei
zer werkelyk kent. Neen, de keizer
zal nooit met Hitier en diens sys
teem verzoed raken.
14 november 1938
Zeer betreurenswaardig zyn de
huidige Jodenvervolgingen in Duits
land. Na de eerste berichten daarover
zei de keizer: „Het is toch schan
dalig wat daar op het ogenblik
thuis gebeurt. Nu wordt het de hoog
ste tijd dat het leger ingrijpt, veel
heeft het zich laten welgevallen, dit
mag het onder geen voorwaarde ac
cepteren. thans moeten de oude of
ficieren en alle fatsoenlyke Duitsers
I protesteren. Doch allen zien ze dit
moorden en brandstichten maar
ze steken geen vinger uit. Tot nu
toe was het hele nazidom het ver
kapte bolsjewisme, nu evenwel is
het het openlyke geworden. De lan
den zouden hun gezanten en verte-
genwoordingen moeten terugroepen,
dan zouden de nazi's wel toegeven.
Ook de Auslandduitsers moeten zich
nu los maken van alle naziverplich
tingen, dan zullen ze in Duitsland
wel volgen".
24 november 1938
Auwi (prins August Wilhem. kei
zers vierde zoon) heb ik zojuist in
aanwezigheid van zyn broers myn
mening gezegd. Hy waagt het ons te
vertellen dat hy het met de Joden-
pogroms thuis volledig eens is en
dat hy deze gebeurtenis goedkeurt.
Toen ik hem zei dat elk fatsoeniyk
mens dit gebeuren als gangsterdom
beschouwt, scheen hem dat totaal
onverschillig te zyn. Hy is nu voor
onze familie geheel verloren, hy
hoort eenvoudig niet meer by ons"
2 september 1939
Net als gisteren sprak hy ook
vandaag weinig over de toestand, in-
nerlyk is hy ongetwyfeld en dat
is zeker geen wonder zeer opge
wonden. De berichten over de op
mars der Duitse troepen in Polen
tekende hy meteen op een kaart
aan. Nu heeft hy dus andermaal
een oorlogstoneel dat hy met blau-
Seyss Inquart derde van
rechts) op de begrafenis van
Wilhelm II.
we en rode aantekeningen kan kleu
ren. Maar hoe verschrikkelyk is dit
alles. Ik persoonlyk verwacht ieder
uur myn oproep. Door de oorlog ben
ik eens bij de keizer gekomen en nu.
na 23 jaar, word ik door een nieuwe
oorlog weer van hem gescheiden
14 mei 1940
De hele nacht trokken Nederlan-
se troepen door Doorn. Zwaar vuur
was tot 3 uur in de vroegte te ho
ren, vooral in de richting Amers
foort. Kort voor 8 uur hedenmor
gen staan de eerste Duitse troepen
by het poortgebouw, ze worden me
teen binnengelaten. Op de stoep
van het huis melden zich by Z.M.
Regimentskommandeur van I R 322
Oberst Neidtholdt. Hauptmann Tro-
schke, Oberleutnant Scheer, Leutnant
6trehlow en Leutnant Kriiger. Oberst
Neidtholdt meldt dat de voorhoede
van zyn regiment juist door het
dorp trekt en dat een officier van
de generale staf met een boodschap
van Hitier onderweg is.
Tegen 9 uur arriveert de heer Von
Zitzewitz. Oberstleutnant by de ge
nerale staf van de 207e infanteriedi
visie. Hy meldt zioh meteen by
Z.M. voor de ingang van het huis
en leest een boodschap van Hitier
voor, volgens welke de keizer de
bescherming van de Duitse weer
macht geniet en waarin voorts staat
dat de by het huis horende terrei
nen en de gebouwen niet door Duit
se troepen bezet mogen worden.
Op de vraag of Z.M. met betrek
king tot een verhuizing of anders
zins wensen had. antwoordde de
keizer met „neen". Zitzewitz
maakt er de keizer daarna op op
merkzaam dat de mogeiykheid be
staat dat. ingeval de Hollanders
Utrecht verdedigen, Doom om die
reden door de keizer zou moeten
worden ontruimd. De keizer ver
klaart voor de vierde maal sinds 10
mei dat hy niet van plan is zyn
huis te verlaten. Terwyi de
Oberstleutnant met de majesteiten
voor het huis zit en een verversing
gebruikt, schetst hy aan de hand van
een kaart het verloop van de ge
vechten by zyn divisie en de situatie
op de zuidelyker grondgedeelten. De
keizer vermoedde niet dat alles zo
gunstig was gesteld.
(Het voorlopig einde van de Duit
se Blitzkrieg in het westen is het
moment waarop de keizer toegeeft
aan het door zyn gemalin sinds lang
gekoesterde plan om met een geluk
wens aan Hitler by de nationaal -
socialistische leiding een goedgezinde
herinnering op te wekken)
Diep onder de indruk van de Fran-
se neerlegging der wapens wens ik
u en de hele Duitse weermacht met
de door God gegeven geweldige over
winning geluk met de woorden van
keizer Wilhelm de Grote: Welk een
ommekeer door Gods beschikking. In
alle Duitse harten weerklinkt het
koraal van Leuthen dat de over
winnaars van Leuthen de grote ko
ning toezongen: Dankt nu allen
God. Wilhelm ix.
Uwe majesteit dank ik voor de
naar aanleiding van de capitulatie
van Frankrijk aan de Duitse weer
macht en my persoonlyk gerichte
gelukwensen. Ik hoop, dat deze
overwinning spoedig een bekroning
vindt welke het groot-Duitse ryk de
I mogelykheid verzekert tot volle ont
plooiing van alle krachten der Duit-
i se natie. Adolf Hitler.
DEN HAAG (GPD) .Degene,
die dat schildery koopt, kan een ont
zettende strop hebben", roept een
vrouw als in het Haagse veilingge
bouw van Dick Leek het zoveelste
doek op de ezel wordt gezet, „Het
is onder onze handen uitgehaald".
Terwyi ze haar litanie afsteekt, be
gint de veiling. „Wy zyn de recht
matige eigenaren", stelt ze hardop
vast. „Twintigduizend gulden, wie
meer", roept de veilingmeester.
De deurwaarder verklaart, dat de
wetteiyke voorschriften het onmoge-
lyk maken, dat een strop wordt ge
kocht. Een hond blaft bevestigend
„Vyfenveertigduizend gulden" Een
ogenbilk later staat de heer A E D
Hartman, directeur van de kunst
handel gebr. Koch uit Rotterdam,
by de „Madonna met kind", die hy
voor een halve ton kocht en die
wordt toegeschreven aan Ru
bens.
Dat is, althans voorlopig het slot
van de drukte, die zich gistermid
dag aan het Haagse Noordeinde af
speelde om een schildery, waarover
de laatste tientallen jaren nogal uit
eenlopende meningen zyn uitgespro
ken.
In 1935 zyn de experts Gustav
Gluck, Friedlander en Ludwig Bur-
chard het erover eens, dat het tot
het beroemdste werk van Rubens
moet worden gerekend. Volgens de
heer Th. J. C de Visser uit Rotter
dam die zich met zyn broer en
zuster eigenaar noemt is het een
uitstekend geschilderde kopie en
volgens de koper van gistermiddag,
de heer Hartmann, is het kind van
Rubens en de madonna van één
van zyn leerlingen.
De familie De Visser heeft een
relaas vol onduideiyke plekken over
de weg van het schildery naar deze
veiling. Kunsthandel Danielse in
Sittard zou proberen het te verko
pen. Die zou het hebben overgedra
gen aan de heer Van Boven uit Oef-
feit. Dit zonder overleg met de fa
milie De Visser, die vorige week in
de krant las, dat het zou worden ge
veild. Het veilinggebouw is het bin
nengekomen via de Haagse markt
koopman A. Mahn Welke weg het
daartussen heeft afgelegd, is voorlo
pig nog onduidelyk.
Vyftigduizend gulden is een be
drag, dat rechtvaardigt deze zaak
verder uit te zoeken mevrouw De
Visser had het zelfs over een pro
ces maar het is tevens een be
drag. dat het hachelyk maakt de
naam van Rubens aan het doek te
koppelen.
Nieuwe eigenaar .4. E. D
Hartman: „Voor de helft Rubens"
Mevr. De Visser: Strop
kocht".