AARDSE ZAKEN OP DE MAAN
OENSDAG 16 JULI 1969
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 9
deze maanfoto zyn de plaatsen
gegeven waar voor zover bekend
ruimtevaartuigen terecht zijn
tomen en waar de thans volgende
bemande Apollo's zullen landen,
k foto toont niet de volle maan
een dergelijke foto vrywel
tekening in de details vertoont,
tonverschillen op de maan zijn
gering en de tekening van het
oppervlak wordt voornamelijk
•""nd door de slagschaduwen van
'tors en bergen. Bij volle maan
men precies in de richting van
zonlicht, zodat geen schaduwen
"toen waargenomen. Een goed-
"ftekende maanfoto die een zo
tot mogelijk deel van de maan
tot moet derhalve kort voor of na
maan genomen worden. Het is
een duidelijke foto van „vol-
aaan" samen te stellen uit aan el-
■f gemonteerde foto's van eerste
Matste kwartier, maar die tonen
'uiterst onnatuurlijke verschijnsel
5lagschaduwen die op de ene
de andere kant op vallen als
andere helft.
^gaande foto is genomen toen
toaan juist door het „volle" sta
dium heen was en een „ouderdom"
had van 17,8 dagen. Daardoor is de
oostzijde niet belicht maar de west
zijde wel hetgeen de gelegenheid
biedt om ook enkele punten geheel
aan de westzijde van de maanschijf
te tonen, die voor dit overzicht van
belang zijn.
De nummers schijnen wat chao
tisch door elkaar te liggen maar er
zit wel degelijk systeem in. Zij geven
de chronologische volgorde waarin
de maantreffers zijn en worden ge
boekt.
In totaal zijn 22 landingsplaatsen
vermeld van onbemande Amerikaan
se en Russische ruimtevaartuigen en
tien geprojecteerde landingsplaatsen
van de komende Apollo's. Hoogst
waarschijnlijk ligt ook de Ameri
kaanse Lunar Orbiter-IV ergens op
de maan, maar het radiocontact
hiermee ging verloren voordat de
<harde> landing plaats vond. Ver
moedelijk ligt deze Orbiter ergens
tussen de nummers 13 en 25 op de
foto, maar met zekerheid is hierom
trent niets bekend zodat deze plaats
ook niet is ingetekend.
Vier ruimtevoertuigen zijn op de
niet weergegeven „achterkant" van
de maan terecht gekomen. Zy zyn
op deze foto ingetekend op de plaats
waar zij zich van de aarde af gezien
„door de maan heen" aan de achter
kant van de maan bevinden. Het zijn
de nummers 2, 12, 14 en 16.
De nummers verwijzen nar'
volgende maanlandingen.
1. Loena-II
2. Ranger-IV
3. Ranger-VI
4. Ranger-VII
5. Ranger-VIII
6. Ranger-IX
7. Loena-V
8. Loena-VII
9. Loena VIII
10. Loena-IX
11. Surveyor-I
12. Orbiter-I
13. Surveyor-II
14. Orbiter-11
15. Loena-XIII
16. Orbiter-III
17. Surveyor-Ill
18. Surveyor-IV
19. Orbiter-V
20. Surveyor-V
de
Surveyor-VI
Surveyor-VII
Apollo-XI
juli 1969 Mare Tranquillitatis
Apollo-XII
november 1969 Mare Procellarum
Apollo-XIII bij krater Fra Mauro
Apollo-XIV bij krater Censorlnus
Apollo-XV bij krater Littrow
Apollo-XVI in krater Tycho
Apollo-XVII by krater Marius
Apollo-XVIII in Schröter-vallel
Apollo-XIX by Hyginus-Ril
Apollo-XX
juli 1972 in krater Copernicus
j De meeste landingen hebben tot
i dusver plaatsgevonden in het eve-
naargebied en ook in de toekomst zal
I dit voornamelijk zo zyn. Dit houdt
j verband met technische moeilijkhe-
den ten aanzien van de andere regi-
j onen van de maan, hoewel ook hier
i landingspogingen worden onderno
men zoals uit de nummers 28 en 30
j blijkt.
Dit zyn de televisie
camera's die het eerste
bezoek van de mens
aan de maan aan hon
derden miljoenen op
aarde zullen tonen.
Rechts de zwart-wit
camera die de maan-
bezoekers Armstrong
en Aldrin by zich heb
ben, links de kleuren-
camera die Collins bij
zich houdt in de Apol
lo waarmee hij beel
den van de vlucht van
de maantaxi van de
Apollo naar de maan
naar de aarde zal
zenden. Beide came
ra's zijn speciaal voor
deze vlucht geconstru
eerd door Westing-
house.