„Groentijd heeft wel functie" Persoonlijke leningen winnen aan populariteit Promoties FINANCIEEL WEEKOVERZICHT Conclusie in proefschrift van Nigeriaan: UNIEK VOOR LEIDEN iin en die vervuiling Rituelen EILANDEN IN OOSTERSCHELDE Veranderingen In Leiden Zolang rente hoog blijft is aandelenmarkt weinig in trek PAGINA 6 LEIDSCB DAGBLAD ZATERDAG 28 JUNI 1989 Nederland ls deze week weer op hardhandige manier wakker geschud. Toen de tienduizenden dode vissen de Rijn kwamen afzakken en de giftige watervlek de drinkwatervoorziening ln de war dreigde te sturen gingen plotseling stemmen op dat er nu eens daadwerkelijk iets zal moeten gebeuren aan de toenemende ver vuiling van het water. Het waren de zelfde stemmen, die opgingen toen de Torrey Canyon vo rig jaar een groot deel van de olie lading verloor, de stranden verander de in schier onafzienbare teervelden en een ware slachting aanrichtte on der de zeevogels. Dezelfde stemmen, die enkele maanden geleden luid pro testeerden toen een onbekend schip voor de Nederlandse kust de afge werkte olie loosde en op de Wadden eilanden eveneens slachtoffers maak te onder de vogelstand Maar het ls opvallend te zien hoe snel die protesten verstommen. Hoe gauw de gebeurtenissen, die het leefbare milieu tn ons land een flin ke knauw hebben gegeven, in het vergeetboek raken. De vogelkada vers worden opgeruimr. de stran den schoongeveegd en het normale leven herneemt zijn loop. Wie bekommert er zich nog om dat in 1965 op het strand van Noord- wijk 22 ton kopersulfaat werd ge lost. dat gedeeltelijk in zee terecht kwam en mosselcultuur van ons land bedreigde? Zo zal het ook weer gebeuren met de massale vergifti ging van de Rijn, als de voortekenen niet bedriegen. De tweeënhalf mil joen mark schade aan de visstand in Duitsland en het feit dat de na tuur drie jaar achterop is geraakt wekt eenv beroering, maar wordt al even snel vergeten. Onmiddellijk nadat de massale vissterfte bekend werd stak er een storm van protest op en in de Tweede Kamer zijn reeds vragen ge steld. „Is de melding uit Rijnland- Palts wel op tijd geweest? En kan de regering er niet voor zorgen dat dergelijke rampen in het vervolg worden voorkomen? De zaak heet even de aandacht, maar wanneer iedereen zijn woordje heeft gezegd, gaat men over tot de orde van de dag. Enkele weken geleden verschenen er in diverse dagbladen artikelen j over de ernstige vervuiling van de Rijn en de mogelijk catastrofale ge- j volgen daarvan. Niemand in ons land wond zich er over op tot dat een massale vergiftiging Nederland weer met de neus op de feiten drukt. De gifvlek toonde overduidelijk de kwets baarheid van de Nederlandse water- hulshouding aan en de visstand op de Nederlandse rivieren die toch al niet zo'n rooskleurige positie heeft wordt nog eens flink uitgedund. Een snelle sluiting van diverse sluizen in ons land kon op het nip pertje voorkomen dat belangrijke re creatie- en tuinbouwgebieden in Zuid-Holland, Friesland, en Utrecht gespaard bleven voor een vergifti ging. Terwijl de Nederlandse protesten elkaar in hoog tempo opvolgden en de een na de andere instantie ver kondigde dat er paal en perk ge steld diende te worden aan de wa tervervuiling, spoten de kalifabrieken in de Elzas even vrolijk als voor heen hun zoute afvalwater in de Rijn en deden de fabrieken aan de overkant van de rivier precies het zelfde met hun verontreinigde afval water. Er voeren tezelfder tijd weer schepen het chemicaliën over ..het riool van Europa". Eén aanvaring en Nederland staat voor dezelfde problemen of nog moeilijkere. Nu was de vergiftiging nog van korte duur en konden de hoogheem raadschappen hun sluizen snel slui ten en het giftige water buiten het boezemwater houden. Maar een vol gende keer kan de vergiftiging van langere duur zijn. Een boezemwater moet doorstromen anders verliest het zijn noodzakelijke zuurstofgehalte en het gevolg kan weer een massale vissterfte zijn. In Nederland overziet men deze gevaren niet in hun tota liteit. Men gaat geruisloos voorbij aan een verschijnsel als het „rode getij" dat al diverse malen in de Noordzee ls opgetreden, Het is een massale aanwezigheid van microscopisch klei ne zweepdiertjes die de zee een ro de gloed geven en de vis vergiftigt. Een dergelijk verschijnsel doet zich vooral voor in gebieden waar de ver ontreiniging van het zeewater het sterkst is. Wat gebeurt er op het ogenblik om de hand over hand toenemende ver vuiling tegen te gaan? Er bestaat een commissie die zich beijvert voor een schone Rijn, maar een internationaal verdrag ontbreekt, evenals doeltref fende middelen om de vervuiling te gen te gaan. Er is een tendenz merk baar in Duitsland dat strengere eisen worden gesteld aan industrieën die milieuverontreinigend werken; de Rijn blijft echter vuil. Wordt het niet langzamerhand tajd dat er internationale normen worden vastgelegd voor de vervuilingsgraad van het water en is er tussen de veelheid aan supernationale organen geen een te ontdekken, die waakt over de Rijn, waarvan vele miljoenen mensen afhankelijk zyn? Het zijn Vtagen waar op korte termijn een ahtwoord op moet komen. En laat Nederland in dit opzicht eens het goede voorbeeld geven en spoed ma ken met het wetsontwerp vervuiling oppervlaktewater, dat nu al geruime tijd in voorbereiding is. Br. van L. minder verzet tegen het systeem en andere steden in Nederland". (Door Cees Onvlee) LEIDEN „In de groentijd leren de „groenen" niet de nor men van het corps. Het is meer een sociale mechanisatie: het wordt de „groenen" gemakkelijker gemaakt zich aan te passen. Later leren zij pas de normen, de gedragsregels van het corps". Dat is de eerste van de vier belangrijkste conclusieswaartoe mr. drs. Etim N. E. Udoh uit Nigerië, komt in zijn doctoraalsscriptie de basis van het uiteindelijke proefschrift in de Niet-W ester se Socio logie over de ontgroening in Nederland („The function of initia tion in a Dutch youth culture"). De overige gevolgtrekkingengeba seerd op de gegevens in zijn 215 pagina's tellende scriptie zijn: De tweede conclusie is: ..Het ver schil in solidariteit in de (Leidse) studentengroepen in het bijzon der het Corps is afhankelijk van de mate. waarin de organisatie de leden helpt te integreren in de uni versiteit en welke kansen er gebo den wordt om de toekomstige socia le doelen te bereiken". De derde: „De graad van vijande lijkheid in de openbare mening is af hankelijk van de kennis die deze mensen over de ontgroening-in-zijn- totaliteit bezitten. Van de graad van ontwikkeling èn van de graad van de sociale klasse, waarin zij verke ren". De vierde: „De politieke houding van de studenten in Nederland valt terug te brengen tot de bepaalde groepen, waartoe zij tijdens hun stu die en in hun universitaire systeem behoorden. Dat tekent ook het ver schil tussen universitaire groepen in Leiden hoe meer geïntegreerd, hoe Hoe bent u tot de keuze van dit onderwerp voor uw proef schrift gekomen? U: „Om drie redenen. Ten eerste wilde ik een verband zien te leggen tussen de ontgroening, zoals die over het algemeen in Nederland gebeurt en zoals die in talloze rituelen in mij'n land een deel van de maat schappij uitmaakt. Verder wilde ik vaststellen hoe het komt, dat veel mensen in Nederland nogal negatief tegenover ontgroenen staan, terwijl juist in Nigerië het tegengestelde het geval is. Een voorbeeld daarvan is de Très-zaak: als in Nigerië iemand sterft tijdens de ontgroening, dan trekken de ouders met hun overige kinderen, familie en kennissen naar LEIDEN Aan de Leidse Universiteit heeft de Nigeriaanse student Etim N. E. Udoh, die aan de Hull University in Enge land reeds rechten en sociologie studeerde, gisteren het eerste gedeelte van zijn uiteindelijke proefschrift voor zijn docto raal Niet-Westerse Sociologie bij de hoogleraren prof. dr. J. F. Holleman, dr. G. W. Locher en dr. J. D. Speckmann met succes afgelegd. Mr. drsUdoh (31 jaardeed dit aan de hand van zijn doc toraalsscriptie (215 pagina's) over de ontgroening in Neder land. Hieraan heeft hij de afgelopen drie jaar gewerkt. De gegevens verzamelde hij voornamelijk door in Leiden in 1967 en 1968 de ontgroening c.q. kennismakingtijd bij het Leidsch Studenten Corps LSCde Vereniging van Vrouwelijke Stu denten te Leiden (VVSL), de Societas Studiosorum Acade- m-iae Lugduni Batavorum c.s. „Catena" en de Rooms-Katho lieke Studentenvereniging „Sanctus Augustinus" te volgen. Binnenkort vertrekt Etim N. E. Udoh weer naar zijn ge boorteland Nigerië om zijn uiteindelijke proefschrift af te ronden. Volgend jaar hoopt hij voor zijn promotie terug te keren naar Nederland. de markt om daar te feesten. Omdat zij aannemen, dat hun zoon of doch ter door de goden als vertegenwoor diger van de hele gemeenschap is op genomen. De derde en meest belang rijke reden is, dat ik wilde ontdek ken wat precies de problemen zijn rond de ontgroening. Met deze erva ring hoop ik te kunnen vaststellen welke problemen zich in Nigerië kun nen voordoen en welke oplos singen daarvoor zijn". Wat heeft, u moeten doen om. alle gevens voor uw scriptie te verzamelen? U: „Ik wilde uitvinden welke doel gerichte en rationele functies de ont- groening-op-zich heeft. Ik wilde ook uitzoeken om welke reden aan komende studenten zich bij een stu dentenvereniging aansluiten en wel- ROTTERDAM <GPD) Met de bouw van de negen kilome ter lange dam in de Ooster- schelde tussen Schou wen - Du ive- land en Noord-Beveland is een bescheiden begin gemaakt. De werkzaamheden zijn geconcen treerd op de aanleg van drie steunpunten in het brede zee gat: werkeilanden. waarvan dat op de rand van de Roggeplaat (zie luchtfoto's) inmiddels dui delijk gestalte krijgt. In het tijdschema wordt, er van uitgegaan dat de afsluiting kusten 570 min gulden) in ?.978 wutpold j zijn. In bet voor jaar van 19C7 is al begonnen met de aanleg van de werkha- ven Sohelphoek en in het na jaar van 1968 met de bouw van de rcikhaven „Soohia"' op Noord-Beveland en" de inrich ting van de haven „Burghsluis" (Schouwen) voor het personen vervoer naai' en van de werk- Het staat neg niet vast welke sluitmethode de Deltadienst k>sfc voor de drie sluisgaten. De werkwijze is nog een punt van nader onderzoek en studie. Aan ce zuidkant bedraagt de grootste te overwinnen diepte PIT! ongeveer 34 meter, aan de noordkant 21 meter. -A* ke eisen zij stellen om belangrijke posities in de toekomst in de maat schappij te kunnen veroveren. Daar voor heb ik vele studenten, Corpsle den en niet-leden en vele „gewone" mensen universitair geschoolden, hogere ambtenaren. agenten en journalisten in totaal 1200 perso nen moeten ondervragen". Over de daarbij ondervonden (me de-ten tegen-)werking: „,Het Leidse Corps heeft mij toegestaan in 1967 de ontgroening van nabij te volgen. Veertien dagen lang. Aanvankelijk was het niet gemakkelijk in de groe pen door te dringen. Vooral de toen malige sociëteitscommissie was er te gen. Toen ik echter door het Colle gium was geïntroduceerd bij de Commissie van Bijstand, was ik in staat om alles te zien wat er in die dagen gebeurde. De „groenen" ont dekten pas na een paar dagen, dat ik géén Corpslid was, maar iemand die een onderzoek verrichtte. Over medewerking van groenen èn oudere Corpsleden heb ik toen niet meer te klagen gehad. Ook in de Très-zaak heb ik alle medewerking gehad. Twaalf leden, die bij het ongeluk aanwezig waren en de senaat heb ben mij alle gegevens verstrekt". Wat waren uw eerste conclu sies? U: „Dat de groentijd inderdaad veel functies heeft. Zowel voor de studenten als voor de universiteit- in-totaliteit. De .groenen" worden opgeleid. Krijgen een verantwoorde lijkheid voor de verdere toekomst in de maatschappij". En verder analyserend: „De groentijd hoeft daarom ook niet te worden afgeschaft. Maar: de groen tijd moet wèl enkele veranderingen ondergaan. Worden aangepast aan de huidige tijd. Van de ondervraag de Corpsleden was ongeveer tachtig procent vóór veranderingen". Dat nader toelichtend: „Ben groot verschil is bijvoorbeeld de integratie van de nieuwe studenten. In 1967 voelde 91 van de Corpsleden zich na vier maanden goed opgenomen in de universitaire gemeenschap. Bij Catena lag dat aantal op 54 Daar uit zal men bij Catena bepaalde con clusies moeten trekken". Wat verwacht u van uw on derzoek? U.: ,Jk heb tussen de vier vereni gingen in Leiden (het Corps, WSL, Catena en St.-Augustinus) duidelij ke verschillen geconstateerd. Het be treft niet zozeer de filosofie van de verenigingen, maar meer de wijze waarop die instituten zélf vormend werken. De wyze, waarop zy hun nieuwe (èn oudere) leden helpen". Verder verduidelijkend: „Veel mensen veroordelen de groen tijd. maar houden geen rekening met de reden waarom nieuwelingen van een bepaalde vereniging lid worden. De mensen uit de lagere klassen we ten nauwelijks iets af van de doel stellingen en kunnen daardoor niet juist oordelen. De mensen-van-de- hoge posities hebben wèl kritiek, maar vinden dat de ontgroening niet moet verdwijnen". En dan diverse aspecten van toe treding verklarend: Hat LSC is, zoals zovele andere studentenver enigingen en jeugdgroepen een spie gel van het Nederlandse leven in zijn geheel. De aotiviteiten. denkbeelden, kortom: de gehele ontwikkeling valt later in de gemeenschap, de maat schappij zelf waar te nemen. De sport bijvoorbeeld, is een duide lijke voor loper -v an - de -toekomst Ongeveer 25 van de aankomende studenten sluit zich ook zuiver en al leen daarom bij het Corps aan 54 treedt toe om de levensstijl in het Corps; 10% voor de geschikte opleiding voor de latere maatschap pelijke positie. De sport brengt de jonge studenten bovendien bijeen. Ook de jaarclubs zyn wat dat laat ste betreft bijzonder belangrijk. In het Corps is dan ook de verpliohting tot een jaarclub toe te treden. Bij Catena en Augustinus neemt de jaarclub géén bijzondere positie in. Daardoor is de solidariteit ook veel minder dan in het Corps". Over de waarde van de ontgroe ning nog: „Erg belangrijk is, dat in de groentijd de nieuwe studenten worden geïntroduceerd bij de diver se leden van de hogere universitaire staf. Dat ze de gelegenheid krijgen tot debatteren. Dat zy wel aan me ningsvorming móeten doen. Van po litiek tot seks. In de groentijd mag er ook niet gedronken worden. De mate van drinken wordt later pas ..geleerd" Wat is uw oordeel over de huidige studentenverenigings structuren in Leiden? Over het Corps: „Men zal zich moeten aanpassen aan de normen van de maatschappij. Dat wil zeg gen: niet open voor iedereen zou be- tek enendat de leden de prijs die zij moeten betalen om de identiteit van de vereniging te verwerven, zouden moeten opgeven". Drs. Etim N. E. Udoh uit Ni gerië, die in een doctoraalstudie de groentijd onder de loep heeft genomen. Over de VVSL: „De WSL lykt erg veel op het Corps. Met dien verstan de, dat de WSL al veel meer ver anderd is. Daarin schuilt wèl het ge vaar, dat de exclusiviteit van de ver eniging meer-en-meer verdwijnt". Over Catena: „Daar zal men zich moeten beraden over de richting, die men wil inslaan. Catena is niet hier en niet daar. Ze kennen geen ont groening, maar hebben ook geen ef fectieve kennismakingstijd". Over Sanctus Augustinus: „Het; originele karakter, de katholieke, re- ligieuse basis, is daar zo goed ala verdwenen. De led en-van-vandaag hoeven niet meer speciaal r.-k. te zijn. Ook het noviciaat voor de nieu welingen is weinig gericht en heeft dan ook weinig effect". LEIDEN Aan de Leidse univer siteit zyn gepromoveerd: de heer G. Boersma, geboren in Arnhem en thans wonende in Apeldoorn. tot doctor in de faculteit der geneeskun de op proefschrift „Verkrommingen van de wervelkolom na laminec- tomieën bij kinderen, een klinisch onderzoek en een literatuurstudie, over normale en mechanisch ver stoorde wervelgroei". (promotor prof dr. W. Luyendijk) De heer J. Haeck, geboren ln Arn hem en thans wonende in Dronten, tot doctor in de faculteit der wis kunde en natuurwetenschappen op proefschrift „Colonization of the mo le (Talpa Eurpa Eurospoea 1.) in the IJsselmeerpolders". (promotor prof. dr. D. J. Kuenen); De heer J. Oosterhoff, geboren in Leeuwarden en thans wonende in Amsterdam, cumlaude tot doctor in de faculteit der wiskunde en na tuurwetenschappen op proefschrift, „Combination of one-sided statistical tests", (promotor prof. dr. W. R. van Zwet) ADVERTENTIE DE KASTEN-SPECIALIST Hooglandse Kerkgracht 4749 boek Nieuwstr. - Tel. 01710—33078 modellen uniek in de kastenwereld. 600 Haarlem - Den Haag - Leiden LEIDEN (GPD) De lichte op leving op de Newyorkse effecten beurs en het koersherstel op de Amsterdamse beurs wekten in de afgelopen dagen bij sommige ef fectenbezitters de hoop, dat na de forse koersverliezen van de afge lopen weken eindelijk een keer punt was bereikt. Mag men hier op echter vertrouwen? Een be kend gezegde luidt: één zwaluw maakt nog geen zomer. Ook het herstel op de beurs is waarschijn lijk nog geen teken van verbete ring van het beursklimaat. Veeleer moet hierin worden gezien een technische reactie die voortkomt uit de noodzaak om bepaalde posi ties glad te stellen. Want de vooruit zichten blyven onzeker. De rente stand vertoont niet de minste neiging tot dalen. En in vrijwel alle landen overweegt men maatregelen tot be perking van de economische expan sie. Zowel in Duitsland als in Italië is de officiële rente in de afgelopen da gen verhoogd en uit de advertenties in de dagbladen heeft men kunnen vernemen dat de grote Nederland se banken hun rentetarief hebben herzien en voor tweejaarstermijnde- posito's thans zeven procent rente vergoeden. Een verhoging dus van driekwart procent, wat in onze ver houdingen een exceptie vormt. Trouwens dit geldt ook voor de obligatiemarkt waar reeds 8 1/4 pro cent rente-leningen worden uitgege ven. Zolang de rente hoog blijft en daar ziet het op het ogenblik wel naar uit is de aandelenmarkt weinig in trek. Van een duurzaam koers herstel zal dan ook nauwelijks spra ke kunnen zijn. Op korte termijn al thans. Een gelukkige omstandigheid is dat al dinds de dagen van Jozef de wereld vette en magere jaren heeft gekend. Na elke daling is er steeds weer een opleving gevolgd. Zij die hun bezit hebben belegd ln ge degen fondsen hoeven dan ook niet al te zeer in de zorgen te zitten. Intussen kan niet ontkend worden dat een rendement van 8 procent en meer op prima obligaties voor vele beleggers een reden kan zijn om een deel van hun bezit in obligaties om te zetten uitgaande van de gedach te: zeker is zeker. Niemand kan ech ter aangeven hoe zeker dit is. Dot hebben de afgelopen jaren ons wel geleerd. De koersen van obligaties zijn im mers vrijwel zonder onderbreking ge daald. Met de koersdaling van obli gaties die in de eerste plaats het ge volg was van een stijging van de rentestand ging in de afgelopen ja ren gepaard een daling van de koop kracht van het geld. De inflatie tier de welig. Het voordeel van een persoonlijke lening is immers dat men terstond zyn aankoop kan doen. De lening wordt dan geleidelik afgelost uit de komende inkomsten. Men plukt dan eigenlijk twee voordelen In de eer- Voordeel Nu heeft een stijgend prijsniveau een ontmoedigend effect op de spaarder die geld afzondert om daar voor later een bepaald doel te berei ken. Steeds weer bleek het gespaar de bedrag onvoldoende om zijn aan koop te betalen, omdat inmiddels de prijs was gestegen. Dit vormt zon der twijfel één van de redenen waar om ook in ons land een toenemende belangstelling valt op te merken voor de persoonlijke leningen. ste plaats verdient men de prijsstij ging die men anders extra zou moe ten betalen. In de tweede plaats drukken de aflossingen minder naar mate het inkomen door loonsverho ging stijgt. Blijkens de statistieken is het con sumptieve krediet on ons land van 1964 tot 1968 vrijwel verdubbeld. In 1968 bedroeg dit ruim 1,7 miljard gulden. Toch is dit bedrag maar een klein percentage van de totale con sumptie uitgaven. In feite is het iets hoger dan ongeveer 3 procent. In de Verenigde Staten waar de persoon lijke leningen meer zijn ingeburgerd liggen deze percentages veel hoger. Al is er natuurlijk sprake van een duidelijk verschil in mentaliteit toch is het niet ondenkbaar dat ook in ons land de consumptieve kredieten een grotere populariteit zullen ver werven. En wel om twee redenen: het groeiende autopark en de acti viteit vtan de banken. Positief De styging in de afgelopen jaren van het consumptieve krediet zat hem vooral in het toegenomen kre diet voor de aankoop van personen auto's. Naarmate de auto meer en meer een gebruiksvoorwerp wordt zal het krediet in deze sector zonder twijfel verder stijgen, verder gaan de banken en andere financieringsin stellingen de persoonlijke lening en de verschillende varianten hierop 6teeds meer izen als een onmisbaar element van het dienstenpakket voor het grote publiek. De bank wil een ieder helpen die kort bij kas is en dat houdt auto matisch een verdere poussering van de persoonlyke leningen in. De totalen aan autoleningeai en aan persoonlijke leningen ontlopen el kaar niet veel, ze liggen beide in de buurt van rond 650 miljoen gulden. Een positieve zyde van het con sumptieve krediet is onder meer dat de investeringen, die daardoor moge lijk worden in de huishouding krachten vrij maken die elders nut tig kunnen worden gebruikt. Het schept onder meer mogelijkhe den voor de gehuwde vrouw om een deel van de dag elders werkzaam te zfjn en daardoor bij te dragen tot verhoging van het gezinsinkomen. Natuurlijk zyn aan consumptie ve kredieten ook nadelen verbonden. Zoals het gevaar van een te grote schuldenpositie. De praktijk wijst echter uit dat dit tot de hoge uit zonderingen behoort.. Bovendien worden by het afsluiten van een persoonlijke lening de nodige inlich tingen ingewonnen om te voorkom dat er iets mis zal gaan. Het gerin ge aantal mislukkingen wijst er op dat ook de banken eerder te voor zichtig dan te royaal zijn met het verstrekken van leningen Voor overtrokken schuldposities bij een deel van de bevolking behoeft dus allerminst te worden gevreesd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 6