„Groentijd heeft wel
functie"
Persoonlijke leningen winnen aan populariteit
Promoties
FINANCIEEL
WEEKOVERZICHT
Conclusie in proefschrift van Nigeriaan:
UNIEK VOOR LEIDEN
iin en die
vervuiling
Rituelen
EILANDEN IN OOSTERSCHELDE
Veranderingen
In Leiden
Zolang rente hoog blijft is aandelenmarkt weinig in trek
PAGINA 6
LEIDSCB DAGBLAD
ZATERDAG 28 JUNI 1989
Nederland ls deze week weer op
hardhandige manier wakker geschud.
Toen de tienduizenden dode vissen de
Rijn kwamen afzakken en de giftige
watervlek de drinkwatervoorziening
ln de war dreigde te sturen gingen
plotseling stemmen op dat er nu
eens daadwerkelijk iets zal moeten
gebeuren aan de toenemende ver
vuiling van het water.
Het waren de zelfde stemmen, die
opgingen toen de Torrey Canyon vo
rig jaar een groot deel van de olie
lading verloor, de stranden verander
de in schier onafzienbare teervelden
en een ware slachting aanrichtte on
der de zeevogels. Dezelfde stemmen,
die enkele maanden geleden luid pro
testeerden toen een onbekend schip
voor de Nederlandse kust de afge
werkte olie loosde en op de Wadden
eilanden eveneens slachtoffers maak
te onder de vogelstand
Maar het ls opvallend te zien hoe
snel die protesten verstommen. Hoe
gauw de gebeurtenissen, die het
leefbare milieu tn ons land een flin
ke knauw hebben gegeven, in het
vergeetboek raken. De vogelkada
vers worden opgeruimr. de stran
den schoongeveegd en het normale
leven herneemt zijn loop.
Wie bekommert er zich nog om
dat in 1965 op het strand van Noord-
wijk 22 ton kopersulfaat werd ge
lost. dat gedeeltelijk in zee terecht
kwam en mosselcultuur van ons
land bedreigde? Zo zal het ook weer
gebeuren met de massale vergifti
ging van de Rijn, als de voortekenen
niet bedriegen. De tweeënhalf mil
joen mark schade aan de visstand
in Duitsland en het feit dat de na
tuur drie jaar achterop is geraakt
wekt eenv beroering, maar wordt al
even snel vergeten.
Onmiddellijk nadat de massale
vissterfte bekend werd stak er een
storm van protest op en in de
Tweede Kamer zijn reeds vragen ge
steld. „Is de melding uit Rijnland-
Palts wel op tijd geweest? En kan
de regering er niet voor zorgen dat
dergelijke rampen in het vervolg
worden voorkomen? De zaak heet
even de aandacht, maar wanneer
iedereen zijn woordje heeft gezegd,
gaat men over tot de orde van de
dag.
Enkele weken geleden verschenen
er in diverse dagbladen artikelen j
over de ernstige vervuiling van de
Rijn en de mogelijk catastrofale ge- j
volgen daarvan. Niemand in ons land
wond zich er over op tot dat een
massale vergiftiging Nederland weer
met de neus op de feiten drukt. De
gifvlek toonde overduidelijk de kwets
baarheid van de Nederlandse water-
hulshouding aan en de visstand op
de Nederlandse rivieren die toch al
niet zo'n rooskleurige positie heeft
wordt nog eens flink uitgedund.
Een snelle sluiting van diverse
sluizen in ons land kon op het nip
pertje voorkomen dat belangrijke re
creatie- en tuinbouwgebieden in
Zuid-Holland, Friesland, en Utrecht
gespaard bleven voor een vergifti
ging.
Terwijl de Nederlandse protesten
elkaar in hoog tempo opvolgden en
de een na de andere instantie ver
kondigde dat er paal en perk ge
steld diende te worden aan de wa
tervervuiling, spoten de kalifabrieken
in de Elzas even vrolijk als voor
heen hun zoute afvalwater in de
Rijn en deden de fabrieken aan de
overkant van de rivier precies het
zelfde met hun verontreinigde afval
water. Er voeren tezelfder tijd weer
schepen het chemicaliën over ..het
riool van Europa". Eén aanvaring
en Nederland staat voor dezelfde
problemen of nog moeilijkere.
Nu was de vergiftiging nog van
korte duur en konden de hoogheem
raadschappen hun sluizen snel slui
ten en het giftige water buiten het
boezemwater houden. Maar een vol
gende keer kan de vergiftiging van
langere duur zijn. Een boezemwater
moet doorstromen anders verliest het
zijn noodzakelijke zuurstofgehalte en
het gevolg kan weer een massale
vissterfte zijn. In Nederland overziet
men deze gevaren niet in hun tota
liteit.
Men gaat geruisloos voorbij aan
een verschijnsel als het „rode getij"
dat al diverse malen in de Noordzee
ls opgetreden, Het is een massale
aanwezigheid van microscopisch klei
ne zweepdiertjes die de zee een ro
de gloed geven en de vis vergiftigt.
Een dergelijk verschijnsel doet zich
vooral voor in gebieden waar de ver
ontreiniging van het zeewater het
sterkst is.
Wat gebeurt er op het ogenblik om
de hand over hand toenemende ver
vuiling tegen te gaan? Er bestaat een
commissie die zich beijvert voor een
schone Rijn, maar een internationaal
verdrag ontbreekt, evenals doeltref
fende middelen om de vervuiling te
gen te gaan. Er is een tendenz merk
baar in Duitsland dat strengere
eisen worden gesteld aan industrieën
die milieuverontreinigend werken; de
Rijn blijft echter vuil.
Wordt het niet langzamerhand tajd
dat er internationale normen worden
vastgelegd voor de vervuilingsgraad
van het water en is er tussen de
veelheid aan supernationale organen
geen een te ontdekken, die waakt
over de Rijn, waarvan vele miljoenen
mensen afhankelijk zyn? Het zijn
Vtagen waar op korte termijn een
ahtwoord op moet komen. En laat
Nederland in dit opzicht eens het
goede voorbeeld geven en spoed ma
ken met het wetsontwerp vervuiling
oppervlaktewater, dat nu al geruime
tijd in voorbereiding is. Br. van L.
minder verzet tegen het systeem
en andere steden in Nederland".
(Door Cees Onvlee)
LEIDEN „In de groentijd leren de „groenen" niet de nor
men van het corps. Het is meer een sociale mechanisatie: het
wordt de „groenen" gemakkelijker gemaakt zich aan te passen.
Later leren zij pas de normen, de gedragsregels van het corps".
Dat is de eerste van de vier belangrijkste conclusieswaartoe mr.
drs. Etim N. E. Udoh uit Nigerië, komt in zijn doctoraalsscriptie
de basis van het uiteindelijke proefschrift in de Niet-W ester se Socio
logie over de ontgroening in Nederland („The function of initia
tion in a Dutch youth culture"). De overige gevolgtrekkingengeba
seerd op de gegevens in zijn 215 pagina's tellende scriptie zijn:
De tweede conclusie is: ..Het ver
schil in solidariteit in de (Leidse)
studentengroepen in het bijzon
der het Corps is afhankelijk van
de mate. waarin de organisatie de
leden helpt te integreren in de uni
versiteit en welke kansen er gebo
den wordt om de toekomstige socia
le doelen te bereiken".
De derde: „De graad van vijande
lijkheid in de openbare mening is af
hankelijk van de kennis die deze
mensen over de ontgroening-in-zijn-
totaliteit bezitten. Van de graad van
ontwikkeling èn van de graad van
de sociale klasse, waarin zij verke
ren".
De vierde: „De politieke houding
van de studenten in Nederland valt
terug te brengen tot de bepaalde
groepen, waartoe zij tijdens hun stu
die en in hun universitaire systeem
behoorden. Dat tekent ook het ver
schil tussen universitaire groepen in
Leiden hoe meer geïntegreerd, hoe
Hoe bent u tot de keuze van
dit onderwerp voor uw proef
schrift gekomen?
U: „Om drie redenen. Ten eerste
wilde ik een verband zien te leggen
tussen de ontgroening, zoals die over
het algemeen in Nederland gebeurt
en zoals die in talloze rituelen in
mij'n land een deel van de maat
schappij uitmaakt. Verder wilde ik
vaststellen hoe het komt, dat veel
mensen in Nederland nogal negatief
tegenover ontgroenen staan, terwijl
juist in Nigerië het tegengestelde het
geval is. Een voorbeeld daarvan is de
Très-zaak: als in Nigerië iemand
sterft tijdens de ontgroening, dan
trekken de ouders met hun overige
kinderen, familie en kennissen naar
LEIDEN Aan de Leidse Universiteit heeft de Nigeriaanse
student Etim N. E. Udoh, die aan de Hull University in Enge
land reeds rechten en sociologie studeerde, gisteren het eerste
gedeelte van zijn uiteindelijke proefschrift voor zijn docto
raal Niet-Westerse Sociologie bij de hoogleraren prof. dr. J.
F. Holleman, dr. G. W. Locher en dr. J. D. Speckmann met
succes afgelegd.
Mr. drsUdoh (31 jaardeed dit aan de hand van zijn doc
toraalsscriptie (215 pagina's) over de ontgroening in Neder
land. Hieraan heeft hij de afgelopen drie jaar gewerkt. De
gegevens verzamelde hij voornamelijk door in Leiden in 1967
en 1968 de ontgroening c.q. kennismakingtijd bij het Leidsch
Studenten Corps LSCde Vereniging van Vrouwelijke Stu
denten te Leiden (VVSL), de Societas Studiosorum Acade-
m-iae Lugduni Batavorum c.s. „Catena" en de Rooms-Katho
lieke Studentenvereniging „Sanctus Augustinus" te volgen.
Binnenkort vertrekt Etim N. E. Udoh weer naar zijn ge
boorteland Nigerië om zijn uiteindelijke proefschrift af te
ronden. Volgend jaar hoopt hij voor zijn promotie terug te
keren naar Nederland.
de markt om daar te feesten. Omdat
zij aannemen, dat hun zoon of doch
ter door de goden als vertegenwoor
diger van de hele gemeenschap is op
genomen. De derde en meest belang
rijke reden is, dat ik wilde ontdek
ken wat precies de problemen zijn
rond de ontgroening. Met deze erva
ring hoop ik te kunnen vaststellen
welke problemen zich in Nigerië kun
nen voordoen en welke oplos
singen daarvoor zijn".
Wat heeft, u moeten doen om.
alle gevens voor uw scriptie te
verzamelen?
U: „Ik wilde uitvinden welke doel
gerichte en rationele functies de ont-
groening-op-zich heeft. Ik wilde ook
uitzoeken om welke reden aan
komende studenten zich bij een stu
dentenvereniging aansluiten en wel-
ROTTERDAM <GPD) Met
de bouw van de negen kilome
ter lange dam in de Ooster-
schelde tussen Schou wen - Du ive-
land en Noord-Beveland is een
bescheiden begin gemaakt. De
werkzaamheden zijn geconcen
treerd op de aanleg van drie
steunpunten in het brede zee
gat: werkeilanden. waarvan dat
op de rand van de Roggeplaat
(zie luchtfoto's) inmiddels dui
delijk gestalte krijgt.
In het tijdschema wordt, er
van uitgegaan dat de afsluiting
kusten 570 min gulden) in ?.978
wutpold j zijn. In bet voor
jaar van 19C7 is al begonnen
met de aanleg van de werkha-
ven Sohelphoek en in het na
jaar van 1968 met de bouw van
de rcikhaven „Soohia"' op
Noord-Beveland en" de inrich
ting van de haven „Burghsluis"
(Schouwen) voor het personen
vervoer naai' en van de werk-
Het staat neg niet vast welke
sluitmethode de Deltadienst
k>sfc voor de drie sluisgaten.
De werkwijze is nog een punt
van nader onderzoek en studie.
Aan ce zuidkant bedraagt de
grootste te overwinnen diepte PIT!
ongeveer 34 meter, aan de
noordkant 21 meter.
-A*
ke eisen zij stellen om belangrijke
posities in de toekomst in de maat
schappij te kunnen veroveren. Daar
voor heb ik vele studenten, Corpsle
den en niet-leden en vele „gewone"
mensen universitair geschoolden,
hogere ambtenaren. agenten en
journalisten in totaal 1200 perso
nen moeten ondervragen".
Over de daarbij ondervonden (me
de-ten tegen-)werking: „,Het Leidse
Corps heeft mij toegestaan in 1967
de ontgroening van nabij te volgen.
Veertien dagen lang. Aanvankelijk
was het niet gemakkelijk in de groe
pen door te dringen. Vooral de toen
malige sociëteitscommissie was er te
gen. Toen ik echter door het Colle
gium was geïntroduceerd bij de
Commissie van Bijstand, was ik in
staat om alles te zien wat er in die
dagen gebeurde. De „groenen" ont
dekten pas na een paar dagen, dat
ik géén Corpslid was, maar iemand
die een onderzoek verrichtte. Over
medewerking van groenen èn oudere
Corpsleden heb ik toen niet meer te
klagen gehad. Ook in de Très-zaak
heb ik alle medewerking gehad.
Twaalf leden, die bij het ongeluk
aanwezig waren en de senaat heb
ben mij alle gegevens verstrekt".
Wat waren uw eerste conclu
sies?
U: „Dat de groentijd inderdaad
veel functies heeft. Zowel voor
de studenten als voor de universiteit-
in-totaliteit. De .groenen" worden
opgeleid. Krijgen een verantwoorde
lijkheid voor de verdere toekomst in
de maatschappij".
En verder analyserend: „De
groentijd hoeft daarom ook niet te
worden afgeschaft. Maar: de groen
tijd moet wèl enkele veranderingen
ondergaan. Worden aangepast aan
de huidige tijd. Van de ondervraag
de Corpsleden was ongeveer tachtig
procent vóór veranderingen".
Dat nader toelichtend: „Ben groot
verschil is bijvoorbeeld de integratie
van de nieuwe studenten. In 1967
voelde 91 van de Corpsleden zich
na vier maanden goed opgenomen in
de universitaire gemeenschap. Bij
Catena lag dat aantal op 54 Daar
uit zal men bij Catena bepaalde con
clusies moeten trekken".
Wat verwacht u van uw on
derzoek?
U.: ,Jk heb tussen de vier vereni
gingen in Leiden (het Corps, WSL,
Catena en St.-Augustinus) duidelij
ke verschillen geconstateerd. Het be
treft niet zozeer de filosofie van de
verenigingen, maar meer de wijze
waarop die instituten zélf vormend
werken. De wyze, waarop zy hun
nieuwe (èn oudere) leden helpen".
Verder verduidelijkend: „Veel
mensen veroordelen de groen
tijd. maar houden geen rekening met
de reden waarom nieuwelingen van
een bepaalde vereniging lid worden.
De mensen uit de lagere klassen we
ten nauwelijks iets af van de doel
stellingen en kunnen daardoor niet
juist oordelen. De mensen-van-de-
hoge posities hebben wèl kritiek,
maar vinden dat de ontgroening niet
moet verdwijnen".
En dan diverse aspecten van toe
treding verklarend: Hat LSC is,
zoals zovele andere studentenver
enigingen en jeugdgroepen een spie
gel van het Nederlandse leven in zijn
geheel. De aotiviteiten. denkbeelden,
kortom: de gehele ontwikkeling valt
later in de gemeenschap, de maat
schappij zelf waar te nemen.
De sport bijvoorbeeld, is een duide
lijke voor loper -v an - de -toekomst
Ongeveer 25 van de aankomende
studenten sluit zich ook zuiver en al
leen daarom bij het Corps aan
54 treedt toe om de levensstijl in
het Corps; 10% voor de geschikte
opleiding voor de latere maatschap
pelijke positie. De sport brengt de
jonge studenten bovendien bijeen.
Ook de jaarclubs zyn wat dat laat
ste betreft bijzonder belangrijk. In
het Corps is dan ook de verpliohting
tot een jaarclub toe te treden. Bij
Catena en Augustinus neemt de
jaarclub géén bijzondere positie in.
Daardoor is de solidariteit ook veel
minder dan in het Corps".
Over de waarde van de ontgroe
ning nog: „Erg belangrijk is, dat in
de groentijd de nieuwe studenten
worden geïntroduceerd bij de diver
se leden van de hogere universitaire
staf. Dat ze de gelegenheid krijgen
tot debatteren. Dat zy wel aan me
ningsvorming móeten doen. Van po
litiek tot seks. In de groentijd mag
er ook niet gedronken worden. De
mate van drinken wordt later pas
..geleerd"
Wat is uw oordeel over de
huidige studentenverenigings
structuren in Leiden?
Over het Corps: „Men zal zich
moeten aanpassen aan de normen
van de maatschappij. Dat wil zeg
gen: niet open voor iedereen zou be-
tek enendat de leden de prijs die zij
moeten betalen om de identiteit van
de vereniging te verwerven, zouden
moeten opgeven".
Drs. Etim N. E. Udoh uit Ni
gerië, die in een doctoraalstudie
de groentijd onder de loep heeft
genomen.
Over de VVSL: „De WSL lykt erg
veel op het Corps. Met dien verstan
de, dat de WSL al veel meer ver
anderd is. Daarin schuilt wèl het ge
vaar, dat de exclusiviteit van de ver
eniging meer-en-meer verdwijnt".
Over Catena: „Daar zal men zich
moeten beraden over de richting, die
men wil inslaan. Catena is niet hier
en niet daar. Ze kennen geen ont
groening, maar hebben ook geen ef
fectieve kennismakingstijd".
Over Sanctus Augustinus: „Het;
originele karakter, de katholieke, re-
ligieuse basis, is daar zo goed ala
verdwenen. De led en-van-vandaag
hoeven niet meer speciaal r.-k. te
zijn. Ook het noviciaat voor de nieu
welingen is weinig gericht en heeft
dan ook weinig effect".
LEIDEN Aan de Leidse univer
siteit zyn gepromoveerd: de heer G.
Boersma, geboren in Arnhem en
thans wonende in Apeldoorn. tot
doctor in de faculteit der geneeskun
de op proefschrift „Verkrommingen
van de wervelkolom na laminec-
tomieën bij kinderen, een klinisch
onderzoek en een literatuurstudie,
over normale en mechanisch ver
stoorde wervelgroei". (promotor prof
dr. W. Luyendijk)
De heer J. Haeck, geboren ln Arn
hem en thans wonende in Dronten,
tot doctor in de faculteit der wis
kunde en natuurwetenschappen op
proefschrift „Colonization of the mo
le (Talpa Eurpa Eurospoea 1.) in the
IJsselmeerpolders". (promotor prof.
dr. D. J. Kuenen);
De heer J. Oosterhoff, geboren in
Leeuwarden en thans wonende in
Amsterdam, cumlaude tot doctor in
de faculteit der wiskunde en na
tuurwetenschappen op proefschrift,
„Combination of one-sided statistical
tests", (promotor prof. dr. W. R. van
Zwet)
ADVERTENTIE
DE KASTEN-SPECIALIST
Hooglandse Kerkgracht 4749
boek Nieuwstr. - Tel. 01710—33078
modellen
uniek in de kastenwereld.
600
Haarlem - Den Haag - Leiden
LEIDEN (GPD) De lichte op
leving op de Newyorkse effecten
beurs en het koersherstel op de
Amsterdamse beurs wekten in de
afgelopen dagen bij sommige ef
fectenbezitters de hoop, dat na de
forse koersverliezen van de afge
lopen weken eindelijk een keer
punt was bereikt. Mag men hier
op echter vertrouwen? Een be
kend gezegde luidt: één zwaluw
maakt nog geen zomer. Ook het
herstel op de beurs is waarschijn
lijk nog geen teken van verbete
ring van het beursklimaat.
Veeleer moet hierin worden gezien
een technische reactie die voortkomt
uit de noodzaak om bepaalde posi
ties glad te stellen. Want de vooruit
zichten blyven onzeker. De rente
stand vertoont niet de minste neiging
tot dalen. En in vrijwel alle landen
overweegt men maatregelen tot be
perking van de economische expan
sie.
Zowel in Duitsland als in Italië is
de officiële rente in de afgelopen da
gen verhoogd en uit de advertenties
in de dagbladen heeft men kunnen
vernemen dat de grote Nederland
se banken hun rentetarief hebben
herzien en voor tweejaarstermijnde-
posito's thans zeven procent rente
vergoeden. Een verhoging dus van
driekwart procent, wat in onze ver
houdingen een exceptie vormt.
Trouwens dit geldt ook voor de
obligatiemarkt waar reeds 8 1/4 pro
cent rente-leningen worden uitgege
ven. Zolang de rente hoog blijft en
daar ziet het op het ogenblik wel
naar uit is de aandelenmarkt weinig
in trek. Van een duurzaam koers
herstel zal dan ook nauwelijks spra
ke kunnen zijn. Op korte termijn al
thans.
Een gelukkige omstandigheid
is dat al dinds de dagen van Jozef
de wereld vette en magere jaren
heeft gekend. Na elke daling is er
steeds weer een opleving gevolgd. Zij
die hun bezit hebben belegd ln ge
degen fondsen hoeven dan ook niet
al te zeer in de zorgen te zitten.
Intussen kan niet ontkend worden
dat een rendement van 8 procent en
meer op prima obligaties voor vele
beleggers een reden kan zijn om een
deel van hun bezit in obligaties om
te zetten uitgaande van de gedach
te: zeker is zeker. Niemand kan ech
ter aangeven hoe zeker dit is. Dot
hebben de afgelopen jaren ons wel
geleerd.
De koersen van obligaties zijn im
mers vrijwel zonder onderbreking ge
daald. Met de koersdaling van obli
gaties die in de eerste plaats het ge
volg was van een stijging van de
rentestand ging in de afgelopen ja
ren gepaard een daling van de koop
kracht van het geld. De inflatie tier
de welig.
Het voordeel van een persoonlijke
lening is immers dat men terstond
zyn aankoop kan doen. De lening
wordt dan geleidelik afgelost uit de
komende inkomsten. Men plukt dan
eigenlijk twee voordelen In de eer-
Voordeel
Nu heeft een stijgend prijsniveau
een ontmoedigend effect op de
spaarder die geld afzondert om daar
voor later een bepaald doel te berei
ken. Steeds weer bleek het gespaar
de bedrag onvoldoende om zijn aan
koop te betalen, omdat inmiddels de
prijs was gestegen. Dit vormt zon
der twijfel één van de redenen waar
om ook in ons land een toenemende
belangstelling valt op te merken
voor de persoonlijke leningen.
ste plaats verdient men de prijsstij
ging die men anders extra zou moe
ten betalen. In de tweede plaats
drukken de aflossingen minder naar
mate het inkomen door loonsverho
ging stijgt.
Blijkens de statistieken is het con
sumptieve krediet on ons land van
1964 tot 1968 vrijwel verdubbeld. In
1968 bedroeg dit ruim 1,7 miljard
gulden. Toch is dit bedrag maar een
klein percentage van de totale con
sumptie uitgaven. In feite is het iets
hoger dan ongeveer 3 procent. In de
Verenigde Staten waar de persoon
lijke leningen meer zijn ingeburgerd
liggen deze percentages veel hoger.
Al is er natuurlijk sprake van een
duidelijk verschil in mentaliteit toch
is het niet ondenkbaar dat ook in
ons land de consumptieve kredieten
een grotere populariteit zullen ver
werven. En wel om twee redenen:
het groeiende autopark en de acti
viteit vtan de banken.
Positief
De styging in de afgelopen jaren
van het consumptieve krediet zat
hem vooral in het toegenomen kre
diet voor de aankoop van personen
auto's. Naarmate de auto meer en
meer een gebruiksvoorwerp wordt zal
het krediet in deze sector zonder
twijfel verder stijgen, verder gaan de
banken en andere financieringsin
stellingen de persoonlijke lening en
de verschillende varianten hierop
6teeds meer izen als een onmisbaar
element van het dienstenpakket voor
het grote publiek.
De bank wil een ieder helpen die
kort bij kas is en dat houdt auto
matisch een verdere poussering
van de persoonlyke leningen in. De
totalen aan autoleningeai en aan
persoonlijke leningen ontlopen el
kaar niet veel, ze liggen beide in de
buurt van rond 650 miljoen gulden.
Een positieve zyde van het con
sumptieve krediet is onder meer dat
de investeringen, die daardoor moge
lijk worden in de huishouding
krachten vrij maken die elders nut
tig kunnen worden gebruikt. Het
schept onder meer mogelijkhe
den voor de gehuwde vrouw om een
deel van de dag elders werkzaam te
zfjn en daardoor bij te dragen tot
verhoging van het gezinsinkomen.
Natuurlijk zyn aan consumptie
ve kredieten ook nadelen verbonden.
Zoals het gevaar van een te grote
schuldenpositie. De praktijk wijst
echter uit dat dit tot de hoge uit
zonderingen behoort.. Bovendien
worden by het afsluiten van een
persoonlijke lening de nodige inlich
tingen ingewonnen om te voorkom
dat er iets mis zal gaan. Het gerin
ge aantal mislukkingen wijst er
op dat ook de banken eerder te voor
zichtig dan te royaal zijn met het
verstrekken van leningen
Voor overtrokken schuldposities
bij een deel van de bevolking behoeft
dus allerminst te worden gevreesd.