Niet breien, maar
filosoferen
Pim zit in de winter
S.'L
KRYPTOGRAM
Schaapherder Niesing (31) op de Veluwe
V
y
Kom er ACHT-er
Pim en Pom
r
7 ïf
ZATERDAG 28 JUNI 1909
LFIDSCH DAGBLAD
PAGINA 21
Het was doodstil op de grote stille heide. Geen mens te zien
illeen zon en hei en hossen en weide in alle kleuren groen en
)ruin. Maar ook op zulk een idyllische plek kan de rust wreed
oorden verstoord. Luid geknal en gerommel maakten een
ind aan deze rust: schietoefeningen in de legerplaats Olde-
\roek.
Voor de rest was het allemaal heel
edig op de Renderklippen tussen
pe en Heerde. De schaapskooi en
bijbehorende gebouwtjes stonden
rlaten temidden van al de schoon-
6id in de zon, maar van de her-
r en zyn kudde (sinds 1956 in
and gehouden door de Stichting
haapskudde (Heerde-Epe) geen
oor. Wel hondegeblaf heel ver
tg, maar uit een niet te peilen rich-
ig.
Even later maakten gemeentewei--
rs uit Heerde ons wat wijzer. Zij
1 ramen met een brandweerwagen
Scheper Niesing op de Veluwse
enderklippen.
hooi brengen en ver tolden dat bij
zulk een prachtig weer de herder
zijn kudde een heel eind weg brengt.
„En", zo zeiden zij, „hij zal wel niet
voor half vijf terug komen
Tegen vijven komt alles in de
omgeving wat tijd heeft naar de
heide, om de snel lopende 193 scha
pen en lammetjes voorafgegaan dooi
de zwarte-witte collie en opgedreven
door herder Teunis Niesing naar
huis te zien gaan. Overigens een
fraai gebeuren. Helemaal in stijl, een
blaffende hond, mekkerende scha
pen en een herder die schepjes
zand over de schapen gooit en ter
aanmoediging op zijh schaaps mrèèè
brult.
Scheper Niesing (311 is een jovia
le vent. Licht telkens de pet van
zijn al wat kalende blonde hoofd
op en hangt gemoedelijk tussen de
schapen over de half opengeklapte
deur van de kooi wat te keuvelen met
bekenden en onbekenden die al gauw
tot zijn kennissenkring gaan horen.
De schapen zijn gewend aan deze
afsluiting van een rustige dag. Ze
zoeken hun plaatsje op in de stal en
mekkeren tevreden.
Gesol I icileerd
Herder Niesing komt niet van deze
kanten, hij Ls onmiddellijk herken
baar als „westerling". „Van de ande
re kant. zeg!" Acht jaar geleden
kwam hij in Heerde „weet je wel"
en is nu voor het vijfde jaar her
der. „Gewoon gesolliciteerd zeg. ik
ben de zoon van een boer en weet
wel wat van schapen af".
Breien doet hij niet. „Dat zou te
opgeschroefd zijn". Wat hij wel doet
de hele dag? „Ik filosofeer wat, weet
je wel! Je moet er tegen kunnen
om niets te doen. maar toch niet
lui zijn. Wanneer het nodig is moet
je achter de schapen aan kunnen
rennen". Klederdracht dragen wil
hij ook niet. Hij ziet zijn vak als
iets waar hij over het algemeen
veel van houdt.
's Morgens rond zeven uur begin
nen, de schapen eruit, om half zes
weer naar binnen en als het te warm
is de kudden 's middags weer naar
binnen brengen. Daar tussendoor
zijn er de bedrijvigheden rond het
lammeren, 's nachts soms er nog
uit. weg van de woning in Vorch-
ten waar hi/ met zijn vrouw en
twee kinderen (6 en 2» woont.
Heel prozaïsch is er de brommer
waarop hij zijn vervoer van en naar
de kudde regelt. Ook *s winters gaat
de kudde de hei op: behalve als het
te koud is en dat kwam van de
winter maai- éón keer voor. IJs rond
de kooi vormt een te groot gevaar
voor de poten van de schapen. Overi
gens 's winters zijn er wel warme
kleren nodig en zo nu en dan wat
cognac om de spieren soepel te hou
den. Dan is het werk ook eenzaam
en „Daarom", zegt een van Neder
lands zeldzame herders. ..moet je
goed tegen de eenzaamheid kunnen.
Je moet ook niet mensenschuw zijn,
want de mensen willen ook graag
met je praten, 's Zomers zijn er een
heleboel mensen rond de kooi. maar
dat maakt me allemaal niks uit.
Je begint op het laatst wel eens
slap te kletsen wanneer je veel met
mensen kakelt hè. maai- daar moet
u maar tegen kunnen hoor Met
twinkelende ogen debiteert hij een
paar grappige opmerkingen tegen
een aantal dames op leeftijd, die hem
met een luide kreet van herkenning
hebben begroet
Inkomsten
Toeristen vormen een bron van
inkomsten voor de Stichting
Schaapskudde en verwonderlijk is
de vaart waarmee een plastic zak
tevoorschijn wordt getoverd wanneer
er weer een nieuw gezicht bij de
kudde wordt gesignaleerd.
Bron van inkomsten is ook de ver
koop van schapen elk jaar. want
onbeperkt groeit de kudde niet. Dit
jaar waren er 87 lammetjes: geluk
kig maar bijna allemaal één per
moeder, want de grond is schraal en
voedsel voor twee is er niet. 's Win
ters levert de hei ook niet genoeg,
dan komt er hooi en krachtvoer aan
te pas. De Wolfederatie is afnemer
van de wol en dat het schapensche
ren nog met de hand gebeurt, vindt
Teunis Niesing wel mooi. „Trouwens
zegt hij. het kan niet anders, want
we hebben hier midden op de hei
geen elektriciteit".
Zorgzaam worden de kale schapen
op 14 juni was het weer zo ver
beschermd tegen de zonnestralen
want ook een kaalgeschoren schaap
kan verbranden. Een zwarte ram
heeft een bel om. evenals een aantal
schapen meer. want hy is een weg
loper. Die bel heeft trouwens nog
meer nut: wanneer het mist. stuurt
de her dei- zijn kudde vooruit. Hij
kijkt nog even naai- de verder wei
dende schapen en volgt dan het bel
gerinkel. Eten praktische en leuke
maatregel.
De hond bij de kudde: Robbe,
houdt van mens en schaap. Ver
trouwelijk strijkt hy over zijn zach
te lijf bedelend om een liefkozing
tegen iedereen die vriendelijk tegen
hem wil zyn. „Dat is eigenlijk niks
waard", vindt de baas van de vier
jaar oude hond. Maar hij mag ook
niet vals zijn bij al die mensen hier.
I Hy kan wel goed zijn, hoor. De ene
dag is hij 500 gulden waard en de
andere dag geef je nog geen kwart-
j je voor hem. Hy heeft zo z'n buien.
Vrije dogen
I Het leven van een schaapherder
concentreert zich niet alleen op
zijn kudde. Vrouw en kinderen vra-
gen om aandacht en eens in de veer-
I tien dagen schiet er een vrij week-
I end over, dank zy een vervanger.
Die vervanger is er ook voor ziekte
'maar dat gebeurt byna nooit) en
j andere vrije dagen zijn nodig voor
i bijvoorbeeld het bezoeken van een
i markt.
Het wordt weer drukker. Vertrou-
welijk wendt de scheper zich tot
j schaap en mens. Kinderen hangen
I aan de mouwen van zijn praktische
j bedrijfskleding en we nemen af-
i scheid: uitgezwaaid en met het ge
voel dat we altyd welkom zijn op
de grote stille heide om de rust te
verstoren. Waaraan overigens niet al-
1 leen ronkende motoren zich schuldig
maken: er blijft altijd nog de Le
gerplaats Oldebroek in de buurt
Kom er ACHT-er
lejuj do 8
siqoai ireiu uba snau i
JfBqsB 9
afdojf uba afjjoo s
japuapni f
iscif do dBiu g
ft.iapnvos do u-bui af doomt z
.lai.io^ poonod i
V=> F?
C o
IJ''..»
■oi
0
ss ff
Pim: «komt heel hard aan-hol-
len) Kom gauw. Kom gauw,
Pom.
Pom: Wat is er? Je doet zo ze-
nuw-ach-tig.
Pim: Het kast-je. Het dich-te
kast-je staat o-pen.
Pom: Wat voor kast-je?
Pim: Je weet wel. in de keu
ken. Wat nooit o-pen staat.
Pom: O. dat? (schudt zyn kop»
Nee. Pim. nee. Daar wil ik niks
mee te ma-ken heb-ben.
Pim: Waar-om niet? Is er wat
mee?
Pom: Ik ben veel te blij dat het
ein-de-lyk zo-mer is.
Pim: (met gro-te o-gen) Wat
heeft dat kast-je nou met de
zo-mer te ma-ken?
Pom: Al-les. Weet je wie er in
woont in dat kast-je?
Pim: Nou?
Pom: De win-ter.
Pim: Ach, ga nou gauw. De
win-ter? Hoe kan de win-ter
nou in een kast-Je wo-nen?
Pom: En toch is het zo. Ik zal
je eens wat ver-tel-len. Vroe
ger, lang ge-le-den, wel een
maand of zo. was ik net zo
nieuws-gie-rig als jij. Ik zag de
vrouw al-tijd vlug vlug kast-je
o-pen. kast-je dicht doen. Nooit
eens de tijd om er rus-tig in te
kij-ken. Nog niet eens om je
kop e-ven naai' bin-nen te ste
ken. Al-tijd met-een. vlug vlug
o-pen en pangg dicht. En ik
maar den-ken: wat is er toch
met dat kast-je?
Pim: Ja, dat denk ik ook al
tyd. En toen?
Pom: Nou. op een dag dat jij
bo-ven in de goot zat en ik in de
keu-ken was ge-ble-ven, ge-
beur-de het. Eén keer-tje ver
gat de vrouw het kast-je dicht
te doen. Ik zag het ge-beu-ren.
Ze haal-de er drie fles-sen te-
ge-lijk uit en toen had ze geen
hand meer o-ver om hem dicht
te doen. Dus ik neem een
sprong. Tjoepzó het kast-je
in tus-sen de fles-sen en de pot
jes en de do-zen die er in staan.
En wat denk je? Ik zat op-eens
mid-den in de win-ter. En tóch
was het een heel mooi-e dag.
want jy zat in de goot te zon
nen. Ik heb er hele lang o-ver
na-ge-dacht en toen wist ik het
de win-ter woont in dat kast-je.
Daar-om doet de vrouw ook al
tijd zo vlug vlug. De vrouw
houdt ook niet van de win-ter.
Pim: 'heeft met o-pen bek-je
zit-ten luis-te-ren Ik ge-loof
geen woord van wat je zegt.
Pom: Maar het is heus zo. Ga
gauw de vrouw waar-schu-wen,
Pim en mi-auw net zo lang tot
ze ziet dat het kast-je o-pen-
staat, want an-ders is het af-
ge-lo-pen met de zon en de
war-me stoep en de blaad-jes
aan de bo-men. Voor je het
weet heeft de win-ter ons te
pak-ken.
Pim: (draait zich om en stapt
naar de keu-ken» Weet je wat
jij bent? Een groot jok-ke-
beest. «hij stapt al op de o-pen
ys-kast af»
Pom: (loopt Pim ach-ter-na)
Doe het niet, Pim. Al je streep
jes zul-len be-vrie-zen.
Pim: (springt in het kast-je»
Zie je wel dat je jokt. t' Is niet
koud. 't Is he-le-maal niet koud.
Ge-woon lek-ker fris.
Pom: (slaat zich voor zijn kop»
Dan is het al ge-beurd. Dan is
de win-ter er al uit. Dan zit ie
al er-gens hier in huis om de
he-le-boel koud te ma-ken. (hij
mi-auwt heel hard» Vrouw!
!+z/3
Vrouw! Kom gauw! De win-ter
is uit zijn kast-je ge-lo-pen.
Pim: Me-neer Zwart is de
groot-ste leu-ge-naar die ik ken.
Ar-me me-neer Zwart. Ik zou
maar gauw mijn win-ter-vacht-
je aan-doen. En een ijs-muts-je,
me-neer Zwart. Pas maar op.
me-neer Zwart, straks gooit uw
vriend u nog een sneeuw-bal
naar uw kop 'voor hy weet wat
hy doet. pakt hij een wit bal-le-
tje dat hij in het kast-je vindt
en gooit het naar Pom's kop»
pas op. me-neer Zwart, daar
komt al een sneeuw-bal.
Petseen ei spat uit el
kaar op de neus van Pom.
Petsss nog een
Pom Blbbb bllbbniet
doen, Pim.
Pim: (is door het dol-le heen
en gooit maar door) Wat een
win-ter-tje, hè! Wat een win
ter- tje!
De vrouw: (komt bin-nen en
wordt rood van kwaad-heid».
Le-ly-kerds. Kan ik Jul-lie dan
nooit één mi-nuut al-leen la
ten?! Moet ik dan ook nog op
wacht gaan staan als ik e-ven
de ijs-kast laat ont-dooi-en. Ga
weg, ik wil je niet meer zien.
Pom. Bij die kast van-daan.
Pim. En gauw.
Pom: Ik kruip maar in een he
le don-ke-re kast. De win-ter in
huis. de vrouw kwaad en mijn
vacht vies. En al-les is de
schuld van jou, Streep.
Pim: (kruipt bang te-gen Pom
aan» Ik ge-loof dat Je toch ge
lijk had. Pom. Myn poot-jes
zyn ijs-koud. De win-ter had
daar ge-ze-ten.
Pom: Mis-eohien luis-ter jy op
een dag nog eens naar een
ou-de wij-ze kat.
MIES BOUHUYS
^▼▼▼YYYYYYY
YVYYYVYTYYYYYYYYYYYYYYYYYT
3"}9 A
Kunt u de acht afwijkingen In de beide bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt u elders op deze pagina.
Horizontaal:
7. neem de maat rap met deze stof
8 verbond gesloten in een tent
13. het muziekboek staat er vol van
WAT WEET U
VAM VROUWEM?
•pnjooA ai}ua6i|piui ui jeef aa/vw
Idsaauj MnojA ap si afsiauu s|e ef
•ua/wnoJA uaüeqas puejsje
jspq usuueuj usuunvt |e)saaw uaafsj z
■safsiauj leisaan I NBQaOOMiNV
14. de 2e begint, de le heeft het
laatste woord parlementair)
15. Het huisdier neemt wel een pose
aan
16. pak de tang het zit hier vol pun
tige uitsteeksels
17. let op de bal bij dit soort dans
20. dit drietal begint triomfantelijk
21. en met de gemeenschappelijke
grond bent U geholpen
22. Napoleon kende dit eiland heel
goed
27. mag de boer beslag leggen?
28. een overlevering op de rand van
een munt?
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
Vertikaal:
1. bij Anton Coolen ligt het aan de
rivier
als u te laks is op
u zitten in dit lokaal
3. als u deze ontspringt, is u gered
4. het zijvlak van de tank
5. het is alles onzeker als u deee
in het duister doet
6. de gevaarlijkste vijand van de
zomer
9. hier maakt u kans om verder
te kunnen reizen
I 10. als eigenaar ervan heeft U in de
N.V. iets te zeggen
i 11. ziet u samenhang in deze zwach
teling
12. reis pal langs de leiboom
18. de distilleerder als lid van het
orkest
19. ik gaf hevig voor de hooivork
i
24. Als hij geweest is, is het insek-
tenveld leeg
25. de smart is maar een deel van
hetgeen de mens kan meemaken
26. u moet vlug uw lens richten
Oplossingen onder het motto kryp-
togram dienen voor woensdag a.s.
te 9 uur v.m. in het bezit te zyn van
de redactie, Witte Singel 1 te Lei
den. Onder de goede oplossingen
1 stellen wij een eerste prijs van f5.-,
en twee tweede prijzen van f 2.50 be-
j schikbaar, waarnaar alleen abon-
i nees kunen mededingen.
Niettegenstaande in de opgave de
aanwijzing ontbrak dat de horizonta- I
le nummers een spreekwoord vor
men. hebben tal van inzenders (sters»
deze puzzel tot een goed einde ge-
bracht. Het spreekwoord luidde: Die
niet waagt, die niet wint. Van hen
die ook overigens een goede oplos
sing inzonden kwamen voor de pre
zen in aanmerking de volgende in-
I zenders
Eerste prijs van f 5,- heer A. J. van
Dissel. De Sitterlaan 66. Leiden, de j
twee prijzen van f 2.50: mevrouw
Schonenberg. Princestraat 22 E,
Katwijk aan Zee en de heer A. C.
Boogaarts, Rijnlandflat, Bachstraat
172, Leiden.