Verloren gegane kwaliteit Weg met de werk jurk In 1 nacht mooi worden, at bestaat gewoon niet Bi Moederlijke füül mm HOONHEIDSSPECIALISTE WILLEMINE DANZ: ARDAG 14 JUNI 1969 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 19 Vak vraagt een enorme zelfbeheersing. Als schoon- jpecialiste kun je een cliënt plat praten, maar dat moet je list niet doen. Dan komt zo'n klant niet meer terug. Je kwaliteit verkopen, geen kwantiteit Wirriine Danz-van Staveren, schoonheidsspecialiste met irukke praktijk in Rotterdam, zegt het uit jarenlange jng. Ze heeft een beroep waar tegenwoordig grote be- illing voor bestaat, maar met die belangstelling zijn ook We misverstanden over de (lang niet lichteeisen van dit p gegroeid. (i ichoonheidsspecialiste wil I zegt Willemine Danz, beginnen met zich eerlijk af r ïn wat haar motief is. Ge- Det crèmes en kleurtjes en er zelf als een glamour- zien? Nee, dat is het ver- uitgangspunt. Dan zie je je alleen maar als een object, wordt schoonheidsverzor- gauw een afschuwelijk vak." goede schoonheidsspecialiste in mensen, is in mensen ge- ierd. Myvrouw Danz dat deze karakteristiek mis- een beetje van de vorige ge- Hinkt, maar dat ze dit be- „Je moet ernaar verlangen, persoonlijkheid te vormen, in dit vak bovendien vol wassen zijn en dan bedoel ik niet in de eersite plaats naar jaren. Een vrouw die ontspannen in de stoel ligt, is soms bereid van alles te ver tellen, haar hart volkomen uit te storten. Later heeft ze daar spijt van en dan blijft ze weg. Een schoonheidsspecialiste moet kans zien zo'n conversatie in goede banen te leiden, zonder tactloos te wor den." In Nederland zijn vijftien oplei dingsinstituten die erkend zijn door de STIVAS, de Stichting vak examens schoonheidsverzorging. Ne derland heeft op het ogenblik een goede dertienhonderd gediplomeerde gevestigde schoonheidsspecialisten (overwegend vrouwen, slechts enke le mannen) en dat aantal groeit ge stadig: de ANBOS, de Algemene Nederlandse bond van schoonheids instituten, kreeg er in een jaar tljds meer dan honderd leden bij. ..Als het de mens goed gr.at, gaat het de lichaamscultuur immers ook goed," zegt Willemine Danz, die verscheidene jaren lid van de exa mencommissies van STIVAS en be stuurslid van ANBOS is geweest en nu zitting heeft in de opleidingscom missie van CIDESCO, de internatio nale overkoepelende vereniging. De behoefte aan -schoonheidsverzorging wordt groter, maar er is een ander aspect dat even belangwekkend is: ook op het sociale vlak krijgt schoonheidsverzorging steeds meer mogelijkheden. „Ongekende mogelijkheden," zegt mevrouw Danz. „In ziekenhuizen, gevangenissen, psychiatrische in richtingen kan schoonheidsverzor ging een therapie zijn. De mensen worden veel meer „aanspreekbaar" door schoonheidsverzorging. Het kan een van de belangrijkste middelen zijn om hun isolatie te doorbreken, het gewone leven te benaderen. Mijn theorie is dat mensen die iets aan hun uiterlijk kunnen doen, ook be reid zijn iets aan hun innerlijk te doen. Dit beroep bestrijkt een veel breder terrein dan alleen de schoon heidssalon." Dat bredere terrein betekent voor haar onder meer „cursussen in zelf ver zorging" die ze binnenkort aan groepjes cliënten gaat geven. Want het gros der vrouwen weet nog niet efficiënt met schoonheidsmiddelen om te gaan, gebruikt te veel of te weinig, pakt het gezicht te straf aan. Willemine Danz wil vrouwen Ieren hoe ze dat gezicht zonder ge vaar zelf kunnen behandelen, hoe maskers worden opgebracht, in wel ke richting crèmes worden inge- klopt, kortom: hoe men „wegwijs" wordt op de eigen huid. Ze zou ook graag de jeugd een beetje huidverzorging leren. „In Zweden is het al normaal dat er op school lessen in schoonheidsverzor ging worden gegeven. Als dat in Ne derland gebeurt gaat het meestal nog braaf onder het motto hygiëne. Jonge meisjes zien er vaak afschu welijk uit. doordat ze plaatjes uit tijdschriften klakkeloos als voor beeld nemen. Lopen soms rond met oogaandoeningen doordat ze hun ogen met gewone verf hebben be handeld." „Dat krijg je al6 de moeders zeg gen dat het niet mag. Je kunt ze veel beter leren hoe ze met schoon heidsmiddelen moeten omgaan, en dat schoonmaken belangrijker is dan opmaken." Er zijn twee opleidingen: de opleiding tot het diploma A (assistente) die 280 lesuren om vat, verdeeld over acht maan den en de opleiding B, bestaan de uit 208 lesuren, verdeeld over zes maanden. Het B-di ploma is vereist voor een vesti gingsvergunning. Kosten van beide opleidingen: in totaal een kleine dertienhonderd gulden. goeds," placht mijn va oeger te zeggen, „gaat trioren. Dat komt altijd rijven in de rivier van de Of het nu een boek, een uk, een schilderij, een ng betreft, het moge nog ir. de verdrukking zijn ge- schijnbaar vergeten x verloop van tijd et herontdekt. Kwaliteit •h niet onderdrukken of of negeren ii het een indrukwekken de en daarom geloofde ik lu niet meer. nu weef ik loop van veertig eeuwen iglijk veel verloren ge- orherroepelijk en totaal. een drabbig residu van gfr in, jaar uit beschaving tnoemd, bleef bewaard, iawr als een robijn tus- moader: een meester- te en daar, afhankelijk merciële belangen; een Ige doch revolutionaire mg. Hoge kwaliteit is geen rie voor onsterfelijk- \een het toeval wil soms sije helpen, en het toeval I voor waardebepalingen, vtend, en er rekening udend, kan een mens de Iverrassingen ondergaan een speurtocht onder war cultuuruitingen die voorbestemd tot verge- on vergeefsheid. Eens op de markt voor een i een Western en mis- kn ik nu de enige ter we- een overgebleven exem plaar bezit: een regelrecht meesr terwerkje, enig in zijn soort. Nog niet zo lang geleden vond ik tus sen honderden Engelse pockets een Science-fictionboekje, dat zich bij lezing ontpopte als een meesterlijke satire, en bovendien bleek het vol te staan met zulke diepzinnige en geniale gedach- teninvallen. dat Kant en Scho penhauer er jaloers op zouden zijn geweesten toch stond het in een rek vol sex- en geweld- puin. Niemand kent het. De auteur heeft er geen literaire prijs voor gekregen, Hollywood betaalde geen half miljoen voor de filmrechten, geen mens kan vermoeden dat achter de brallen de titel en de smakeloze cover een ongelooflijk knappe analyse van het menselijk karakter schuilgaat. Soms hoor ik iemand plotse ling over een boek, een stuk muziek, een grammofoonplaat spreken die volgens hem het „absolute einde" is. Maar als ik dan, nieuwsgierig geworden, op jacht ga, blijken 't boek, de plaat, de muziek nergens meer te krij gen te zijn. De (kleine) oplaag werd half uitverkocht, de rest ging de molen in en werd ver nietigd'. niemand heeft behoefte aan winkeldochters. De paar ge luksvogels die het werkje bijtijds in handen kregen eer het de ver>- getelheid werd ingemalen, bewa ken het als goud; je kunt het zelfs niet te leen krijgen al lig je er voor op je gezicht! Maar hoe veel exemplaren zullen er over twintig, dertig jaar nog van be staan? De kans dat iets heel goeds spoorloos van de aardbo dem verdwijnt is groot. Zo groot dat het niet anders kan of in de achter ons liggende eeuwen moe ten duizenden meesterwerken voorgoed vér lor en zijn gegaan. Overal om mij heen zie ik jon ge mensen, die iets van hun le ven „willen maken." Die hopen „er nog eens te komen," dat wil zeggen: aan de top. Zij dichten, schrijvenschilderen, compone ren en studeren. Wat uit hun han den en hun brein komt, draagt het stempel van de artisticiteit. Onder hen zullen er ongetwijfeld enkelen zijn, die „er" inderdaad ,Jcomen." En anderen die nooit van een meesterwerk zullen be vallen. En weer anderen die tus sen hemel en aarde zullen blijven zweven en redelijk goed werk zul len afleveren en nog een aantal dat hopeloos zal mislukken. Maar of zij, die de meesterwer ken produceren dezelfde zullen zijn als degenen die de top berei ken? Het toeval, of een handje vol geluk, zullen daarover be slissen, niet de kwaliteit van het werk Hoeveel duizend genieën zijn er geweest waarover de wereld nooit iets heelt kunnen vernemen omdat ze voor hun volwassen heid omkwamen in de loopgra ven, onder het puin, bij een over stroming, een brand, een epide mie? Hoeveel manuscripten wer den niet vernietigd door 'n ramp nog vóór ze helemaal voltooid konden worden? We loeten er niets van. Eeuw na eeuw zijn zo veel hooggestemde verwachting- gen, hoopvolle jonge mensen, ge niale hersenen vergaan. Het wre de toeval is dikwijls veel sterker dan al onze pogingen tot opvoe den, het verspreiden van erudi tie en het scheppen van gunstige gelegenheden. „Geeft het jonge talent een kans!!" roepen we de héle dag. Inderdaad: een kans. Toeval. Wat ér uit komt en of het produkt bewaard zal wor den, is iets ivaarover de mens kennelijk geen macht heeft. De rivier van de Historie heeft meer diamanten naar zee ge- transporteerd dan aan de opper vlakte gebracht. THEA BECKMAN Willemine Danz-van Stave ren: ,,Het vak van de schoon heidsverzorging vraagt enorme zelfbeheersing" Die laatste opmerking mogen ook volwassen vrouwen zich aantrekken, want de meest gemaakte fout in de schoonheidsverzorging is nog altijd dat men meer erop uit is met een goede make-up tevoorschijn te ko men dan de huid werkelijk te ver zorgen. „Geschikte schoonmaakpre- paraten, goede voedende crèmes," zegt Willemine Danz. „zijn belang rijker dan de make-up en de leuke kleurtjes, hoeveel die ook voor een vrouw kunnen doen. Een andere kardinale fout is de zonaanbidding van deze tijd. Er is niets dat een huid zo blijvend beschadigt al6 te lang en te veel zon. Waarom blijven vrouwen toch op die manier hun huid riskeren? Het snob-appeal van het bruin worden is er toch wel af nu iedereen naar het zuiden of naar de wintersport trekt." Ze gelooft dat de opleidingen voor het beroep van schoonheidsspecia liste nog concreter kunnen worden, nog meer op de praktijk gericht. „Dat je vragen van intelligente klan ten kunt beantwoorden, geen dom me dingen zegt, is minstens even belangrijk als weten hoe zo'n hor- moon- en zenuwstelsel in elkaar zit. De examens zijn vrij zwaar, mis- j schien wel op sommige punten te zwaar en op andere onvolledig. De hele boel is tenslotte nog volop in groei." Een van de moeilijkste taken van de schoonheidsspecialiste is het op groeien tegen „de hoge zeeën van de reclame" die de cosmeticafabrikan- ten op de vrouw van vandaag losla ten. „Van de schoonheidsspecialiste wordit verwacht dat ze die geraffi neerde reclames waar maakt en dat is onmogelijk. In één nacht mooi worden: dat bestaat gewoon niet," zegt Willemine Danz. „Iemand die nooit iets aan haar huid heeft ge daan moet minstens zes weken uit trekken om enig effect van een ver zorgingsmiddel te zien." (ADVERTENTIE) 'ktenu 'oefe, »lffe DAMESMODE in exclusief jonge stijl... BREESTRAAT I08a-ll2 LEIDEN Wie met de regelmaat van een klok mode-communiqués uit Pa rijs onder ogen krijgt, komt altijd weer onder de indruk van de veel- bezongen Franse taal. Het mode jargon zal over de hele wereld wel ongeveer gelijk zijn, maar op de een of andere manier klinkt het in het Frans allemaal veel beter. De meest prozaïsche mode begrippen krijgen in Franse ver taling iets veelbelovends, Iets dat veel meer suggereert dan er meestal in werkelijkheid is. Neem bijvoorbeeld het begrip „mantelpak". In het Nederlans een woord dat onweerstaanbaar doet den ken aan ietwat stijve dames die op platgehakte schoenen saaie wande lingetjes of keurige theevisites ma ken. Nee, dan de Franse benaming: „Le Tailleur", dat klinkt even beter. Dat doet denken aan kwieke vrou wen, die met wapperende haren spor tief lopen te doen in herfstige bossen, of elegant winkelen op de Parijse boulevards. Met de jurk is het al niet veel an ders. „Jurk", een kort onvriendelijk woordje dat van alles kan omvat ten, van ochtendjurk tot cocktail- en avondtoilet, en met het klimmen der jaren ongemerkt vervangen wordt door het brave woordje japon. Maar de „robe" uit het besoheidenste Brusselse of Parijse modewinkeltje krijgt alleen al door de klank van het woord een bepaalde allure. Zelfs voor de „werkjurk" waarin het gro6 der vrouwen elke ochtend (al dan niet biet tegenzin) de on vermijdelijke huishoudelijke bezighe den verricht hebben de Fransen een aardige naam gevonden. Zoiets heet geen werkjurk, ochtendjurk of duster, maar een „robe de maison". Toege geven: in de Nederlandse vertaling wordt dat tóch weer „huisjurk" maar in het Frans klinkt het gezel lig. Evenals „robe d'interieur", zo als het huishoudelijk werkpak ook wel wordt genoemd. Uit die vriendelijke benamingen blijkt wel dat de huishoudelijke werk kleding niet langer het stiefkind van de mode-ontwerpers is. Ze vinden dat het maar een afgelopen moet zijn met de afgedragen jurken, de schortjes en de jasschorten en dat de huisvrouwen ook in het „ochtendpak" een aardige verschijning moet zijn. Vrolijk gekleed in een imprimé of een kleurige effen stofje, voorzien van wat leuke knopen of stikstels in afstekende kleur. Geen ingewikkelde modellen, wel hier en daar een mo dieus accent. Weinig kostbare stof fen die toch tegen een stootje kun nen en vooral vuilafstotend en goed was baar zijn. Eeen heel goed idee van die mo de-ontwerpers". Een goed idee ook om in het komende nieuwe jaar eens in de praktijk te brengen. Want ze bieden inderdaad een deprimerende aanblik, de huisvrouwtjes die 's och- tens rondsjouwen in afgedankte en onmodische jurken die ze nog nèt te goed voor de voddemand vonden en daarom maar tot „werkjurk" pro moveren. Het verbluffendste tenue dat we op dit gebied ooit zagen was een oude taftzijden cocktail jurk, vanwege de „Blotigheid" gecombi neerd met een al even oud en versle ten vestje. Wie zichzelf zo in de spie gel ziet moet wel neiging tot „boeh" roepen krijgen. j Weg dus met de werk jurken, ruim baan voor de „robes-de-maison". Ze i hoeven niet kostbaar te zijn, zeker j niet voor de vrouw die goed met de naaimachine overweg kan. Wie kans ziet om tijdens een opruiming wat [goedkope lapjes te bemachtigen moet -bij'staande foto's maar eens bestu- I deren. Ze zijn afkomstig van beken- de Franse confectiebedrijven en kun- nen zeker inspiratie leveren. voor vrouwen die graag pantalons dragen: een wasbare gecombineerd met een tuniek van havannakleurig Tergal- knopen en stiksels langs de a-symmetrische sluiting en de mstikte zak. Kleding die bewegingsvrijheid geeft bij het werken in huis: een rechte jurk met grote zakken en lange rits. in zalmkleurig Tergal en een tuniek in roze Nylfranee mei opgestikte zakken, dubbele knoopsluiting en veter versiering langs de hals. Nylfrance (gemakkelijk wasbaar) met dessins in oranje, turquoise en paars, verwerkt tot een overhemdmodel met effen kraagje en manchetten. voor het schoonheidsverzor- geven op zelfstandige vesti- Nederland kent sinds tien jaar een „Vestigingsbesluit gingsbedrijf." Dat besluit houdt in dat slechts één instantie in Nederland examens mag afne men (onder toezicht van een rijksgecommi'i,teerdeen diplo ma's mag uitreiken die recht gingde Stichting vakexa mens schoonheidsverzorging (STIVAS). Alleen het officiële STIVAS-diploma opent de deur naar een vergunning van de Kamer van Koophandel, waar mee men zelfstandig kan gaan werken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 19