nemen in Kijkje de eendenkooi Watervervuiling grootste vijand van de vissport Kamperen met kinderen i !j DAG 31 MEI 1969 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 17 p's Voor onze toeristische tip blij ven we ditmaal in onze eigen I provincie namelijk in de buurt van Lekkerkerk. Daar, aan de Lekdijk, ligt de eendenkooi Bak kerswaal, die gedurende de broedtijd van de eenden ook is opengesteld voor het publiek. De kooiker zal de gehele maand ju ni iedere werkdag driemaal daags een groep bezoekers ontvangen, die in het bescheiden ontvangst gebouwtje eerst iets te horen krijgen over de eendenkooi en daarna een kijkje kunnen nemen in de omgeving van de eenden kooi. Het beeoek aan deze eendenkool le mogelijk gemaakt door de stichting „het Zuidhollands Landschap", een stichting die zich vooral bezighoudt met het behoud van natuur- en landschapsohoon in onze provincie. Niet minder dan drie- tot vierdui- t I zend 1941 eigenaar van de eendenkooi en j Er zijn overigens niet alleen water- heeft het vorig jaar belang- i vogels te zien. Bijzonder interessante rijke voorzieningen laten aanbren- flora bevindt zich in het zogenaam- gen voor de bezoekers. de kooibos. Het vangen van de eenden gebeurt Het vangen van de eenden zult u in de zogenaamde „pijpen". Dat zijn overigens niet te zien krijgen. Het smalle nauw toelopende slootjes van bezoek wordt namelijk alleen fcoege- enkele tientallen meters lengte, staan in de zogenaamde .stille tijd", waarlangs rieiechermen zijn ge- Dat is de tijd waarin de eenden plaatst. De „Bakkerswaal" heeft vijf van zulke pijpen. Niemand be hoeft zich overigens zorgen te ma ken over het feit dat er in Neder land nog steeds honderd van zulke kooien waarin eenden worden gevangen bestaan. De gewone eend neemt in ons land nog steeds in aantal toe en de klei nere eendesoorten worden slechts in bijzonder gering aantal voor de con sumptie gebruikt, ook al omdat ze moeilijk te vangen zijn. broeden en grotendeels verspreid zijn in de polders. Wanneer het vangsei- zoen in juli wordt geopend, moet er namelijk rust heersen in de omge ving. Dit is een van de vijf „pij pen" tot de eendenkooi Bakkers waal bij Lekkerkerk. Lokeenden zorgen er voor dat de wilde een den deze „pijp" inzwemmen. De kooiker zorgt met zijn hond voor de rest. bezoekers zullen de komende ed Vanochtend in alle vroegte lagen de roeibootjes ge in afwachting van het visserslegioen dat om 3.29 u. voor de eerste maal de kansen in het nieuwe visseizoen mocht beproeven. )Foto Leidsch Dagblad) f j weken door kooiker Tukker, die be- t halve een goed vakman, ook een f groot natuurvriend en een vogelken- [net bij uitstek is, worden rondgeleid in het natuurreservaat De .Bakkerswaal" behoort tot een van de zes eendenkooien die door het f Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de Natuur zijn gese- x lecteerd voor een zogenaamd „ring- i onderzoek". Kleinere eenden zoals de a slobeend, de smient en de kuif eend a I worden hier gevangen en geringd ten f I behoeve van een trekonderzoek dat l door het instituut wordt verricht. I „Bakkerswaalis overigens een j I historisch plekje, want het wordt al l vele eeuwen als kooiplas gebruikt. I Het Zuidhoüantte Landschap wend in s (Door Bram van Leeuwen) voor zonsopgang vanmorgen zijn ze vertrokken: de as. )0 leden van het visserslegioen in Nederland, dat na elke Jerslaap' met 'n sterkere formatie aan de waterkant ver ft it. Terwijl de stad nog in diepe rust was, hebben ze hun sluitrusting bij elkaar gepakt en zonder de echtelijke we- >lft wakker te maken een thermosfles koffie klaar ge- t. Drie uur negentwintig was het uur „U" (een uur voor ipgang) en konden de nieuwe hengels, pennen en netten fer it aloude „stekkie" worden beproefd. mf gelegenheid van de opening on it nieuwe visseizoen sprak Ik heer .J G. Wassink, voorzit- de Hengelaarsbond voor Lei- o. over het wel en wee van de f ®er<) de omgeving van de rllI Istad. De bond is met 3700 le- grootste bond, die is aange- bij het Centraal Nederlands pn laars Verbond. vindt de heer Wassink van de in de kanalen, sloten en rond Leiden? „Het is voor vissers moei- bepalen of er ergens een rijke 5f d is of niet. Het feit dat je «paalde dag weinig vangt, ian art nog niet alles. Wel is het }0 l dat de Rijn de laatste jaren tk echter geworden is. Het zuur- ilte is steeds lager geworden water heeft gebrek aan be t- In de Zijl huist nog voldoende vis en het afgelopen jaar is er vrij veel snoek gevangen, waaronder en kele kanjers. Om de visstand op peil te houden, hebben we vorig seizoen een grote hoeveelheid vis uitgezet. In de Zijl verdween 250 kilo meerzome- rige karper evenals in de Noord Aa en de Dwarswetering. Ook werden er nog 11.500 pootsnoekjes uitgezet en wat snoek baars. In samenwerking met de be roepsvisserij kreeg de aalstand een welkome aanvulling in de vorm van duizenden glasaaltjes. Ook dit sei zoen zal er op diverse plaatsen weer vis worden uitgezet. Gedacht wordt aan zo'n duizend kilo karper, die al bijna de maat heeft. Ze worden te gen inkoopsprijs geleverd door de Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij". Wordt er iets gedaan aan het drei gende gevaar van de watervervui - ling? Wassink: „Wij weten dat de ver vulling van het water een ramp kan betekenen voor de vissport. In ver vuild water houdt geen vis het uit. Hy trekt weg of sterft. Er zijn nu bij onze bond twee mensen, die zich met dit probleem gaan bezighouden. Er zullen het komende seizoen op di verse plaatsen ln ons viswater „trek ken" worden gedaan met netten, om eens te kijken hoeveel vis er zit. Van het polderwater worden proe ven genomen in samenwerking met het -hoogheemraadschap Rijnland. Er is overigens een goede samen werking tussen onze bond en Rijn land. Wordt er ook maar ergens vis sterfte geconstateerd dan staat Rijn land onmiddellijk klaar om de oor zaak op te sporen. Andere gevaren die de visstand bedreigen, zijn het dichtgroeien van de polders en het stropen met netten, dat door te wei nig controle nog al eens voorkomt". En levert de bouw van een elek triciteitscentrale even buiten Leiden geen gevaar op voor het viswater? Wassink: „Natuurlijk! Vijf biolo gen hebben berekend, dat het zuur stofgehalte van het water door een centrale flink zal dalen. En er zullen per dag ontzaglijke hoeveelhe den water door die centrale gaan. Bovendien wordt het water door de centrale verwarmd, waar door het ook al minder zuurstof kan bevatten. Op de vergadering van de bond die we deze maand hebben gehouden, is met algemene stemmen besloten dat er fel protest zal worden aangete kend tegen de voorgenomen bouw van een centrale, die koelwater ont trekt aan de meren. Er is inmiddels ook een brief gestuurd aan de vijf biologen om hun actie tegen een centrale te ondersteunen". Er wordt op het ogenblik veel ge sproken over de forel als sportvis door het succes van het Veeree Meer. Zit de mogelijkheid er in dat ook in de omgeving van Leiden binnen af zienbare tijd op forel kan worden gevist? Wassink: „We hebben er in het bestuur wel eens over gesproken, gesproken, maar ik geloof niet dat het op korte termijn te verwe zenlijken is. De grote moeilijkheid 16, dat je een geschikt en liefst afgeslo ten viswater moet hebben. Bovendien moet er veel zuurstof in het water zitten en mag het water met te diep zijn. We hebben ons oog al eens la ten vallen op de zandput bij de Haagse Schouw, een prachtig stuk 1 viswater. Er is ook al een verzoek ingediend j om het water te mogen pachten, I maar daarover moeten niet minder I den vijf gemeenten beslissen. Daarom I hebben we ons al verzoend dat het nog wel een pear jaartjes zal du ren". (Inmiddels is er een kleine hoeveelheid forel uitgezet in het re- creatiemeer bij Alphen aan de Rijn v. L.) De nieuwe Vlseerijwet is deae maand door de Tweede Kamer goed gekeurd. Heeft dat voor de Leldse Hengelaarsbond nog gevolgen? Wassink: „Nou en of! Onmiddel lijk nadat de beslissing was gevallen is onze secretaris op pad gegaan om te praten met "de beroepsvissers. Er zijn er ln de omgeving van Leiden nogal wat. Tot de grootsten behoren de gebr. Kraan die viswater in de omgeving van Oude Wetering en op het Braassemermeer bezitten. Verder is er nog de heer Nieuwkoop met viswater op de Kaag en de heer Been uit Hoogmade. Met al deze beroeps vissers zal gepraat moeten worden over het afsluiten van contracten voor het vissen met de gewone hen gel. Wordt iedere hengelaar door de nieuwe wet niet min of meer ver- plicht om lid te worden van een hen gelaarsbond om straks nog ergens te kunnen vissen? Wassink: „Ik zou niet graag zien dat alle hengelaars verplicht werden om lid te worden. Vooral de men sen die zo nu en dan eens vissen wanneer ze met vrouw en kinderen een dagje langs het water zitten, moeten daarvoor mogelijkheden hebben. Aan de andere kant zou de Bond wanneer ze meer leden telde meer viswater kunnen pachten of huren. Overigens zullen ook met de nieuwe Visserij wet de vissers met een gewo ne hengel, (dus vissend op bijv. brasem, voorn en bled) in elk vlot en bevaarbaar water zonder belem mering kunnen vissen. Slechts voor het „snoeken" en „peuren" ls het lid maatschap van een bood noodzake lijk. Er be«*taan in Nederland nog al- tüd twee grote bonden voor henge laars, de AHB en het CNHV. Zie u mogelijkheden voor samenwerking? Wassink: „Met die plannen voor een samenwerking ben ik het nog helemaal niet eens. Onze bond is op het ogenblik aangesloten bij het CNHV en we zijn baas over ons eigen water. Bij de AHB ligt het echter an ders. Daar wordt alles van bovenaf opgelegd. Zij beslissen wat er moet gebeuren. En daar voel ik persoon lijk niet zo heel veel voor. I Denk niet dat ik helemaal tegen sa menwerking ben. Willen leden uit I Friesland hier komen vissen, dan maken we het in orde. Mocht een van onze leden in Friesland willen vissen, dan kan dat ook". I Staan er tn het komende vfaseé- zoen nog belangrijke dingen te g®- ibeuren? Wassink: „Jazeker. Op 27 septem ber zullen in de omgeving van Lei den de Nederlandse hengelaarskam pioenschappen worden gehouden. De Leidse Hengelcompetitie heeft op dracht gekregen deze wedstrijden te organiseren in verband met het vijf entwintigjarig jubileum. komen ongeveer tweehonderd vissers uit het j hele land. I Verder geeft de Leidse Hen- I gelaarsbond dezer dagen een nieuwe waterkaart uit waarop het viswater staat aangegeven met daarbij de diepte van het water. Iedere henge- I laar van onze bond kan dan met een oogopslag zien waar zijn favoriete I „stekkie" zich bevindt. 125 nsen van kampeer-organisaties die vijftien jaar geleden im erden dat men ook heel jonge kinderen gemakkelijk mee jk nemen op een kampeervakantie vonden een gehoor dat meewarig de schouders optrok. Dat kan toch niet? Ja, agt an. Een bezoek aan een modern kampeerterrein levert Idellijk het bewijs. Heel wat gezinnen nemen ook babies De luierwas geeft dan wel wat problemen, maar babies, ouders hebben ervan te lijden. T( Bis een kampeervakantie zijn en droogte voor jonge kin- het belangrijkst. Warmte be- D een goed bed. Men kan daar teerd schuimplastic voor ge in een dikte van twee of otimeter. Anderen geven de ur aan gecapittonneerde op- Te schuimplastic matras je hebben wel een wat groter line dan opgerolde profielma- maar dat is niet altijd een De opgevouwen matrassen een langere levensduur dan elplaten die soms wat te ste len opgerold. 'lapen op schuimplastic be- een stuk plasticfolie tus- atras en slaapzak te lig gen. Het voorkomt dat 's nachts ge produceerd transpiratievocht dn de matras trekt, waaruit het veel moei lijker weg te luchten is dan uit de slaapzak. Bij kinderen die 's nachts niet gegarandeerd da-oog blijven kan men beter een stuk hospitaallinnen of een stuk gi-ondzeildoek gebruiken. Veel mensen kopen kinder-slaap- zakken voor hun peuters. Meestal is het kind echter sneller uit de slaap zak gegroeid dan deze zelf versleten raakt. Voor mensen die kamperen met een kind dat 's nachts niet droog blijft zijn Feldmühle-dekens van „papier" een uitkomst. Zij zijn per stuk niet zo duur. Voor het kind zijn zij een uitkomst omdat de nachtelij ke narigheid een geheim blijft. Er hangen geen dekens te drogen. Nie mand hoeft het te merken. Flanellen pyama's en een losse fietsbel waar mee de kinderen „alarm" kunnen slaan, completeren de slaapuitrus- ting. Overdag zijn droge voeten zeer be langrijk. Neem wat extra sokken mee. Ouders die met jonge kinderen gaan kamperen Ie aan te raden te voren contact op te nemen met de huisarts. Heeft deze geen bezwaar, vraag dan wat medicijnen die bij voorbeeld van pas kunnen komen bij lichte darmstoornissen ten gevolge van de verandering van lucht of drinkwater. Vergeet niet het ver trouwde speelgoed van de kleintjes mee te nemen. Oudere kinderen willen graag een eigen -tent. Ook de meeste ouders willen wanneer het kind groter wordt graag wat meer privacy. Een dwars- slaper is voor kinderen het prettigst. Zo'n tent is aan de voorkant mooi ruim. De kinderen zijn goed bereik baar wanneer de ouders hen willen instoppen. Beslist noodzakelijk is dat een kindertent muskieten-dicht is. Een tent met een ritssluiting is dit, een sluiting met drukknopen niet. Bovendien kunnen kleinere kinderen I een stevige drukknoop niet openen. Het is jammer, maar begrijpelijk dat een gi-ote bungalowtent minder sta-geld kost dan een kleinere bungalow met een of twee kinder tenten. Dit weerhoudt velen ervan aparte tenten voor de kinderen aan te schaffen. De consequentie is ech ter dat de kinderen in dit geval veel moeilijker zelfstandig leren kampe ren. De ouders hebben bovendien in de gezellige avonduren hinder van de slapende kinderen en er moet een tent gehuui-d worden, wanneer de kinderen naar een kinderkamp goan of er zelf op uit trekken. Voor de groep kinderen die zelf standig gaan kamperen, krijgt het begrip kindertent een andere inhoud dan voor hen die met hun ouders meegaan. Als het gezin gezamenlijk kampeert weten de ouders in het ge val van tegenslag altijd wel een noodoplossing te vinden. Men gaat in een hotel, vindt een reparateur I of keert desnoods terug naar huis. j Zelfstandig kamperende kinderen kunnen dergelijke beslissingen meestal niet nemen en mogen dus niet op stap gestuurd worden met een tent waaraan ook maar iets zou 1 kunnen mankeren. In zulk weer is kamperen i ken zich onder alle omstandighe- met kinderen niet zo leuk. den. Ook na een plensbui. Ka- Kinderen echter verma- naait j es graven en dijken aanleg- I gen kan het j zijn iets heerlij I wanhoop van de Nederlandser? s. Al is het tot Tnoeders.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 17