Zo gaat het in de politiek EK De man die een ander werd lelastangee historie UIT KAMER GEKLAPT ITERDAG 24 MEI 1969 LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 27 ,EIDSCH O. DAGBLAD H I Bel, pe journalist heeft vinden wij wel een plezierige taak in de UtschappijHy staat langs de lijn. serveert, geeft zijn commentaar, t hoe het zou moeten, en hoeft laatste niet zelf te doen. Over de malistieke keuken, de krant, be- m de nodige misverstanden, veel- romantische die de journalist •ar zo laat. Hij klapt niet graag die keuken. Ditmaal is er echter een aanlei- om dit wel te doen. Namelijk verschijnen van een Nijmeegs pefschrift van dr. J. M. H. J. He- ds. Een bijzonder lijvig werk onder langademige titel „de Nederlandse 5 voor en na de afschaffing van or J i dagbladzegel in 1869. Het is geen j j tmene persgeschiedenis geworden, iar wel een stuk pionierswerk over onderwerp dat Hemels' speciale fcngstelling had en dat gezien de Der in g erover in de vorige eeuw n althans op een zeer grote pu- f:e belangstelling mocht rekenen ant waar ging het om? Om niets ts of minder dan om de opbouw een vrije pers, die in haar ont- ikeling werd geremd door een fis- maatregel: een belasting op pa- Centraal staat voor hem de jd om een werkelijke persvrijheid 1848 leek deze vrijheid voor het jpen. Maar om voornamelijk fisca redenen zou het nog tot 1869 ren voordat het dagbladzegel wer- Sjk werd afgeschaft en de krant economisch produkt kon uitgroei- naar een volwaardig produkt. 'anaf de 17e eeuw hadden uit ere van kranten in ons land voor privilege moeten betalen. Veelal de staxisoverheden. Ook na de inse revolutie, ook na de stichting het koninkrijk der Nederlanden de belasting op dagbladen ge- ïdhaafd. Naast de fiscale maatre- voeren voorstanders een ander ar- nent aan: door het heffen van een isting kan men een oppositionele het verschijnen bemoeilijken, lat gebeurde in de jaren twintig dertig van de negentiende eeuw, tijd waar in de regering poogt ositionele geluiden te smoren en eigen gouvernementele geluid te m doorklinken via speciaal gesub- ïeerde bladen. Sa 1840 ontwikkelen de dan be- inde dagbladen zich hier als dia voor de publieke opinie. He- is beschrijft dit facet zeer nauw- irig. Uitvoerig belicht hij voor zijn ■erp de rol van de liberale ohemsche Courant, die zich zal op pen als een der grote strijders t opheffing van het dagbladzegel r„. de grondwetsherziening ^1848, waarby persvrijheid in de .wet expliciet wordt erkend, zal krant uit Arnhem met vele artike- tegen deze belasting te keer in. har pas in de jaren zestig groeit jBe achtereenvolgende (veelal 11- ile) regeringen het besef dat dagbladzegel de kwaliteit van de tten en dus de intellectuele, poli- Ie en sociale ontwikkeling van het kin de weg staat. Hemels, bovenal nauwgezet historicus met een inzicht in economische geschie- ais, merkt tussen talrijke statistie- over kranteninkomsten op. dat sommige kranten meer dan de van de inkomsten via abonne- ?n weggaan aan zegelbelasting. !a 1867 werd er zelfs in Rotter- s een anti-dagbladzegel verbond gericht met afdelingen „in den de". Aan deze grootscheepse actie iten ook het Leidsch Studenten- T» enthousiast mee. Het verbond gde voor een grote publiciteit. En 1869, nu honderd jaar geleden shet zover: de regering kwam met iwetsontwwrp om de belasting af schaffen. Dit Is in vogelvlucht uiteraard het te deel van Hemels onderwerp. reeks volgende hoof clst-uk - i behandelt hy de ontwikkeling onze dagbladpers na 1869. Uit- ig beschrijft hij de opkomst van nieuw nationaal dagblad „Het «"s van de dag", dat moest con- TCren met gevestigde liberale bla- als de Nieuwe Rotterdamsche «rant en het oudste dagblad in lande, het Algemeen Handel- id. Hij analyseert het succes van nieuwe „verlichte" krant. Ook landelt hij in het kort de faits- •Sestes van A. W. Sythoff.in Lei oprichter van het Leidsch Dag- b diezelfde tijd ontwikkelde zich een provinciale pers ook ver- iflende partijbladen, zodat men recht kan zeggen dat de Neder - pers een modern gezicht Hemels toont ook aan dat de toaliteit verbeterd werd omdat de 5 meer armslag op financieel ter- kreeg en een groter publiek kon "eiken. Achter in Hemels werk is een groot Pertorium opgenomen van de Ne pers tussen 1848 en 1890. erin staan naast titels van bladen A vermeld de namen van uitgevers, plaats van uitgave, de prys, en tortentieprijzen. kernels heeft een indrukwekkend werk geleverd, dat voor iedere tomstige historicus, die zich voor wel en wee van de Nederlandse 1 interesseert al spoedig een on tbaar handboek zal zijn. (door onze parlementaire redacteur J. J. Vis) DEIN HAAG (GPD) Zo gaat het in de politiek: na verkiezingen wordt er met veel gezucht een kabi net in elkaar gezet. Als het v klaar is. gaan de politici zitten uir- rusten; ze vinden het een mooi ka binet: het zal vast een goede indruk maken. Sommige politici kijken me teen al somber, maar snel bljjkt dat ze ongelijk hadden, het kabinet vindt bij iedereen een aardige ontvangst. Het doet een paar leuke voorstel len, de kabinettenbrouwers kyken mild toe, het volk lykt tevreden. En dan ineens is het zover. Er gens wordt een onzichtbaar sein gehesen en het hele beel verandert. De kabinettenbrouwers gaan mekaar wantrouwen. Het kabinet laat hiel en daar een steek vallen. Er daalt een broeierige sfeer over de politiek. Op by na alles is wel wat aan te merken. De onvrede van de politici gaat een eigen leven leiden. Als een groot somber beest schommelt het door 's lands vergaderzaal, nu hier dan daar iemand op de tenen pend. Na een tijdje zit bijna iedereen op de kabinetscrisis te wachten. Deze week zijn in de parlemen taire wandelgangen de eerst wed denschappen afgesloten over de val van het kabinet-De Jong. Op dezelfde stoel achter de regeringstafel, waarop vorige week minister De Block in het Verblifa-debat een paar nederlangen incasseerde, zag nu zijn collega Witteveen van Finan ciën zyn beleid ondermijnd. Dat ge beurde vooral door de anti-revolu tionairen die het langzamer hand tijd vinden om meen op hun eigen achterban te letten;clan op het welzijn van het kabjtoet. Hun kans was des te groter omdat liberale fractieleider Toxopeus vorige week rustig aan zijn Italiaanse va kantie was begonnen. Maar de an ti-revolutionairen. die het volgens, sommige liberalen niet alleen achter de elebogen nebben i omdat het daar al helemaal vol is) maar ook achter de knieën, dachten een slim planne tje uit. De verhoging van de accijns op benzine, bier en jenever die minister Witteveen zo nodig heeft omdat het regeren duurder uitvalt dan hij dacht omdat de defensie nog meer geld kost en omdat de beloofde verla ging van de loon- en inkomstenbe lasting ook ergens van betaald moet worden die verhoging zou vol gens de anti's voorlopig maar voor een half jaar moeten gelden. Woens dag mocht hun woordvoerder Kieft het plannetje onthullen. De anti-revolutionairen lopen niet zo erg warm voor de verlaging van de loon- en inkomstenbelas ting (officieel: inflatie-correctie). Ze willen er pas over beslissen als de be groting 1970 bekend is. Als ze mi nister Witteveen wiens party bij de verkiezingen de inflatie-correctie aan de kiezers beloofde nu al de zekerheid geven van een blijvende accijnsverhoging, komt de inflatie correctie méér binnen de mogelijk heden. Belastingverlaging kost ook geld en door een blijvende ac cijnsverhoging wordt een deel dat geld nu al gereserveerd, nog voordat de begroting bekend is. Bies heuvel en de zynen houden de zaak iever open. Als de verhogingen tij delijk zijn, moet minister Witteveen aan het eind van dit jaar opnieuw met een voorstel komen hij kan het geld niet missen) en dan hebb de anti-revolutionairen een aardig object voor onderhandelingen. De grote kunst was de „tijdelijk heid" in het parlement aan de man te brengen. Minister Witteveen wil de er niets van weten. Als de ver hogingen maar voor een half jaar zouden gelden, zou je de mensen la ten denken dat de prijzen van benzi ne. bier en jenever begin januari weer naar beneden zouden gaan. Daar- mee zou je verkeerde verwachtingen wekken want de accijnsverhogingen kunnen echt niet gemist worden en zullen na 1 januari 1970 van kracht moeten blijven. Dat is een zindelijke redenering. Toch liep het donderdag by de stem mingen helemaal verkeerd af. De heer Kieft kwam zyn voorstel nog eens uitleggen: de bedoeling was he lemaal niet verkeerde verwachtingen te wekken, maar om de zaak open te houden met het oog op de begro ting 1970 en de komende loononder handelingen in de Stichting van de Arbeid. Zyn verhaal was zo ondoorzich tig dat het voor iedereen duidelijk was dat de anti's slechts een middel zochten om over een half jaar de politiek van minister Witteveen op nieuw in discussie te berengen. Om kwart over vier werd de ver gadering geschorst. Minister Witte veen bereidde zich voor op zyn antwoord. De liberale fractie liep wat zorgelijk roncl. Fractieleider To xopeus werd duidelijk geëist. De li beralen dreigden in de boot geno men te worden en er moesten scher pe maatregelen genomen worden. Het werd tyd dat de WD even liet weten, dat het AR-plannetje niet door kon gaan, dat het amendement onaanvaardbaar was en dat de ARP een kabinetscrisis zou maken als het toch werd doorgedrukt. Het behoort tot de politieke orde der dingen dat de fractieleider zo'n kwarweitje op knapt, de man die meegeholpen heeft aan de kabinetsformatie Maar net als de liberale fractie nam ook de liberale minister geen risico's. „Ik moet aanvaarding van i het amendement ontraden" zei hy j na de schorsing van tien minuten, „maar het is typisch een beslissing die de Kamer moet nemen". In gewone taal wil dat zeggen dat de minister zijn verzet opgeeft en het verder ook wel gelooft. De gevolgen waren betrekkelijk rampzalig. Hup- sakee dacht de kamermeerdeheid, het mag. De anti-revolutionairen kregen van allerlei kanten steun: van de oppositie omdat het altijd aardig is de regering een loer te draaien, van de KVP en de CHU omdat het leuk I is om de liberalen dwars te zitten en om te laten zien dat de confessione- Ie verbroedering niet alleen op pa pier bestaat. PANDA EN DE WENSDUIT - 62102. ..Graaf Izengrim geeft ons reeds lang moeilijkhe den", zei de koning. ..Hij wil ons van de troon stoten. Maar we vrezen dat hij niet goed zal zijn voor het volk. Aan de andere kant willen we echter geen oorlog in ons land. Het is héél moeilijk Het zag er naar uit dat de vorst het nog veel moeilijker zou krijgen. Want graaf Izengrim naderde langzaam maar zeker en zijn volgelingen waren zwaar bewapend met allerlei onprettige vooriverpen. ..Voort, mannen!" riep de ongunstige edelman. „We moeten het land bevrijden. De koning heeft ons al te lang onderdrukt! Daar moet een eind aan komen. Weg met de koning! Leve de vrijheid!" „Lang leve Izengrim! riepen zijn volgelingen, terwijl ze al lopen de hun wapens in orde maakten voor het komende gevecht RECHTER TIE EN HET LIJK ONDER DE KLOK 1937. Rechter Tie is amper terug in het gerechtsgebouw als Tsjiao Tai zijn werkkamer binnenkomt, vermomd als vagebond. „Ik heb gerechtsdienaars geposteerd bij het huis van Lin Fan en bij zijn boerderij", zegt hij. ,JDat zal Lin wel aan het denken zetten. Ook de poortwachters zijn gewaarschuwd. Ik ga nu naar mijn afspraak met de bezitter van de gouden haarnaald. De kas sier van het gerechtsgebouw heeft me dertig zilverstukken mee gegeven om de haarnaald zogenaamd te kopen". De Rechter wenst hem succes en Tsjiao Tai gaat op pad. Het loopt al tegen de avond en in de stalletjes langs de straat worden de eerste olie lampen aangestoken. Tsjiao Tai heeft met Feng Pa afgesproken dat hij de bezitter van de haarnaald, die uit de kamer van het vermoorde meisje Zuivere Jade is gestolen, zal ontmoeten in het iitheehuis van Weng Loe, achter de Trointoren. De man die hij hebben moet, zal zich voordoen als een taoïstische bedelmonnik. Zonder veel moeite vindt Tsjiao Tai het theehuis. Hij gaat bin- 17vén en ziet aan een tafeltje in de hoek een man zitten die ge kleed is in een opgelapte monnikspij en die een vettig taoïstisch mutsje draagt. Hij heeft twee lege kopjes voor zich op tafel staan: het afgesproken teken. De man is klein en dik, bepaald niet het type van een brute moordenaar. Toch moet dit hem wel zijn. DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 1442. Het ivas nacht, toen het goede schip Kokanje voor de gevaarlijke kust van het Verboden Eiland voor anker ging. Verder durfde Bram niet te gaan. De kans, dat een rotspunt onder de golven het goede schip Kokanje van voor tot achter zou open splijten, ivas hem te groot. Zonder zich de tijd te gunnen zich door een slaapje te verkwik ken liet Bram zich meteen overboord zakken. Zouden er geen haaien zijn?" vroeg Karo zich af. ,X>at moet ik er op wagen", zei Bram. „De afstand tot de kust is maar kort en voordat die haai me in de gaten heeft, kan ik het land al bereikt hebben". „En als hij je nu eens wel in de gaten heeft?" vroeg Karo be zorgd. ,J)an zullen jullie morgen zelf je ontbijt klaar moeten maken", zei Bram rustig. Over dat antwoord zaten zijn vrienden nog na te .trillen, toen Brain al hoog en breed veilig aan wal klom. Ossestaart-ragout Vraag uw slager een osse- staart in stukken te hakken. Braad deze stukken in een braadpan, tezamen met 100 gram in dobbelsteentjes gesne den ontbijtspek en 100 gram in blokjes gesneden gekookte ham en een gesnipperde grote ui, goudbruin. Voeg wat bladselde rij en een eetlepel tomatenpu ree toe en strooi er dan 2 eetle pels bloem over. Roer door en laat de bloem wat kleur aanne men. Giet er dan een halve li ter water bij met zout, royaal peper, basilicum en bonekruid en laat het geheel minstens 2 uur zachtjes stoven. Schep de stukken ossestaart uit de pan en neem het vlees van de botjes. Het is een peu ter-werk, gebruik een scherp mesje! Leg het vlees in de pan terug - en voeg nog een paar fijngesneden augurkjes en een paar zilveruitjes toe. Nog even laten doorpruttelen en gloeiend heet opdienen. Geef er aardap pelpuree by en jonge groenten WIN A BORN (ADVERTENTIE) KOELKASTEN [Q MM E D D DIEPVRIEZERS WASAUTOMATEN JMOl §0 AFWASMACHINES LIEBHERR NEDERLAND N V 020-946287 AMSTERDAM ONS DAGELIJKS 3= VERVOLGVERHAAL J§ a£= door G. M. GLASKIN m S3 Zoals ik. haar gewone voortvarend heid kennende, had kunnen voorspel len ging even later al de telefoon, en aan het andere eind was weer juf frouw Day, die informeerde naar me neer Brinkman. Ditmaal liet ik myn nieuwe stem haar eigen accenten en buigingen volgen. We maakten een kort, gezellig praatje, en ik zei dat ik de volgende ochtend naar kantoor zou komen. Toen ik de hoorn weer op de haak legde kon ik myn geluk nauwelijks bevatten: hoe snel had alles zich ten goede gekeerd, terwyl nog zo kort geieden de toestand hopeloos had geleken. En opnieuw voelde ik me heel opgewekt. De -rest van de dag besteedde ik grotendeels aan winkelen, en ik moet bekennen dat ik daar erg veel ple zier in had. Ik kan mij eigenlijk niet herinneren ooit eerder een dergelij ke koopwoede te hebben beleefd. Ik had alleen gewild dat ik mijn ple zier met iemand anders had kunnen delen, liefst met Betty, maar des noods met wie dan ook. En in een bui van overmoed besloot ik haar wat bloemen te sturen. By een bloe mist zocht ik 12 van haar geliefde gla diolen uit, zo diep-rood dat ze haast zwart leken; toen had ik de boosaar dige inval er een prachtige tak anje lieren hij te doen. Op het kaartje schreef ik: „Ik weet dat dit je lieve lingsbloemen zijn, op die weeë anje lier na",. En zonder myn adres er bij te zetten tekende ik met Edward. Het was jammer dat ze pas de vol gende ochtend bezorgd zouden wor den, maar ook dan zouden ze aan hun doel beantwoorden. Wie zou er buiten my weten dat ze juist zo van gladiolen hield en mijn eigen ge liefde anjelieren als „weeïg" veraf schuwde? 's Avonds, even voor zonsonder gang. belde ik haar op. Reeds gedu rende de afgelopen paar uren. ter wijl ik de volmacht en een brief van Henderson aan Bribkman had op gesteld had ik me er nauwelijks van kunnen weerhouden haar te bellen, en nu het oproepsignaal door de hoorn klonk nam myn opwinding met iedere rinkel toe. Even vreesde ik dat ze misschien niet thuis was en dat Roger te zenuwachtig zou zyn om de telefoon aan te nemen. Maar toen hield het signaal op, aan de an dere kant werd de hoorn opgenomen en Betty's stem zei: „Hallo?" „Betty?" „Ja?" Zelfs in dat ene worrd klonk haar stem gespannen en bevend, alsof ze oneindig vermoeid was. „Hier Edward", zei ik. Even was er een stilte, en toen ik juist weer iets wilde zeggen klonk de klik van de hoorn die op de haak was gelegd. Gedurende enkele ogen blikken staarde ik verbaasd naar het apparaat dat ik doelloos in mijn hand hield. Ik kon niet geloven dat Betty zioh zo zou gedragen. Als ze nog langer in deze houding volhard de, zou ze de dingen werkelijk steeds moeilijker maken, hoewel het er nu gelukkig niet zo erg op aankwam als wanneer ik niet die oplossing be dacht had. Nu was ik, de hemel zij dank tenminste niet afhankelijk van haar, kon het zonder haar hulp red den voor zover het myn zaken be trof. Na een poosje verflauwde mijn ergernis over haar optreden en verzoende ik mij met het feit dat er niets anders op zat dan te wachten. Misschien nog een dag, misschien een week of een maand. Het was in ieder geval slechts een kwestie van tijd. Vroeg of laat, dat wist ik zeker, zou ze zien dat er tóch enige waar heid school in mijn relaas over de verwisseling hoe ongeloofwaardig het ook mocht klinekn. Vroeg of laat zou alles zich voor zover het ons, Betty en mij. betrof op helderen, of Roger en ik nu weer in onze eigen lichamen overgeplant werden of niet. Daar was ik vast van overtuigd. Die avond zou ik voor het eerst die geweldige, troosteloze eenzaam heid ondergaan die me de komende tijd steeds zou komen kwellen, en 's nachts veel erger dan overdag. Het begon bij het avondeten. Ik zat alleen aan mijn tafel, omringd door vele andere tafels met hun ver blindend witte lakens waarop het uniforme tafelzilver blonk, dat door de een of andere oorzaak meer een commerciële dan een elegante of zelfs maar decoratieve indruk maak te. De eenzame vaas met bloemen op een van de tafels in het midden zag er wel erg alledaags uit en de bloemen leken onechter dan kunst bloemen. Ook de glazen ijswater ga ven het geheel een hotelsfeer, meer nog dan de onderdanige kelners en serveersters in hun strakgesteven uniformen. Aan de andere tafels wa ren, in kleine, afzonderlijke groep jes. nog wat hotelgasten gezeten, die met elkaar spraken, gedempt en toch hoorbaar, maar zonder dat hun woorden te onderscheiden waren. Als in een kerk fluisterden ze tegen elkaar. De vrouwen waren allen chic, zfj het hier en daar smakeloos en overdreven gekleed; de mannen stijf en ongemakkelijk in hun smo kingjasjes die zich by de ellebogen en oksels spanden. De vrouwen de den op een iets te gedwongen manier achteloos, de mannen waren over ijverig in het aanreiken van de scha len. Het duurde niet lang of lk raak te in een mistroostige stemming en verlangde naar huis. Het begon ge loof ik al met het menu. In plaats van me aan een goede maar een voudige maaltijd van Betty te zet ten. moest ik uit schotels met vreem de namen kiezen, zonder eigenlijk te weten wat ik wilde. Dat moet 't be gin zijn geweest van myn somber heid, want ik kan niet nalaten me steeds weer af te vragen wat Betty voor het avondeten zou hebben klaar gemaakt en of Roger met ze mee at, met Betty en Robert en Cathe rine en of Betty hem op mijn plaats had gezet. Al gauw viel ik hierna aan heim wee ten prooi. Terwijl ik wachtte op mijn eerste gerecht dacht ik aan de maaltijden die Betty placht te berei den. soms lievelingsgerechten van mij, soms van de kinderen. Geu ren, beelden en geluiden van thuis drongen zich aan mij op, de stemme tjes van de kinderen, de uitdrukking op hun gezichtjes. Betty die hen nauwlettend en afdoende in -het oog hield. Ik zag de borden, koppen en schotels van ons eetservies voor me. ons eigen tafelzilver, het peper- en zoutstel dat we op onze bruiloft had den gekregen en al die jaren gebruikt hadden. Ik hoorde Betty Robert aan sporen zijn groente op te eten, Cathe rine toevoegen dat ze wat minder moest praten, hoorde hoe ze, wan neer beiden toevallig eens stil wa ren, commentaar gaf op wat er die dag gebeurd was of mij vroeg hoe het op kantoor was gegaan. Nu zat ik in deze ongezellige zaal, tussen al die vreemden, tussen ser viezen en tafelzilver waarvan de on persoonlijkheid kil aandeed en ook voor mijzelf was ik een vreemde. Ik kreeg een onstuimige aandrang om op te staan, het hotel uit te lopen en me zo snel mogelijk in een taxi naar huis te laten brengen. Misschien zou Betty nu eindelijk bereid zijn mij aan te horen? Misschien zou ze er nu eindelijk achter zijn gekomen dat Roger Roger was, al zat hl) dan in myn lichaam? Gedurende enkele se conden zag ik zelfs in mijn fantasie hoe ze me bij myn aankomst met grote opluchting begroette alsof lk weer helemaal de oude was. (Wordt vervolgd) Voor scheepsberichten zie pagina 15

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 27