li-lij
DILjIENARTS ASSISTENTE:
Een
hard
vak
MAATSCHAPPELIJK WERK:
jl i iFI ïi i 1
nrnrere
GEEN
'ROEPING..
HET IS
GEWOON
EEN VAK
-^ZSfA
Rut (13)
i iI AJ
i Mej. In 't Hout: „Het mag nooit
jouw probleem worden, maar je
moet er wèl samen induiken".
oivsCJt -kso NJQQL C\*V\C^Q.V> LQ.na.W AS<.
iCOu. O yö dt'V CC^Qvi \oLi la. vnGV
l'lik- /££>*-c U)0 w-\<iA
(5<QVGV% qv\ VD-^V c^'ev-e^oA-VA»
vv^o.cih-oc.V-cvpyjCiC^li'v'-jQrl^t-ev^ fCjvnsldJ^ ViSltc (-
CscW V>CS2-L 52-«rg CX<XVv v M &- Mx>\JL OO^ S-^C-V x> Qiil
vjCW» cAfi V-AJ 5^ V Q-\_ci. V*J5 */v\0-CV»
o^5?war^ VA <^Q0^ ^QvjcU. <-\j circ/o^
Vstxarc^
3 ft ~.v_
ovaoioj va^ Ö.v\T5 ^wcMifcvei\
YfiX^&v^ lotc^ wna.kc«A. |~0Hfici^
Wyf vv-ccdc-x to (^cLotÉookayy^tjA- uoer^o^a
C«a 'l-Ii hoor Gl tvei. «o*» i^joJ wJ
C<^fd- vwy oXke!Mv^ctO^- Qncj tAitenSeQoeivf
Soms feri/gf ze waf
beest te veel: mej.
E. Huijzer, 21 jaar
oud. anderhalf
jaar dierenartsas-
sisi.ente; verloofd
met een student in
de veeartsenijkun
de, van jongs af
vertrouwd met
beesten die zij nu
beroepshalve on
der handen krijgt,
's Middags beest m
en 's avonds beest
en knuffelen is er
niet bij.
Dierenartsassistente
worden. Mej. Huijzer:
„Er zijn er nogal wat,
die graag met dieren
omgaan en assistente
willen worden, maar er
niet bij stilstaan, dat
het een hard vak is,
dat weinig te maken
heeft met dieren aaien
en vertroetelen. Je
moet er hard voor
zijn, geestelijk hard en
handig. Je moet tegen
schreeuwende beesten
kunnen en ze kunnen
troosten. Maar als een
dier is behandeld, dan
wil het niet geaaid
worden, dan wil het
naar huis, wèg."
De assistente, die zo ff
graag „lief" wil zijn |f
voor dieren, krijgt als
assistente weinig kans,
ten minste niet in de
gebruikelijke beteke
nis. Mej. Huijzer, bij
na nonchalant: ,,Je
went aan het afmaken
van dieren." Maar
dan, licht geëmotio
neerd: „Toch, zoals
een tijd geleden, toen
kwam een poes die
bekneld had gezeten,
een halve poot eraf. In
een klem. die vermoe
delijk door mensen in
de tuin is gezet. Hel
sadisme erachter, dat
kan ik niet uitstaan,
dat vind ik gemeen."
Vele dieren zijn gewond
of vergiftigd door
mensen die katten of
honden uit hun tuin
willen weren en daar
voor klemmen of ver
gif gebruiken. Mej.
Huijzer: „Soms zijn
het ook landbouwgif-
stoffen en mest, maar heel
vaak wordt het door voedsel
gemengd. Waar veel postduiven-
houders wonen, komen ook veel
vergiftigde katten vandaan. Wan
neer het niet te erg is en de men
sen komen er snel mee naar de
dierenarts, dan is er nog wel wat
aan te doen."
PRAKTIJK
De opleiding van de dierenartsas
sistente wordt gegeven in de
praktijk, al zijn er schriftelijke
en niet-officiële cursussen. Mej.
Huijzer voor iedere assistente
gelden andere omstandigheden
„Na een maand of vier was Ik
gewend, maar ik leer er nog
steeds bij. Je groeit langzaam
mee; ik ben eerste assistente,
met werk achter de schrijftafel
en aan de operatietafel."
Het hangt van de dierenarts af, In
welke richting de ajsistente xich
Bijna iedereen komt weieens
in de knoei in deze gecom
pliceerde maatschappij. Met
milieu heeft dat niets te ma
ken, evenmin met de dikïe
van het loonzakje.
Het zijn de verschillende ge
neraties in een zo snel ver
anderende wereld die in een
zo verschillend tempo de be
staande toestand ondergaan
en er geen vrede mee heb
ben".
Aan het woord is mejuffrouw M. A.
In 't Hout, maatschappelijk werk
ster. „Het is een nuchter vak",
merkt ze op, „en toch ook een
gevoelszaak". Kort en duidelijk
vat ze samen wat haar op de
Haagse Sociale Academie de ge
hele vierjarige (urgentie-)oplei-
ding door is voorgehouden: „Als
maatschappelijk werkster moet je
in de schoenen van een ander
gaan staan, maar er niet mee
weglopen".
Want anders raak je zelf in de pro
blemen verward. Het probleem
van de man of de vrouw, die
raad komt vragen, mag nooit
jouw probleem worden. Maar je
moet er wél samen induiken.
Door praten en wederzijds ver
trouwen kun je dan samen tot het
kernpunt van de moeilijkheden komen. Door de wisselwerking van sa-
mendenken en nuchter analyseren wordt het de eerst zo wanhopige man
of vrouw plotseling duidelijk wat er fout gegaan is in het werk of in het
gezin en wannéér. Pas als je dat weet kan de betrokkene zélf er iets
aan gaan doen. En dat is ten slotte waar het maatschappelijk werk om
draait: „De mogelijkheden, die het zelfgevoel van de cliënt versterken,
te activeren en hem daardoor te brengen tot een optimaal zelfstandig
functioneren".
Mej. Huijzer: „Het heeft weinig te maken met dieren aaien en ver
troetelen".
ontplooit en aan de assistente
zelf. Waar zij de meeste handig
heid in toont, kan zij zich het ge
makkelijkst in bekwamen. Omdat
er geen officiële opleiding voor is,
mej. Huijzer had een kantoor
opleiding begint het werk met
schrobben en boenen en kaarten
invullen. Het ligt dan aan de die
renarts, in welk tempo en in wel
ke richting de assistente zich ont
wikkelt.
Voor dit vak bestaat dan ook geen
salarisschaal; de verdiensten zijn
over het algemeen niet aan de
hoge kant. Hoewel ook het salaris
per assistente varieert, kan zij
rekenen op ongeveer 400 per
maand schoon, wanneer zij ten
minste als assistente in vaste
dienst is aangesteld. Er zijn ook
krachten die af en toe helpen, al
leen 's morgens, 's middags of
's avonds en dan ook naar ver
houding verdienen. Maar evenals
voor mej. Huijzer is de baan voor
velen van tijdelijke aard. De
meeste assistentes mannelijke
zijn er nauwelijks of niet be
ginnen ergens op aanbeveling,
blijven enkele jaren en trouwen.
Voor een jongeman zit er weinig
toekomst in.
MEELEVEN
Het zijn meisjes, die wel voor het
dier moeten voelen en zich enkele
jaren in een dierenartspraktijk
nuttig willen en kunnen maken.
Meisjes die tegen bloed kunnen
en ook moeten assisteren, wan
neer een gezwel open wordt ge
maakt. Met vele behandelingen
moet de assistente met de arts
meeleven; sommige behandelin
gen verlopen rustig en dan beperkt
de assistente zich tot het vasthou
den en het dier kalmerende woor
den toevoegen.
PIJNLIJK
Maar er zijn ook pijnlijke behande
lingen, waarbij niet verdoofd kan
worden. Ook dan moet het meisje
dierenliefhebster blijven en doen
wat goed voor het dier is. al is
het beest zich er niet van bewust.
Dieren kunnen behalve krabben,
bijten en wegwillen ook schreeu
wen en zichtbaar pijn lijden. Een
open wond ruikt niet bijster fris.
Daarom dient de assistente geeste
lijk tegen het werk bestand te
zijn en handig, om het de arts en
het dier gemakkelijker te maken.
Maar een goede assistente toont
de nodige hardheid, om direct na
de behandeling het dier, indien
mogelijk, op zijn gemak te stel
len. Daarnaast zal de assistente
te maken krijgen met klaagzan
gen en volgevreten honden die
evenals hun baas of bazin geen
maat weten te houden en daar
van de gevolgen ondervinden;
voor het dier de meest pijnlijke.
NAUWELIJKS LEVEND
Er zijn bazinnen die een overmaat
aan liefde voor het dier demon
streren en bazen die een hond uit
een rijdende auto werpen. Ook
deze dieren komen bij de dieren
arts en zijn assistente, soms ver
wend en overvoed, soms nauwe
lijks levend, gekneusd en half
verhongerd.
Het is geen zeldzaamheid, dal een
dier moet worden afgemaakt; de
assistente zal daaraan moeten
wennen. Maar mej. Huijzer: „Als
een dier moet worden afgemaakt
om goede redenen, dan krijgt het
een prik in de hartspieren, of hoe
een dierenarts het wil doep en
dan is het leed geleden. Daar
wen je aan. Maar ik zal nooit
wennen aan dieren die door men
sen in de val lopen, worden ver
giftigd of verminkt. Dat is voor
mij het ergste."
F. B.
TEGENSTRIJDIG
Mejuffrouw In 't Hout illustreert
deze fraaie definitie met een
voorbeeld. Ze heeft haar spreek
uur met drie andere maat
schappelijk werkers van organi
saties van andere geloofsrichting
in het dienstencentrum Trans-
vaalkwartier. Er komt een man
binnen (meestal zijn het de vrou
wen, die het eerst komen) uit wat
men „een goed milieu" zou noe
men. Hij heeft een leidinggevende
functie in een groot bedrijf. Zijn
probleem: „Mijn vrouw. We zijn
het voortdurend oneens". Mejuf
frouw In 't Hout zegt nu: „Huwe
lijksmoeilijkheden dus, op 't eer
ste gezicht. Maar hij blijkt met
zijn vrouw te tobben over de op
voeding van de kinderen. Opvoe
dingsmoeilijkheden? De kinderen
leven hun eigen leven/ Generatie
conflict? Na uren praten in haar
gezellig ingerichte kamer in de
Scheepersstraat, na talloze huisbe
zoeken en gesprekken met de
echtgenote en bijna volwassen
kinderen, een „behandeling die
maanden kan duren, is het gezin,
samen met de maatschappelijk
werkster doorgedrongen tot de
kern: tot vijf jaar geleden was
alles goed. Vijf jaar geleden
maakte vader promotie, begon hij
zich steeds meer te geven aan
zijn werk. Want méér promoties
betekende méér welstand voor
zijn vrouw en kinderen. Hij had
het goed bedoeldTwee te
genstrijdige belangen. Materiële
welstand voor zijn gezin dat
daarvoor de vader moest „mis
sen".
Dit is maar één zo'n voorbeeld uit
de vele dikke mappen in de
Scheepersstraat en in alle andere
centra waar maatschappelijk
werk(st)ers klaar staan met hun
hulp.
MANNEN
Mejuffrouw In 't Hout: „Merkwaar
dig eigenlijk, dat er altijd wordt
gesproken over maatschappelijk
werk-st-er. Alsof dit vak niet door
mannen beoefend wordt of kan
worden. We werken hier met
twee mannen en twee vrouwen.
Een welhaast ideale toestand. Er
is geen verschil in werkmetho
den. Een man werkt niet anders
dan een vrouw. Iedereen werkt
anders dan een ander. Maar je
opleiding is dezelfde en je gevoel
v*»or de situaties van anderen
ook, evenals de oprechte wil er
iets aan te doen wanneer je hulp
wordt ingeroepen".
„Maatschappelijk werker is nog
geen vrij beroep met een vesti
ging aan huis en een eigen prak
tijk. Gelukkig maar", meent me
juffrouw In 't Hout. „Nu je altijd
een organisatie achter je hebt in
wiens opdracht je werkt, heb je
ook de enorme voordelen van een
goed administratief apparaat, van
ruimte voor studie en van een
groep hooggekwalificeerde men
sen, die je bijstaat als dat nodig
is".
„Veel jongeren hebben op het ogen
blik belangstelling voor maat
schappelijk werk. Niet dat ze op
het spreekuur komen als ze moei
njkheden hebben, want daarvoor
schijnen wij ze tóch te weinig
aan te spreken. We hebben voor
hen misschien nog steeds dat au
reool van „mensen van de liefda
digheid", die een pond suiker ko
men brengen op vrijdag.".
JEl GD
„Toch zijn het de jongeren, die al
ies zelf moeten en willen ontdek
ken in deze wereld. Die niet meer
worden opgevoed in de weten
schap dat ze vader wel zullen op
volgen. Ze zoeken hun eigen weg.
En daarom is het de jeugd' ook,
die op straat zit te „ban-de-bom-
men", die schreeuwt om hulp
voor Biafra, die demonstreert te
gen de oorlog in Vietnam. Evenals
hun belangstelling voor de oplei
ding aan de Sociale Academies
lijkt me dat een gezonde reactie
on de kilheid van deze ingewik
kelde vertechnologiseerde maat
schappij. Waarin ze in een nuch
tere baan zich tot taak kunnen
stellen om mensen te helpen zich
ze'f te vinden. „Roeping" is hier
een onjuist woord. Het is gewoon
een baan, een vak. Een boeiend
vak.
D.Y.
<M-> W* KAA
4 aJLJJÜU^J^X.
I wi'X drJe *rvJK 4— tc
v ds<iry
t JLa vcu. fNÜ»..
6* sJa.*•■- «ft
ChrZ. ft-, vü
r iX eXle £9 JrM, \d-V~JU
1tc .2 yfs <rf af-r, Umj
f .<|ttu/9 arA litis dry t* Xtlet/MC* Ir*dit.
I «TB-fc. »WA av» ijfuK* «W/ludtJ'cA
VERPLE(E)G(ST)ER*
anaf 18e jaar Is a
ster/verpleger één
dingen (A of B) in een z..
psychiatrische inrichting j
salaris, vrije kost. inwonr
wassing, en toelage voort
schatting van uniform en l
tan vergoeding.
onder meer de navol^endS
ot getuigschriften gevraagde
mulo-diploma, d.w het d
der Rijkstoezicht afgegevn
verenigingen ter be\"ider»
uitgebreid lager onderwijn
daarmee gelijk te stellen
getuigschrift of overgang.^
de derde naai de vierdcL
mms of gymnasium:
getuigschrift van een
school met driejarige curl
bewijs van overgang \anl
naar de vierde klas van
dagschool met vier-Jarige i
diploma inrichtingsassiste
getuigschrift drie-jarige v
tot lerares nljverhcidsondel
Voor jongens zijn bovendien
geilde diploma's erkend:
—het getuigschrift VU ••■•n
richtingen van een uit get
sche school:
het bewijs dal met gunsM
schakelklasse van een hog
sche school is doorlopen.
Lidien niet aan deze voorogj
wordt voldaan bestaat i'
heid om in hot algeme
verband de vereiste al^
wikkeling eigen te maken,
huizen en psychiatrische
kunnen hierover nader inlii
De A-opleiding duurt laai
de algemene zieken ver pl egi
kenhuizen en sanatoria) m
van de kraamverpleging.
De B-opleidlng duurt jaaï
richt r»p de zlekenverplegï
chiatrische inrichtingen. B
noemde opleiding wordt vei
geschonken aan psychologi
chiatrische verpleegkunde,
doel bedverpleging staat hl]
de achtergrond Op do
staan verschillende vormejj
piearbeids-. bezigheids-
rapie. Na het behalen van l]
ma is de studieduur voor
ma 1'.- Jaar Oingekeei
eerst de B-opleiding
men na 2 jaar studie in liet]
van het A-diploma.
Na het behalen van
staan verschillende moj
open, n I. do opleidingen
tekening kinderverpleging
don) en do aantekening
ging (11 maanden).
Voorts zijn er nog mogelijk]
specialisering voor Je open
voor de afdeling oog/iekteig
revalidatie enz
Voor het vervullen
vende functie kan na de A]
opleiding een voortgezette
opleiding worden gevolgd
Voor meisjes van 16 en 11
if
bezit van een mulo- of gel»
diploma bestaat de mogelijn
een opleiding tot adsplrant-M
pleegster te \..lgen «p j
heidsschool. w.lk.- gecomU
met praktisch werk.
Wil men nog meer over ile nj
weten: ga dan eens praten aJ
rectie van een ziekenhuis in]
WONINGSTOFFEERDEl
Lagere Technische School afdl"
gedurende I jaar. Daarna u
rende 2 jaar een opleiding
lingstelsel. wat wil zeggen dif
een bedrijf komt te werken^
het vak leert. Na afloop va-a
tijd volgt een examen
Voor hen die geen Lagere if
School hebben gevolgd besf
de mogelijkheid om in het
stelsel te worden opgenoma
dan duurt de opleiding jaar!
Pientere jongens kunnen dirrt
gaan in het voortgezet leerli
een opleiding die nog een»
duurt en met een examen na
sloten
Gedurende de leertijd is men
aanvullend en op het \ak gt
derwijs te volgen. Dit stai
leerovereenkomst die wordt i
tussen het bedrijf, de ouden
leerling en het leerlingstelsel]
dit aanvullend onderwijs
examen.
Het leerliugsieNel wordt verzof
de Stichting ter Bevordering]
Nijverheidsonderwijs en J
ding in liet Houtbedrijf.
154 te Amsterdam-W., tel.
Wanneer men zieh later zelfsq
vestigen kan men aam uilen
sen volgen voor 't vakbekv
examen van de Stichting
ding Meubileringsbedrijven,
143 te Utrecht
NOOT: Hier en daar misschl
warring over de gebruikte
voor schooltypen. Ja, dij
lijkheid blijft nog wel eei
vóórtbestaan. Terwijl oud
wijsopbouw zijn laatste ga
gaan. is nieuwe onderwij
ook. op eigen wijze, aan d*
Onontkoombaar, twee soo
men dooréén. Hoe
worden? Praten met schot
helpt, of met gemeenteli
derwijsbureaus. Of met
lingen zélf; die hebben
al helemaal doorgrond.
Publikaties van de overheid:
de serie „BEROEPEN®
SEN" waaruit elders in tf
mer overvloedig is geput; P
DIT KUN JE WORD
M.M.S., van actrice tot
zologisch assistente;
DIT KUN JE WORD
MULO 3 (4) JAAR G
SIUM, H.B.S. of M.M.S., vJ
nemer tot en met zoij
analist;
DIT KUN JE WORDEN]
GYMNASIUM OF H.B.S.,
eens wonderlijk genoeg
aannemer tot en met zoóf
analist, maar wel met véél
Andere mogelijkheden; -
drie de boekjes afkomsül
Bureau Beroependocuml
Dokter Reijersstraat 12. P
schendam;
de serie BEROEPEN-)!
GRAFIEëN, waarin de
naamde „hogere" beroet!
den beschreven; uitgaven
Staatsuitgeverij en zowel
boekhandel als in de schol
krijgbaar; verschenen
tjes over accountant,
arts. arts/huisarts, civiel f
nieur, dierenarts, bistori
specteur van een verzei
maatschappij, metaalkund
nieur, mijningenieur, ond
opvoedkundige. psydj
scheepsbouwkundig ingen
cioloog, toneelspeler,
bouwkundig ingenieur
tuigkundig ingenieur;
BEROEPEN VOOR MEL
IN DE MEDISCHE EN
ZORGENDE SECTOREë. sj
uitgeverij, en afkomstig uk
bezige bedrijven van het ai
rie van sociale zaken en v«
zondheid; behandelt beroepcl
arbeidstherapeute tot en m<0
kenverzorgster.
Daarnaast nog andere, meerf
cialiseerde publikaties; eerdl
doeld voor hen die beroep!
lichting en beroepskeuze!
geven. Dit alles nut de kokC
het Rijk.
fT-nirpvt h mr-v t