Aigddroom - machinist
at voor enkelen
schts in vervulling
J
het hoofd. „Het model voor dat instituut ga ik
daar, op afstand, samenstellen; een goed door
dacht, lijvig rapport." Met hypermoderne midde
len, als zo vaak nu al bij het onderwijs in ge
bruik?: „Nee, gewoon ouderwets met een blok
noot."
Het probleem in dit soort gespecialiseerde uitgeve
rij: „We hebben te kampen met het vraagstuk dat
we een (brede) top hebben en een grote lagere
groep, maar géén middenkader. Vandaar dat spe
cialisten met een goede opleiding gevrèègd zijn;
tot nu toe moeten we ons van deze mensen van
buitenaf bedienen. Maar we moeten ze thans in
HUIS gaan hebben, we kunnen niet langer afhan
kelijk zijn van de eh „afvaluren" van een pro
fessor of een leraar. We zijn er aan gewend dat
als iets moet verschijnen in februari 1968, we moe
ten rekenen op februari 1969. en dat het dan
meestal nóg later wordt. Dat is géén verwijt; de
dagelijkse bezigheden van professor en leraar èi-
sen al de volle mens. Maar.
Maar, maakt hij duidelijk, véél van de taken bij het
onderwijs nemen teveel tijd; kunnen heel goed, bé
ter, geautomatiseerd: correctie, cijfers bepalen,
bijhouden van rapporten, roosters opstellen. „Zo'n
rooster eist wéken. En hij zegt dat met ken-
nis-van-zaken; hij was zelf lang genoeg leraar
(oude talen; aan lycea, aan Europese school). Alle
nieuwe middelen wil hij op hun mogelijkheden
toetsen, èn op hun grenzen: „Technologie, typogra
fische vormgeving, geprogrammeerde instruc
tie. Let op dat „grenzen"; hij acht de nieuwig
heden niet alléénzaligmakend; hij schetst de stu
diegang, „bij elk stationnetje opnièuw bepalen:
wét is nu de waarde.
OPEN ARMEN
Met „open armen" verwelkomt een bedrijf als het
zijne nieuwkomers; neem de drie jonge mensen,
tussen de 25 en 35, nu beginnend als leerstof-ana
listen; één iïlet wiskunde, één met natuur/schei
kunde, één met Engels als opleiding (èn ervaring:
„ze moeten in de klas hebben gestaan"). Hij zegt:
„Ze kunnen hier een dienst aan het hele onderwijs
bewijzen." Geldt dat voor alle schoolvakken?:
„Hmmm, voor bij voorbeeld geschiedenis zou met
meestal een LTS-er, toegerust
met een goede feeling voor trei
nen. Hij moet aanvoelen of een
trein moet worden stilgezet als
stukdraaien dreigt of dat nog zon
der risico kan worden doorgere
den Een machinist moet zich
goed kunnen concentreren, be
heerst zijn en een groot verant
woordelijkheidsgevoel hebben.
Medisch is de keuring ook zwaar.
De spoorwegen staan aan het begin
yan een vernieuwingsperiode, een
tijd waarin veel gedokterd wordt
aan grotere dienstverlening. Dat
betekent onder meer dat er
steeds hogere frequenties komen,
steeds meer treinen zullen rijden.
Het betekent ook dat de vraag
naar machinisten groter wordt.
En niet alleen de vraag naar ma
chinisten, maar ook naar conduc
teurs. Op het hoofdkantoor van
de spoorwegen in Utrecht wordt
deze, sinds het begin van het
spoorwegbedrijf, controlerende
functie aardig opgepoetst: „am
bassadeur van de spoorwegen"
„Waar wij ook kunnen automati
seren", zegt mr. Hoekzema, „een
conducteur is nooit te vervangen.
Juist door de automatisering kan
het publiek maar weinig perso
neel aanschieten. Juist de conduc
teur zal nu voor de informaties
moeten zorgen. Hij is de service
man geworden!
Conducteurs vinden de spoorwegen
gewoonlijk in de eigen gelederen.
De functie wordt gezien als een
interne promotiekans.
Van de 25.000 mensen, die voor de
NS werken, zijn er 17.000 in te
DOKTERSASSISTENTE
De vereiste vooropleiding ls tenminste
mulo of 3 klassen van een h b.s..
gymnasium of m.m.s. Hierna kan
men een dag- avond- of schriftelijke
cursus volgen bij een aantal instellin
gen. waarvan de examens onder toe
zicht staan van de Permanente Com
missie Doktersassistenten i PCD) van
de Koninklijke Nederlandsche Maat
schappij tot Bevordering der Genees
kunst, Keizersgracht 327. Amsterdam
C. tel. 020-242535.
Voor meisjes, die een einddiploma van
een middelbare school en een diploma
tvpen bezitten en tenminste 18 Jaar
oud zijn bestaat de mogelijkheid een
1-jarlge dagopleiding tot medisch se
cretaresse te volgen aan het Acade
misch Ziekenhuis te Leiden.
De kosten van de dag- en avondcursus
sen bedragen ca. 45b, terwijl de op
leiding doorgaans in 1 Jaar kan wor
den voltooid.
EERSTE KNECHT FRUITTEELT
a. Jeugdigen:
Lagere tuinbouwschool, een 4-jarige
dagschool aansluitend bij de 6e klas
van de lagere school; tijdens de eer
ste 2 Jaren wordt 5 dagen per week
les gegeven en in het 3e en 4e jaar
resp. 4 en 3 dagen. Gedurende de
laatste Jaren dient men In de tuin
bouw werkzaam te zijn.
b. Personen van 17 jaar en ouder:
1. Algemene tuinbouwcursus. duur 2 of
3 winterhalfjaren avondonderwijs
men dient ten minste 7 klassen van
de lagere school te hebben doorlopen
2. Speciale luinbouwcursussen aanslui
tend bij de lagere tuinbouwschool of
bij een algemene tuinbouwcursus:
21-Jarigen met voldoende tuinbouw
kundige ervaring kunnen zonder meer
worden toegelaten. Deze cursussen
kunnen over de volgende onderwerpen
worden gegeven: tuinbouwtechniek,
groenteteelt. fruitteelt, bijenteelt,
bloembollenteelt, boomteelt, zaadteelt,
plantenziekten, bemesting, tuinbouw-
werktuigkunde. motorspuitmachincs
en in sorteren en verpakken van fruit.
Tuinbouwvakschool, duur 1'.- jaar. 1
dag per wéék: men dient een diploma
middelbare tuinbouwschool of lagere
tuinbouwschool of algemene landbouw-
te bezitten.
een part-timer kunnen worden volstaan. Maar op
den duur willen we ze wèl allemaal in huis heb
ben, als de groeimogelijkheden aanwezig zijn.
Wat staat er het eerst op zijn programma?
De geschiedenis, maar liever nog geen uitwijding
daarover. En ook: de oude talen. Tenslotte ZIJN
vak, eertijds als leraar. Hij toont de boekjes die
hij schreef en schrijft; Grieks, startend met foto's
van inscripties, Grieks met plezierig-leesbare
tekst: „Dat wekenlang verdoen alleen al met het
leren van de Griekse letters. en „Het is een
misdaad het Grieks te willen inpassen in de gram
matica van het Latijn."
Hij zit er (nóg) middenin; vertelt van de congressen
in Rome waar men alléén Latijn spreekt, onder
vakgenoten; er werd bij wijze van demonstratie
laatst op zo'n congres een voetbalwedstrijd in het
Latijn verslagen. Levendig. Maar de Amerikanen
gaan hem tè ver: „met hun cocam colam in La
tijnse lessen.
Hij is wèg van de oude talen: maar wèg ervan zegt
hij: ,,En neem een vak als wereld-oriëntatie, waar
in ik geschiedenis en aardrijkskunde en maatschap
pijleer en computerkunde de leer van wat com
puters ons bieden, niét hoe-ze-werken zou willen
zien. Een leerstof-analist voor zo'n vak, hoe je die
vindt? Vrij gemakkelijk! Alleen al op uiting van ons
bedrijf over het nieuwe instituut kwamen er vier
serieuze brieven binnen, hoewel dat helemaal niet
het doel was. Mensen die zich aanmeldden om hier
te komen werken".
FILMPJE
Hij toont met een voorbeeld waarmee hij bezig is en
wat tevens zijn instituut kan verwezenlijken: „Een
filmpje produceren zou tussen de 20- en 30.000
kosten; stel dat we 1600 exemplaren verkopen:
dan moeten die zo'n 80 kosten. Maar we kunnen
geluid en beeld splitsen; er is een uitvinding ge
daan dat je filmband en geluidsband automatisch
synchroon kunt krijgen via de projector; onver
schillig in welke taal die geluidsband is. We kun
nen dus met één filmpje volstaan, plus banden in
allerlei talen erbij. Dan kunnen de produktiekosten
worden uitgesmeerd en dan hoeft zo'n film per
exemplaar maar een 20 te kosten. We zijn al
Niet alleen schoolboeken worden gedrukt, ook
„overhead-projectoren" voor klassikaal onderwijs
worden geleverd. Hier wordt gedemonstreerd in de
toonkamer.
wel met al die dingen bezig, maar nu nog inciden
teel." Hij impliceert: via het instituut, en de met
dat instituut samenwerkende instituten èlders in
Europa, werkt men slagvaardiger, efficiënter, en
met voor de scholen betèalbare resultaten.
„Het is tijd," zegt hij, „dat we inzien dat het be
schikken over het goeie gereedschap van levensbe
lang is: maximale aandacht met optimale deskun
digheid willen we bereiken." En hij schetst het di
lemma van zo'n leermiddelenuitgeverij, de twee
polen waartussen men moet koersen: „De didacti
sche ideeën aan de ene kant en wat mógelijk is
aan de andere kant". Hij, dr. de Man, wenst vu
rig dat de scholen inspraak hebben, dat ze méé
doen; hij ziet niets liever dan hun weerwerk, hun
hulp; en invoering van nieuwigheden wenst hij
slechts per evolutie, niet per revolutie.
DRAMA'S
„Er zijn," zegt hij, „momenteel drama's, van men
sen die dachten altijd goed te hebben gewerkt en
die nu menen het „fout" te hebben gedaan. Maar
dat is verkéérd. het is net zoals prof. Posthumus
heeft gezegd: ze hebben het vroeger niet fout ge
daan, maar anders."
Dr. de Man. die zelf lang genoeg tegenover de leer
lingen stond („de heilbegerige knaapjes in de
klas"), lijkt in zijn persoon ideale verbindingslijn
tussen toen en nu. Hij, die zelf zo lang voor de
klas stond, praat nu over de sociologen, psycholo
gen, didactici, vormgevers, elektronici die zijn be
drijfstak begeert. En niet per modegril; straks is
alles gewoon gebruiksvoorwerp, maar nu zijn
die overhead-projectoren en andere apparaten nog
speelgoed, wèlvaartsspeelgoed van een generatie
leraren, maar dat raakl óver!
Hij ie er zelf al overheen; zijn rapport komt gewoon
ouderwets per bloknoot ter wereld, deze maand op
retraite in Zwitserland. Aan de andere kant, u
komt net wat te vroeg om onze kennistester te
zien." Maar dat is weer een ander, elektronisch,
verhaal.
L.E.
Sommige stationsassistenten een begin functie met ingebouwde mogelijkheden worden rangeerder.
Een functie die lichamelijk veel eist.
delen bij, wat de spoorwegen noe
men, de Dienst van Exploitatie.
Dat zijn de personeelsleden die
rechtstreeks betrokken zijn bij
het rijden en laten rijden van de
treinen. De jongeren, die hun
loopbaan bij de spoorwegen be
ginnen als „stationsassistent"
vormen een groot personeels re
servoir voor deze dienst. Het zijn
18-jarigen, die deze beginfunctie
krijgen. Zij zijn op dat moment
ongeschoold, maar zij worden
door allerlei opleidingen in de ge
legenheid gesteld promotie te
maken naar andere functies.
Juist omdat de functie van sta
tionsassistent „ingebouwde" mo
gelijkheden heeft, is er een psy
chologische en medische keuring:
de spoorwegen willen er zeker
van zijn voor andere functies te
kunnen putten uit dit reservoir.
Geruime tijd hebben de NS een
personeelsstop gekend. Door de
automatisering op de stations en
bij de beveiliging (overwegen,
seinenstelsel) zijn er geleidelijk
vele functies vervallen. Honderden
personeelsleden hebben een andere
functie gekregen, waardoor jaren
lang praktisch geen nieuw perso
neel nodig was. Ook nu nog nemen
de spoorwegen slechts weinig per
soneel aan, al blijkt vooral met
de grote vernieuwingsplannen
dat geleidelijk weef vraag ont
staat. De vraag naar machinisten
is thans het sterkst. „Als we er
één te kort komen, betekent dit,
dat er een trein moet stilstaan",
zegt de heer Hoekzema. J.H.
ELEKTRISCH LASSER
Hoewel een vooropleiding aan de afde
ling metaalbewerken van een Lagere
Technische School aanbeveling ver
dient kan ook zonder deze vooroplei
ding aan een groot aantal avondnij
verheidsscholen en particulier^ las-
scholen een cursus ln het lassen wor
den gevolgd.
Particuliere lasscholen geven dagcur
sussen (duur 2 a 4 weken) en avond
cursussen (duur 3 a 4 maanden) voor
opleiding tot beginnend elektrisch lak
ser. Daarna kan men op sommige
van deze scholen een avondcursus
(duur ongeveer 20 weken) volgen voor
gevorderd elektrisch lasser. Een aan
tal van deze particuliere scholen en
de avondnijverheidsscholen leiden
praktisch en theoretisch op voor do exa
mens booglassen met de hand van de
Stichting Nederlands Instituut voor
Lastechniek (NIL). De voor deze exa
mens vereiste theoretische kennis kan
ook door middel van een schriftelijke
cursus bij PBNA of de Leldsche On
derwijsinstellingen worden verkregen.
Het NIL neemt examens af van hen die
reeds ais elektrisch lasser werkzaam
zijn. Op 18-Jarige leeftijd kan men het
gronddiploma booglassen met de hand
behalen, mits men ten minste 2 jaar
laswerkzaamheden heeft verricht.
Het leerlingstelsel van de Stichting Be
drijfsopleiding Metaal- en Elekln tech
nische Industrie ..Bemetel" leidt op
voor een eigen diploma booglassen.
dat gelijkwaardig ls aan het gronddi
ploma van het NIL.
Bezitters van een gronddiploma kunnen
op 21-jarige leeftijd het vakdiploma
booglassen behalen mits zij gedurende
ten minste 2 jaar ervaring hebben oo-
gedaan in de vakrichting, waarvoor
het examen wordt afgelegd.
Deze vakrichtingen zijn: ketels, druJcva-
ten en machinebouw; constructies:
pijpen en pijpverbindingenappara
tenbouw en vliegtuigconstructies.
Nadere inlichtingen omtrent de vakexa
mens worden verstrekt door de Stich
ting Nederlands Instituut voor Las
techniek, Zeestraat 62 te 's-Gravenha-
ge, tel. (070)-631625 en de Stichting
Bemetel, van Stolkweg 34 te 's-Gra-
venhage, tel. (070)-51239L
HORLOGEAAAKER
OPLEIDING OP SCHOOL:
Met 6 klassen lagere schoo! kan men
toelatingsexamen afleggen voor de 4-
jarige cursus voor lager beroepson
derwijs aan de Horlogemakersvak
school „Cornelis Verhagen", Dr. C.J.
K. van Aalstweg 4 te Hoorn, tel.
<02290) 5218.
Bezitters van ten minste een mulo-di
ploma B of A met wiskunde kunnen
zonder toelatingsexamen worden toe
gelaten tot de le klas van de 3-Jarige
cursussen uurwerkmaken aan de
scholen voor middelbaar beroepson
derwijs (voorheen uts-en) t.w. de
Christiaan Huygensschool, Houfdsteeg
10 te «otterdam, tel. (OIO) 138481 of
de „Middelbare Vakschool Schoonho
ven", Jan Kortlandstraat 1 to Schoon
hoven, tel. (01823) 2476.
ULO- of MAVO-leeringen. die geen di
ploma behaalden en bezitters van een
l.Ls.-diploma kunnen na een toela
tingsexamen toch worden toegelaten
tot de bovengenoemde beroepsscholen-
Alle genoemde opleidingen worden na
een schooleindexamen onder toezicht
van een Rijksgecommitteerde gevolgd
door een praktisch jaar bij een horloge-
makersbedrijf onder toezicht van de
school waarna het eindgetuigschrift
(dat recht geeft op vestiging) wordt
uitgereikt
OPLEIDING IN DE PRAKTIJK:
Als men 15 Jaar is kan men zonder vak
opleiding ook direct ln een horloge-
makersbedrijf gaan werken en door
een schri(lelijke cursus te volgen ln 3
jaar worden opgeleid voor het vakbe-
kwaamheidsexamen. De schriftelijke
cursus wordt verzorgd door de Chris
tiaan Huygensschool te RotteMam.
JEUGDLEID(ST)ER
Aan de sociale academies te Amster
dam Karthuizerplantsoen 2. tel. 020-
66831. te RotterdamGraaf Floris-
straat 58. tel. 010-59740. en te Sittard:
Gouverneur van Hövellstraat 2, tel.
0-1490-3545. zijn 2-jarige parttime oplei
dingen verbonden. Toegelaten worden
bezitters van een mulo-diploma of
overeenkomstige opleiding, die ten
minste 18 Jaar oud z'jn. Een deel van
de week moet men reeds werkzaam
zijn bij een erkende jeugdwerkinstel
ling.
De volgende Instituten geven een 2- a
3-jarige opleiding in internaatsverband
met daarna een praktijkjaar
Opleidingscentrum Middeloo, Kon. Wil-
helmlnalaan L Amersfoort, tel. 03490-
5645.
Gereformeerde opleiding voor Jeugd-
leid(st)érs „De Jelburg". Amsterdam
sestraatweg 39. Baarn. tel. 02954-2044
Katholiek Opleidingscentrum „De Kopse
Hof". Ubbergse veldweg 201, Nijme
gen. tel 08800-23404
Voor al deze opleidingen dient men ten
minste 19 Jaar oud te zijn en bij voor
keur een middelbare schoolopleiding
te hebben genoten.
Voor toelating tot één van de bovenge
noemde opleidingen zal in de regel
een psychologisch geschlktheidsonder-
zoek plaatsvinden.
De Nationale Federatie voor Kinderbe
scherming neemt jaarlijks examens
af voor de diploma's Kinderbescher
ming A en B.
De opleiding hiervoor geschiedt d m v.
cursussen, die o a. gegeven worden
door enkele grote opvoedingsinrichtin
gen en sociale academies Deze cur
sussen zijn bedoeld voor degenen die
reeds een functie hebben in een in
richting voor opvoeding van kinderen.
Voor het volgen van de A-opleiding, die
2Vi Jaar duurt Is geen vooropleiding
noodzakelijk. Deze opleiding wordt af
gesloten met een examen, doch het
diploma wordt eerst uitgereikt ais
men 2 Jaar ervaring heeft opgedaan
en tenminste 20 Jaar oud ls.
Wil men toegelaten worden tot de 2-Ja-
rige B-oplelding dan moet men ten
minste 20 Jaar oud zijn en een diplo
ma van een middelbare school bezit
ten of een zeer goed A-examen heb
ben gedaan.
Nadere Inlichtingen kunnen worden ver
kregen hij do Nationale Federatie
voor Kinderbescherming, Stadhouders
laan 150, 's-Gravenhage, lel. 070-
51.43.03.
AD (12)
i St wil iedere jongen Een machinist krijgt een langduri-
1 n zijn leven worden 8e opleiding, al stapt hij na een
\S een naar hondord eerste °Pleiding van zes maanden
A ifl P ,--r -2 i al op de locomotief. Mr. G. Th.
net werkelijk. Toch Hoekzema van de personeels-
7 het een beroep dat voorziening van de NS zegt: „Re-
1 feekt, want bij de ken maar dat gemiddeld na zes
IWegen zeggen ze: „Vele of zeven jaar onze machinisten
Uanten. Van iédere de hoogste bevoegdheid hebben.
A- TT Zij zijn dan ET (elektrische trac-
festen wij er éen. Een _J machinjstv een bestuurder
g blijven er van de ^ie op alle soorten materieel kan
rd slechts zo'n negen rijden".
A Over". Het betekent overigens niet dat de
L. machinisten, die deze hoogste be-
«inist bij de spoorwegen voegdheid niet hebben, minder
>grena moet minstens 21 jaar hoog worden aangeslagen. Zij
aarin schuilt al een moei- verdienen bij voorbeeld al eerder
vin?' r precies zoveel als de volledig be-
voegden.
-p 1CCI1IJU IICU-
)|0 velen definitief gekozen. rJj
j£ddroom is op die leeftijd Een machinist, die in opleiding
-Weer vergeten. komt bij de spoorwegen, is
(jj
Man: gewoon ouderwets met een bloknoiot.
ibben ze test-constructeurs nodig? En
^if-analisten? En onderwijstechnolo-
fen visualiseerders?
soort bedrijf dat er van buiten zo
i>aar statisch en behoudend uitziet:
(geverij van schoolboeken. „Maar
het liever producent-van-leermidde-
tegt dr. A. G. de Man, die man van
uwe tijd is bij Wolters-Noordhoff in
igen. ,,W<e hebben behoefte," zegt
lan mensen die inventief zijn en die
spaald specialisme beheersen. Het is
Ijl rijf stak onze schuld dat ons image
fht verzorgd is, maar we zijn vast
kn naar buiten te laten blijken wat
pkenen en wiè we nodig hebben. Bij
ben die we zoeken is in wezen de op-
I minder belangrijk dan de begeerte
't laten ontstaan van goeie, nieuwe
Idelen."
jwaar ik hem spreek is een voorbeeld van
kwaardige verhouding tussen oude zaal en
pijl: moderne inrichting binnen metersdik-
fcsche muren. Er is nog niet lang geleden
K een gat in zo'n muur gehakt, toen de bu-
Tde-vorige-eeuw fuseerden, Wolters en
zegt dr. De Man, „kunnen er bij ons
lerecht met allerlei opleidingen, de rest le-
ler in de praktijk. De richtlijn is dat ze er
Jf achteruitgaan in verhouding tot wat ze
kn op hun plek van herkomst. Maar het
'mensen zijn die vooruitstrevende ideeën
en die jong van hart zijn, mensen die la-
n een 40-urige werkweek. Vernieuwende
Ze hébben straks bij ons een bepaald pro-
p te lossen, zijn dan in hun bewegingen
ze graag naar een congres gaan, of twee
In retraite" willen, goéd."
N't dat hij zélf in mei grondig „in retrai-
in Zwitserland. W-N heeft een instituut
erwijsvernieuwing gesticht, met hem aan
WERKEN/VERDER LEREN
WOENSDAG 7 MEI 1969