Man en vrouw in
[1 de huishouding
Meisjesvriendschap
Voor jaarsmoeheid zelf genezen
15:
c
„Moeder de vrouw zal
de touwtjes niet gauw
uit handen geven"
BI
RH
in aijg/i Zweeds rapport
Mening van mevrouw dr. H. Verwey-
Jonker
DAG 5 APRIL 1969
=5jplDA
'hoon
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 51
-hoor;
jesloti
•it per
ïeniëJ
De taakverdeling tussen man en vrouw in deze maat-
atsen sc^aPPV moet- nodig op de helling, vinden de samenstel
lers van een rapport dat onder de titel „The status of
women in Sweden" door het Zweedse instituut voor
culturele betrekkingen met het buitenland is uitge-
j bracht, en voorgelegd aan de Verenigde Naties.
Kernprobleem in het ruim honderd pagina's tellende
Drapport is de traditionele werkverdeling" in het gezin,
die de vrouw in het hokje van huishouding en opvoeding
schuift, terwijl de man buitenshuis werkt. Dat traditio
nele beeld van „man verdient de kostvrouw voedt de
kinderen op" zou plaats moeten maken voor een situatie,
waarin man en vrouw (als zij dat willen) de verant
woordelijkheid op beide terreinen samen kunnen delen.
Veel meer ruimte dus voor de vrouw in het economische
leven, veel meer deelneming van de man aan opvoeding
van de kinderen en verzorging van de huishouding.
Het is een gezichtspunt waarover in Zweden en andere
Scandinavische landen al enkele jaren levendig wordt
gediscussieerd, en dat vooral bijval krijgt van jonge
echtparen met kinderen. Of zo'n radicale wijziging in
een traditioneel levenspatroon ook in Nederland te reali
seren is? We legden de vraag voor aan mevrouw dr. H.
VerweyJonker, lid van de Sociaal-Economische Raad.
die in onderstaand interview haar mening geeft over
enkele facetten van het probleem.
:boi
Zweedse rapport over de
van de vrouw in de toe-
itige samenleving werkelijk
kfolutionair, ook bezien door
llandse ogen? „Ik kan het
zo revolutionair vinden",
mevrouw dr. H. Verwey
fcr, lid van de Sociaal-Econo
me Raad. ..Het is gedeeltelijk
lecifiek Zweedse dingen ge-
paar gedeeltelijk loopt het
óarallel met de Nederlandse
Hekelingen op dit terrein,
jietekent, dat er naar Neder-
begrippen nogal wat open
worden ingetrapt".
Verwey is sinds 1957 als
vrouw i lid van de SER
:t sedert 1958 zitting in het
bestuur van de ad. De
ktpolitiek ten aanzien van
iwde werkende vrouw is een
(vele) zaken die haar in deze
bezig houden.
Zweden is men niet unaniem
it over die voorgestelde ver-
i", meent zij. ..Het lijkt mij
een ontwikkeling die speci-
de grote steden speelt. Daar
men in kleine huizen,
hoge huren, dus de vrouwen
perken Voor de vakantie, de
auto. het tweede huis. Die ho-
isstandaard dwingt de vrou-
:1 tot deze sterk vicieuze cir- j
verschijnsel kent Nederland
ook al min of meer. Huren
steeds hoger, steeds meer
blijven na hun huwelijk
d tot het eerste kind zich aan-
m Het is een situatie die ook in
land tegenwoordig als normaal
j geaccepteerd, maar daarmee i
k de vergelijking op. In landen
arken en Zweden waar
Éde huis" en „tweede auto" veel
j gemeengoed zijn, werken ge-
i vrouwen ook voor dat doel.
erland is het bezit van twee
i en twee auto's voorlopig het
van een zeer kleine groep
deletr
van de grote punten in het
't is het doorbreken van wat
noemt de „traditionele arbeids
voor man en vrouw,
•fifty" is het wachtwoord voor
f 3.25 jekomstman en vrouw zouden
rug
zowel de zorg voor huishouding en
opvoeding van de kinderen als het
betaalde werk buitenshuis eerlijk
moeten delen ,,Ik denk met. dat er
veel mannen te vinden ztfn die op de
ze fifty-fifty basis kunnen werken en
daarbij toch hun beroep bevredigend
kunnen uitoefenen." constateert me
vrouw Verwey nuchter.
„Bovendien is dat gedwongen thuis
zijn voor de kinderen altijd maar
een tijdelijke zaak Zou een man
voor zo'n betrekkelijk korte tijd be
roep en carrière willen riskeren? Het
naar elkaar toegroeien in de dage
lijkse dagtaak komt töch wel. als de
werktijden steeds korter worden".
Praktischer huizen
Ze vindt trouwens dat de jonge
mannen in Nederland al heel wat
doen op huishoudelijk terrein. Ze
tuinieren, maken hun auto's schoon,
timmeren zolderkamers, doen bood
schappen. „En boodschappen doen
vind ik tegenwoordig meer werk d?n
koken", zegt mevrouw Verwey. „Er
zijn zoveel goede dingen kant-en
klaar te koop. Het grote huishoude-
deling voor man en vrouw in Neder
land lijkt mevrouw Verwey een psy
chologisch probleem. En dat pro
bleem ligt volgens haar by de
vrouw. „In Nederland is het altijd
moeder-de-vrouw die de touwtjes in
de huishouding in handen houdt. Ik
geloof dat ze die niet gauw uit han
den zal geven. Naar myn idee zal
dat in Nederland het grootste pro
bleem zijn by het streven naar zo'n
arbeidsverdeling op gelijke basis."
Mevrouw Verwey zegt het zonder
aarzelen„We zijn nog verschrikke
lijk on-geëmancipeerd. En niet al
leen in Nederland. Niet alleen de
moeders, ook de dochters zijn nog
veel te sterk ingesteld op het vroeg
tijdig kiezen van een man," „De
meisjes zijn verschrikkelijk onzeker.
Op de leeftijd waarop ze een vak
zouden moeten kiezen, aandacht zou
den moeten hebben voor beroepsop
leidingen. jagen ze achter een man
aan. Veel te vroeg en vaak op veel
te wankele basis."
Japanse
met
fantasie
Een heel vreemd
bruidstoilet werd
ontworpen door de
Japanse
mode-ontwerpster
Yuini Katsura,
die bekend is om
haar grenzeloze
fantasie.
Bij een show in
Tokio toonde zij
bijgaand
bruidstoilet, dat
bestaat uit rondom
het lichaam
gewonden
touwkabels.
Zelfs
..hoofdbedekking"
en bruidsboeket
waren van touw
vervaardigd.
Belasting
(ADVERTENTIE)
DAMESMODE
in exclusie! jonge stijl..
BREESTRAAT I08°-II2 LEIDEN
Mevr. dr H. VerweyJonker
we zijn verschrikkelijk on
geëmancipeerd
lyke werk is tegenwoordig het op-
ï-uimen en schoon houden van het
huis. Dat komt nog altijd op de
vrouw neer.
En dat zou aanzienlijk verlV ht kun
nen worden als we eindeyk eens
praktische huizen gingen zetten. Ik
zie in de Nederlandse, huizenbouw
nog steeds ontzaglijk veel dat me er
gert."
Touwtjes
5?
Het grote struikelblok by de door-
I voering van een gelijke arbeidsver-
Twee punten komen onherroepelyk
ter tafel in een gesprek over de ge
huwde werkende vrouw in Neder
land: het gebrek aan crèches, en de
belastingdruk op het inkomen van de
getrouwde vrouw die werkt. „Een
moeilijk punt." zegt mevrouw Ver
wey over de crèches. „Ze zijn te
duur om ze voor kleine groepen be
langstellenden neer te zetten. Een
fabrikant die bij ztfn fabriek een
crèche bouwt wil zeker weten dat hij
genoeg werkende moeders heeft.
Voor wetenschappelijke werkers zou
den er in elk geval uitbestedingsmo
gelijkheden moeten zijn zodat ze
zonder onderbreking kunnen door
werken."
Over de belastingdruk: „Ik v»nd
j het een uiterst hachelijke zaak dat
de minister een commissie heeft be
noemd zonder hierin een vrouw te
i zetten. Geen enkel probleem is goed
gesteld. Daarom is het zo moeilijk
discussiëren over de hele materie".
j Wat lijkt haar een redelijke oplos
sing van het belasingprobleem voor
de gehuwde werkende vrouw? „Op
den duur een afzonderlijke belasting
van beide inkomens, maar daarvoor
zou een ingrijpende wetswijziging no
dig zijn. Voorlopig zou ik tevreden
zijn met een voorstel om eenderde
van de inkomsten van de vrouw vrij
te laten, met een minimum van
twaalfhonderd en een maximum van
zesendertighonderd gulden."
Soms weet je niet meer ivat je
moet geloven
Zo lang ik leef heb ik horen
vertellen over de ..dwepende
meisjes-vriendschappen" De
boeken die ik op mijn dertiende
jaar las stonden er vol mee. Het
kwam voor. ontdekte ik later, in
romans, toneelstukken in peda
gogische en zielkundige werken.
Maar ivaarom heb ik er dan
nooit iets van gemerkt? Niet bij
mijzelf en nog minder bij alle
meisjes die ik ooit leerde ken
nen?
Ik had wel vriendinnen, maar
van enige behoefte om bij een
leeftijdsgenootje mijn gekwelde
hart uit te storten, haar om de
hals te hangen of om mijn tra
nen met de hare te vermengen
heb ik nooit iets bespeurd. Doch
ik ivas niet iedereen en daarom
kan het toch ivel bestaan. Vol
spanning sla ik het dochtertje
gade. want zij heeft massa's
vriendinnen die de drempel uit
slijten. hi hoeverre dwepen die
prille pubertjes met elkaar? Hoe
vaak vallen ze elkaa'r wenend in
de armen en delen ze alle harts
geheimen?
Als u het mij vraagtnooit.
De vriendinnen komen binnen
vallen en delen mee, in wat we
op dat moment aan het doen
zijn: pannekoeken eten, plaatjes
draaien, met de poesjes spelen
Of ze trekken zich met de doch-
ter terug in Marians kamer om
stiekum een sigaretje te roken,
de jongens te beroddelen en de
leerkrachten door de wringer te
halen. Na een poosje gaan ze ge
zamenlijk kranten bezorgen ter
is er altijd wel één bij die een
bezorgwijkje heeft) en daarna
gaan ze brassen in de snackbar,
stouwen zich vol met frites en
mayonaise en chips en kauwgom
Ze bederven hun eetlust, komen
gegarandeerd te laat thuis voor
het eten. Als ze klaar zijn met
hun huiswerk, bellen ze elkaar
weer op. gaan bij elkaar op be
zoek en kijken tv of doen iets an
ders wat ze even goed niet kon
den doen. Maar tranen stor
ten, elkaar troosten en omarmen,
Moederlijke
stijf gearmd door het dorp fla
neren en elkaar dure eden zwe
ren van eeuwige vriendschap
doen ze niet. Daarvoor zijn ze te
nuchter, te actief, of te verlegen.
Voor sentimentaliteiten heb
ben ze geen tijd, voor zoete dro
men zijn ze te veel bij de wer
kelijkheid betrokken, met hun
aanhankelijkheid zijn ze doodzui-
nig. Ze gaan gewoon rustig, ka
meraadschappelijk en vervuld
van wederzijds respect met elkaar
om. Een kleine ruzie wordt geen
drama, doch heeft hoogstens een
korte verkoeling tot gevolg,
waarbij ze elkaar een paar da
gen ontlopen, waarna de oorzaak
van de onenigheid alweer verge
ten is en ze gewoon op de oude
Regenmode
de regenmode voor komend
veel grote opgestikte zak-
-Jin rechthoekig of afgerond mo-
ïgenmantels hebben lange re-
ragen, puntkraagjes of een klei-
inde col. Ceintuurs van smal
me'ijk breed, met gespen van
hout of kunststof. Veel lichte
gebroken wit, beige, zacht-
a of lindegroen.
nSchoolziek"
föerikaanse schoolkindertjes blij-
jals ze ziek zijn geweest, vaak
,r van schoql weg dan nodig is.
kistateert een Amerikaanse kin
's die het schoolverzuim-wegens
J heeft bestudeerd. Hij gelooft
fcders de herstelperiode voor het
f dat ziek is geweest, vaak to
I nemen. Niet zelden spelen de
"kleinen hierbij zelf een actieve
hor hun ziekteverschijnselen wat
ierdryven en zo mogelijk te pro- I
^en.
Hek van (Ie
(mode )dani
de broekpakkenmode betreft
hek nu helemaal van de dam.
tterialen worden voor het pan-
gebruiktsoepele ge-
stoffen en stijve klassieke
'jos, glimmend lakleer en wollen
d'e met leer is afgebiesd. Glan-
z*art satijn, pastelkleurige pure
en. voor voor komend voorjaar.
Wtte jerseys van zuiver wol.
(Van onze medische medewerker
dr. J. Kater»
EEN VREEMDE aandoening, die
voorjaarsmoeheid. In de medische
leerboeken wordt zij niet of nauwe
lijks genoemd, althans niet onder
die naam. En toch bestaat er zo iets
als voorjaarsmoeheid, elk jaar op
nieuw. In de maanden maart
en april bereikt ze haar hoogtepunt,
wanneer maartse buiten ons doen ril
len en het aprilzonnetje nog weinig
kracht ontplooit. Ze verdwijnt gaan
deweg vanzelf, wanneer het echt len
te is geworden.
Talloze mensen lijden er aan. som
migen steevast ieder jaar opnieuw,
zodat ze het als iets heel gewoons
beschouwen. Kot is geen echte ziekte
en ook geen gewone vermoeidheid zo
als we die kennen na zware inspan
ning: integendeel, ze is er al 's mor
gens bij het opstaan, vóór dat de dag
taak is begonnen. Het is zowel het
lichamelijk als geestelijk gevoel van
vermoeid te zijn, geen fut te hebben,
geen energie te kunnen opbrengen en
overal tegenop te zien. Zij die in de
afgelopen maanden ernstig ziek zijn
geweest, of heel veel beslommeringen
en spanningen hebben moeten ver
werken. krijgen een extra portie voor
jaarsmoeheid. Maar tóch gaan de
meeste mensen er niet voor naar de
dokter.
HOE ONTSTAAT die voorjaars-
moeheid eigenlijk en waardoor? En
j kunnen we er iets tegen doen?
Voor het ontstaan ervan is eigen
lijk geen afdoende volledige weten
schappelijke verklaring te geven,
maar er bestaat wel een aantal oor
zaken die dat ontstaan samen in de j
hand werken De meeste men
sen hebben in de vorige zomer hun
vakantie gehad; dat is al bijna een
jaar geleden. In eigen land kan zo'n
vakantie volkomen verregend zijn,
wat betekent dat het geen echte va
kantie was, waarbij men volop kon
genieten van liggen luieren. Binnen
zitten al is dat in een vakantie-oord,
geeft ook (te) weinig geestelijke
ontspanning, die een vakantie nu
eenmaal ook zijn moet om enig nut
op te leveren.
DAARBIJ KOMT NOG het tekort
aan zon. zoals wy dat ln ons land
maar al te goed kennen. Die zon
blykt toch wel een lang en heel guns
tig na-effect te hebben op onze ge
zondheid. Wie volop „gezond" heeft,
voelt zich nog lang daarna gezond,
maar dit werkt toch niet door tot
maart-april in het volgend jaar.
Het is ook een feit dat degenen
die een wuitersport-vakantie hebben
genoten, veel minder last van voor-
jaarsmoehcid krijgen dan zü die een
hele lange winter zonder voldoende
zon hebben doorgemaakt.
Maandenlang zijn de dagen som
ber en (vroeg) donker; men komt
nauwelijks in de buitenlucht en dank
zij de auto zelfs hoe langer hoe min
der. Vandaar dat ook een wintersport
vakantie zonder zon al zoveel goed
doet. door de andere omgeving, de
lichaamsbeweging in de frisse be
sneeuwde buitenwereld, of dat nu op
skies of schaatsen of gewoon te voet
is.
KENNELIJK SPEELT dit alles
een gunstige rol by het voorkomen
van de voorjaarsmoeheid. maar alle
mensen kunnen nu eenmaal niet
naar de wintersport gaan. Wèl heeft
een groot deel van alle werknemers
elke week twee dagen vry en wordt
de kerst- en nieuwjaarsperiode (als
het even kan) tegenwoordig tot een
soort tussenvakantie gecombineerd
en gepromoveerd. Oók een mooie ge
legenheid om tot rust en ontspan
ning te komen en als het weer het
toelaat volop licht en lucht te genie
ten. èn lichaamsbeweging. Niet een
autoritje en dan zonder een stap te
verzetten ergens veel gaan eten. drin
ken en roken, maar het lichaam, dat
maandenlang een minimum aan
l (zon) licht en zuurstof kreeg, eens
j volop „luchten". Wat de zon betreft:
die kunnen we kunstmatig in huis
brengen met een hoogtezonapparaat,
op voorwaarde dat we dit met ver
stand laten schynen, liefst na voor
afgaand overleg met de huisarts.
BEHALVE DOOR het voortduren
de tekort aan de voor onze lichaams
functies onmisbare frisse lucht in de
herfst en de winter, aan de ultra
violette stralen in het zonlicht en
daarnaast ook nog aan voldoende
lichaamsbeweging, wordt onze alge
mene lichaamsconditie ook ongunstig
beïnvloed door het lagere gehalte
aan Vitamine-C in groenten en
fruit in deze maanden. Dat gehalte
neemt dan nameiyk voortdurend af,
terwyl we bovendien steeds meer op
groente- en fruit-in-blik zijn aange
wezen. Hoe uitstekend deze ook zyn
geconserveerd, ze bevatten minder vi
taminen dan verse produkten.
Alhoewel er van een werkelyk te
kort aan vitamine-C (en de andere
vitaminen) in onze voeding ook in
de wintermaanden geen sprake is.
werkt die vermindering van het vita
mine-C gehalte, samen met de an
dere al genoemde factoren, het ont
staan van voorjaarsmoeheid in de
hand. In Angelsaksische landen
spreekt men van „spring-fever", ter
wyl er van koorts geen sprake is
Biykbaar weet men daar ook niet
zo goed raad met dit voorjaarsver-
schynsel.
NET ALS KUNSTMATIGE zonne
stralen kunnen we ook kunstmatige
vitaminen te hulp roepen. Vruchten
sappen in blik of in flessen bevatten
wel minder vitamine-C dan vers
fruit, maar toch nog een vrij aan-
zienlyk gehalte, dat echter ook lang
zaam afneemt. Vitamine-C tabletten
(en andere vitaminen in tablet- of
in andere vorm» kunnen inderdaad
van veel nut zyn, ook voor het be
strijden van voorjaarsmoeheid. Wèl
moeten die vitaminen niet maar
raak geslikt worden, want een teveel
kan verschynselen veroorzaken die
veel erger zyn dat de kwaal zelf
zowel by kinderen als volwassenen.
Zo kunnen we gedurende de herst
en wintermaanden de nodige maat
regelen nemen waardoor de voor
jaarsmoeheid voorkomen, of in ieder
geval enigszins verminderd wordt. De
meeste dezer maatregelen kan ieder
een zelf treffen: méér lichaamsbewe
ging en frisse lucht, ook al is het ver-
leidelyk om elke afstand per auto
af te leggen, en elke avond urenlang
naar de tv te kyken (maar dat ver
moeit ook.'). Voor het gebruik van
hoogtezon en vitaminen even de dok
ter raadplegen, maar niet allemaal te
gelyk, want doktoren hebben ook
vaak last van voorjaarsmoeheid.
voet van amicaliteit kunnen
voortgaan. Ze amuseren zich. Ze
hebben hetzelfde onderwijs, be
drijven dezelfde soorten sport.
Als één vriendin aan de horizon
verdwijnt, door een verhuizing
bijvoorbeeld, storten de achter-
blijvenden geen tranen, maar ko
men binnen drie dagen met een
nieuwe kameraad aanrennen die
zonder ophef de leemte vult.
Geen van hen is puissant rijk,
beeldschoon of bijzonder intelli
gent; ze zijn evenals het doch
tertje gewone middelmatige kin
deren die het goed samen kun
nen vinden. Dergelijke vriend
schappen zijn reëel en hecht ge
noeg om jaren stand te houden.
Rondkijkend en voorzichtig in
formerend kwam ik tot de ont
dekking dat Marians vriendinne-
club geen uitzondering ivas; dat
had ik trouwens ook niet ver
wacht. De meeste meisjes trekken
zo met elkaar op: vrolijk, zonder
aanstellerij, op basis van gelijk
heid. Hoe komen we dan aan de
mythe van de divepende en over
dreven meisjesvriendschappen?
Misschien is de sage nog een
overblijfsel uit de vorige eeuw,
toen dames om de haverklap
een flauwte kregen, vooftduvend
ontroerd waren en met een kan
ten zakdoekje de ogen moesten
betten, toen sentimentaliteit mo
de was (in elk geval in de litera
tuuren jonge meisjes hun on
bestemde angsten afreageerden
in de armen van een vertrouw
de. De pubertjes van tegenwoor
dig houden zich met die onzin
niet op. Zij leven niet in een
kunstmatige wereld van pauwe
veren en bibelots, maar in deze
wereld, die hard en moeilijk en
dreigend is, doch waarin ze zich
vooralsnog veilig en beschermd
voelen, ofschoon ze ook we
ten van verschrikkingen, folterin
gen, opstanden en gruwelijkhe
den. Dat maakt dat ze hun kleine
verdrietigheidjes ook als kle i n
zien, dat ze hun middelmatig
heid aanvaarden kunnen, dat ze
hun evenwicht gemakkelijker be
waren dan je van meisjes-pubers
zou verwachten
THEA BECKMAN
VERLIEFD
„Als ik de veertigduizend brieven
die ik in twee jaar tyds van vrouwen
heb ontvangen in een hoed gooi en
door elkaar schud, wat zie ik dan?
De liefde", zegt de sociologe Menie
Gregoire in Marie Claire.
Vrouwen van twaalf tot achten
veertig jaar schryven haar in alle
toonaarden brieven over liefdespro
blemen. Schoolmeisjes van twaalf tot
vyftien Jaar leggen hun amoureuze
perikelen in brieven neer: ,Jk denk
alleen maar aan hem. Denkt u dat
dit de ware is?" Radeloze epistels:
„Ik vraag me af ok ik normaal ben:
hy heeft me omhelsd en het deed
me niets. Gelooft u dat ik frigide
ben?" Pathetische briefjes: „Myn
moeder zegt dat je op je veertiende
niet verliefd kunt zyn. Toch zweer
ik u dat ik hartstochteiyk van hem
houd en dat ik. daar ben ik zeker
van, nooit meer op deze manier zal
liefhebben". Meisjes tussen vyftien
en twintig schryven: „Ik heb aan
sterven gedacht, maar daartoe heb ik
de moed niet. Toch wil ik niet verder
leven als hy met myn vriendin uit
gaat." Soms, zegt Menie Gregoire,
schryven schoolmeisjes wel eens over
hun school. Maar dan gaat het al-
tyd weer over een jongen op die
school, die naar hen kykt op met
I hen oploopt.