Steeds stijgende belangstelling voor Mondriaans werk Curieus monument Wanneer oud? De schilder P. C. Mondriaan. Foto uit zijn Gooise tijd. n Jet was op 1 februari 1969 vijfentwintig jaar geleden dat in het Murray Hill Hospital in New York Pieter Comelis Mondriaan overleed. Een longontsteking maakte een rinde aan zijn 72-jarige leven. Na Rembrandt en Van Gogh was hij onze grootste 'er! childer. \f. Terwijl Mondriaan in de Paryse Orangerie des 'cruileries met een retrospectieve wordt „gereha- liliteerd" op Franse bodem, dichtte het Haagse Jemeentemuseum een kwart eeuw na de dood an de schilder twee belangrijke lacunes in zyn tel) oorbeeldige Mondriaanverzameling met de aan- i. oop van een stuk uit de Engelse periode (com- iu.K>sitie met roos), terwijl men optie heeft op een ',el" opwerk uit de Amerikaanse tijd (New York ütyl). )at laatste doek is aanvankelijk als bruikleen ge- raden. Dat de eigenaresse, de Sydney Janis Gal- fry en de gemeente Den Haag uiteindelijk tot transactie zullen komen, lijkt een kwestie van Zoals het invullen van de nog blanco pagi- ta's van Mondriaans biografie een zaak van lan dje adem is. Michel Seuphor, één van de belang- irt (jkste inlichtingenbronnen zwijgt over gebeurte- hti issen, die naar zyn mening een te persoonlijk arakter dragen. Sal Slijper, Mondriaans voor- .1 aamste verzamelaar en bruikleengever aan het laags Gemeentemuseum, is ook al niet mede nel eelzaam. Mappen vol interessante corresponden- ie blijven gesloten. Uit piëteit. De vriendschap- en met de schilder moeten niet alleen hecht, laar geestelijk ook heel waardevol zijn geweest. pederlands leren Toch zijn met speurzin nog heel wat „gaatjes" vv' e dichten. Prof. dr. Robert Welsh, de Ameri- aanse Mondriaandeskundige, leerde Nederlands .j m zijn onderzoekingen vruchtbaarder te maken, zwierf van boerderij tot boerderij langs de oorden van het Gein waar Mondriaan in de vroe- tijd veel werkte om uit vraaggesprekjes met lude bewoners nieuwe feiten te vinden. In het tomburgsche badnieuws van 12 september 1908 pitte Welsh een berichtje op over de aankomst ade schilder in het badplaatsje. Ook in het looi, waar Mondriaan tijdens de eerste wereld- orlog verbleef, zou dergelijk feitenmateriaal nog ajjj el uit overlevering te bemachtigen zyn. Dat kost vrj eel moeite en tijd. Bovendien is er haast bij, ant de handvol getuigen hebben het eeuwige le- m| en niet. maar vooral internationaal befaamd restaurateur van „De Styl"-werken in het algemeen, maar van Mondriaans in hét bijzonder. In de koele heldere ruimte van het gemeentelijk restauratie atelier is Minderman na lang aandringen zelf aan het woord: „Wij zyn veel aan De Stijl verplicht. Als er wat aan is. komt het hier terecht. Be langrijk of niet, we zijn verplicht het zo netjes mogelijk in orde te brengen. Er zyn veel Mon driaans. Een onvoorstelbare werklust had die man. Knappe schilder. Verschrikkelijk knap. Laag over laag. Grote verschillen in kleurklank. Maai er zijn ruïnes bij. Verschrikkelijk wat we hier soms krijgen. Zo verwaarloosd. Die verdoeken we of als het kartons zijn, pellen we ze van achteren af en gaat het schilderij op Engels board. De barsten worden gedicht met stopsel en daarna overschilderd met ouderwetse zelfgewreven olie verf. Dat is een grote verantwoordelijkheid. Maar wij voelen hier voor Mondriaan. Waar ze ook vandaan komen. Als we zo'n schilderij krijgen, hangen we het eerst een tijdje op. We gaan er mee leven. Tot we een idee krijgen. Er is geen vast recept. Elk schilderij heeft een eigen norm, een eigen bestaan. We praten er veel over en tenslotte hebben we door hoe we het het beste kunnen doen. TNO - onderzoek Met het geel is het altijd gedonder. Waarschijn lijk een fout bindmiddel. Het geel in de Mon driaans is vaak erg kapot. Het verpoeiert ge woon, het bindmiddel verstoft. Ik zal dat toch eens door het TNO laten onderzoeken. Mondriaan is nu actueel en duur. Maar hij is verwaarloosd. We moeten zuinig op hem zijn. Het is nog geen vijftien jaar geleden dat zijn vroege werken nog geen honderd gulden op de veiling deden". Wie vindt hij groter. Mondriaan of Bart van der Leek? Frappant Museumdirecteur Wijsenbeek zag de belangstel ling voor Mondriaan in zijn museum sty gen van 15.000 in 1955 tot 50.000 in 1966. .Mondriaan ligt Vriend De makelaar-verzamelaar Slijper (85) bezit twee- londerd werken, studies en tekeningen van zyn 'rij' friend. Pie was Mondriaan vragen we. Slijper: „Een stille man, een fijne kerel, één van ie nobelste mensen, die ik in myn leven heb ""•jmtmoet". ap" n het Larense pension waar hy Mondriaan Jacht te ontmoeten, zag hy het eerste abstracte 'li" Khilderij van zijn leven. Het was een Mondriaan. JDat zal ik wel nooit kunnen waarderen. Ik zag iet niet anders dan de knop aan de deur. Na een week of. zes van onopzettelijke confrontatie niet het werk, ging er toch iets in mijn visie veranderen. Toch wist ik toen nog niet of het mooi was, of ik er iets voor voelde", aldus de beer Slijper, die kort daarna kocht en bleef ko pen. De binding met het oeuvre was zó sterk Jat hij later bij een beslissende transactie zyn boerderij de mooiste van Blaricum verkocht om te ontkomen aan de verkoop van een Mon driaan aan mevrouw Kröller Müller die een bod tan vijfduizend gulden had gedaan. Slijper: „De hele wereld zei, dat is een bevlie- {ing. Die schilderijen dalen even hard in prijs als ie gestegen zijn. Maar ik heb altijd het volste ver trouwen in de kunstenaar gehad" Mondriaan was even eenvoudig als bescheiden. Meermalen is hij uitgenodigd om in de kunstzaal tan hotel Hamdorff te Laren te exposeren. Zijn ttcuus luidde steevast: „Dat is nu toch jammer. Ik heb net niets klaar". Hij gebruikte een leu- jentje om de anderen niet in verlegenheid te brengen. Daarvoor was hij te gentle", zegt Sal Slijper. Volgens hem zou de wereld er anders hebben uitgezien als Mondriaan niet geleefd had. Op persoonlijke vragen geeft de heer Slijper een ontwijkend antwoord. Mondriaan, zijn levenswerk ttspecteert hij tot in de dood. De brievenmap blijft gesloten als een safe. Ruïnes en sL Tot de beste postume kennissen van Mondriaan behoren ongetwijfeld Haags Gemeentemuseumdi recteur L. J. F. Wijsenbeek (56) en Willem Min- 't«!- derman (58), zelf schilder/graficus, leraar aan de Koninklijke Academie, adviseur van het museum, Restaurateur Willem Minderman. ons wel. Alle protestantse landen trouwens. In uitgesproken katholieke landen krijgt hy geen poot aan de grond. Geen Fransman kocht hem. Ook de staat niet. 't Ligt de Fransen doodeen voudig niet. Het gaat ze te ver, het is te calvinis tisch. De jongere Fransen zyn het nu gaan zien. Die hebben gezorgd voor zijn eerste expositie in Frankrijk, maar veel publiek zal er niet komen. Boeken over Mondriaan doen het er ook niet. Duitsland is ook frappant. Keulen en Hamburg zeuren maar bij me om een Mondriaanexpositie München niet. Het is een gevoelskwestie. Voor de Amerikanen is hij één van de grote meesters Jammer dat zij hem zo duur hebben gemaakt. Ja. Mondriaan is onze specialiteit. We brengen hem hier groot opgemaakt Ik ben blij dat te kunnen doen". Wie is volgens u de grootste. Van der Leek of Mondriaan? „Van der Leek is de wegbereider. Ik heb eena een woedende brief van hem gehad, waarin hij. het eerste recht op deze stijl" claimt. Mondriaan zou het bij hem op het atelier gezien hebben, zo schrijft hij". Uw Mondriaancollectle is een bruikleen van Slij per. Zal de collectie ooit eigendom worden? „Weet u het?" kaatst de heer Wijsenbeek terug. Wat studeerde deze museumdirecteur? „Rechten volgens traditie, daarna kunstgeschiedenis uit lief de". Hij groeide op met een Mondriaan aan de muur. .Mijn moeder was een leerlinge van Brem- mer. Bij het bombardement van Rotterdam is al les vernield. We hadden ook Van der Leek. Mijn vader verzamelde oude kunst. „Delft" en zo". Verzamelaar en vriend Sal Slijper. .Moeilijk hoor. Van der Leek is de wegbereider. Ook een enorme man. Een kolossale ruimheid, ge weldige gerichtheid en besef. Nee, Van der Leek is toch eigenlijk wel de man van de idee". In het atelier wordt hem een zojuist gearriveerde vroege Mondriaan voorgelegd. Feilloos door Min derman gedateerd op 1907. „Hij had zoveel mooie perioden". Bij Minderman thuis in de Haagse Banstraat hangen naast Thorn Prikkers, een Morandi en ook een Mondriaan, geschenk van dankbare verzamelaar Slijper. Jegens de man zonder wie Mondriaan niet zoveel mans zou zijn gewees.t. Maar dat geldt ook voor de Van Does- burgs, de Van der Lecks en Vilmos Huszar. Uniek in de wereld is zeer beslist dit monument, dat onlangs in het stadje Kronach, ten noorden van de Festspielstad Bayreuth, feestelijk werd onthuld. De beeldhouwer, die de originele plastiek ter herinnering aan een onlangs overleden volksdichter schiep, voorzag deze met alle typische attributen van de populaire poèet. Hij gaf de in steen gehomoen dichter een tabaksdoos in de handen, zoals deze die ook tijdens zijn leven altijd bij zich droeg. Een ieder, die voorbijwandelt, kan een snuifje nemen; het metalen kastje wordt steeds bijgevuld. In Kronach wonen nog vele mannen, die boven alles de voorkeur geven aan snuiftabak. Over ruim dertig jaar wonen in Neder land ongeveer zeventig procent meer bejaarden dan op het ogenblik, voor spelt de Nederlandse federatie voor be jaardenzorg in haar nieuwe brochure „Samenwerking in het plaatselijke be jaarden werk". Tijdens de laaste decennia is het aantal bejaar den sterk toegenomen: In 1930 vormde deze groep iets meer dan zes procent van de totale bevolking, in 1967 was het aantal bejaarden ge stegen tot bijna tien procent van de totale bevol king. En in het veelbesproken jaar 2000 zal Ne derland meer dan twee miljoen bejaarden tel len, hetgeen waarschijnlijk neerkomt op byna twaalf procent van de bevolking op dat moment. By de voorzieningen en activiteiten voor bejaar den, die met deze ontwikkeling zullen samen gaan. kunnen de bejaarden zelf een belangrijke actieve rol spelen, meent de federatie. Dat de bejaarden onvoldoende inspraak in het beleid hebben komt gedeeltelijk doordat deze groep zich nog te weinig realiseert dat onder hen „een groot potentieel aan mankracht, kennis en ervaring" braak ligt. Twee Engelse psychiaters zo leren we in ..Dia- konia" hebben genoeg gekregen van al dat geschrijf over de bejaarden en hun problemen. Daarom schreven ze er nog een artikel bij. Zy vinden namelijk dat het dwaas is iemand op 65-jarige leeftijd te pensioneren. Sommige men sen van die leeftijd zijn intellectueel actiever dan 25-jarigen, terwijl er 50-jarigen zijn, die „op" zijn. Hun remedie is: afschaffing van de verplichte pensionering op 65-jarige leeftijd en in plaats daarvan pensionering op verzoek, afhankelijk van de geestelijke en lichamelijke toestand van de betrokkene.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 9