EXPO '70 in Japan kost
acht miljard gulden
„DE HALLEN" uit
Parijs verdwenen
Toeristische
trekpleister
nu historie
THEMA
Ziekenliuis-hotel
Pannekoeken
ZATERDAG 22 MAART 1969
LD EXTR,\
^elfs met de plattegrond in de hand is
het onmogelijk de weg te vinden op het
terrein in Osaka, waar op 15 maart 1970
de wereldtentoonstelling Expo '70 zal
worden geopend. Het heuvellandschap
tussen Osaka en Kyoto is één grote brui
ne zandvlakte, waarin paaltjes de plaat
sen markeren waar straks de paviljoens
zullen verrijzen.
De Expo '70 bestaat nog slechts op papier en in
maquettes. Maar temidden van de bedrijvigheid
van bulldozers en af- en aanrijdende zandtrucks
hebben de Russen reeds het fundament gelegd
voor het indrukwekkende paviljoen van de Sow-
jet-Unie (kosten f 80.000.000) dat fel-rood geschil
derd en honderd meter hoog de dynamiek van
het socialistische land wil uitbeelden en tevens
Lenin wil eren, wiens honderdste geboortedag in
1970 wordt herdacht.
In de zandwoestijn zien wij bordjes met de
namen van Bulgarije, België en Australië. Op de
plaats, waar het Nederlandse paviljoen zal ver
rijzen een schepping van prof. Bakema
staat slechts een blauwgeverfd paaltje. In de da
gen, die ons nog van de openingsdag scheiden
zullen de 50 deelnemende landen 1500 miljoen
gulden investeren in deze zandvlakte voor bouw
en inrichting van de paviljoens. De Japanse re
gering heeft tezamen met de stad en de provincie
Osaka 500 miljoen gulden uitgetrokken om het
tentoonstellingsterrein aan te leggen en de eigen
Japanse paviljoens te bouwen. Om de 30 miljoen
bezoekers te verwerken, die in de zomer van 1970
worden verwacht, zijn ingrijpende voorzieningen
nodig aan spoorweg- en wegennetten. Deze open
bare werken vragen een uitgave van ruim zes
miljard gulden.
En zo kost de wereldtentoonstelling van 1970, nog
afgezien van wat particulieren zullen investeren,
een bedrag van 8000 miljoen gulden, hetgeen
neerkomt op vier miljoen gulden voor ieder uur,
dat de poort voor bezoekers is geopend. Daar
mee wordt de Expo '70 de duurste tentoonstel
ling, die ooit in de geschiedenis is gehouden.
„We hebben honderd jaar moeten wachten om
onze kans te grijpen, maar nu zullen we dan ook
goed voor de dag komen," grijnst Takeo Komatsu
van het tentoonstellingsbureau, die ons op de
bouwplaats rondleidt. Japan nam in 1867 voor
het eerst deel aan een wereldtentoonstelling, die
toen in Parijs werd gehouden. Onmiddellijk daar
op liet de Japanse regering weten in de naaste
toekomst een Expo in Japan te willen organise
ren. De plannen werden echter steeds gedwars
boomd door slechter wordende internationale toe
standen. Tot tweemaal toe moest een serieus
plan terzijde worden geschoven. Het eerste in het
begin van deze eeuw, het tweede in 1930, toen de
Het embleem van de wereldtentoonstel
ling in Osaka bestaat uit een gestileerd
bloempje van de kersebloesem, nationaal
symbool van Japan. De vijf blaadjes
symboliseren het hoofdthema van de
tentoonstelling: „vooruitgang en harmo
nie voor het mensdom" en de vier onder
geschikte thema's: „naar vollediger le
vensvreugde", „naar rijkere vruchten
van de natuur", „naar vollediger mecha
nisatie" en „naar een beter wederzijds
begrip".
wereldtentoonstelling was gedacht in het raam
van de herdenking van de troonsbestijging van
de eerste Japanse keizer, toen 2600 jaar geleden.
Eerste in Azië
De Expo '70 wordt de eerste wereldtentoonstel
ling in Azië. Als thema is gekozen „vooruitgang
en harmonie voor het mensdom." Het is met na
me de wens naar menselijke harmonie, die de
Japanners op basis van hun oosterse denken in
de tentoonstelling tot uitbeelding willen brengen.
Dit zal onder meer gebeuren in het centrum van
het terrein, de zogenaamde symboolzone, die met
een reusachtig dak van 260 bij 135 meter wordt
overdekt.
Niemand zal het de Japanners kwalijk nemen,
dat zij de Expo '70 zullen aangrijpen om zich ver
der op te trekken in de wereld. Immers, er is geen
ih
land, dat dit in het verleden niet heeft ged 1
Mr. Komatsu vertelt ons vol trots, dat Japai 118
1967 na de Verenigde Staten en Duitsland ojl
derde plaats stond als industrieland. In het
van de Expo wil het Duitsland hebben oï
troefd. Voorts wordt de wereldtenltoonsteli
dankbaar aangegrepen om de nationale lu(tel
vaartmaatschappij, Japan Air Lines, verder
hoog te stuwen in de wereldranglijst. In zés
tijds wist men van de twaalfde naar de acl
plaats op te dringen. In de komende zes ja
wil de J.A.L. uitgroeien tot een van de groo j
luchtvaartmaatschappijen in de wereld.
Nederland populair
De voorlopige schatting, dat de wereldtenW fe
stelling door 30 miljoen bezoekers zal worden* ie
zocht, is er ondermeer op gebaseerd, dat er
miljoen buitenlanders zullen komen oftewel W j"
maal zoveel buitenlanders als de Expo in M
treal heeft getrokken.
De overige 29 miljoen zyn dus dc Japanners!
en als wü de heer Komatsu geloven Is het I'
toonstellingsbestuur erg ingenomen met de k<C
van een Nederlands paviljoen. En wij willen W j
geloven, want als Nederlanders op bezoek In J
pan wordt men steeds geconfronteerd met I
respect, dat in Japan voor Nederland leeft. I«
Japans kind leert, dat de Nederlandse factorij j
het eilandje Decima bjj Nagasaki eeuwenlanf a
enige verbinding van Japan met Europa is 1
weest en dat het de Nederlanders waren die
Japanners in staat stelden zich te bekwamen tj
de westerse wetenschappen.
De belangstelling voor Nederland, die de Japs
ners hebben, kan zich uiten in een groter 11
aan het Nederlandse paviljoen dan ons land'
wereldtentoonstellingen gewend is geweest.
recht zal de historische band tussen beide land i
worden aangegrepen om de belangstelling van
bezoekers te wekken voor hetgeen Nederland
de twintigste eeuw de wereld heeft te bieden.
De eerste bezoekster hebben wü al gevonden,
heet Shinahiro, een lieve maiko in het befaaffl* 1
geisharestaurant Tsuruya in Kyoto, die
duldig leerde soesji met stokjes te eten. „Ik k® 1
dat de Nederlanders heel veel tulpen naar Osi
zullen brengen, want dat zyn de mooiste t'
die ik ken." We hebben het beloofd.
Met de Hallen verdwijnt ook de befaamde
en ontnuchterende uiensoep.
De verhuizing van de Hallen was de grootste
wüziging in het Parüse stadsbeeld sinds baron
Haussmann in de negentiende eeuw grote delen
van de lichtstad afbrak voor de aanleg van bou
levards en parken.
De verplaatsing was een probleem op zichzelf
waarover een hele braintrust van verkeers- en
andere experts de wyze hoofden sedert jaren
heeft gebroken.
Zeven eeuwen geleden
De geschiedenis van de Hallen bestrijkt een
tijdvak van een slordige acht eeuwen- en
Stockholm heeft een primeur op hotelgebied:
een „ziekenhuishotel," in te richten binnen de
muren van een nieuw kinderziekenhuis. Het is
(vertelt Hotel Revue) bedoeld voor de ouders
van de kleine patiënten. Tüdens en na de opera
tie van een kind kunnen de ouders ln dit hotel
logeren. In bepaalde gevallen mogen ze hun kind
zelf verzorgen en er toezicht op houden. Het
nieuwe kinderziekenhuis wordt zeer modern op
gezet; er zullen niet alleen artsen en verpleegsters
werken, maar ook onderwüzers, kleuterleidsters
en psychologen. Men vindt het spelen en het con
tact met de ouders een van de belangrykste facto
ren by het herstel van de kleine zieken.
In heel wat Nederlandse steden zyn tegen
woordig „pannekoekhuisjes" te vinden, maar het
is de vraag of er eentje bü is die het assorti
ment van een der Parüse pannekoekhuizen kan
overtreffen. Dat Parüse pannekoekhuis staat
(vertelt Marie France) aan de Avenue Frank
lin Roosevelt in de lichtstad en het serveert drie
endertig verschillende pannekoeken: met kip,
mosselen, kastanjepuree, likeur en nog tientallen
andere vullingen.
slordig is wel het ivoord. Lodewijk de zesde,
alias „de dikke," wees in de twaalfde eeuw
even buiten de toenmalige muren van de
stad de plaats aan waar „Le marche aux
légumes et aux herbes" (de groente- en
grasmarkt) zou worden gehouden: op het
kruispunt van de heirwegen die naar Saint-
Denis en de Foire du Lendit voerden.
De vorst toonde dus al begrip voor „decen
tralisatie" te hebben, en hij dacht Parijs
daarmee voor de eeuwigheid te hebben ge
diend. Maar na verloop van tijd had Parijs
die Hallen ook weer opgeslokt door zichzelf
steeds verder uit te breidenen zowel Napo
leon I als Napoleon III ontwierp ambi
tieuze plannen, die voor het grootste deel
nimmer werden uitgevoerd.
Ratten
De huidige twaalf gigantische hallen die voor een
deel zullen worden afgebroken (de Amerikanen
hebben al een miljoenenbod gedaan), ofwel een
bestemming als museum of theaterzaal te wach
ten staan, werden door architect Victor Baltard
getekend van de doden natuurlijk niets dan
goeds met het doel zo'n anderhalf miljoen
mensen van hun natjes maar vooral hun droogjes
te voorzien. Dat aantal is nu zeker vervüfvou-
digd, terwül iedere tüdgenoot zo ongeveer twin
tig keer méér groente en fruit pleegt te veror
beren dan zün voorzaat uit de vorige eeuw. Met
het gevolg derhalve, dat deze „buik van Parüs",
tot een wanstaltig orgaan is uitgedüd, dat ook
hygiënisch gesproken, al lang geen zinnebeeld
van frisheid meer was. Nergens tieren de rat
ten zo welig als tussen de etensresten, die hier
vooral in de zomermaanden aan de snelle ver
rotting worden prüs gegeven, en al tweemaal
vonden pestepidemieën hun bron in ditzelfde pit
toreske doch stinkende Hallenquartier.
Deze beesten zün thans op „hongerdieet" geko
men en om te voorkomen, dat ze de omliggen
de wüken zullen overstromen, is een leger van
honderdvijftig rattenvangers aan de slag gegaan
om dit ongedierte te vernietigen. Hiervoor wer
den de modernste verdelgingsmiddelen gebruikt.
Modern en efficiënt
Het schilderachtige van de Hallen heeft plaats
gemaakt voor modernisme en efficiëncy in Run-
gis.
Monsieur Libert Bou, een landbouwkundig inge-
en de grossiers, die er ook wat penningen in
hebben gestopt-, tenslotte het bagatel van zes
honderd en vüftien miljoen franken gekost. Maar
voor dat bedrag heeft Parüs dan nu ook een
marktcomplex waaraan zelfs New York niet
meer tippen kan, met- een centrale uitzichtsto
ren waar monsieur Bou zichzelf heeft geïnstal
leerd, een net van televisiezenders en ontvangers
waardoor vanaf ieder punt alle koersen gevolgd
kunnen worden, een eigen treinstation en een di
recte verbinding met de Parüse luchthaven Orly.
Plus dan nog zo'n zestigduizend vierkante meter
aan bureauruimten die in een perspectief van
^an het bestaan van de legendarische „Hallen", door de schrijver Zola „de buik van
Parijs" genoemd, is een eind gekomen. Deze toeristenmagneet met al zijn schilder
achtigheid, zijn grossiers en sjouwers, zijn clochards, publieke vrouwen, eethuisjes
waar de boemelstudenten en andere feestvierders tegen zessen in de morgen voor hun
befaamde en ontnuchterende uiensoep terecht konden, heeft de hoofdstad verlaten
en is overgeplant naar het twintig kilometer zuidelijker gelegen Rungis, dicht bij het
vliegveld Orly.
nieur, die al tien jaar geleden door de toenma
lige premier en huidige minister van Buiten
landse Zaken, Michel Debré, met de verwezen-
lüking van de nieuwe markthallen werd belast,
heeft zich eerst in vele buitenlandse steden, Dus-
seldorf. Philadelphia, Milaan, New York, uitvoe
rig op de hoogte gesteld, alvorens zün eigen
plannen op papier te zetten. Aan geld was er
voor één keer, eens geen gebrek en Rungis, dat
op de Parüse groei gebouwd is, heeft de staat
tien jaren ontworpen waren; maar nu al tot de
laatste stoel en schrüfmachine zün bezet.
De weerstanden om deze mijlpaal te bereiken
zün intussen niet gering geweest. Tot op het laat
ste moment hadden de Parüzenaars gemeend en
gevreesd dat ze wel tot in eeuwigheid van dagen
met hun buikkwaal zouden blüven zitten opge
scheept. De enkele dozünen groothandelaars die
onderling de prüzen van vlees, groenten en fruit
bepaalden om zo nooit zelf onder de conjunc
tuurschommelingen te hoeven lüden, waren mach
tiger geworden dan alle ministers bü elkaar en
hoe zou de staat hen zün wil dus ooit op kunnen
leggen?
Maar het is dan toch gelukt, al had het in 1965
nog maar net één haar en drie stemmen
gescheeld of de Parijse gemeenteraad zou op het
laatste moment nog een stok tussen de wielen
van het Ilallenplan gestoken hebben.
Toen ook dat obtakel genomen was, bleken de
meeste kroeg- en eethuisbazen nóg geen fiducie
in Rungis te hebben zodat ze zonder de markt,
de Hallen toch maar liever trouw wilden blüven.
De dametjes van de vlakte, die zich met ziel en
vooral lichaam aan het wel en wee van de men-
De clochards voelen zich voortaan n
meer thuis in het schilderachtige Halk
kwartier, dat nu tot het verleden behoort
selüke have der Hallen wüdden, hebben m
avonturierszin (noblesse oblige) gedemonstre
door hun bedrüf al wél naar Rungis over te pli
sen.
V erkeersproblemen
Alle leed is ondertussen, ook op korte term J
zeker nog niet geleden. En het zwaarste j j
bleem is dan wel, dat de transporteurs met
mastodonten om Parüs voor een hongersnood
kunnen blüven besparen, vanuit Rungis de zui
lijke autoroute zullen moeten berüden, die nu
verkeer al op geen stukken na meer verwer
kan. Alleen de werkelük ongeneeslüke optimls
schenken nog enig vertrouwen aan de belofte
de minister van wegenbouw die hoopt dat in
1971 Rungis door een eigen snelweg met Pi I
zal zün verbonden. Niettemin zal deze Pa
buiktransplantatie geboekstaafd blüven als
der historische wapenfeiten van het hedenda
urbanisme. 'lJ
ist
A