Kroniek van een verloren strijd tegen het nazidom Aardige verfilming van boek Ulysses MUZIEKCONCOURS LENTEFESTIVAL De maan sluipt mee JAAP HARTEN Formidabele film van Marat-Sade Deutschtum Waar je ook kijkt steeds meer mensen ontdekken Roxy 25. U blijft toch niet achter? Lente Is muziek om naar ie kijken Films in Leiden VRIJDAG 21 MAART 1969 LEIDSCIÏ DAGBLAD HILVERSUM (GPD) De vrijstaat Berlijn (op artistiek, erotisch en velerlei ander gebied) in het vooroorlogse Duits land. De strijd van de Duitse hoofdstad (in die tijd het Wal halla, véél meer dan Parijs dat was, voor alle creatieve kunste naars) tegen de fascistische „zuiveringsacties". De verloren kamp en „inlijving" van Berlijn in het totalitaire Edelgerma- nia van Hitier, Göbbels en Göring. Een onderwerp, dat indrin gend staat beschreven in Jaap Hartens „De getatoueerde lore- lei", welk boek ook in een Duitse vertaling zal verschijnen en waarop reeds bij onze oosterburen is gereageerd in de trant van „een verbijsterend rake kroniek uit een periode van de geschie denis van Berlijn, die nog door geen Duits auteur is be schreven". In Nederland zelf heeft dit boek ook sterk de aandacht getrokken en niet van*letterkundige critici alleen Waar velen zich over verbazen is. dat een 38-jarige auteur een brok uit het verleden heeft waargemaakt, dat hij zelf niet (bewust) moet heb ben ondergaan. Toen Berlijn de kamp begon tégen bruimhemd, kop pelriem en hakenkruis en deze ver loor. was Jaap Harten een kleine jongen. „Ik heb dit boek zo kunnen schrij ven. omdat het me in het bloed zat", regt Haiten. Hij woont in een com fortabel, recent opgeknapt Haags in de Indische buurt, op de rand van het bos, op de grens van stad en buiten. Jaap Harten (slank, sonore prettige stem, gemakkelijke prater)„Ik heb wel degelijk het ge voel dat ik die Cijd goed ken. Ik heb ook het gevoel dat ik ouder ben. dan ik ben. In zekere zin beschouw ilc mezelf van voor de oorlog". Vanwaar die preoccupatie met het Deutschtum? „Misschien komt dat wel. omdat wij vroeger thuis een Duits dienstmeisje hadden. Gertrud heette ze. Een aardig meisje hoor. waarop politiek niets viel aan te merken, maar ze vertikte het wel Hollands te praten. Van mijn twee de tot mijn negende jaar heb ik dus ook Duits gesproken, ben continu in aam-a king komen met het Deutsch tum. Volgens mij moeten ook vele mensen van mijn generatie onbe wust (misschien wel niet helemaal onbewust) een sterke invloed van de oorlogsjaren hebben ondergaan Ik bedoel er niet mee: als jongen leefde je tezamen met de vijand in een bezet land. Bepaald niet verve lend. Je had elke dag met een zeer Indringende werkelijkheid te maken, spannender dan het spannendste indianenboek. Het Deutschtum met al zijn barbaarsheid heeft mij enorm geïntrigeerd. Ik mocht natuurlijk niet van mijn ouders naar Duitse lilms, maar ik ging toch en ik ben er zeer door beïnvloed. Want er werden ook in die tijd indrukwek kende Duitse films gemaakt en al kijkende dacht ik niet aan politiek of propaganda, ik dacht alleen aaar: „Dit is groots!" Ik heb na m'n lyceumtijd jaren lang toneellessen gehad ,maar ben wch geen acteur geworden. Ja. waar om? Omdat ik van nature geen to neelspeler ben. Het gaat tegen mijn tard in de dingen binnen in me te verdraaien. Toen ik negentien was, ontdekte ik trouwens dat schrijven teel fijner was dan toneelspelen. Ik unbad wat men wel eens „de cul tuur van de stilte" noemt. Ik vond het heerlijk alleen te zijn met een blad papier. Scrijven is voor mij aantrekkelij ker omdat een creatieve kunstenaar ten diepere bewustzijnslaag raakt als ten recreatieve kunstenaar. Mijn start als auteur had overigens niets met het theater te maken. Het was poëzie, zeer introvert, ik-lyriek. Dat heb ik jaren volgehouden. Ik bemoei- I de me niet met het theater, poëzie was voor mij de hoogste vonn van artistieke uiting. Ik heb toen ook veel steun gehad van Roland Holst. Hij warmde onge vraagd vele uitgevers op voor mijn werk. Ik vind hem een zeer interes- santé man. Zijn korte proza-stukken hebben mtf. toen ik een puber was, duidelijk gemaakt wat de positie van de dichter is wat de dichter mag op eisen aan vrijheid voor zichzelf, j Later, toen lk zo'n vijf bundels ge- I dichten had gepubliceerd, waagde ik de sprong naar het proza. Ik had er ineens veel zin in en ik had het nog nooit gedaan. Het schrijven van mijn I eerste verhalen, het werken op een breder front dan de poëzie biedt, was ongelooflijk fijn. Een dichter is voor mij een magiër i pui- sang. Een prozaschrijver is een magiër, gekruist met een theater man. Zo is het theater, mijn eerste liefde, in het schrijven van mijn eer ste proza, weer opgedoken. Want wat doe je als je proza maakt? Je houdt je bezig met mensen, je maakt scènes 'zoals een toneel- of filmregisseur dat J doet. Het versohil is trouwens niet zo groot tussen een schrijver van pro za en een cineast. Tenminste niet bij mij. Nicolai van der Heyde belde my niet zo lang geleden op (we ken den elkaar niet), zei dat hij een I boek van mij had gelezen en beslist een film met mij wilde maken. „Je schrijft zo filmisch", zei hij tegen mij. Nou, dat plan gaat in de herfst werkelijkheid worden. Het wordt een Zweeds-Nederlandse co-produktie i Sorry, ik kan nog niet vertellen j waar het over gaat. van der Hey- I de en ik maken de film samen. Dat betekent dat hij in de technische zin van het woord de regie voert, maar ik schrijf het draaiboek en ben al tijd op de set aanwezig en heb daar bij veel meer in de melk te brokke len dan een scenarioschrijver nor maal heeft". Nog even de Curve van lyriek naar proza. „Die heb ik dus via mijn gedichtenbundel „Totempaal" (1966) mijn verhalen „Operatie Mon- tycoat" (1964) en mijn roman .De Getatoueerde Lorelei" (1968) be-] reikt. Er is namelijk iets. wat je de lyrische piek kan noemen. Als je die als dichter bereikt hebt, dan moet je ophouden, anders verval je in her halingen. Natuurlijk is het mogelijk om naar een nieuwe piek te groeien of (maar dat is zelden) je op je lyri sche piek (Gerrit Achterberg) te handhaven. Wat ik van prozaschrijvers zo fijn vind is de enorme response, die je hebt. Dat heb ik als dichter nooit gehad. Er gaat geen dag voorbij of er is een brief of een telefoontje. Fijn vind ik ook dat de radio (Wim Hazeu van de NCRV) en de televisie (NTS-scala) aandacht aan mij heb ben besteed". Zijn literaire voorkeuren. „Mijn favoriete dichter is Bloem. Zijn werk is strak en kaal. zonder enige franje of opklopperij, geen woord te veel. Ik vind dat hij en Nescio de grote figuren zijn jn onze letterkun de. Zij steken boven alles uir. Hun grootheid ligt in het beperkte. Zij willen slechts een enkel ding vast- Rlnrm Jaap Harten uiuciii brok verleden waar gemaakt leggen, maar dan ook voor enkele eeuwen. Tsjechow is een uitzondering op voor mij over de gehele linie (ver halen. romans, toneelstukken, brie ven» overeind is blijven staan. Zijn werk is direct, ontroerend, van alle tijden. (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) Opeens staat de natuur in lichterlaaie. Lente heet dat en de bleke winter wordt verbannen. Buiten, maar. hoe is dat binnen? Waarom laten we ook daar het voorjaar riet vrolijk zijn gang gaan? Het is zo gezellig. En makkelijk. N Sla de staalboeken van R&D maar open en kies een fleurig, kleurig behahg dat de winterse somberte van uw wanden verdrijft. Maak morgen nog een nieuw begin. Met behang van R&D. ziet u ons merk. Uw garantie! Rath Doodeheefver Vijf RlD-boeken boordevol ideeën om voo een huis uw thuis Ie mokee. LEIDEN De lente wende valt midden in het Leids studenten Lentefestivaldat in samenwer king met het Leids Academisch Kunstcentrum tot stand is geko men. Gisteren, in de Lakenhal, was de dag voor een muziekcon courst annex vertolking door de hoofdwinnaars van hun, ter be oordeling aan een jury, voorge speelde werken. Juryleden paren de H.H. Paul Niessing, Brandt en Holtkamp voor de pianisten, dr. J. v. d. Been, mej. dr. M. Veld- huyzen en de heer V. d. Putten voor de ensembles. Dat drie kwartiertjes verstreken voor er iets gebeurde is in de vici- tas academica niets sensationeels. Iets als een programma ontbrak, niet alle namen van betrokkenen raakten ons bekend, we houden het dus naamloos. Of de uitverkoren po- diumbestijgers representatief zijn voor het klassieke amateur-musice ren in de Civitas weten we niet, op- j vallend is dat niets van avantgarde speurbaar wasde activiteiten van het LAK wekken doorgaans de om- gekeerde indruk. Wat de uitvoerin- j gen betreft volgt hieronder een kor- te opsomming. 1M( Pianist no. 1 vergastte op een Bach-Partita, die een bundeling van positieve kwaliteiten vertoonde, terwijl een derde stuk hypervirtuose mogelijkheden demonstreerde, die de amateurstatus te boven gaan. 2) In een Mozart-kwartet (fluit. 2 violen, cello) absorbeerde het spel van de fluitiste onafgebroken de aandacht door de sublieme toowvor- ming, door het parelend noot naast noot plaatsen, door de fijn-spirituele opvatting. 3) Het eerste deel van de hobo pianosonate van Poulenc ontnam de hoboïste de wenselijke vrijmoedig heid, maar na geleidelijke bedwin ging van de overmannende virtuosi teit lukte het kunnen stilstaan op een toon en werd bekroond spel toch evident. 4) Poulenc leek compositorisch een kleine jongen nadat drie klari netstukken van Stravinski hadden geklonken, twee op Bes-, een op Es- klarinet. 5) De pianist, die de cyclus Pa- pillons van Schumann uit de mouw wierp, is een muzikant om zijn ver- i mogen, te karakteriseren op een wijze waarbij de techniek hem een speelse dienares is. 6j Hekkesluiter werd het trio dat Schubert's Hirt auf dem Felsen ver- I klankte: piano, klarinet, sopraan. De sopraan is hier hoofdpersoon. Zij bleek een bijzonder gaaf zingende I vocaliste, begunstigd met een kun- stig ontwikkeld zangorgaan en een gezegend timbre. Kees Verhoef. CAMERA James Joyce een flinke tijd lang in het pu riteinse verdomhoekje gezeten. In een Engelse literatuurgids van 1953 kunnen we nog lezen dat: Joyce's briljante taalgevoel en Zijn pogingen om een nieu we romanvorm te scheppen be dorven worden door een voor keur voor de banale en wal gelijke kanten van zijn perso nages. De sexrevolutie heeft met zich meegebracht, dat men wat mak kelijk over Joyce is gaan den ken en het langzamerhand is doorgedrongen dat hij wel eens tot de paar belangrijkste schrij vers van de twintigste eeuw kon behoren. Zijn verdiensten voor de literatuur zijn niet ge ring. Hij was de eerste schrij ver die Freuds theorieën conse quent toepaste door niet uit te gaan van het bewustzijn van zijn karakters maar dat liet be palen door hun onderbewuste Hijzelf noemde dat de „stream of consciounsness' en de ..in terior, monologue". Dat bij deze wijze van werken veel rommel naar boven kwam lijkt niet te vermijden. De Nederlandse filmkeuring is zo fijntjes geweest dat te be grijpen en heeft Joseph Stricks en De Walter Reades verfil ming van Joyces Ulysses (op het eerste gezicht) onverkort doorgelaten Drieletterwoorden vindt men keurig in een Nederlandse vertaling op het witte doek terug en ook de wil de dromen van de hoofdperso nages schijnen heel te zijn ge laten. Om die wilde dromen gaat het in feite in Ulysses waar drie burgers van een tijdloos Dublin voor ons treden. Het zijn de Joodse advertentieacqui siteur mr. Boom. de aantrekke lijke mevrouw Molly Bloom en de onderwijzer-dichter Stephen Dedalus. De eerste twee sukke len met hetzelfde probleem sinds de dood van hun enige acht maanden oude zoontje Rudy ligt de sexualiteit tussen beiden aan puin. Meneer Bloom is daardoor een wat steriel gefrustreerd mannetje geworden maar bij mevrouw Bloom staat het alle maal op barsten. Met onderwijzer-dichter Ste phen Dedalus ligt het wat moei lijker. Net als in A portrait of the artist as a young man (1916) is Stephen Dedalus Joy ce zelf d.i. een niet-katholieke onbegrepen jonge Ier die heen en weer geworpen wordt tussen rationaliteit en emotionaliteit. De film Ulysses is natuur lijk niet geworden wat het boek is. De verfilming van meesterwerken uit de literatuur heeft altijd al moeilijk gele gen (Who's afraid of Virginia Woolf, Zjiwago. enkele dingen van Shakespeare). Toch moet gezegd worden dat Strick en De Walter Ready het hem aardig geflikt hebben. Het boek Ulysses (waar Joyce zestien jaar over schreef) is als verhaal niet al leen bijna integraal doorgeko men maar ook zijn de lan ge monologen suggestief gevisua liseerd. Behalve aan het came rawerk (waaiwoor duidelijk wat graantjes van Godard meegepikt zijn je zou ook kunnen zeg gen dat Godard de Joyce van de film is) ligt dat aan de voor treffelijke rolverdeling waar voor uitsluitend van Ieren ge bruikt is gemaakt. Maurice Roe- ves (Stephen), mr. Bloom <Mi- lo O'Shea en Molly Bloom (Barbara Jefford» zijn echte Ieren die zo zouden zijn kun nen weggelopen uit een stuk van Sean O'Casey, een gedicht van W. B. Yeats of een boek van Joyce. STUDIO Peter Brooks heeft gezorgd voor een formi dabele verfilming van het to neelstuk van Peter Weiss: Ma- rat- Sade. Of liever om de titel even volledig voor het voetlicht te halen: de vervolging van en de moord op Jan-Paul Marat opgevoerd door de verpleegden van het krankzinnigengesticht van Charenton onder leiding van de markies De Sade. Histo risch is het inderdaad juist, dat de markies De Sade in het be gin van de 19de eeuw opgeslo ten im 'n krankzinnigengesticht eticht met andere verpleegden toneeluitvoeringen tot stand bracht, die bezocht werden door de groten van het Napoleon tische rijk; eep soort society- vermaak dus. Weiss heeft vanuit dit gege ven een boeiend stuk gemaakt, waarin hij twee revolutionaire geesten, de volkstribuun Marat hoofdfiguur uit de woelige dagen van de Franse Revolutie en de tegen normen storm lopende markies De Sade tegen over elkaar stelt. Zij stridden een verbitterd gevecht om en over datgene wat de mensen drijft. Gezien de figuren geen opwekkend stuk. gezien de en tourage evenmin. De raznede bekelmming die van het stuk uitgaan wordt wel onderbroken door Weiss gebruik van musical-effecten .maar niet verbroken. Men kan tegen deze film slechts één bezwaar heb ben: dat het verfilmd toneel bluft Voor het overige heeft Brooks een magistraal gebruik van het bijzondere materiaal dat hij in handen had. The Royal Shakes peare Company. De nette opvoe ring die de Haagse comedie in dertijd van dit stuk gaf met Ko van Dijk en Max Croiset, ver bleekt volkomen bij het tomelo ze geweld en de razendknappe vertolkingen van de Britten. In de hoofdrollen Patrick Magee als een grootse markies en Ian Richardson als de gedreven Ma- Ian Richardson rechts en Michael Williams in Ma rat-Sade. rat. Van de vele bijrollen moe ten genoemd worden Michael Williams als een soort, explica teur en Glenda Jackson als een zeer fraaie Charlotte Corday. Derde week LIDO Leiden blijkt niet ge noeg te kunnen krijgen van de Franse komiek Louis de Funès. Voor de derde week kimt u hem in „Op Vrijersvoeten" zien in zijn creatie van Franse gendar me in Sant Tropez. Eén van Molly Blooms dromen: een verhouding met dichter-onderwijzer Stephen Dedalus, Barbara Jefford en Maurice Roeves. Via Erotica REX Aan het slot van de film Via Erotica komt de re gisseur ons op het witte doek nog even vertellen wat precies de beweegredenen zun geweest om deze film te maken. „We hebben zoveel naakt in deze film gedaan, dat hij wel nooit op de televisie zal worden uitge zonden. Met zulke films kunnen we tenminste concurreren. Bo vendien wilden we er zo veel mogelijk geld aan verdie nen". Het is tenminste een eerlij ker antwoord dan zich te ver schuilen achter een of andere culturele missie. De film mist Iedere vorm van raffinenment en de „plot" is uiterst zwak. Een lui schrijver krijgt op dracht om een filmscenario te schrijven bestaande uit zes epi soden met de sex als hoofdmo tief. De ene keer zijn het halfont- klede meisjes, die zioh laten filmen om carrière te maken en een andere keer is het een stei gerbouwer, die al glurend een striptease gadeslaat. Het sex sextet wordt gecompleteerd met een zenuwpatiënt, die alle vrou wen naakt ziet, een topless show, een schilder in witte jas die voor „dokter" speelt en een meisje dat een belastingambte naar probeert te verleiden. Voor sommige bezoekers was het wat teveel van het. goede. Ze gaven voortijdig de sex-pijp aan Maarten. illlllllllllilUlilllllllllllllilllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllll niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Inga, ja ik wil LIDO Nederlandse cineas ten worden nog wel eens verge leken met hun Zweedse collega's. Een vergelijking, wel ke prompt in het nadeel van onze landgenoten uitvalt, want onvermijdelijk komen namen als Bergman. Zetterling, Sjö- man op de proppen. Maar ook in Zweden kunnen ze zeer mid delmatige films maken, getuige het produkt. dat Joseph W. Sar- no ons deze week in het thea ter aan de Steenstraat voor zette. Een weduwe die zich met hart en ziel heeft verslingerd aan een jongere klaplopen de schrijver moet het in de lief de afleggen tegen een nichtje, dat een passender leeftijd en nog onbeduimelde charme in het geweer kan brengen. Een veel gebruikt thema, dat op een vrij onhandige wijze in beeld wordt gebracht. Het werkje onthult talrijke onvolwassenhe den, zoals b. v.de gedachte, dat pikante plaatjes gebrek aan kwaliteit kunnen verdoezelen. TRIANON Een huivering wekkende spanning houdt de toeschouwer van deze opmer kelijke kleurenfilm gevangen, als de blanke verkenner Sam Varner (niemand minder dan Gregory Peck) en het bloeddor stige Apachen-opperhoofd Sal- vaje een strijd op leven en dood voeren om het bezit van een acht-jarige jongen. Die jongen hij heeft nog niet eens een naam is het kind van Sal- vaje en een blank meisje, de enig overgeblevene na Salvajea wrede moord op het gezin Car ver. Sarah Carvers gezicht is getekend door het lijden tijdens haar tienjarig verblijf onder de Indianen. En als zij tenslotte met haar zoontje bevrijd wordt is haar ellende nog niet ten ein de: Salvaje achtervolgt het drie tal dat rust gevonden dacht te hebben op een ranch in een uit hoek van Nieuw-Mexico. Maar Salvaje, die het kind wil te rughebben, moet tenslotte het onderspit delven tegen Sam Vamer, die vastbesloten is moe der en kind te besohermen en een einde te maken aan Salva- je's moordpartijen. Regisseur Robert Mulligan is er volledig in geslaagd de wurgende span- GREGORY PECK nmg in dit duel Sams helpers ontvallen hem de een na de an der op meeslepende wijze uit te beelden. Men voelt zich tenvolle verplaatst in de sfeer van dit drama, dat zich afspeelt temidden van een indrukwek kend brok natuur. Stuk voor stuk zijn het échte mensen, die hier de strijd hebben aangebon den: de door het lot geteisterde Sarah, de zwijgende jongen, de vastberaden Sam. De film komt wat traag op gang, maar de snel groeiende spanning en vooral de keiharde worsteling tussen twee geroutineerde woud lopers aan het slot is waarlijk groots. Een zeer bijzondere film

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 21