PUNCH", bedeesde itlaatklep loor typisch ingelse humor Het Brabantse inspecteurtje en het Leidse blondje Verjongiugs- kuur ngelukkige oetgauger Een vermakelijke historie uit het Leiden van 1907 710 doorslaggevend bewijs dat de Britten een werkelijk groot volk zijn, groot in de fcerlijke betekenis van het woord, is hun onuitputtelijke zelfspot, hoe wrang soms '"2 [1 sinds het begin van de Victoriaanse tijd is dan ook het grapjassende Punch, een ijk Brits instituut, het lijfblad van allen, die de typische Engelse humor kunnen reren, hoewel de tegenwoordige opstandige generatie natuurlijk zweert bij het en niemand ontziende „Private Eye", volgepakt met politieke en maar al te rulgaire satire. Wilde uitspattingen zyn van Punch niet te ver wachten. Want in wezen is Punch een serieus blad me<t een hoge literaire standaard en een uit laatklep voor bedeesde geestigheden. Van een hoofdredacteur wordt dan ook met kenmerkende Engelse terughoudendheid verwacht dat hij een niet al te grote zin voor humor bezit, want hij moet. ondanks alle vooruitstrevendheid, de oude traditie hooghouden en er beslist geen kolderblad van maken, dat de getrouwe fijnproevers en spe ciaal de deftige heren in hun club op de vlucht zou jagen. Davis heeft verklaard dat. hij verzot is op droge grapjes, die slechts langzaam tot de lezer door dringen en hoogstens een glimlach verwekken! De nieuwe Punch heeft ook plaats ingeruimd voor buitenlandse humor In zijn eigen politieke pren ten is het blad echter nog altijd zwak en kan het niet op tegen de dagbladen- In een zijslopje van Fleet-street, het Londense krantencentrum, staat met frisse roodbakstenen gevel de tempel van de humor waar wekelijks Punch wordt bereid. Ja. de naam heeft wel de gelijk iets met een wijngroc te maken. De eerste hoofdredacteur was Mark Lemon "citroen» en toen men peinsde over de titel voor het blad. dat geïnspireerd was door het Parijse Charivari beroemd om zijn scherpe karikaturen van Ho- noré Daumier riep iemand met verwijzing naar Lemon uit, dat er geen betere naam was Sharif en Barbra Streisand: kunst- ont: tres zijn beter dan de andere slappe ïwb t en dan Punch, een prachtige woordspeling overigens, want Punch is natuurlijk ook de Engelse Jan Klaassen, die tot voor kort op de omslag prijkte De legende wil dat er bij .Punch" twee redactie kamers zijn, één waaruit een daverend gelach op stijgt, nl. waar de moppen worden bedacht en de andere waar een doodse stdlte heerst. Daar zit ten met uitgestreken gezichten en vast opeenge klemde lippen de moppen-keurders Hoe het ook zij, het belangrijkste meubelstuk in deze lachfabriek is „de tafel", waar omheen direc tie en redactie wekelijks lunchen. Tijdens die maaltijd wordt de belangrijkste politieke prent van de volgende week besproken. Dit is misschien de reden dat Punch met die plaat vaak een beetje achteraan hinkt, omdat het erg moeilijk is de politieke situatie zolang van te voren te doorgronden. Allen die het voorrecht hebben zich om „de tafel" te mogen scharen, krassen in het blad daarvan hun initialen. De enige vreemden die ooit aan „de tafel" hebben mogen aanzitten zijn Mark Twain, Giovannetti, de hertog van Edinburgh en James Thurber- De gebonden jaargangen van Punch, waaraan zoveel beroemde schrijvers, politici en kunste naars hebben meegewerkt, vormen een waarde- Punch, de Engelse Jan Klaassen. volle spiegel van de Britse samenleving sinds het midden van de vorige eeuw. Punch droeg jaren lang een polemisch karakter en voerde allerlei campagnes, echter met weinig succes, zodat het tenslotte besloot- maar liever de grote controver ses van het ogenblik uit de weg te gaan. Een van de meest gevierde leiders van het blad was E. V. Knox, die van 1932 tot 1949 „regeerde", Punch ontdeed van de uit het- verleden geërfde pompositeit, de onderschriften bij de plaatjes ver kortte en de kunstkritieken uitbreidde. Punch is nog altijd een betrouwbare gids op het gebied van toneel en film. Kort voor de oorlog waaide de minder logisch® pictoriale humor uit Amerika naar Punch over. Gedurende de tweede wereldoorlog bereikte het blad zyn grootste oplaag. Met zijn wekelijkse wis selende kleurige omslagen en zijn pittige inhoud, inclusief foto-humor, zal Punch met zijn won derlijk Brits aanpassingsvermogen zich tegenover zijn lichtzinniger concurrenten ongetwijfeld staande houden. daarom kon een hoognodige opkikke- t-tërfc het bejaarde en gezapige Punch, met k es die nog vaak aan de tijd van onze tmoeder herinnerden en wiens voornaam- jJJJ scheen te zijn in dokterswachtkamers ze- ries. kalmeren, niet uitblijven aki kele weken heeft het blad onder leiding nieuwe hoofdredacteur, William Davis en van de „Guardian", waar hij chef- was een belangrijke verjongingskuur i. Hoewel Punch in 1841 werd opgericht. Echts de tiende hoofdredacteur. Want bij leds I het zó gezellig, dat niemand er weg wil. eft de spinnewebben, die in allerlei hoek- grïJj het oude Punch hingen, weggebezemd en Zn h aanzienlijk verbeterd. Hij zorgt vooral iüa uaiiteit en heeft een groot aantal be- 51^|crnalisten en andere medewerkers inge- die zich over leutige en ernstige onder- ïeerlijk kunnen laten gaan, zonder ech- jd-lollig te zijn en zonder de beschaafde Ihetblad aan te tasten. er Braziliaanse industriestad Sao is de voetganger er ongelukkig toe. Hij wordt er veelal beschouwd in verkeersbelemmering, die de e doorstroom van het verkeer be- t officiële standpunt van het hoofd van jbftre veiligheid" in Sao Paulo en het te van duizenden automobilisten, die El genoegen op de „belemmeringen" in- i) te zien hoe dicht zij hen kunnen na- °der hun wagens te beschadigen. Kort »eeft het hoofd van „openbare veiligheid" t feirelles. de verkeerspolitie opdracht ge- da Be activiteit van voetgangers, die de vrije van het verkeer op de openbare nj bemoeilijken, te onderdrukken". in deze lastgeving niet alleen om de overstekende voetganger, maar de order ev«is met name voetgangers, die voor een voor liefdadige doeleinden auto-be- tenklampen die voor een rood licht 'pen. Ook is het uit met het wassen item door haveloos geklede jongetjes, stuiver willen verdienen. Sandwichman ten, muzikanten en dragers van tien zijn wild waarop de automobilis ten jagen. Knappe meisjes, die geacht 'leid te zijn als ze worden gefloten, bijna in de goot tuimelen, zyn ook niet "voor de snelheidsmaniakken. lews, die halsbrekende toeren ver- zo snel mogelyk van de ene kant lad naar de andere te komen, juichten "len maatregel luidkeels toe. Ze achtten Kkomen om er eindelijk eens iets aan 0|ndat de voetgangers zó talrijk werden, nergens heen konden rijden zonder de rben versperd te zien. En de voetgangers £j die achten zich al gelukkig als ze met «5 Jeten het verkeer in Sao Paulo weer een b® overleefd! kW JjJef gebeurde in het jaar 1907. Neeltje was 'n aardige, vlotte, mollige meid van 18 jaar. Haar ouders hadden een water- en vuurnering, verkochten daarin vuurmakers1turf en „peterolie", 'n druk beklant buurtwinkeltje aan de Van der Werffstraat, terwijl Neeltje-zèlf dag dienstbode was bij „juffrouw"2) Dierks, wier man aan de Haarlemmerstraat tus sen de Bakkerssteeg 3) en de Hoogland.se- kerksteeg. een grote galanteriewinkel had met een keur van snuisterijen. gewapende macht" had toch méér aantrek kingskracht en speciaal de huzaren, die thuis hoorden in de Doelenkazerne, die óók aan de zaterdagavondtippel op de Haarlemmerstraat enthousiast mee deden! Die „schneidige" huzaren met hun fraaie nauwsluitende blauwe attila met rode bran- denbourgs over de borst en de glimmend ge poetste hóge laarzen Zo gebeurde het dat Neeltje en Mietje wer den aangeklampt door twee jongens van het „paardevolk", waarmee ze eerst wat bleven staan kletsen en lachend stoeien tot Mietje met „haar" huzaar rechts afsloeg bij de Turfmarkt en de Oude Singel en Neeltje al dra geèrmd door de Paardesteeg <de huidige Prinsessekade i en links-om. de avond-verla ten Apothekersdyk en de Stille RUn lang zaam opliep. Wel bleven ze dan even staan praten bij 't Volkshuis „van juffrouw Knappert" met een paar vriendinnen van Neeltje, die daar een cursus-breien en stoppen volgden, maar al gauw zochten zij samen weer de eenzaam heid, heen en weer lopend, tot zy ten slotte op de Haarlemmerstraat bij de Mare terug kwamen daar Neeltje om 10 uur thuis moest zijn „want anders kryg ik op m'n falie van m'n vader!" Al gauw werd de huzaar Gradus in de ko mende weken de vaste (nu ja.... „vaste"??» vrijer van Neeltje, zodat er een meer in tieme verhouding ontstond. Nadat Neeltje 's avonds om 7 uur haar jongen aan de ka zerne opwachtte, liep het paartje st-yf-ge armd langs de stille Doelengracht, door de Doelensteeg de doorgang naar de singel was er toen nog lang niet en vervolgens langs 't Rapenburg, de in de avond „uitge storven" Kaiserstraat. Witte Singel en Jan van Goyenkade naar het verlaten jaagpad langs de Vliet, om daar op de door struik gewas gecamoufleerde berm „uit t« rusten". Doch Neeltje kwam „vanavond" niét thuis! Ook de volgende dag niet. zodat haar va der een schone boezeroen aantrok en naar het politiebureau aan de Breestraat ging om de medewerking van de politie in te roepen, met gevolg dat er aan alle politiebureaus in den lande een „verzoek tot opsporing, aan houding en voorgeleiding van de minderjarige Cornelia Nooteboom", vergezeld van haar signalement, werd uitgezonden. En ja hoor. het „verzoek" had resultaat: Neeltje werd met haar vrijer opgespoord in een obscuur logementje in een grote Bra bantse stad! Beiden gingen de cel (len!) in. Neeltje tot zij op transport zou worden gesteld, terwyl Gra dus „als verdacht van onttrekking van een minderjarige aan het ouderlyk gezag", in voorlopige hechtenis werd genomen Op transport Uit was 't met de pret. althans voor Gradus! Er ging een telefoontje naar de politie te En j|j gaat direct naar huis! Ik aai die meid zélf wel naar Lelden brengen!", brieste de verontwaardigde vader-commissaris! Zo gebeurde het: Neeltje werd afgeleverd aan haar ouders. Doch omdat zij van haar .juffrouw" géén „goede getuigen" kon kry- gen. ging zij, na door haar vader bont en blauw geranseld te zyn. nu maar met Mietje naar „het katoenfabriek"! Top - hit En Jèn? Natuurlijk werd hy meteen ont slagen uit zyn functie, hoewel „op verzoek van de ouders" de zaak door het Openbaar Ministerie werd geseponeerd. Gradus werd dan ook direct uit de voorlopige hechtenis ontslagen en Jan emigreerde enige weken later naar New York. waar hy in dienst trad by het beroemde internationale detective bureau Pinkerton De inwoners van de Brabantse stad waren de affaire al gauw te weten gekomen, te meer daar Jan-zèlf er lachend, helemaal géén geheim van had gemaakt. Integendeel! Gevlogen Aan de poort van de Doelenkazerne wacht te de blonde Neeltje haar dappere huzaar 's avonds op. 's Zaterdagsavonds dan was het „de" avond voor Neeltje. Dan nam zy, stijf-gearmd met haar vriendin Miet je, die „op het katoen- fabriek was", deel aan de „pantoffelparade" op de Haarlemmerstraat tussen de Jan Vos- sensteeg en de Turfmarkt, zodat haar „juf frouw" d'r niet kon zien. Dollend met de fa- brieksjongens, die zy bij tientallen kende, gierend van de pret! Maar tsja, dat waren burgerjongens en „de Tot na drie maanden de tijd was aange broken dat Gradus „uit dienst" kwam en naar z'n ouders, „boerenmensen", in Brabant zou terugkeren. En toén gebeurde het! Neeltje kón geen afscheid nemen van haar jongen, dus.op een morgen pakte ze stie- kum wat kleren by elkaar, leegde haar spaarpotje enverdween met Gradus naar Brabant De loopjongen uit de galanteriewinkel kwam tegen de middag in opdracht eens horen waar Neeltje bleef. Evenwel konden de stomver wonderde ouders geen bescheid geven, daar zij vrijwel niets afwisten van Neeltjes „omgang" met haar huzaar: .Maar als ze vanavond thuis komt, dan zal ik haar!" brieste de va der. Leiden met de mededeling dat Neeltje „mór gen op transport zou worden gesteld' Nu had de Commissaris van die Brabantse stad een zoon Jan. een vlotte jonge kerel, die erg getapt was bij de gehele bevolking, maar vooral bij de jongeren. Hij was Inspecteur by zyn vader, dus.Jan werd de volgende morgen, in burgerkleding, met blonde Neel tje per dienstorder naar Leiden gestuurd, wat wel leuk was voor Jan, die de „maaskes" graag mocht! Zeker „je moet de kater niet op 't spek zetten", maar zover dacht Pa er niet over na! Doch toen er de derde dag een telefoontje uit Leiden kwam „waar Neeltje bleef?", kreeg Pa natuurlijk de schrik van zyn leven Hy kénde zyn zoontje, dus kort en goed: Pa ging er zélf op uit en snuffelde in Rotter dam de diverse logementen en kleine ho telletjes af enja hoor: in een daarvan vond hy „het liefdespaar"! Neeltje was blykbaar al gauw Gradus ver geten en gezwicht voor de charmeur Jan. een „heer" versus Gradus. „die toch maar een boerenkinkel was" Binnen enkele dagen stond het carnaval voor de deur, „agge maar leut het"zodat de „top-hit" dat jaar was: O. inspecteurtje wat heb je mij gedaan? Je ging met mij tiaar Rotterdam Maar 'k moest naar Leiden gaan Een variant op het bekende liedje van de molen aan de Zaan", voor de plaatselyke sensatie pasklaar gemaakt. En hoèü! 1/ Vuurmakershoutkrullen in hars ge drenkt en tot rechthoekige „pakjes" ge knoopt. 2/ Rondom de eeuwwisseling werd iedere dame uit de middenstand „juffrouw" genoemd, zelfs indien zij een gróte zaak had! 3/ Hoewel de officiële naam Pelikaan straat is. werd deze generaties-lang ..Bakkerssteeg" genoemd, ondanks de „échte" Bakkerssteeg. lopende vat. de Kaiserstraat naar de Vliet! DOLFSCHNAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 17