at ik n vrij man ben' Gekrioel in de isolatie k hou ervan te denken Mademoiselle: beeld van bitter isolement idereen ieft g fgen hel Dagboek van puber Ingetogen rol van Jeanne Moreau z'n Fighting Mack weer in ring Ik LElD^CtJ DAGBLAD i (Van onze correspondent) STERDAM (GPD) In 1966 werd literair Nederland op- kt do°r het roman-debuut van de Poolse Amerikaan Kosinski. „De geverfde vogel" ging als een wervelstorm ons rustige literaire wereldje. „Een schok van herken een confrontatie, een schuldgevoel", noemt Kosinski het 5 zijn jongste verblijf in Amsterdam. ijschrikkende omzwervingen van een zesjarig jongetje tijdens tig in Oost-Europa was veel lezers te machtig. Kosinski's beeld mens in de tweede wereldoorlog kwam als een vuistslag. Een itraat van gruwel, sadisme en onmenselijkheid. Ervaringen een nachtmerrie voorbijtrekken. Droog weergegeven door de an een niet-begrijpend kind, in de ik-vorm en zonder één en- Woog. Alleen om dit laatste punt was „De geverfde vogel" al erair unicum. zelf vindt weinig macabers aan zyn werk. ..Mis komt „De gevergde vogel" het macabere als je er van t dat de tweede wereldoorlog ewoon verschijnsel is. Maar oricus en socioloog zeg ik. een gewoon verschijnsel, een iat en dat zal het in de toe- V"raarschynlijk blijven. Voor die zyn de ervaringen van die normaal. Je vindt ze terug in •logservaringen. Natuurlijk is hel, maar zoals Sartre zegt: ide ander". 968 publiceert Kosinsk i een lybundel. Het zzijn over- naar aanleiding van roman „Steps". Een I De hel is de mogelijkheid ontsnappen aan anderen die I meer bewijzen dat je bent zien. De hel is ook de on- ïeid om alleen te zijn, om zien zoals je werkelijk bent", vult dat aan: „Er is een de realiteit en de wijze wij de realiteit willen zien. :ren de werkelijkheid te zien, ook het sterke verzet tegen verfde vogel" en „Stappen", ïptomatisch voor onze angst altijd denken dat ellende en bedoeld zijn voor iemand an deren er iets mee te maken En dit afwijzen van elke ieid, elke medeplichtigheid, dijk. Wij zijn medeplichtig verschrikking, waar ter we- Door te ontkennen dat wtf moordenaar gemeen of er bij betrokken zijn, ver- we ons meteen van het t. De verantwoordelijkheid rer doorgegeven aan iemand En dat is de werkelijke hel. leid. Het zijn de „stappen" ervaring", wordt Kosinski een soort on- „Maar het recht is on- dat bewijst de geschie- De mens die vandaag zijn ogen morgen worden gedwongen inen". een vraag naar mogelijke ver- lap met de schilderijen van Bosch of Goya of Dante's In- antwoordt Kosinski: „Ik zou raag geloven, want ik hou erg het werk van Jeroen Bosch, als de verwantschap er is, dan ie kant van de kijker en lezer, gthet verband Heeft het recht |n eigen hel. Ik heb de mijne ben bang (grinnikt) dat jij er een hebt". woord De Sade valt. Veel cri- ebruiken in hun onmacht om rerk te plaatsen de beruchte e markies. t denken van De Sade heeft ijn werk niets te maken. Het vaak verondersteld door de t Maar De Sade's visie is een fale, die pijn en marteling in peciale positie brengt. Het is reven, verwijderd van ieders ■agse) werkelijkheid. Het we reld van een boudoir en een kamer. Ik heb daar niets mee token. Die filosofie is grotesk, l*"assen, seniel en voor de kin- li Ik heb het gevoel dat het al- voor de kinderen is geweest, «museert me altijd als ik gecon- rerd wordt met vragen over standpunt tegenover De Sade. enige wreedheid van de we- die van De Sade was. zou dat regen zijn". hoeverre gaan Kosinski's ro- over eigen ervaringen, jeugd- toeringen? Il«s wat je schrijft heeft iets je leven te maken. Maar het 111 gepubliceerd als een roman. een verband is dan is het connectie die je zelf legt en dan 11 niets met 't boek te maken. »u er van te geloven dat het blijft bestaan, lang nadat ik *enen ben. Verbinding leggen 60 de schrijver en het boek Is hr. is roddel, is het bedenksel wn kolommenschrijver Het 1 staat op zichzelf. Als dat niet "ou zijn, dan zou er iets mis zijn het boek. Vanaf het moment dat roman publiceert ben je er- Bwcheiden. Je betaalt geen ali- Jtotie, er zijn geen kinderen, Je olets meer met elkaar te ma- TV-INTERVIEW De VPRO-tv zal morgen avond om vijf voor elf in een extra uitzending een gefilmd gesprek uitzenden bussen de Pools-Amerikaanse schrijver Jerzy Kosinski en Harry Mu- lisch. Aanleiding tot dit ingelas te programma is het feat, dat Kosinski onlangs is onderschei den met de belangrijkste literai re prijs van de Verenigde Sta ten: The American National Book Award. Kosinski, die elf jaar geleden van Polen naar de VS emi greerde heeft, deze prijs ontvan gen voor zijn roman „Steps". varingen van anderen in zijn verha len? „Myn inhoud is mijn verbeelding. En dat is net een oud pakhuis. Je hebt er allerlei dingen in opgeslagen. Dingen van Jezelf, uit Je eigen wo- j ning, dingen die je leende en niet te- ruggafdingen die niet opgehaald wer- 1 den. Het is een kerkhof van dingen. En je componeert er mee. De eigen domsrechten zyn niet meer te onder scheiden. Wat is van jezelf? Wat is van het avondblad? Wat behoort tot de werkelijkheid? Wat tot de droom? Ik weet het niet meer en ik geloof dat je het ook niet moet weten". Musical Louis Bunuel heeft er wel eens over gedacht „De geverfde vogel" te ver filmen. Waarom is het er nooit van gekomen? „Behalve van Bunuel heb ik nog zevenenveertig verzoeken tot verfil ming gehad. Maar ik kon me t boek niet als film voorstellen. Ik denk in woorden en zinnen, niet in beelden. Kosinski heeft een boek geschreven en geen film. Ze wilden er trouwens ook een musical van maken. Stel Je voor! En „Stappen" heeft nu al een entwintig filmaanzoeken gehad. Ik ben nu eenmaal niet zo commer cieel. Verfilming interesseert me niet. Ik vind het fijn als mensen geïnteres seerd zijn in mijn werk. Zoals in Ne derland waar het publiek nauw be trokken is bij de literatuur, waar je zoiets geweldigs hebt als een boeken week. Natuurlijk Is succes pret tig. „De geverfde vogel" werd in één entwintig landen vertaald en „Stap pen" in achttien. Maar nu wil ieder een een derde roman. Ik weet het niet. Ik denk er wel over. maar wei ger contracten af te sluiten. Ik ben j een vrij man. Als ik zin heb. doceer ik aan een universiteit, maar ik wil i zelf uitmaken waarover. Ja. ik hou er van te geloven dat ik een vrij man ben". (ADVERTENTIE) Tc^?wh«?k"g en bij zware of hardnekkige verkoudheid POTTER'S CATARRH PASTILLES Alleen bij apothekers en drogisten pw< ,erkt de schrijver wellicht er- ROTTERDAM (GPD) De boks vereniging „Westland" heeft zioh er voor ingespannen om Fighting Mack op 29 april in Rotterdam in de ring te brengen. „Uit idealistische motieven en niet met het oogmerk geld be verdienen". Dat zegt de woordvoerder van „Westland", de bekende boksinstruc- teur Luc van Sinderen. De Westlanders willen Fighting Mack het eerste duwtje geven op de weg terug naar het Europese kam pioenschap, dat hij verspeelde aan de Italiaan Bertini. Bovendien ge ven zij een deel van de recette aan het spastische kind. ZU hebben de keus uit drie sterke Engelse welters: Bob Coffee, John ny Cooke en Peter Coblah. Meer prof- partijen dan één mogen ze niet op hun programma brengen. JERZY KOSINSKI Jacobes Bos en Peter Gestel „Gods doel is de doelloosheid Maar voor geen mens is het wegge legd dat bij voortduring te beseffen" schreef Nescio een halve eeuw gele den. Het ziet er wel naar uit dat men dat hoe langer hoe minder gaat beseffen, want als men een deel van de moderne schrijvers mag geloven dan is doelloosheid de ziekte van de hedendaagse mens. Een doelloosheid die ze. als in Het verstoorde Mie- j rennest (Kees van Bruggen), door elkaar laat draven op zoek naar al- les wat ze afgewezen hebben: con- i tact met en belangstelling voor de medemens, god, moraal en ben slotte I zichzelf. Sex en beat schijnen toch I niet genoeg te zijn. Dat is wel dui- deliik als men het ene boek na het andere in handen krijgt, waarin de begrippen isolatie, vervreemding, identiteitsverlies de thema's zijn. De buitenwereld, voor zover nog aanwe zig, neemt vijandelijke vormen aan. De gedachte is belangrijker dan het ervarene. De figuren zijn geconditio neerd in een nachtmerrie-achti- ge omgeving. Er is een wereld die zich hoe langer hoe meer terug schijnt te trekken, die leeg raakt en die, met dat gekrioel erop, een groteske aanblik biedt. We weten wel dat het o.a. Kafka, Joyce eh Beckett zijn geweest, die de schrij vers daarop hebben gewezen. De beide nieuwe (jonge?) schrij vers van wie ik hier ieder een bun del korte verhalen voor mij heb lig gen. Jacob us P. Bos met „Ik ga voor niemand uit de weg", (De Bezige Bij, Amsterdam) en Peter van Ges tel met „Een Kanjer van een Ka ter" (Paul Brand, Bussumi zijn be woners van deze „afgescheiden" we reld en zü hebben de eigenschap pen van de vervreemden. De een wat meer de ander wat minder. Hun verhalen hebben het groteske zowel als het nachtmerrie-aohtige; een combinatie die ongetwijfeld boeiend is. Van deze twee is Jacobus Bos zon der twijfel de sterkte, de gevarieerd- ste en hfj is verbaal het meest be gaafd. Hij begint zijn eerste verhaal als volgt: „Er is een nieuwe tijd aangebroken, waarin de dagbladlezers hun eigen goedgelovige ogen niet meer zullen geloven en de avontuur- HJke sensatiezoeker stil thuis blijft en zijn ramen verduistert, de mu ziekliefhebber zijn oren dichtstopt met weerzin en zangzaad en alle te- levisiebezitters verbeten 'n wak hak ken in hun beeldbuis en de knop pen van het toestel slaan, communi catie ls onmogelijk en overbodig, de eenzamen zijn eenzamer dan ooit terwijl de pretmakers nooit méér plezier hadden, want wie vertelt hun het verschil tussen vreugde en ver driet. wie trouwens trekt de grens". Dit merkwaardige wereldbeeld gaat een tijd zo door ln het chaotische tot aan een hoogst vreemdsoortige omwenteling waarna men bijvoor beeld „met de uitwerpselen van die ren of met een glas regenwater" betalen kon. want niemand dae wa ter had als geld. Of dit de overpeinzingen zijn van de Weduwnaar Vlagsteen om wie het in het verdere verhaal gaat. Is mij niet duidelijk, mam- het komt er niet zo op aan. De heer Vlagsteen zit in gesloten. wordt achtervolgd en ge kweld door een vrouwelijk monster dat Vogeltje heet en spreekt zijn ellende uit tegen dokter Zielvreug- de. Zielepyn, Zielevuur. Zielenood, Zieleleed. Zielestrijd, Zielerust en Zielenheil. Van de zeven verhalen gaat mijn voorkeur uit naar „De natuur van Jean-Jacques ln een sprookjeswon- dertuin van Henri le Douanier: zelfs zondags schuilt tussen ieder gras wel een addertje. Rousseau.", dat met een griekse Held het even ironische als aandoenlijke verhaal- over-twee-kinderen „Op Zoek naar God" en „De eenzame, zeer verlegen liefde van Franz Kaf ka voor mevr. M. J. over de grens van de zojuist opgesomde eigenschappen heen gaat. Deze verhalen zijn meer dan grotes ken van een vervreemde wereld. Zij hebben een bodem van hernieuw de menselijkheid en warmte. Voor belangstellenden nog het volgende als men de omslag van dit boek he lemaal uitslaat krijgt men een lieve pin-up dame met een niets aan be halve een gele roos. Peter Gestel houdt zich strakker aan het recept van de Isolatie. Zijn wereld is beperkter en zijn taal min der gevarieerd. We ontmoeten de heer Cham, die gaat logeren by ou de vrienden die hy in jaren niet ge- j zien heeft. Victor, de man, was in Amsterdam zijn vriend en weldoener Laura is eens zijn geliefde geweest De heer Cham is een gifkikker en het is onbegrijpelijk dat het echt- j paar hem uitgenodigd heeft. Verma kelijk is dat zowel Victor als Laura bij alle gratuite gal die Cham uit spuwt, aldoor net doen of ze niets i horen. Het tweede verhaal is een compe tent geschreven jeugdherinnering met niets opvallends. Het derde is de j geschiedenis van een warenhuisdief. Een gescheiden man. Thomas, doet een poging het contact tussen aich en de dingen weer te herstellen door ze weg te nemen zonder betalen, i Dit lukt niet want het scheerappa- raat ls niet van hem maar zijn glad de kin 's morgens wel. De expresso- kan ls niet van hem. net zoals de kofiebonen, het kopje en het theelepeltje, maar het aardige is dat de smaak van de koffie nu weer juist helemaal van hem is. Typeren- i de opmerkingen. Thomas is op zoek naar zijn identiteit door een grote reeks van schijngestalten heen en eindigt volkomen begrijpelijk in een psychiatrische inrichting waar hij zich aan het schrijven zet. Dat dit schrijven mogelijk ook voor de auteur een onheilig moeten is. ls wel duidelijk. Clara Eggink STUDIO Isolement kan leiden tot frustraties, wanhoop en kwaadaardigheid of het nu om een groepering in een grote samenleving gaat of om een individu in een uiterst klei ne. In ..Mademoiselle", een aJ weer enigszins op jaren gekomen film van Jeanne Moreau. krijgt dat isolement een dubbele wer king. Allereerst is er dat Franse dorpje, waaruit nauwelijks ver bindingen naar de gewone we reld schijnen te lopen. Het wordt bewoond door een stel eenvou dige. eigenlijk nog primitieve boeren. In dit samenlevinkje is er dan weer een isolement aan de top voor zover je daarvan mag spreken en helemaal on deraan de gemeenschap. Aan de top staat de onderwijzeres van de dorpsschool, met respect door de inwoners Mademoiselle ge noemd. Zij ls wat intellect be treft de boeren veruit de baas en dat betekent dan tevens dat zij volledig apart blijft staan in het dorpje. Er ls zoals gezegd, ook een iso lement helemaal onderaan de ladder. Het betreft een Italiaan se houthakker en zijn zoontje; een man die zelden lang op één plaats vertoeft. De dorpsge meenschap ziet hem als een in dringer. die beter maar zo snel mogelijk kan vertrekken. En juist tot deze man. de verper soonlijking van de brute natuur kracht. voelt Mademoiselle zich sterk aangetrokken. Maar het is. uit haar positie, moeilijk om de brug te slaan. Bovendien raakt zij ten prooi aan verwarring, walging en seksuele frustratie als zij ziet dat de houthakker met allerlei vrouwen aanpapt. Zij verhaalt al haar verbittering op het bij haar school gaand kind van de houthakker ook al weer een aan een triest isole- mens overgeleverde knaap. Ten- Uitroeiings- commando REX Met oorlogsfilms is het als met de sterren aan de hemel: ze zijn ontelbaar. Vele tientallen jaren na de oorlog duiken er nog steeds verhalen- in-beeld op. waarvan vele de pretentie hebben echt te zyn gebeurd. Het doet weinig terza ke. Het maakt de film immers wel authentieker, maar niet. al tijd beter. De filmmakers gaat het erom een rolprent te maken, die iets van de verschrikkingen van de oorlog op de toeschou wers in de gemakkelijke bios coopstoel kan overbrengen. De voortdurende confrontatie met de dood, de zenuwslopende spanning, de gruwelijke onge makken van het leven aan het front, de ontberingen, de ellen de. Een leven dat slechts kei harde avonturiers zouden kiezen maar waaraan de gewone-bur ger-in-uniform wordt bloot ge steld. In dat opzicht wijkt Uit- roeiingscommando niet af van het gebruikelijke stramien, maar het heeft alles te bieden wat de liefhebbers van dit genre graag wensen. George Montgomery en Tom Drake spelen de hoofdrol len slotte gaat de zo gerespecteerde Mademoiselle over tot een serie gewelddadigheden (brandstich ting, het vergiftigen van dieren) die wel moet leiden tot een nog groter isolement van alle bui tenbeentjes. Het dorp raakt beangstigd, het speurt naar de schuldige maar krijgt hem maar niet te pakken. Het verdenkt direct de Italiaan, hoewel de man zijn onschuld kan bewijzen. De verdachtma- Gevecht in de hel LIDO Geen oorlogsfilm, zo als de titel misschien doet ver moeden. maar een keihard ge vecht tegen brandende oliebron nen. Een levensgevaarlijke strijd en juist daarom door Chance Buckman (John Wayne) en Greg Parker (Jim Hutton) zo bijzonder aantrekkelijk. Niet ie dereen kan de spanning van het blussingswerk verdragen. Daar om is Madelyn Buckman (Vera Miles) kort na de geboorte van hun dochter Tish (Katherina Ross) bij haar echtgenoot weg gegaan. Nooit meer hebben va der en dochter elkaar gezien. Tot op een dag Chance door de onoplettendheid van een t.v - verslaggever. wordt gewond. Greg waarschuwt zijn vrouw en dochter. Tish Buckman wordt evenals haar vader gefascineerd door de branden. Natuurlijk ver hinderen grote oliebranden niet, dat Greg en Tish op elkaar ver liefd worden en snel ln het hu welijksbootje stappen. Ook Buckmans ex-vrouw komt weer op de proppen. Zij weet hem over te halen de zaak aan Greg over te doen. Als voor zyn schoonzoon echter de nood aan de man komt en hij het karwei niet meer af kan. springt Chan ce toch weer bij. Madelyn weet met behulp van Tish haar grote angst voor de branden te over winnen Buckmans en Co zal blijven bestaan. Gevecht in de hel. is een aan trekkelijke film. Het verhaal is eenvoudig. Het zijn niet de su perfiguren die het doen, maar hardwerkende mannen met durf en karakter. CAMERA Op de foto Mi chel Piccoli als Benjamin, de auteur van het dagboek van een puber en Catherine Deneuve als de jonge vrouw, die hem helpt de laatste regels in dat boek te schrijven. Maar het heeft in de film nogal wat voeten ln de aarde voor het boekje kan wor den dichtgeklapt. Geen wonder, als een volledig onwetende wees krijgt de na ïeve knaap onderdak in het kas teel van zijn tante, waar de wel gestelde bewoners de mateloze verveling proberen te verjagen met een intensieve beoefening van het liefdesspel. Iedereen doet daar openlijk aan mee. ook de talrijke aantrekkelijke dien stertjes. De jongeman blijkt erg bevattelijk. HIJ is een vlotte leerling van de vele lonkende dames, maar door allerlei won derlijke verwikkelingen krijgt hy steeds net niet de kans examen te doen. Tot de resolute Anna •Catherine Deneuve) zyn lot in handen neemt. Maar dat doet zij alleen om de hartstochten van de minnaar van Benjamins tante (Michèle Morgan) hoger te doen oplaaien. Tot groot ver driet van tante zelf. die moet ervaren, dat ze de strijd met de tyd heeft verloren. Ziedaar ln het kort het nogal onwezenlyke verhaaltje, dat re gisseur Michel Devile luchtig jes in beeld heeft gebracht. Een brokje ietwat pikante roman tiek. waarbij men zich niet ver veelt maar dat ook geen blijven de herinnering achterlaat. Of het zouden de toch altijd weer fascinerende persoonlij kheden van Catherine Deneuve en M'- chèle Morgan moeten zijn. Jeanne Moreau als de dorpsonderwijzeres in „Ma demoiselle". kingen berusten volledig op irra tionele gronden: de man hoort niet in het dorp en zyn succes by de vrouwen zint de manly ke bevolking niet. Het komt ten slotte tot de onvermydelyke ont moeting tussen de houthakker en de onderwyzeres. Zy brengen samen een woeste nacht door in het veld. Dit, gevoegd by de verdenkingen die by de boeren al lang de vorm van bewezen feiten hebben aangenomen, zal leiden tot een dramatische ont knoping voor de Italiaan. Mademoiselle is in heel zyn negativiteit een boeiend werk hier en daar misschien een beetje traag, maar uitstekend van sfeer. Jeanne Moreau speelt de onderwyzeres met haar ge voeligheden en kwaadaardigheid werkelijk voorbeeldig, met heel die soberheid die er voor vereist ls. Op vrijersvoeten LUXOR De belangstelling voor de Franse komiek Louis de Fun es b lijft dermate groot dat de Luxor-directie besloot hem nog een weekje „Op vryersvoe- ten" te laten. Typische Franse humor van de kleine gendarme in het mondaine Sant Tropez. een mannefjuin TRIANON Voor één ding willen we de regisseur van Ik een mannequin wel pry zen en dat ls voor zyn onvermoeibaar streven om in een korte spanne tyds een record-hoeveelheid bloot op het witte doek te bren gen, maar dat is dan ook werke lijk zyn enige verdienste. Voor de rest is *t een pretentie loos stukje filmwerk vervaardigd door cameramensen, die een ryke ervaring met voyeur-sprak- tyken moeten hebben. Het ver haal hangt als los zand aan el kaar Het draait om een les bische modeontwerpster. die haar genegenheid uit voor een streng opgevoed meisje uit de provincie. De belofte van de modeont werpster dat het meisje een gro te toekomst als mannequin te wachten st aat, lokt haar naar de .grote stad' waar ze aanvanke lijk op drift raakt. Ze huppelt van bar tot bar en van nacht club naar nachtclub en heeft 's nacht altyd wel een jongeman die haar gezelschap wil houden Het losbandige leven wordt haar echter al gauw te veel en ztl komt daardoor steeds dichter by de lesbische ontwerpster, die verbazingwekkende hoeveelhe den alcohol naar binnen slaat. Hoewel het er op ïykt, dat de twee voortaan als toegewijde lesbiennes door het leven zullen gaan, komt er plotseling als een soort „deux ex machina" een Jongeman die de liefde van het meisje weet te winnen. Maar het „eind goed. al goed" gaat voor deze Zweedse produktie beslist niet op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 49