Nottet reed Dramatische nederlaag van V er kerk enorm Verkerk: „Het ging gewoon niet Dag Fomaess neemt titel van Maier over Schenk verspeelt kansen door val i Toen Cijfers van Deventer PAGINA 6 MAANDAG 17 FEBRUARI 1969 LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT - LEIDSCH DAGBLAD COACH PFROMMER: DEVENTER (GPD) De sneeuw joeg onverbiddelijk over de ijspiste van Deventer. De sneeuw verkilde de harten van de 23.000, die gekomen waren om de triomf te beleven van Kees Verkerk uit Puttershoek. De sneeuw was niet te stuiten. Tien tallen baanvegers werkten harder dan ze ooit hadden gedaan, maar het was vergeefs. De sneeuw beheerste de 10.000 meter op een wijze, die men Kees Verkerk had toebedacht. Verkerk, de man, die voorbestemd was om drie afstanden te winnen en dan gefêteerd te worden als een schaatskeizer zonder weerga. Maar Verkerk Zou geen kampioen worden. Hij zou na zijn triomfen op de 5000 en 1500 meter een klop krijgen op de af stand, waarop hij drie weken geleden in Inzeil een groots wereldrecord vestigde: 15.03.6. Wie de ogen sluit, ziet nog die rit voor zich op het glanzende ijs van Inzeil, terwijl de hemel blauw was en de vlaggen zich drapeer den om de stokken. Windstil, ideaal weer en een ideale baan. Daar reed Verkerk naar een won- dertijd van 15.03.6. Hier in Deven ter was de superrijder van Inzeil een tegen de sneeuw, maar óók tegen zichzelf worstelende jongen, die ten onder ging aan de intense spanning van deze afgrijselijke 10.000 meter. Hij was snel gestart, misschien te snel. Hij reed een ronde van 34.5 en de duizenden op de tribunes schreeuwden, riepen juichten. Daar reed immers hunz^n duel met Bols) voor nlets wereldkampioen, waarvoor ze i weest- Fomaess, de man, die op alle naar Deventer waren gekomen, afstanden uitstekend is, die met zijn waarvoor ze de sneeuw op desupersnelle 500 meter temidden van tweede dag hadden getrotseerd. I de specifieke sprinters naar de der- v^r., i i de plaats reed, was daarmee voor Kees Verkerk, de soon var, Pleun Verkerk oabmabua^ Goeran Claeson ook niet te vrezen. Kees kan zelfs drie afstanden win nen. Ja, inderdaad, dat kan allemaal. Dat kan Kees ook. Als het meezit, als niets hem in de weg komt. Als er op de 1500 meter geen wisselmoei lijkheden zyn met Guttormsen, als op de 10.000 meter geen sneeuwjacht zyn aspiraties in de weg staat. Want nü veroverde Kees Verkerk op die 1500 meter slechts viertiende secon de voorsprong op Fomaess en twee- tiende op Claeson. Nü verloor hij op die 10 km zelfs zeventiende seconde op Fornaess. En daarmee was al die kostbare winst, die onze Nederlandse kampioen op de 5000 meter boekte, omdat Fornaess eveneens seconden verloor (o.a. op een slechte wissel in DEVENTER (ANP) Coach Leen Pfrommer wilde gisteravond, na alle opwinding te hebben ver werkt, nog wel even de balans van dit kampioenschap opmaken „Het ivas voor mij een evene ment met felle uitschieters naar boven en beneden. Hoogtepunten waren voor mij de 500 en 10.000 j meter van Peter Nottet. Geweldig zoals die jongen heeft gereden. Dieptepunten: de val van Ard Schenk en Bols op de 1500 m. Bij het baanvegen was de machine maar één keer over het ijs ge gaan. Hij bestreek niet de hele breedte. Daardoor waren er ri chels ontstaan". „Stoeprand-ef fect" noemde Bols het. „Ard zwikte, kwam met de ene schaats tegen de andere. Jan gleed bij de ivissel finaal onder uit", aldus de Nederlandse schaatscoach. „Ik wilde proteste ren, maar wat bereik je ermee. Overrijden mag toch niet. Dat heeft ons heel wat gekost. Schenk verloor er vier volle punten mee en Bols een punt. Als je dat in calculeert, zouden we in het eind klassement de derde (Verkerk), de vierde (Schenk), de vijfde (Nottet) en de zesde (Bols) plaats hebben bezet. De jongens hebben me beslist niet teleurgesteld. De j stemming in de ploeg was uitste kend en ze zijn allemaal bij de COACH PFROMMER pillen. „Natuurlijk. Na de eerste dag was ik er vast van overtuigd, dat Kees drie afstanden zou win nen. Toen Schenk op de 1500 m zo hard ging werd. ik bang". Schenk zelf bleef deze avond on- Lel bereikbaarHij vocht het met zichzelf uit. Vreugde en deceptie hadden met de Noordhollander een wel heel wreed spel gespeeld. Zaterdag nog verklaarde de oud- coach Lamberts met stelligheid: „Een derde plaats op de 5.000 m heeft Ard Schenk een geweldige stimulans gegeven. Hij is er weer helemaal". Toen Ard voor die prestatie gehuldigd werd, was zijn jt' gezicht grauiv van teleurstelling. Enkele minuten tevoren had een val op de 1500 meter zijn illusies volkomen vernietigd. sje ?oi P» ml 01 nz uit Puttershoek, die dertien ron- 1 den lang royaal onder de tyd I die Jan Bols in de eerste rit od de chronometers had gereden: 16.02.9 Deventer 1969 een toernooi, I waarover nog maanden, misschien wel jaren zal worden gepraat. De- Toen ineens stokte het ritme. De venter maakte het afscheid mee van kleine figuur in die immense sneeuwwoestijn voelde ineens de ver moeidheid van de 1500 meter, die hy slechts veertig minuten daarvoor had gereden. En hij moet toen al geweten hebben, dat hij geen wereldkampioen zou worden. Dat zyn voorsprong op Jan Bols zou in eenschrompelen. dat hij achter zou raken, dat de titel noodzakelijke ze ge op de 10.000 meter niet naar hem zou gaan. En dat Dag Fornaess in zijn eerste grote internationale sei zoen Europees en wereldkam pioen zou worden Verkerk verweerde zich met alles wat in zijn frêle lichaam aan reser- ves verscholen was. Hy kreeg boven- dien nog te maken met Per Willy 1 Guttormsen, die aanvankelijk ver I achter, in het onderlinge duel. steeds dichterbij was gekomen en nu zyn kans wilde grijpen om de ritzege te 1 behalen en daarmee definitief Ver kerk af te houden van een 10.000 j meter-triomf. Fred Anton Maier van de interna tionale wedstrijdsport. Deventer was ook het toernooi van de val van Ard Schenk op de 1500 meter op het mo ment, dat de lange Noordhollander bezig was zich naar de overwinning op deze afstand te rilden. Deventer Nederlandse rijders wonnen drie afstanden. Kees Verkerk de 1500 en 5000 meter en Jan Bols de 10.000 meter. Toch ging de wereldtitel naar Noorwegen, naar Dag Fomaess uit Hamar. Deventer was ook de stad. waar Peter Nottet één van zijn schaats- hoogtepunten beleefde. Hij eindigde in het algemeen klassement op de vierde plaats, pal achter de grote drie Fornaess—Claeson en Verkerk. Hij reed de 500 meter verbluffend goed en was met zyn 40.8 (een seconde sneller dan hij ooit gereden had) de snelste Nederlander op deze afstand. Hy ging goed mee op 1500 Toen het er nog allemaal mooi en aardig uitzag: Ver kerk rechtsop weg naar een duidelijke zege op Per Willy Guttormsen op de 5000 meter. zonneschijn op de eerste dag en kol kende sneeuwjachten op de tweede dag. Deventer, waar Zimmermann een dreun kreeg, die hem knikke bollend naar Inzeil deed terugver langen. Waar Amerikanen en Ja panners andermaal ervoeren, dat ze nog steeds geen enkele rol spelen in de Internationale klassementswed- meter (2.12.1) en toonde op de 5.000 strijden. Deventer, waar de Russen en 10.000 meter tijden, die hem in helemaal van de kaart werden ge- het gelid deden meedraaien van de allergrootsten. Nottet was er zelf het meest ver bluft over. ..Ik kreeg na Inzeil een daverende inzinking", zei hy. „en nu dit". Deventer 1969 een merkwaar dig toernooi, een toernooi met ups en downs. Een toernooi met stralende veegd. Coach Stenin probeerde te glimlachen, maar de veertiende plaats van Tsjekoeljajew en de zes tiende van Kertsjenko waarborgen zelfs geen derde man meer in het wereldkampioenschap. Ze zullen van voren af moeten beginnen met twee man wat een afeang. Neen, dat de Zweden, die hebben verrassend goed grote klasse. gereden Nou verrassend Claeson tweede, Höglin zesde en Sandler ze vende het werd in feite verwacht. Zweden mag nu volgend jaar met vijf man aan de start verschijnen. Deventer-1969. Niets is de Neder landse ploeg bespaard. De teleurstel ling van Kees Verkerk, de val van Ard Schenk, waardoor de Noordhol lander uit de kopgroep, waarin hy hoge ogen gooide, werd teruggewor pen naar een dertiende plaats in de eindrangschikking en de struikelpar tij van Jan Bols, ook al op de 1500 meter, waardoor htf eveneens een vol punt kwijtraakte. Leen Pfrommer: „Als we voor de ze pech bespaard waren gebleven zou den we beslag hebben gelegd op de derde (Kees), vierde (Ard), vijfde j (Peter) en zesde plaats (Jan Bols). Gisteravond klonk in Deventer over i de reeds dichtbesneeuwde ijsbaan het Noorse volkslied. Voor Dag Fornaess. j Een waardig wereldkampioen. Want i wie 40.3 rijdt op de 500 meter en tweede wordt op de 10 km. is van Voetbal De wedstrijd Feije- pel noordFC Zeleznicar <Z-S1> die de afgelopen week reeds twee maal werd uitgesteld, is in verband met de terreingesteldheid nu definitief fcrer afgelast. Wielrennen Arie den Hartog i< gisteren tweede geworden in de at/ui, cii cc cijii uncmuuL uij ue j Grote Prijs van Cannes, een weg- j laatste zestien gekomen. Dat is wedstrijd over 163 kilometer. Win- toch wel iets om trots op te zijn"naar werd de Fransman Bellone, die Had hij dan niet gemikt op de in Grasse woont en het circuit per. wereldtitel van een van zijn pu- fect kende. De gedetailleerde resultaten van de rijders, die zich klasseerden voor de laatste zestien luiden (achtereenvolgens 500, 5000, 1500, 10.000 en punten totaal) 1. Fornaess (No.) 40.3 2) 7.38.0 8) 2.09.1 3) 16.04.7 2) 177.361 2. Claesson (Zwe.) 4Ó.5 4) 7.36.1 7) 2.08.9 2) 16.22.0 9) 178.177 3. Verkerk (Ned.) 42.6 (22) 7.24.1 1) 2.08.7 1) 16.05.4 4) 178.180 J11 4. Nottet (Ned.) 40.8(6) 7.38.9(11) 2.12.1 8) 16.11.3 7) 179.280 5. Thomassen (No.) 40.6 5) 7.38.1 9) 2.11.2 7) 16.25.7 (10) 179.420 6. Höglin (Zwe.) 41.2 (11) 7.40.0 (13) 2.09.3 4) 16.26.9 (12) 179.645 7. Sandler (Zwe.) 42.7 (24) 7.32.3 4) 2.10.6 5) 16.05.5 5) 179.738 8. Guttormsen (No.) 42.2 (20) 7.29.1 2) 2.13.6 (13) 16.05.3 3) 179.900 9. Bols (Ned.) 41.6 (15) 7.32.8 5) 2.14.7 (15) 16.02.9 1) 179.925 10. Stiansen (No.) 41.4 (13) 7.38.7 (10) 2.11.1 6) 16.27.2 (13) 180.330 11. Koskinen (Finl.) 42.1 (19 7.39.0 (12 2.12.7 9) 16.26.8 (11) 181.573 12. Maier (No.) 43.0 (27) 7.35.5 6) 2.14.2 (14) 16.06.3 6) 181.595 13. Schenk (Ned.) 41.1 9) 7.31.3 3 2.20.8 27) 16.21.3 8) 182.220 14. Tsjekoeljajew <R.) 42.6 (22) 7.41.5 (14) 2.13.1 (11) 16.44.1 (15) 183.32? 15. Verheyen (Ned.) 43.0 (27) 7.44.1 (15) 2.15.4 (18) 16.31.7 (14) 184.020 16. Kertsjenko (Rus.) 41.2 (11) 7.50.0 (16) 2.13.4 (12) 17.32.9 (16) 185.312 De 500 meter werd gewonnen door de Japanner Suzuki in 40.1. De Ameri kaan Blatchford deelde met 40.3 de tweede plaats op deze afstand met de Opgejaagd Kees Verkerk werd een opgejaagd mens. Niets zou hem bespaard wor den. Hy reed die laatste 800 meter zo snel hy kon. Hij liep seconden in op de tijd van Jan Bols, maar kwam toch 2,5 sec. tekort. En op de streep stoof Per Willy hem voorbijook nog verslagen in de rit zelf In Deventer heeft het enorme Nederlandse schaatslegioen zich schromelijk "ergist. De duizenden enthousiasten hebben drie weken lang alle bezwaren weggewuifd, die geopperd werden tegen het onver antwoordelijke, bijna hysterisch aandoende optimisme. Niemand kon Verkerk in Deventer verslaan. Nie mand. Kees Verkerk was de aller beste. Deze man was toch immers niet te verslaan. Deze Kees Verkerk had gewoon maar naar de finish te rijden om zich te laten kronen als schaatskeizer. Zo wilde het legioen, zo zag men het. Zo had men ook de overwinning van Ajax op Benfica voorspeld. Ajax kreeg een lesje. Hier in Deventer kreeg het legioen een lesje. Al die Nederlandse supporters zul len zich moeten realiseren dat Ver kerk ook in het komende jaar niet zomaar kampioen kan worden- Ze zullen moeten begrijpen, dat hun idool volledig meetelt in de wereld top. dat hij het vermogen heeft om titels te behalen, maar dat de tegen stand van de Fornaess-Claeson-gene- ratie ieder jaar groter zal worden. Dat Verkerk weliswaar met impone rende wereldrecords op de erelyst prijkt, maar dat tier afstanden be slissen over een Europese- en we reldkampioenschap. Verkerk was in feite al heel dicht bij de klassementsnederlaag door zyn uitermate zwakke 500 meter (42.6 te gen 40.3 van Fornaess. Men kan dan wel gaan rekenen en zeggen ach wat zijn nu 2.3 punten. Kees haalt een vol punt op de 1500 meter terug, en een vol punt op de 10.000 meter. Dat deed hij in Inzeil toch ook. Hij deed zelfs veel meer En op de 5000 me ter behoeft hU Dag Fornaess en DEVENTER, zondagavond (GPD) Kees Ver kerk in de rol van de verliezer. De man die eerlijk verslagen is. De sportieve, die de wapens heeft moeten strekken en met een brede armzwaai de nederlaag erkent. Een mooie rol. Hij werd ook voortreffelijk gespeeld. Er kwam een huilende man, die zijn verdriet uitsnikte tegen de schouder van de verslagene. Die lachte gul naar de om standers en gaf een paar vaderlijke tikjes op dat verdrietige hoofd: „Ja, ja, ik begrijp het wel ik heb het zelf ook wel eens moeilijk". De man keek met betraande ogen naar de beker in zijn trillende handen. Hij stamelde wat: Fornaess geven Op de beker stond: „Wereldkampioen 1969 Kees Verkerk". Een in eigen beheer ver vaardigde kelk van de meest gewone soort. Maar toch wel een ontroerend mooi ding, opeens. Kees Verkerk kende die ontroering niet. Of verborg haar. Want dat vereiste de rol van de verslagene. Had hij. misschien eerder wèl tranen moeten terugdringen? In zijn drukke redenerin gen, tussen de woordenstroom ten behoeve van Dag Fornaess (die aan zijn zijde het kampioen schap vierde en dat ook gaarne in de Neder landse taal uitgedrukt zag) viel het moment, de trieste ervaring van het verlies, nauwelijks op te diepen: „Ik was na die tien kilometer helemaal leeg. Ik dacht helemaal niks". Maar wanneer dan besefte Verkerk dat zijn greep naar de macht tóch mislukte? En wanneer stortte zijn wereld in. onvermijdelijk, omdat er niets meer te stutten viel? „Nou, drie ronden voor het eind op de tien kilometer. Toen kwam Per Willy me helpen. Hij kwam naar me toe, om nog te proberen me mee te slepen. Het ging gewoon niet meer. Ik was kapot. Toen wist ik. dat de laatste kans voorbij was. Dat ik niet drie afstanden zou gaan win nen. Ja, wat gaat er dan door je heen? Niks ei genlijk. Je had je handen vol. je had geen tijd om te denken. Die sneeuw, die in je ogen slaat. Je gezicht doet pijn. Je spieren doen pijn. En dan kun je bijna niet denken". ..Eigenlijk", zegt Kees Verkerk later, „eigenlijk begon het al na tien ronden. Toen kwam ik me zelf al tegen. Ja. waar ligt dat aan? De eenvou digste verklaring is deze: ik kon niet tegen de verandering van de techniek. Op de rechte ein den tegen de wind in moest ik mijn slag ver korten en met de wind mee weer verlengen. Dat is zo verschrikkelijk moeilijk voor een tech nische rijder als ik. Nee, die start dat snelle weggaan nee, ik geloof niet dat het me kapot heeft gemaakt. In Inzeil ging het toch ook? Na tuurlijk. daar waren de omstandigheden anders. Maar zo'n start moet ik wel maken. Ik moet meteen onder dat schema duiken. Ik rekende toen nog met een puntenoverwinning. Niet we reldkampioen worden door de afstanden te win nen. maar gewoon ook op punten Fornaess en Claesson kloppen. Dan moet je zo snel mogelijk zoveel mogelijk seconden winnen". Maar dan blijft er toch wel een vraagteken. Dan is nog niet verklaard, waarom Dag Fornaess „de wisselende technieken" wèl vaardig genoeg kon bespelen Dan rijzen vragen: was er iets anders, dat Kees Verkerk remde, toen hij de greep naar de kroon zó perfect had voorbereid, dat ze niet meer kon mislukken? Nee, aan de conditie heeft het niet gelegen: „Ik heb in Da vos goed gewerkt. Ik heb niks gemerkt van een teruggang van de conditie Nee, daar ligt het niet aan". En tussen zijn gulle lachen en zijn oprechte waardering voor For naess, begeleid soms ook door de „afstand", die de ervaring van de vreugde naast hem neemt met een „hij is nog jong, hij moet natuurlijk nog veel leren", gaat het zoeken naar het falen door. En dan. tenslotte, is er die opmerking, zo maar losjes weg, onverdacht gemaakt: „Ik was helemaal niet thuis, na die vijfhonderd meter". Terug daarmee, naar het begin van het toer nooi. Een begin dat Verkerk moeizaam doorstond Er is gesproken over de afkoeling vóór zijn sprint hij was te vroeg op de baan. er vielen valse starts, de kou begon bezit van zijn spieren te nemen Verkerk: „Nou, dat is het toch niet helemaal ge weest. Het is normaal als je tien paren van te voren op het ijs gaat. Goed. het was een beetje koud. Misschien had ik een extra broek aan moeten trekken, maar nee het komt niet door die kou. Ik had bijvoorbeeld een hele goeie start Maar toen gebeurde het. Binnen twintig meter sprong die Blatchford van me weg. Zo hup, hup. hup in dat enorme tempo. Ik wist niet hoe ik het had. Ik reed een bocht zoals op de tien kilo meter. so sukkelig En dat moet dan het begin van de twijfel, de nederlaag zijn geweest. Want Kees Verkerk kan niemand vóór zich velen. Kees Verkerk heeft een toernooi doordacht, berekeningen opgesteld, prog noses zélf ingevuld. Hij heeft zich géén plaats op het erepodium toebedeeld, bij de sprint, maar hij heeft de loting glimlachend vernomen: tegen Blatchford. een unieke mogelijkheid om zich te laten meetrekken naar de sferen waarin Dag For naess op de kortste afstand pleegt te verblijven. En misschien ja, misschien kon juist Blatch ford gangmaker zijn naar een tijd, die alwéér niemand voor mogelijk had gehouden, want, ver dorie, Verkerk kón toch sprinten, reeds al eens 40,4 sec., al was dat dan in Inzeil? Maar Neil Blatchford trok de sprint veel te snel aan. De Amerikaan raasde molenwiekend méters van Verkerk weg, nog voordat de eerste bocht in zicht was. En kegelde de eerste bereke- DC ning van een man, die wereldkampioen moest worden, omver. „Ja", geeft Verkerk dan later ook nog toe, „die opening op de vijf kilometer was ook anders dan anders. Ik ging niet zo snel weg. Ik had niet helemaal de overtuiging. Pas op de helft merkte ik. dat ik toch hard ging. Ja. dat kan daar ook best ingezeten hebben, dat ik nog wat onder de indruk was. Helemaal trouwens. Als ik het goed naga, heb ik na die vijfhonderd me ter niet meer het gevoel gehad, dat ik mezelf was". Zó ingrijpend kan een race zijn op een heel toernooi. Zeker, als je voor dat toernooi favoriet bent: „Dan weegt het allemaal nog veel zwaar der. Ik heb het zelf steeds gezegd: let op, je kan van alles tegenkomen". Op de zaterdagavond heeft hij de mogelijkheden opnieuw bezien. „Het enige wat je dan doet is denken, denken, denken Met die vijf kilometer was ik toch nog goed weg gekomen. Maar ze begonnen alweer te praten over drie afstanden winnen, en dan ga je ook met die mogelijkheid rekenen. Maar ik wilde eerst echt wel op die punten gaan. Op de 1500 meter liep ik al lekker op hem in. Het moest kunnen. En toen kreeg je dat wéér. Ze zeggen nou alle maal wel. dat tussen het eerste en tweede paar verschil zat. dat Fornaess het makkelijker had. maar dat geloof ik niet. Hij heeft zich alleen maar beter kunnen aanpassen dan ik. Ja, dat moet het wel geweest zijn. Toen ik moeilijker ging draaien, na tien ronden al, toen begon de lamp meteen uit te gaan". Het einde kwam raadselachtig. Verkerk stortte zich in de armen van Pfrommer en wierp daar al de nederlaag van zich af. Van dat moment reed hij lachend rond, om zich tenslotte als de grote verliezer bij gretige journalisten te melden Geen seconde heeft hij aan de buitenwereld ook Het drama-Verkerk in volle gang. Terwijl Jan Bols voor de nodige aanmoediging zorgt, vecht Keessie zich leeg in de strijd tegen de klok, de sneeuw en de wind. maar iets laten zien, dat op ontroering leek, ver betenheid, ontgoocheling om alles dat, ineens, wég was: geen Europees kampioen en vooral - geen wereldkampioen in Deventer. Het doel, dat hem maanden en maandenlang voor ogen heeft gestaan. Is nu alles kapot? vroegen ze hem. „Wel nee Inzeil komt nog, de recordraces. Dat is toch ook een mooi evenement?" Een mooi evenement na alles, dat voor niets is geweest. De urenlange trainingen, nog in Davos, waar hij iedereen verbaasde over zóveel serieuze inzet. De lange, lange gesprekken waar in de mogelijkheden onder de loupe werden ge nomen („Zal ik nou dat wereldrecord proberen te rijden of niet?") en de kleine oneffenheden, die er in het schaatsleven van „Keessie" nu een maal altijd moeten zijn („Ik slaap nou steeds met anderen op de kamer en heus, zóveel klets ik nou ook niet. je kan me gerust met Ard samen laten"1 en dat kleine vlammetje van wraakzucht, dat hij vlijtig brandende houdt („Ja, ja, met dat stude- pi. ren. dat is toch moeilijk voor die jongens, want ik lag met mijn conditie al een stukje voor en ik werd Nederlands kampioen") Twee schaatffl jaren zónder internationale titel voor Kees Ver- kerk. En geen opvallende teleurstelling als het evenement, dat hem alles had moeten brengen, is mislukt. Of toch? Is het niet alléén de „grote verliezer", die spreekt, als hij zegt: „Zo zie je maar weer. wat je nog leren kan Wat je alle al weer aan de weet komt voor volgend jaar. Want we gaan natuurlijk door, dat wèl"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 6