Nottet
reed
Dramatische nederlaag van
V er kerk
enorm
Verkerk: „Het ging
gewoon niet
Dag Fomaess neemt
titel van Maier over
Schenk verspeelt
kansen door val i
Toen
Cijfers van Deventer
PAGINA 6
MAANDAG 17 FEBRUARI 1969
LEIDSCH DAGBLAD - SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT LEIDSCH DAGBLAD SPORT - LEIDSCH DAGBLAD
COACH PFROMMER:
DEVENTER (GPD) De sneeuw joeg onverbiddelijk over
de ijspiste van Deventer. De sneeuw verkilde de harten van de
23.000, die gekomen waren om de triomf te beleven van Kees
Verkerk uit Puttershoek. De sneeuw was niet te stuiten. Tien
tallen baanvegers werkten harder dan ze ooit hadden gedaan,
maar het was vergeefs. De sneeuw beheerste de 10.000 meter
op een wijze, die men Kees Verkerk had toebedacht. Verkerk,
de man, die voorbestemd was om drie afstanden te winnen en
dan gefêteerd te worden als een schaatskeizer zonder weerga.
Maar Verkerk Zou geen kampioen worden. Hij zou na zijn
triomfen op de 5000 en 1500 meter een klop krijgen op de af
stand, waarop hij drie weken geleden in Inzeil een groots
wereldrecord vestigde: 15.03.6.
Wie de ogen sluit, ziet nog die
rit voor zich op het glanzende ijs
van Inzeil, terwijl de hemel blauw
was en de vlaggen zich drapeer
den om de stokken. Windstil,
ideaal weer en een ideale baan.
Daar reed Verkerk naar een won-
dertijd van 15.03.6. Hier in Deven
ter was de superrijder van Inzeil
een tegen de sneeuw, maar óók
tegen zichzelf worstelende jongen,
die ten onder ging aan de intense
spanning van deze afgrijselijke
10.000 meter. Hij was snel gestart,
misschien te snel. Hij reed een
ronde van 34.5 en de duizenden op
de tribunes schreeuwden, riepen
juichten. Daar reed immers hunz^n duel met Bols) voor nlets
wereldkampioen, waarvoor ze i weest- Fomaess, de man, die op alle
naar Deventer waren gekomen, afstanden uitstekend is, die met zijn
waarvoor ze de sneeuw op desupersnelle 500 meter temidden van
tweede dag hadden getrotseerd. I de specifieke sprinters naar de der-
v^r., i i de plaats reed, was daarmee voor
Kees Verkerk, de soon var, Pleun Verkerk oabmabua^
Goeran Claeson ook niet te vrezen.
Kees kan zelfs drie afstanden win
nen.
Ja, inderdaad, dat kan allemaal.
Dat kan Kees ook. Als het meezit,
als niets hem in de weg komt. Als
er op de 1500 meter geen wisselmoei
lijkheden zyn met Guttormsen, als
op de 10.000 meter geen sneeuwjacht
zyn aspiraties in de weg staat. Want
nü veroverde Kees Verkerk op die
1500 meter slechts viertiende secon
de voorsprong op Fomaess en twee-
tiende op Claeson. Nü verloor hij op
die 10 km zelfs zeventiende seconde
op Fornaess. En daarmee was al die
kostbare winst, die onze Nederlandse
kampioen op de 5000 meter boekte,
omdat Fornaess eveneens seconden
verloor (o.a. op een slechte wissel in
DEVENTER (ANP) Coach
Leen Pfrommer wilde gisteravond,
na alle opwinding te hebben ver
werkt, nog wel even de balans
van dit kampioenschap opmaken
„Het ivas voor mij een evene
ment met felle uitschieters naar
boven en beneden. Hoogtepunten
waren voor mij de 500 en 10.000
j meter van Peter Nottet. Geweldig
zoals die jongen heeft gereden.
Dieptepunten: de val van Ard
Schenk en Bols op de 1500 m. Bij
het baanvegen was de machine
maar één keer over het ijs ge
gaan. Hij bestreek niet de hele
breedte. Daardoor waren er ri
chels ontstaan". „Stoeprand-ef
fect" noemde Bols het.
„Ard zwikte, kwam met de ene
schaats tegen de andere. Jan
gleed bij de ivissel finaal onder
uit", aldus de Nederlandse
schaatscoach. „Ik wilde proteste
ren, maar wat bereik je ermee.
Overrijden mag toch niet. Dat
heeft ons heel wat gekost. Schenk
verloor er vier volle punten mee
en Bols een punt. Als je dat in
calculeert, zouden we in het eind
klassement de derde (Verkerk),
de vierde (Schenk), de vijfde
(Nottet) en de zesde (Bols) plaats
hebben bezet. De jongens hebben
me beslist niet teleurgesteld. De
j stemming in de ploeg was uitste
kend en ze zijn allemaal bij de
COACH PFROMMER
pillen. „Natuurlijk. Na de eerste
dag was ik er vast van overtuigd,
dat Kees drie afstanden zou win
nen. Toen Schenk op de 1500 m
zo hard ging werd. ik bang".
Schenk zelf bleef deze avond on- Lel
bereikbaarHij vocht het met
zichzelf uit. Vreugde en deceptie
hadden met de Noordhollander
een wel heel wreed spel gespeeld.
Zaterdag nog verklaarde de oud-
coach Lamberts met stelligheid:
„Een derde plaats op de 5.000 m
heeft Ard Schenk een geweldige
stimulans gegeven. Hij is er weer
helemaal". Toen Ard voor die
prestatie gehuldigd werd, was zijn jt'
gezicht grauiv van teleurstelling.
Enkele minuten tevoren had een
val op de 1500 meter zijn illusies
volkomen vernietigd.
sje
?oi
P»
ml
01
nz
uit Puttershoek, die dertien ron- 1
den lang royaal onder de tyd I
die Jan Bols in de eerste rit od de
chronometers had gereden: 16.02.9
Deventer 1969 een toernooi,
I waarover nog maanden, misschien
wel jaren zal worden gepraat. De-
Toen ineens stokte het ritme. De venter maakte het afscheid mee van
kleine figuur in die immense
sneeuwwoestijn voelde ineens de ver
moeidheid van de 1500 meter, die hy
slechts veertig minuten daarvoor
had gereden. En hij moet toen al
geweten hebben, dat hij geen
wereldkampioen zou worden. Dat
zyn voorsprong op Jan Bols zou in
eenschrompelen. dat hij achter zou
raken, dat de titel noodzakelijke ze
ge op de 10.000 meter niet naar hem
zou gaan. En dat Dag Fornaess in
zijn eerste grote internationale sei
zoen Europees en wereldkam
pioen zou worden
Verkerk verweerde zich met alles
wat in zijn frêle lichaam aan reser-
ves verscholen was. Hy kreeg boven-
dien nog te maken met Per Willy 1
Guttormsen, die aanvankelijk ver I
achter, in het onderlinge duel. steeds
dichterbij was gekomen en nu zyn
kans wilde grijpen om de ritzege te 1
behalen en daarmee definitief Ver
kerk af te houden van een 10.000 j
meter-triomf.
Fred Anton Maier van de interna
tionale wedstrijdsport. Deventer was
ook het toernooi van de val van Ard
Schenk op de 1500 meter op het mo
ment, dat de lange Noordhollander
bezig was zich naar de overwinning
op deze afstand te rilden. Deventer
Nederlandse rijders wonnen drie
afstanden. Kees Verkerk de 1500 en
5000 meter en Jan Bols de 10.000
meter. Toch ging de wereldtitel naar
Noorwegen, naar Dag Fomaess uit
Hamar.
Deventer was ook de stad. waar
Peter Nottet één van zijn schaats-
hoogtepunten beleefde. Hij eindigde
in het algemeen klassement op de
vierde plaats, pal achter de grote drie
Fornaess—Claeson en Verkerk. Hij
reed de 500 meter verbluffend
goed en was met zyn 40.8 (een
seconde sneller dan hij ooit gereden
had) de snelste Nederlander op deze
afstand. Hy ging goed mee op 1500
Toen het er nog allemaal
mooi en aardig uitzag: Ver
kerk rechtsop weg naar
een duidelijke zege op Per
Willy Guttormsen op de 5000
meter.
zonneschijn op de eerste dag en kol
kende sneeuwjachten op de tweede
dag. Deventer, waar Zimmermann
een dreun kreeg, die hem knikke
bollend naar Inzeil deed terugver
langen. Waar Amerikanen en Ja
panners andermaal ervoeren, dat ze
nog steeds geen enkele rol spelen
in de Internationale klassementswed-
meter (2.12.1) en toonde op de 5.000 strijden. Deventer, waar de Russen
en 10.000 meter tijden, die hem in helemaal van de kaart werden ge-
het gelid deden meedraaien van de
allergrootsten.
Nottet was er zelf het meest ver
bluft over. ..Ik kreeg na Inzeil een
daverende inzinking", zei hy. „en nu
dit". Deventer 1969 een merkwaar
dig toernooi, een toernooi met ups en
downs. Een toernooi met stralende
veegd. Coach Stenin probeerde te
glimlachen, maar de veertiende
plaats van Tsjekoeljajew en de zes
tiende van Kertsjenko waarborgen
zelfs geen derde man meer in het
wereldkampioenschap. Ze zullen van
voren af moeten beginnen met twee
man wat een afeang. Neen, dat de
Zweden, die hebben verrassend goed grote klasse.
gereden Nou verrassend Claeson
tweede, Höglin zesde en Sandler ze
vende het werd in feite verwacht.
Zweden mag nu volgend jaar met
vijf man aan de start verschijnen.
Deventer-1969. Niets is de Neder
landse ploeg bespaard. De teleurstel
ling van Kees Verkerk, de val van
Ard Schenk, waardoor de Noordhol
lander uit de kopgroep, waarin hy
hoge ogen gooide, werd teruggewor
pen naar een dertiende plaats in de
eindrangschikking en de struikelpar
tij van Jan Bols, ook al op de 1500
meter, waardoor htf eveneens een
vol punt kwijtraakte.
Leen Pfrommer: „Als we voor de
ze pech bespaard waren gebleven zou
den we beslag hebben gelegd op de
derde (Kees), vierde (Ard), vijfde j
(Peter) en zesde plaats (Jan Bols).
Gisteravond klonk in Deventer over i
de reeds dichtbesneeuwde ijsbaan het
Noorse volkslied. Voor Dag Fornaess. j
Een waardig wereldkampioen. Want i
wie 40.3 rijdt op de 500 meter en
tweede wordt op de 10 km. is van
Voetbal De wedstrijd Feije- pel
noordFC Zeleznicar <Z-S1> die de
afgelopen week reeds twee maal
werd uitgesteld, is in verband met
de terreingesteldheid nu definitief fcrer
afgelast.
Wielrennen Arie den Hartog i<
gisteren tweede geworden in de
at/ui, cii cc cijii uncmuuL uij ue j Grote Prijs van Cannes, een weg-
j laatste zestien gekomen. Dat is wedstrijd over 163 kilometer. Win-
toch wel iets om trots op te zijn"naar werd de Fransman Bellone, die
Had hij dan niet gemikt op de in Grasse woont en het circuit per.
wereldtitel van een van zijn pu- fect kende.
De gedetailleerde resultaten van de rijders, die zich klasseerden voor de
laatste zestien luiden (achtereenvolgens 500, 5000, 1500, 10.000 en punten
totaal)
1. Fornaess (No.) 40.3 2) 7.38.0 8) 2.09.1 3) 16.04.7 2) 177.361
2. Claesson (Zwe.) 4Ó.5 4) 7.36.1 7) 2.08.9 2) 16.22.0 9) 178.177
3. Verkerk (Ned.) 42.6 (22) 7.24.1 1) 2.08.7 1) 16.05.4 4) 178.180 J11
4. Nottet (Ned.) 40.8(6) 7.38.9(11) 2.12.1 8) 16.11.3 7) 179.280
5. Thomassen (No.) 40.6 5) 7.38.1 9) 2.11.2 7) 16.25.7 (10) 179.420
6. Höglin (Zwe.) 41.2 (11) 7.40.0 (13) 2.09.3 4) 16.26.9 (12) 179.645
7. Sandler (Zwe.) 42.7 (24) 7.32.3 4) 2.10.6 5) 16.05.5 5) 179.738
8. Guttormsen (No.) 42.2 (20) 7.29.1 2) 2.13.6 (13) 16.05.3 3) 179.900
9. Bols (Ned.) 41.6 (15) 7.32.8 5) 2.14.7 (15) 16.02.9 1) 179.925
10. Stiansen (No.) 41.4 (13) 7.38.7 (10) 2.11.1 6) 16.27.2 (13) 180.330
11. Koskinen (Finl.) 42.1 (19 7.39.0 (12 2.12.7 9) 16.26.8 (11) 181.573
12. Maier (No.) 43.0 (27) 7.35.5 6) 2.14.2 (14) 16.06.3 6) 181.595
13. Schenk (Ned.) 41.1 9) 7.31.3 3 2.20.8 27) 16.21.3 8) 182.220
14. Tsjekoeljajew <R.) 42.6 (22) 7.41.5 (14) 2.13.1 (11) 16.44.1 (15) 183.32?
15. Verheyen (Ned.) 43.0 (27) 7.44.1 (15) 2.15.4 (18) 16.31.7 (14) 184.020
16. Kertsjenko (Rus.) 41.2 (11) 7.50.0 (16) 2.13.4 (12) 17.32.9 (16) 185.312
De 500 meter werd gewonnen door de Japanner Suzuki in 40.1. De Ameri
kaan Blatchford deelde met 40.3 de tweede plaats op deze afstand met de
Opgejaagd
Kees Verkerk werd een opgejaagd
mens. Niets zou hem bespaard wor
den. Hy reed die laatste 800 meter
zo snel hy kon. Hij liep seconden in
op de tijd van Jan Bols, maar kwam
toch 2,5 sec. tekort. En op de streep
stoof Per Willy hem voorbijook
nog verslagen in de rit zelf
In Deventer heeft het enorme
Nederlandse schaatslegioen zich
schromelijk "ergist. De duizenden
enthousiasten hebben drie weken
lang alle bezwaren weggewuifd, die
geopperd werden tegen het onver
antwoordelijke, bijna hysterisch
aandoende optimisme. Niemand kon
Verkerk in Deventer verslaan. Nie
mand. Kees Verkerk was de aller
beste. Deze man was toch immers
niet te verslaan. Deze Kees Verkerk
had gewoon maar naar de finish te
rijden om zich te laten kronen als
schaatskeizer. Zo wilde het legioen,
zo zag men het. Zo had men ook de
overwinning van Ajax op Benfica
voorspeld. Ajax kreeg een lesje.
Hier in Deventer kreeg het legioen
een lesje.
Al die Nederlandse supporters zul
len zich moeten realiseren dat Ver
kerk ook in het komende jaar niet
zomaar kampioen kan worden- Ze
zullen moeten begrijpen, dat hun
idool volledig meetelt in de wereld
top. dat hij het vermogen heeft om
titels te behalen, maar dat de tegen
stand van de Fornaess-Claeson-gene-
ratie ieder jaar groter zal worden.
Dat Verkerk weliswaar met impone
rende wereldrecords op de erelyst
prijkt, maar dat tier afstanden be
slissen over een Europese- en we
reldkampioenschap.
Verkerk was in feite al heel dicht
bij de klassementsnederlaag door zyn
uitermate zwakke 500 meter (42.6 te
gen 40.3 van Fornaess. Men kan dan
wel gaan rekenen en zeggen ach
wat zijn nu 2.3 punten. Kees
haalt een vol punt op de
1500 meter terug, en een vol
punt op de 10.000 meter. Dat deed
hij in Inzeil toch ook. Hij deed
zelfs veel meer En op de 5000 me
ter behoeft hU Dag Fornaess en
DEVENTER, zondagavond (GPD) Kees Ver
kerk in de rol van de verliezer. De man die eerlijk
verslagen is. De sportieve, die de wapens heeft
moeten strekken en met een brede armzwaai de
nederlaag erkent. Een mooie rol. Hij werd ook
voortreffelijk gespeeld. Er kwam een huilende
man, die zijn verdriet uitsnikte tegen de schouder
van de verslagene. Die lachte gul naar de om
standers en gaf een paar vaderlijke tikjes op dat
verdrietige hoofd: „Ja, ja, ik begrijp het wel
ik heb het zelf ook wel eens moeilijk". De man
keek met betraande ogen naar de beker in zijn
trillende handen. Hij stamelde wat: Fornaess
geven Op de beker stond: „Wereldkampioen
1969 Kees Verkerk". Een in eigen beheer ver
vaardigde kelk van de meest gewone soort. Maar
toch wel een ontroerend mooi ding, opeens.
Kees Verkerk kende die ontroering niet. Of
verborg haar. Want dat vereiste de rol van de
verslagene. Had hij. misschien eerder wèl tranen
moeten terugdringen? In zijn drukke redenerin
gen, tussen de woordenstroom ten behoeve van
Dag Fornaess (die aan zijn zijde het kampioen
schap vierde en dat ook gaarne in de Neder
landse taal uitgedrukt zag) viel het moment, de
trieste ervaring van het verlies, nauwelijks op te
diepen: „Ik was na die tien kilometer helemaal
leeg. Ik dacht helemaal niks". Maar wanneer dan
besefte Verkerk dat zijn greep naar de macht
tóch mislukte? En wanneer stortte zijn wereld in.
onvermijdelijk, omdat er niets meer te stutten
viel? „Nou, drie ronden voor het eind op de tien
kilometer. Toen kwam Per Willy me helpen. Hij
kwam naar me toe, om nog te proberen me mee
te slepen. Het ging gewoon niet meer. Ik was
kapot. Toen wist ik. dat de laatste kans voorbij
was. Dat ik niet drie afstanden zou gaan win
nen. Ja, wat gaat er dan door je heen? Niks ei
genlijk. Je had je handen vol. je had geen tijd om
te denken. Die sneeuw, die in je ogen slaat. Je
gezicht doet pijn. Je spieren doen pijn. En dan
kun je bijna niet denken".
..Eigenlijk", zegt Kees Verkerk later, „eigenlijk
begon het al na tien ronden. Toen kwam ik me
zelf al tegen. Ja. waar ligt dat aan? De eenvou
digste verklaring is deze: ik kon niet tegen de
verandering van de techniek. Op de rechte ein
den tegen de wind in moest ik mijn slag ver
korten en met de wind mee weer verlengen.
Dat is zo verschrikkelijk moeilijk voor een tech
nische rijder als ik. Nee, die start dat snelle
weggaan nee, ik geloof niet dat het me kapot
heeft gemaakt. In Inzeil ging het toch ook? Na
tuurlijk. daar waren de omstandigheden anders.
Maar zo'n start moet ik wel maken. Ik moet
meteen onder dat schema duiken. Ik rekende
toen nog met een puntenoverwinning. Niet we
reldkampioen worden door de afstanden te win
nen. maar gewoon ook op punten Fornaess en
Claesson kloppen. Dan moet je zo snel mogelijk
zoveel mogelijk seconden winnen". Maar dan
blijft er toch wel een vraagteken. Dan is nog niet
verklaard, waarom Dag Fornaess „de wisselende
technieken" wèl vaardig genoeg kon bespelen
Dan rijzen vragen: was er iets anders, dat Kees
Verkerk remde, toen hij de greep naar de kroon
zó perfect had voorbereid, dat ze niet meer kon
mislukken? Nee, aan de conditie heeft het niet
gelegen: „Ik heb in Da vos goed gewerkt. Ik heb
niks gemerkt van een teruggang van de conditie
Nee, daar ligt het niet aan". En tussen zijn gulle
lachen en zijn oprechte waardering voor For
naess, begeleid soms ook door de „afstand", die
de ervaring van de vreugde naast hem neemt met
een „hij is nog jong, hij moet natuurlijk nog veel
leren", gaat het zoeken naar het falen door. En
dan. tenslotte, is er die opmerking, zo maar losjes
weg, onverdacht gemaakt: „Ik was helemaal niet
thuis, na die vijfhonderd meter".
Terug daarmee, naar het begin van het toer
nooi. Een begin dat Verkerk moeizaam doorstond
Er is gesproken over de afkoeling vóór zijn sprint
hij was te vroeg op de baan. er vielen valse starts,
de kou begon bezit van zijn spieren te nemen
Verkerk: „Nou, dat is het toch niet helemaal ge
weest. Het is normaal als je tien paren van te
voren op het ijs gaat. Goed. het was een beetje
koud. Misschien had ik een extra broek aan
moeten trekken, maar nee het komt niet door
die kou. Ik had bijvoorbeeld een hele goeie start
Maar toen gebeurde het. Binnen twintig meter
sprong die Blatchford van me weg. Zo hup, hup.
hup in dat enorme tempo. Ik wist niet hoe ik
het had. Ik reed een bocht zoals op de tien kilo
meter. so sukkelig
En dat moet dan het begin van de twijfel, de
nederlaag zijn geweest. Want Kees Verkerk kan
niemand vóór zich velen. Kees Verkerk heeft een
toernooi doordacht, berekeningen opgesteld, prog
noses zélf ingevuld. Hij heeft zich géén plaats op
het erepodium toebedeeld, bij de sprint, maar hij
heeft de loting glimlachend vernomen: tegen
Blatchford. een unieke mogelijkheid om zich te
laten meetrekken naar de sferen waarin Dag For
naess op de kortste afstand pleegt te verblijven.
En misschien ja, misschien kon juist Blatch
ford gangmaker zijn naar een tijd, die alwéér
niemand voor mogelijk had gehouden, want, ver
dorie, Verkerk kón toch sprinten, reeds al eens
40,4 sec., al was dat dan in Inzeil?
Maar Neil Blatchford trok de sprint veel te
snel aan. De Amerikaan raasde molenwiekend
méters van Verkerk weg, nog voordat de eerste
bocht in zicht was. En kegelde de eerste bereke-
DC
ning van een man, die wereldkampioen moest
worden, omver. „Ja", geeft Verkerk dan later ook
nog toe, „die opening op de vijf kilometer was
ook anders dan anders. Ik ging niet zo snel weg.
Ik had niet helemaal de overtuiging. Pas op de
helft merkte ik. dat ik toch hard ging. Ja. dat
kan daar ook best ingezeten hebben, dat ik nog
wat onder de indruk was. Helemaal trouwens. Als
ik het goed naga, heb ik na die vijfhonderd me
ter niet meer het gevoel gehad, dat ik mezelf was".
Zó ingrijpend kan een race zijn op een heel
toernooi. Zeker, als je voor dat toernooi favoriet
bent: „Dan weegt het allemaal nog veel zwaar
der. Ik heb het zelf steeds gezegd: let op, je kan
van alles tegenkomen". Op de zaterdagavond
heeft hij de mogelijkheden opnieuw bezien. „Het
enige wat je dan doet is denken, denken, denken
Met die vijf kilometer was ik toch nog goed weg
gekomen. Maar ze begonnen alweer te praten over
drie afstanden winnen, en dan ga je ook met
die mogelijkheid rekenen. Maar ik wilde eerst
echt wel op die punten gaan. Op de 1500 meter
liep ik al lekker op hem in. Het moest kunnen.
En toen kreeg je dat wéér. Ze zeggen nou alle
maal wel. dat tussen het eerste en tweede paar
verschil zat. dat Fornaess het makkelijker had.
maar dat geloof ik niet. Hij heeft zich alleen
maar beter kunnen aanpassen dan ik. Ja, dat
moet het wel geweest zijn. Toen ik moeilijker ging
draaien, na tien ronden al, toen begon de lamp
meteen uit te gaan".
Het einde kwam raadselachtig. Verkerk stortte
zich in de armen van Pfrommer en wierp daar
al de nederlaag van zich af. Van dat moment
reed hij lachend rond, om zich tenslotte als de
grote verliezer bij gretige journalisten te melden
Geen seconde heeft hij aan de buitenwereld ook
Het drama-Verkerk in volle gang. Terwijl Jan
Bols voor de nodige aanmoediging zorgt, vecht
Keessie zich leeg in de strijd tegen de klok, de
sneeuw en de wind.
maar iets laten zien, dat op ontroering leek, ver
betenheid, ontgoocheling om alles dat, ineens,
wég was: geen Europees kampioen en vooral -
geen wereldkampioen in Deventer. Het doel, dat
hem maanden en maandenlang voor ogen heeft
gestaan. Is nu alles kapot? vroegen ze hem. „Wel
nee Inzeil komt nog, de recordraces. Dat is
toch ook een mooi evenement?"
Een mooi evenement na alles, dat voor
niets is geweest. De urenlange trainingen, nog in
Davos, waar hij iedereen verbaasde over zóveel
serieuze inzet. De lange, lange gesprekken waar
in de mogelijkheden onder de loupe werden ge
nomen („Zal ik nou dat wereldrecord proberen
te rijden of niet?") en de kleine oneffenheden,
die er in het schaatsleven van „Keessie" nu een
maal altijd moeten zijn („Ik slaap nou steeds met
anderen op de kamer en heus, zóveel klets ik nou
ook niet. je kan me gerust met Ard samen laten"1
en dat kleine vlammetje van wraakzucht, dat hij
vlijtig brandende houdt („Ja, ja, met dat stude- pi.
ren. dat is toch moeilijk voor die jongens, want
ik lag met mijn conditie al een stukje voor en ik
werd Nederlands kampioen") Twee schaatffl
jaren zónder internationale titel voor Kees Ver-
kerk. En geen opvallende teleurstelling als het
evenement, dat hem alles had moeten brengen,
is mislukt. Of toch? Is het niet alléén de „grote
verliezer", die spreekt, als hij zegt: „Zo zie je
maar weer. wat je nog leren kan Wat je alle al
weer aan de weet komt voor volgend jaar. Want
we gaan natuurlijk door, dat wèl"