De tovenaarshoed 3 Kruiswoordraadsel Tekenplezier van liet kind meer waard dan talent Hond mee op reis Kom er ACHT-er fcs« Pim en Pom Br& ZATERDAG 8 FEBRUARI 1969 LD EXW „Laat een kind niet alleen plaatjes na tekenen en voorkom dat het de techniek van de leraar overneemt. Kijk naar het kind, wat kan het, wat wil het zeggen met zijn tekening, en probeer niet meer uit hem te krijgen, dan wat er op het moment aan creativiteit in hem zit". Dit zyn enkele stellingen van mevrouw Clasca Ozinga, een gepensioneerde Utrechtse tekenlera res, die na 35 jaar studie haar levenswerk heeft geschreven. Het boek heet ..Kind en Kreatieve Aktiveit" en verschijnt binnenkort by Brusse-de Haan (Ned. Uitgeverij Centrum, Hilversum). Mevrouw Ozinga was van 1917 tot I960 lerares tekenen en kunstgeschiedenis aan verschillende schooltypen, waarbij zij eindigde als lerares aan een lyceum. Verschillende malen was zy spreek ster op Internationale congressen oa. in Parijs, Zweden, Den Haag en Praag. Op haar terrein is zij een gezaghebbende persoonlijkheid, die tal van publikaties in dag- en vakbladen nationaal en internationaal op haar naam heeft staan. Van haar hand verschenen vier boeken over mo dern tekenonderwijs; alle oplagen hiervan zyn uitverkocht. Haar vijfde boek dat dit jaar van de persen komt. komt uit tegelijk met Noorse en Franse vertalingen. Een Engelse uitgave is in voorbereiding. Neemt u uw hond mee op vakantie, dan dient u zich wel even te realiseren, dat paspoorten, groene kaart, reischèques en verzekeringspapie ren niet voldoende zyn. Ook voor uw huisdier dient u dan een papiertje in uw reisétui te heb ben, dat in dierenbeschermingskringen wordt aan geduid met ..Het Certificaat": een verklaring, dat uw hond gezond is en is ingeënt tegen rabiës (hondsdolheid). De dierenarts zal u zo'n bewysje graag geven, maar het moet worden gelegaliseerd door een Inspecteur van de veeartsenykundige dienst. In verband met de geldigheidsduur voor invoer van de hond, niet alleen in Nederland, maar vooral ook voor de invoer in andere landen, moet de inenting meestal een maand vóór de datum van vertrek plaatsvinden. Een punt om op de kalen der te zetten! Het buitenland stelt soms nog méér eisen. Dik wijls veranderen die zonder dat men het weet. Het is dus zaak ambassade of consulaat van uw vakantieland ruün van te voren even om inlich tingen te vragen. U hoort dan wellicht de vreemd ste dingen. Wist u bijvoorbeeld dat u in Italië uw hond behoort te muilkorven wanneer de lyn lan ger is dan één meter? En wist u dat u als u naar Engeland wilt toestemming tot invoer van uw dier nodig hebt van het ministerie van land bouw, terwijl verzending moet geschieden „per kist, krat of hok", en dat het dier een half jaar in quarantaine moet zijn gehouden? Nou dan, we bedoelen maar. Denk even na voor u Fikkie in de auto zet tussen de thermosflessen en de broodjes. Stuur hem dan liever uit logeren, of bel de Die renbescherming Daar weten ze alles over bepa lingen, reglementen, inentingen en nog meer dat te maken heeft met de vakantie van uw hond in het buitenland. Zy is nog steeds sedert 1952 secretaresse van de Nederlandse afdeling der Stichting Kunst als wereldbroederschap (Stichting tekenen is een Wereldtaal». Enige jaren geleden organiseerde zij in Leiden een internationale tentoonstelling van kindertekeningen, welke zeer de aandacht vroeg en waarover in het Leidsch Dagblad in zeer waarderende zin werd geschreven. Elk op zijn manier Mevrouw Ozinga heeft zich in de tyd, dat ze les gaf vooral beziggehouden met het kind dat de te kening maakt. Daarom wilde ze niet lesgeven vol gens een van te voren vastgelegd leerprogramma. Ieder kind is een persoonlijkheidje, ziet de dingen anders dan zyn vriendje en moet daarom de kans krijgen „zijn" ervaringen op „zyn" manier uit te werken. »Wi Mevrouw Clasca Ozinga. Het is niet belangrijk of een kind, wel of niet begaafd is. Alleen het plezier telt. dat het aan tekenen of een ander expressievak beleeft", aldus mevrouw Ozinga. Haar leerlingen waren hier ook van overtuigd. Meisjes en jongens, die eindexa men gedaan hadden en geen les meer hadden, bleven vaak voor hun genoegen haar lessen vol gen. Ook degenen die geen talent bezaten. Van kinderen, die van de lagere school komen, wordt vaak beweerd dat ze geen zin meer in tekenen hebben, als ze tot de ontdekking zyn gekomen, dat ze hierin toch niets kunnen bereiken. Dit ge looft mevrouw Ozinga niet, ze heeft zich tydens haar studie voornamelijk gecontreerd op deze leeftijdsgroep meisjes en jongens in de puberteit en geprobeerd het tegendeel te bewijzen. Ontwikkeling Waarom heeft mevrouw Ozinga zich zo intensief beziggehouden met de kindertekening? „Bij de creatieve activiteit door middel van expressievak ken komt het meest eigene en waardevolle van elk kind tot ontwikkeling. Het krijgt hierdoor een gevoel van rust. geluk en harmonie en het is de manier om een aantal spanningen af te reage ren. Dat is wat de wereld van nu nodig heeft," aldus mevrouw Ozinga. De tekeningen, die het boek illustreren zijn voor het merendeel afkom stig uit een internationale collectie- Pun loopt zich een beet-je te ver-ve-len. Er ge-beurt niets in huis. De vrouw is in de keu-ken. Pom doet zyn vier-de slaap-je en bui-ten valt de re-gen. Trnggg hè, ge- luk-kig. De bel! Mis-schien wel vi-si-te die met me spe-len wil, denkt Pim, mis-schien wel een me-vrouw met een lek-ker bont-je om waar ik aan rui-ken kan. Mis-schien een niet zo erg gro-te hond met wie ik vech-ten kan. Maar nee hy ziet het al. Een man die een zak komt bren-gen en met-een weer weg-gaat. Dat kan nooit iets we-zen, denkt Pim. De vrouw maakt de zak niet eens o-pen, maar gaat met-een weer ver-der in de keu-ken. Pim loopt een paar rond-jes om de zak. Hij ruikt er eens aan. Gek lucht-je. Een beet-je van de sla-ger en een beet-je van een bont-je. Hy zal toch maar eens ky-ken HU heeft toch niks te doen. Met twee poot-jes te-ge-lijk be-gint hij aan de zak te wrie-me-len Een peu-le-schil. In een mi-nuut-je heeft hy hem o-pen. Pim steekt nieuws-gie-rig een poot naar bin-nen. Het is geen vlees en geen bont-je. Zyn na gels trek-ken aan iets hards. Ach, zie je wel. een schoen. Wat is nou een schoen? Je kunt er een beet-je aan krab-be-len, maar daar houdt het mee op Wacht e-ven, denkt Pim. er zit nog meer in de zak. Zyn kop be-trekt. Nóg een schoen. Hy gaat er een poos-je naar zit-ten ky-ken met zijn kop-je scheef. HU denkt. Hij denkt na o-ver de gek-ke din-gen die men-sen doen. Niet al-leen dat ze schoe-nen om hun poot-jes doen. zo-dat ze hun na-gels niet kun-nen ge-brui-ken. Neeze doen hun schoe-nen ook nog in een zak en la-ten die door een man ha-len en bren-gen Op-eens be-denkt hy dat er mis-schien nog wel meer in die zak zit- Hy steekt er zijn poot-je in. maar daar komt hy niet ver ge noeg mee. Voor-uit, zegt Pim. als je poot-je niet wil, dan je kop ge-brui-ken, zei myn moe-der al-tijd. Daar gaat ie! Hy duwt zijn kop-je diep in de zak en kijkt rond in een klein bruin ka-mer-tje dat he-le-maal leeg is. Nee, zegt Pim, hier is het ook niks. Hij tilt zyn kop weer op en op-eens is de he le zak weg. Wel, as-je-me-nou, zegt Pim, wat heb ik nou aan mijn snor han-gen? Waar is de zak? Er is hier vast een to-ve- naar ge-weest. Je weet wel, zo een met zo'n ho-ge muts uit de sprook-jes. Als ie maar niet ver-der gaat met zyn to-ve-ren. Stel je voor dat ie my in een muis of een kik-ker ver-an-dert. Hy loopt een rond-je en wordt ze-nuw-ach- tig. Als je het mij vraagt heeft ie al iets met me ge-to-verd. Mijn kop voelt zó raar. Ik moet Pom waar-schu-wenHy stapt de ka mer in om Pom te zoe-ken. Op de vas-te plek-jes is hij niet. Ook al weg-ge-to-verd? Pomroept hy bang. Pom Pom die bo-ven op de kast ligt te sla-pen, doet één oog o-pen en kykt om-laag. Hy knip-pert met zijn o-gen. Wat loopt daar nou? Een muts op poot-jes? Hij kijkt nog eens goed en ziet dan de streep-staart, de streep-poot-jes en de streep-jes rug, die on der de muts uit-ko-men. Het zyn niet al-le koks. die ho-ge mut-sen dra-gen, zegt Pom met een plech-ti-ge stem van bo-ven op de kast. Pim staat ver-schrikt stil en kykt om hoog- O, ge-luk-kig, ben jij het? Wat zei je daar o-ver ho-ge mut-sen. Pom? O. niks zegt Pom, die erg moet la-chen om het e-ne ban-ge oog-je dat on-der de muts uit-kykt. Ja-wel, ja-wel! Je zei iets o-ver ho ge muts! roept Pim ze-nuw-ach-tig. Ver-tel C str< frm iuizei De •ond iitvo( ud. chte A. |r) e artij gesu: Pro •flegf iring redei Ijk evelcï verl adz2 zijn hee i be« ig rc mc mo' I bij een ng 1 jomei de a l he jiel Er v nwoi udh it. i bel trlta op. Pom. Heb jy soms ie-mand met een ho-en j ge muts ge-zien? Ja-ze-ker, knikt Pom, ja- toe] ze-ker heb ik dat. ludei Wan-neer Pom? Nu net? Het e-ne oog-jettpe! kykt scheel van angst, en-nedenk Je,^. dat het een eh een to-ve-naar was? Pom, jjUr houdt zyn kop-je scheef en denkt na, ja-wel, zegt hy. dat zou best kun-nen. Zo een die zol kw maar een gro-te zak kan weg-to-ve-ren. Pom iet 1 of een muis van my kan ma-ken? tem Ik zal het je maar zeg-gen, Pim, zegt Pom west ern-stig. Het is al ge-beurd. Hij heeft al een ord muis van je ge-maakt! Pim ver-stijft. Een enii een mmmmuis? Ikkikik? Pom knikt it h weer. Tjaik werd wak-ker, toen zag ik rs, een ho-ge muts, zo-als ik al zei en toen ik hun nog eens keek zag ik ie-mand die zat te be- hee ven als een muis. ie e Dat klopt, fluis-tert Pim, dat ben ik. Zijn |e v rech-ter-voor-poot-je gaat ang-stig om-lioog. Jeijz Eerst voelt hij zyn snor-ren. Maar die heb- jng ben mui-zen ook. Dat zegt niets. Nog ho-ger ,jn zijn neus- Heb-ben mui-zen ook. Maar de >ud€ oor-tjes! De oor-tjes zyn an-ders! Zijn poot- iaat je gaat naar zyn lin-ker-oor en dan dan jutsi valt er een groot rit-sel-ding op de grond. Een brui-ne pa-pie-ren zak. As-je-me-nou, zegt Pim, de zak! Op-eens be- noj grijpt hy al-les. Hij kijkt om-hoog naar Pom. var Kan je wel? roept hy, kan je wel? Een aar- vo di-ge vriend de stui-pen op het lyf ja-gen? de Wat nou? lacht Pom, ik zag de muts en ik ,)an zag ie-mand die zo bang was als een muis. eth) Nou, kom op, me-neer de to-ve-naar, zet je {raf muts weer op, dan gaan wij eens een beet-je Lde uit to-ve-ren met z'n twee-ën. Pim springt al voor hem uit met zyn to-ve- naars-muts op z'n kop. Ge-luk-kig, zegt i«*ïdal ein-de-lyk ge-beurt er wat. 8e MIES BOUHUYS op Iteei tl e tens ?r°r Kunt u de acht afwijkingen In de beide bovenstaande tekeningen vinden? De juiste oplossing vindt u elders in dit nummer. Horizontaal 1. uit de weg gaan 6. inheems handachtig dier van Australië 11. hemellichaam 12. reptiel 14. kloosterlinge 16. vergrootglas 18. zyrivier van de Maas 20. priester der Russische-ortho- doxe kerk 22. sleepnet 23. van hoefijzers voorzien 25. huisgrond 26. deel van schoeisel 27. deel van romp 28. Europeaan 30. verlaagde toon 32. amper OPLOSSING VORIGE PUZZEL 01. plaats in Limburg 62. vocht doorlatend 64. afgemat 66. scheepstouw 68. symbool voor neon 70. symbool voor thorium tnd< Vs laai 'aar nscl zy li t ling ftftvftA i bfti buftHftft Ile i|o|i f ftfo o mI PERS ONE N VER VT0 E R ftS T A L ÜL A|H E F TÉ Eft1 R 1 A sftM OOR pftM R E EftEftïAPÉOftW 1 E FftN 0 NAftFlANT l ■K VBIl y| Afto L 1 E|N K 0 UftEftFU SftDADELft ftsi 1 R E ft a| RECERT NG SftE J AftftN Aft ftSTADftlG lftAftS O U BARE TftL i ft.-. E P hft SB ÈTLÊTI D ÉOBTE Lft FEPIKH 34 scepter 36. symbool voor tantallum 37. symbool voor tellurium 39. verlichtingsartikel 40. achternaam 41. deelbaar door twee 43. symbool voor kobalt 44. Latijns voegwoord 45. kermistent 47. schuw 49. bitumineus produkt VEIUGHEID IM ONS HUIS he 52. woonschuit 53. soort vlinder 55. loofboom 56. bergweide 58. Argentyn6 kaartspel 61. vestingmuur 63. venster 65. koets 66. aanwyzend voornaamwoord 67. electrisch geladen atoom 69. duizend kilogram 70. kort ogenblik 71. karperachtige riviervis 72. staat in Zuid-Amerika 42. landelijk gelegen herenhuis 46. radioactief scheikundig ele ment 48. locomotief 50. proef gewicht 51. langs 54. deel van een boom 55. kopersnelde 56. behoeftig 57. zyrivier van de RUn 59. vochtig 60. Japanse munt Oplossingen onder het „Kruiswoordraadsel" dienen woensdag a.s. te 9 uur vm in^ bezit te zyn van de redactie,1 tesingel 1 te Leiden. Onder dei de oplossingen stellen wij een^ ste prijs van f5.- en twee pfcge van f. 2.50 beschikbaar waaij^j alleen abonnees kunnen medfmt Bij elektrisch speel goed mag de trans formator hoogstens 24 volt geven. Trek nooit aan her snoer maar altijd aan de stekker!1. De eerste prys van f.5,- werd toegekend aan mevr. Kranenburg- van Elswyk. Koningstraat 45 te Leiderdorp, de twee pryzen van f. 2,50 aan de heer H. S. Wyn- beek, Hugo de Vriesstraat 79 te Leiden en aan mevr. J. Kramp, Os en Paardenlaan 5 te Leiden. De pryzen worden de winnaars toegezonden. Gebruik nooit een verplaatsbare elek trische kachel tij - dens het baden. Zorg dat de reserve - zekeringen altijd bij de hand liggen, plus een zaklantaarn metaal drinkgerei voegwoord specerij voorzetsel wol vlok je soort antilope arctische zwemvogel tweemaal bonte papagaai deel van ambtsgewaad te velde staande gewassen deel van de hals plaaggeest plat vaartuig zangstem voordeel organische verbinding meubel springloop hoofddeksel boomloze grasvlakte in het zuiden van Zuid-Amerika plankje voor het onbeweeglijk bevestigen van gebroken le- deaunaten ventilator zenuwtrekking jonge loot tussenzetsel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1969 | | pagina 12