„STILLE NACHT, HEILIGE NACHT" Een kerstlied dat de wereld rondging ONTSTAAN 150 JAAR GELEDEN HERDACHT KERSTBTJLAGE 1965 VAN HET LEIDSCH DAGBLAD In A» kgrittijd komen iedere avond de zangers van Hallein bijeen voor de woning, waarin Grliber tUerJ en zingen daar het Stille nacht". Oberndorf is maar een onaanzienlijk dorpje, niet ver van Salzburg. Toch staat het in deze dagen in Oostenrijk en daarbuiten in de be langstelling. Want in Oberndorf zo goed als in Salzburg zelf en in de nabijgelegen plaats jes Arnsdorf en Hallein wordt het feit gevierd, dat hier 150 jaar geleden een kersthymne ontstond die over heel de wereld is gegaan en die de kerstsfeer in de westerse landen mede typeert: het „Stille nacht, heilige nacht" van dorpspastoor Josef Mohr en hoofd der school Franz Xaver Gruber. Centrum van de herdenking is de gedachteniskapel te Oberndorfgebouwd nadat de St. Nicolaaskerk van het dorpje door een overstroming was verwoest. Ook: het sterfhuis van Gruber in Hallein, ten zuiden van Salzburg, waar ieder jaar al op kerstavond de bewo ners bijeenkomen om voor de deur het „Stille nacht'' te zingen. Gebrandschilderd raam in OberndorJ. n Links boven Gruber, rechts Mohr. Links l neden op de voorgrond de school van An dort. rechts de oude St. Nicolaaskerk r1 Oberndorf. nieuw orgel. Het armelijke dorpje had ee D ln 1826 de benodigde gelden bij elkaar. To t kreeg orgelbouwer Mauracher uit het zul tal de opdracht een nieuw instrument monteren. Hij verbleef daartoe zes wekn lang In Oberndorf en hoorde in die perio hoe men zich bij de diensten met gitaarl t geleiding had beholpen. Tussen de melodie r die ln het kerkje werden gerepeteerd, tih één zijn aandacht: die van het ,.St nacht". Hij vroeg de tekst op en nam mee naar zijn eigen woonplaats. Daar liet de hymne door het koor instuden Waarschijnlijk is de eerste publieke prest tatie ervan in 1831 geweest, in Leipzig. 3 De hymne maakte nu snel furore als „typisch Tlrools kerstlied", waarvan lao nje men algemeen aan) schrijver en compon onbekend waren. Dat was niet juist; zen Mohr als Gruber leefden in die periode ni Maar wisten zijn veel, dat hun scheppi bezig was heel de westerse wereld te v o ver en? Van Duitsland en Oostenrijk bere te het ,.8tille nacht" eerst Engeland en v volgens de Engelse koloniën, daarna Zi den, Noorwegen, Denemarken, Nederland Frankrijk. Het dook in 1873 op in Noord-An rlka, als de „Salzburg-carol" en het vc zijn weg via zendelingen en missionaris naar Afrika en Zuid-Amerika. Steeds met vermelding: van een onbekende componist In 25 talen Hoe universeel dit kerstlied ls geword bleek tien jaar geleden toen op kerstav< honderden jongens en meisjes uit een gr aantal landen in Oberndorf bijeen waren komen en het „Stille nacht" zongen in v entwintig talen. De Gedachteniska die ook nu in het centrum van de Mohr-G ber herdenking staat, was te klein om I allen te bevatten. Zo zongen de Jongeren 1 veeltalige melodie buiten, in de sneeuw onder de zwarte lucht, waaruit myriai sterren hun schijnsel op de koude en wi^ wereld wierpen. r xDOR de herdenkingsplechtig- m heden ter gelegenheid van het W ontstaan 150 jaar geleden van het wereldbekende kerstlied Stille nacht" in Oberndorf en andere Oostenrijkse steden en dorpen heeft het Oostenrijkse ministerie van Bui tenlandse Zaken uitnodigingen gezon den aan culturele instellingen in alle landen. De Oostenrijkse PTT her denkt de verjaardag van dit lied met een speciale postzegel en het Europese tv-net (Eurovision) zal rechtstreekse uitzendingen uit Oberndorf en Hall- stein verzorgen. De guitaar van Mohr is in Hallstein tentoongesteld en bezoekers zullen bandopnamen kunnen maken van het kerstlied. Men zal o.a. een opname kunnen beluisteren gemaakt in het Afrikaanse ziekenhuis van wijlen dr. Albert Schweitzer. De provinciale hoofdstad Salzburg combineert de herdenkingsplechtig heden met zijn roem als internatio naal muziekcentrum. Op 22 december zijn de bijzondere feestelijkheden geopend met trompet geschal op de Residenzplatz, gevolgd door een gala-concert van kerstliede ren in het Festspielhaus, de zetel van de zomerfestivals. pier zette, ligt een beetje in de legende ver borgen. Het kan best zó zijn geweest, dat de geest plotseling over hem vaardig werd en het is evenmin erg onwaarschijnlijk dat de legende die zich rond het „StiUe nacht" gevormd heeft op waarheid berust: dat de pastoor op kerstavond ontdekte dat zijn kerk orgel kapot was, dat hij toch een kerstlied wilde laten zirrgen en dan maar bij gitaar of cither en dat hij daarom snel een tekstje heeft geschreven en met dat tekstje naar bo venmeester Franz Gruber, koster en orga nist van zijn kerkje, is gestapt. Zonder orgel Want dit staat wel vast: het kerkorgel van Oberndorf had de geest gegeven al dan niet omdat de muizen de blaasbalg open had den geknaagd. En gerepareerd kon het zo vlug niet meer worden, want orgelbouwer Mauracher uit het Zillertal was zien en kon niet komen. Dit is dan de scène uit 1818. In Arnsdorf zit die avond bovenm e ester - koster - organ i st Franz Gruber aan zijn lessenaar, op de eer ste verdieping van zijn huis beneden is de school. Kaarsen verlichten het papier waar op hij een orgelmelodie aan het overschrij ven is. Buiten staat het dorpje stil en stijf in de felle vrieskou. Huizen en bomen be dekt met een harde laag sneeuw. De hemel is zwart en vrijwel het enige licht in het uitgestorven plaatsje komt van die myria den sterren daarboven. Slechts een enkel huis toont een licht, in de meeste is het don ker. Franz Gruber heeft het niet breed en van enige luxe in zijn met hout betimmerde wo ning is geen sprake. Wat Franz Gruber zich dan wèl permitteert af en toe, is een borreltje: abrikozen-brandewijn. Hij vindt dat geen luxe bij deze kou. Zo denkt ook zijn vriend, pastoor Josef Mohr, erover. Zij zijn geen van beiden hoogvliegers en hebben er ook de pretentie niet naar. Zij zijn tevreden met hun bestaan. Maar zij hebben wel iets gemeen: hun liefde voor muziek en poëzie. Op die adventsavond van 1818 hoort Gruber op de trap die van het schoollokaal naar bo- fjffc taéfffttb Jttnti Lêtultt ken. Het is dan ook helemaal niet zo zeker, dat de hymne ieder jaar na 1818 in Obern dorf is gezongen, zelfs al neemt men in aan merking dat zij zevenmaal opnieuw is uitge schreven. Het eerste exemplaar is verdwe nen en nooit meer teruggevonden. De laat- De gedachteniskapel van Oberndorf, gewijd aan de herinnering van Josef Mohr en Franz Gruber. sfce hand-geschreven versie dateert van 1855. De gitaar is nu vervangen door orgel en de bas- en tenorsoli zijn dan partijen voor alt en sopraan geworden. Wereldverbreid Hoe komt het dan dat de melodie haar weg heeft gevonden over heel de wereld? Merk waardigerwijs: weer door het gammele or gel van pastoor Mohr. Een provisorische re paratie bleek weinig heil op te leveren en besloten werd tot aankoop van een heel Het kerstlied is eigenijk helemaal bij toe val ontstaan en heeft in het begin geen wijdere verspreiding gehad dan alleen Oberndorf en het drie kilometer verder ge legen Arnsdorf. Wie de tekst heeft gemaakt, ls duidelijk: pastoor Josef Mohr. Waarom pastoor Mohr in de laatste adventsdagen van 1818 de strofen van het „Stille nacht" op pa- ven leidt, de stap van de pastoor. Dat is niet zoiets bijzonders, ook al heeft de herder daarvoor drie kilometer door de sneeuw moe ten lopen; Josef Mohr komt vaak. Maar dit maal heeft hij iets merkwaardigs. Hij heeft een kerstgedichtje bij zich en dat moet in de nachtmis gezongen kunnen worden. Niet bij orgelmuziek, want het instrument heeft het ongelegenertijd begeven, maar bij gitaar. En of Franz nog gauw even een melodietje kan componeren en het met de schoolkin deren instuderen. Dat is geen probleem. En zo klinkt in de nacht van 24 op 26 december ln het St.-Nicolaaskerkje van Oberndorf voor het eerst het „Stille nacht, heilige nacht". Gruber heeft de melodie gecomponeerd voor koor, twee solisten en gitaar. Hijzelf zingt de tenorpartij, pastoor Mohr de bas. Melodie en tekst bevielen de gelovigen wel, maar daarmee was het dan ook wel beke- Het graf van Josef Mohr wordt gesierd door een gestyleerd kruis van smeedijzer- werk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 28