Spookbeelden
van de vrouwelijke
alcolholist
Kruiswoordraadsel
Eén witte suikerwereld! f
Lief zijn voor Roger
Verveling en eenzaamheid:
ZATERDAG 7 DECEMBER 1968
„Vrouwen horen en weten weinig van ons
werk. Ze sluiten zich af, ze schamen zich
voor haar drankzucht. Vrouwen hebben
een duidelijke drempelvrees voor de con
sultatiebureaus voor alcoholisme".
Dit zegt een medewerkster van het Me
disch Consultatiebureau voor alcoholisme
in Amsterdam, aan wie wij de vraag heb
ben voorgelegd of ook in Nederland het
alcoholisme onder vrouwen als een groei
end probleem moet worden gezien.
Publicaties in Amerikaanse tijdschriften sig
naleren een snelle stijging van het aantal
vrouwelijke alcoholisten in dat land. Eén op
de vijf alcoholisten zou een vrouw zijn, som
mige Amerikaanse artsen zeggen dat ze
evenveel vrouwelijke als mannelijke alcoho
listen onder hun patiënten hebben. Het ver
schijnsel zou zich vooral manifesteren onder
de categorie der getrouwde vrouwen van
middelbare leeftijd uit welgestelde kringen.
Is in Nederland een soortgelijke ontwikke
ling te signaleren? „Het probleem van de
drinkende vrouw heeft altijd bestaan", zegt
men bij het consultatiebureau in Amster
dam. „Of een zekere weistandsgrens daarbij
een rol speelt, is moeilijk te zeggen. Dat vrou
wen tegenwoordig werken en zelf geld ver-
Verveling en eenzaamheid: dat zijn vaak de
twee spookbeelden in het leven van de vrouw
die niet meer buiten drank kan. Vrouwen
die verslaafd raken zijn dikwijls alleenstaan
de vrouwen. Vrouwen die altijd alleen zijn
geweest en op zeker ogenblik ontspanning uit
hun eenzaamheid zoeken, weduwvrouwen
die het alleen-zijn niet kunnen verwerken,
vrouwen die door een man in de steek zijn
gelaten. Maar ook getrouwde vrouwen rond
om de vijftig jaar, die zich eenzaam voelen
doordat de kinderen de deur uit zijn en de
echtgenoot een drukbezet leven heeft, terwijl
er voor haar niets meer te doen lijkt. En
„gewone" huisvrouwen die, via het éne
glaasje voor het eten, terecht kwamen in de
vicieuze cirkel van het er-niet-meer-buiten-
kunnen.
Moeilijke gang
Al die vrouwen kunnen terecht op de me
dische consultatiebureaus voor alcoholisme
in Nederland. Het blijkt voor de vrouw een
wel bijzonder moeilijke gang. Als zij er
(schoorvoetend) uiteindelijk toch komt, be
let schaamtegevoel haar vaak om er een
volgende keer terug te komen. De houding
van de buitenwereld speelt daarbij een gro
te rol. Want de man die te vaak naar de fles
LD EXTR
p
dienen, kan natuurlijk een factor zijn. Maar
tussen bepaalde leeftijdsgrenzen heeft alco
holisme altijd een rol gespeeld, ook bij vrou
wen".
Bij jonge vrouwen blijkt verslaving aan alco
hol wel voor te komen wanneer, bijvoorbeeld
een mislukt huwelijk in het spel is. De mees
te vrouwen die om hulp komen zijn echter de
dertig gepasseerd. Van de vrouwen die in het
bureau te Amsterdam verschijnen, is onge
veer veertig procent rond de vijfendertig
jaar, en nog eens veertig procent rond de
vijftig jaar. Vooral bij de laatste categorie
blijkt eenzaamheid een grote rol te spelen.
Vijf procent
De cijfers omtrent het drankmisbruik door
vrouwen in Nederland lijken op het eerste
gezicht niet zo wereldschokkend. Bij de
duizend aanmeldingen per jaar op het Me
disch Consultatiebureau voor alcoholisme in
de hoofdstad, zijn nog geen 150 vrouwen.
Vijf procent van het totaal aantal alcoholis
ten in Nederland zijn, naar men aanneemt,
vrouwen. Het is echter moeilijk te ontdek
ken of dit percentage in de praktijk klopt.
Vrouwen die drinken doen dit vaak binnens
huis en trachten hun drankzucht zo goed mo
gelijk voor de buitenwereld te verbloemen.
Het juiste percentage is volgens schattingen
van sommige consultatiebureaus zeker het
dubbele, en misschien wel het viervoudige
van die vijf procent.
Sigaret en glaasje aan de barMet arg
waan bekeken!
grijpt, wordt nog wel eens vergoelijkend be
keken als de stoere jongen en de gezellige
losbol „die toch beslist geen kwade vent is",
maar een vrouw die drinkt, ontmoet alleen
maar openlijke minachting en afkeer.
„Die houding van de buitenwereld geeft
vaak de doorslag: de vrouw sluit zich op",
zegt men op het consultatiebureau in Am
sterdam. „Bij de werkgroepen van de A.A.
(de club van anonieme alcoholisten) zijn wel
vrouwelijke alcoholisten ingeschakeld. De
A.A. probeert veel voor de vrouwen te doen.
Maar er zijn tot nu toe te weinig instellingen
die zich met het probleem van de vrouwelij
ke alcoholist bezighouden". Meer voorlich
ting over alcoholisme (ook aan de jeugd) zal
onmisbaar zijn bij het kweken van meer be
grip en tolerantie op dit terrein. Voorlopig
echter ontmoet de vrouwelijke alcoholist in
haar omgeving meestal alleen maar scher
pe afkeuring of leedvermaak, en vrijwel
geen begrip. De medewerkster van het Me
disch Consultatiebureau voor alcoholisme
met wie wij enkele facetten van het pro
bleem bespraken, zegt: „Er moet meer
openheid komen. Vrouwen die aan het drin
ken verslaafd zijn, moeten weten dat ze van
ons hulp kunnen krijgen, dat ze die hulp no
dig hebben en dat ze die moeten accepteren.
Zolafg die openheid er niet is, is de vrou
welijke alcoholist heel moeilijk te vangen".
Filmster Jane Fonda, getrouwd met regis
seur Roger Vadim en sinds kort moeder van
hun beider dochtertje, heeft aan „Nova" ver
teld dat ze het leuk zou vinden om een baby
te 'nebben van iedere man voor wie ze liefde
en respect voelt. Ze kent wel een paar man
nen (vrienden van Vadim) die voor het ex
periment in aanmerking zouden komen,
maar vindt het een bezwaar dat een zwan
gerschap zo lang duurt. „Als een zwanger
schap een paar maanden duurde, zou het iets
anders zijn, maar ik geloof niet dat ik negen
maanden kan besteden aan iets dat niet van
Vadim is". Over haar man zegt ze dat hij,
in tegenstelling tot zijn image, een zeer be
grijpend man is, die bovendien gemakkelijk
in de omgang is, de kunst verstaat om een
vrouw tot bloei te brengen en „heel bijzonde
re kinderen" heeft. Die kindertjes zijn
ontsproten aan Vadim's vorige huwelijk met
de actrice Annette Stroyberg en uit zijn ver
houding met Catherine Deneuve. Van de der
de mevrouw Vadim zegt Nova dat ze anders is
dan haar voorgangsters. Ze is geen „uitvin
ding" van Vadim, is nooit zijn protégée ge
weest, werd op eigen kracht een ster en is
bovendien „een mooie vrouw met een eigen
inventaris aan intelligentie en geeste
lijk evenwicht".
i
•v>'»
ttif
i i
19. mannelijk persoon
21. zindelijk
22. voertuig
23. getijde
25. speeltuig
27. vaatwerk
28. totus tuus (afk.)
29. plooisel van kraag
31. koppelhout voor kapgebinten
32. aanwijzend voornaamwoord
33. bridgeterm
35. hoornachtige huidverdikking
36. bijeenkomst
37. groente
39. mannetjesgans
42. cilindervormig voorwerp
43. keukengerei
45. dwaas
46. "persoonlijk voornaamwoord
47. huisdier
48. hoogste deel van een dak
50. per adres (afk.)
51. deel van een boom
52. spruit
54. vochtig
56. gebruik
57. kwezelachtig
59. plezier
60. kippenloop
61. gehoororgaan
63. klanken
64. kosteloos.
Vertikaal
2. venster
3. laatste kwartier (afk.)
4. dim
5. paradijs
6. op hoge temperatuur
7. ijzerhoudende grond
8. lumen (afk.)
9. bloedhuis
10. verstolen
13. koor van zes zangers
15. dof
17. defensie
18. mannelijk dier
20. bijwoord
47. holte
49. hoofddeksel
51. fijn weefsel
52. slot
53. soutane
55. kledingstuk r
57. bezie jn(
58. insekt e,
60. symbool voor ruthenium <--j
62. rondhout.
Oplossingen onder het motWie
iN
„Kruiswoordraadsel" dienen voor
am
woensdag a.s. te 9 uur vm. in het,
Cei
bezit te zijn van de redactie, Wit-
er
te Singel 1 in Leiden. Onder de goe-
de oplossingen stellen wij een eerste'BI
prijs van f 5 en twee prijzen van*e
abonnees kunnen mededingen,
zeg-gen. Als jij daar liep zat je kop en je
rug en je staart óók vol. jcj
Pim: Ik? Ben je mal? Ik hou he-le-maaJde
niet van sui-ker. e
Pom: Maar be-grijp je het dan niet? Ze t
kun-nen er niks aan doen. Wie op straat"6
loopt, krijgt het. Er-gens heel hoog zit een
of an-de-re grap-pen-ma-ker met sui-ker tem
strooi-en. (ze leg-gen hun kop-jes te-ge-lijk b
in hun nek en tu-ren om-hoog). 110
Pim: Het wrie-melt voor mijn o-gen!
Pom: Pre-cies! En wat wrie-melt er? el(
Pim: Je hebt ge-lijk! De sui-ker wrie-melt! n
Ik zie de sui-ker van bo-ven ko-men! Watnij
zul-len al die snoe-pers blij zijn, zeg! De^
mui-zen, die al-tijd de punt-jes van de sui-
ker-zak-ken af-knab-be-len, de men-sen die iai
de lek-ker-ste din-gen met sui-ker verjon
knoei-en, de hon-den, die al-les lus-ten en se(
het paard dat tien benen vlug-ger loopt g
voor één din-ge-tje sui-ker. Jam-mer dat
wij geen sui-ker lus-ten, hè. Je hoef-de al
leen maar met je bek-je o-pen te gaan v
staan en je kon je buik rond-e-ten. i 1
Pom: Ach, wat geeft het. 't Is een aar-dig t,
ge-zicht, die wit-te sui-ker-we-reld. En wie tri
weet, Pim, wie weet komt on-ze dag ook
nog wel eens. Wie weet komt er nog eens
een grap-pen-ma-ker die vlees-j es strooit
Pim: Of room-pje
Pom: Of bo-ter-tje
Pim: Of vis-jes
Pom: Of... of... of... nou ja, in ie-der
ge-val iets dat kat-ten lek-ker vin-den. La
ten we maar rus-tig af-wach-ten, Pim. On-
ze tijd komt ook nog wel! 1
MIES BOUHUYS.
Horizontaal
spijl
6. lat met uitgeschaafd profiel
11. klein paard
12. rivier in Utrecht
14. openbaar vervoermiddel
16. inwendig orgaan
18. verstand
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
Bij de oplossing van het vorige
kruiswoordraadsel zijn vrijwel alle
Inzenders gestrand op 63 horizon
taal, waar de naam gevraagd werd
van een mineraal. De meesten ge
bruikten het woord „tin" in plaats
van het bedoelde „git". Na loting
onder de slechts vijf goede oplos
singen alle van Lei denaren
viel de eersfe prijs van f 5 ten deel
aan mevrouw M. Marchand, Spieg-
helstraat 38a Leiden; de beide prij
zen van f 2,50 aan de heer T. van
Tilburg, Rijndijk 10 te Leiden
(voorheen Voorschoten) en de heer
J. W. v. Beek, Seringenstraat 1 te
Leiden.
22. zeilschip
24. rond voorwerp
26. knijpbril
27. grommen
28. duivenhok
30. commando
32. stootwapen
34. bloeimaand
35. nauw
37. petroleumvergasser
38. kledingstuk
40. drinkschaal
41. getrokken wissel
43. ambacht
44. gewichtsmaat
Pim: (zit tus-sen de plan-ten) Hi hi
Pom: Wat zit jij daar in je een-tje te la
chen?
Pim: O, niksik werd wak-ker, doe
mijn o-gen o-pen en weet je wat ik zie?
Een hoed met bas-terd-sui-ker er-op.
Pom: O, men-sen zet-ten zo-veel op hun
hoed.
Ik krijg er een mis-se-lij-ke smaak in mijn
Pim: Nee... niet in een zak-je. Ge-woon
een bruin hoed-je en daar-o-ver heen sui
ker ge-strooid. Bas-terd-sui-ker. Wit-te bas
terd!
Pom: Ach men-sen ze ver-knoei-en
al-les met sui-ker. Neem nou bo-ter-tje
ik mag graag wat bo-ter-tje lik-ken als de
vrouw en jij het niet zien.
Pim: O, jij ook?
Pom: Ja, wat dacht je? Dat jij zo'n bij—
zon-de-re kat was? Nou, goed. Ik wou
maar zeg-gen dat bo-ter-tje heer-lijk is.
Maar wat doen de men-sen? Ze strooi-en
er sui-ker o-ver-heen. Niet te e-ten. Brrr
bek-je van. Nee, sui-ker is niks voor mij
goed voor mui-zen en(op-eens houdt
Pom op; met gro-te o-gen kijkt hij o-ver
het kop-je van Pim heen). Zeg... ik zag
óók een hoed-je met bas-terd-sui-ker er-op.
Pim: Nou, dan is die man met sui-ker op
zijn hoed-je op de te-rug-weg.
Pom: (schudt zijn kop). Nee... dit was
een grijs hoed-je. Geen bruin.
Pim: Nou, dan is het ze-ker mo-de of zo
om sui-ker op je hoed-je te strooi-'—
Pom: Ik vind het toch raar. Tingt
naast Pim in de ven-ster-bank t de
plan-ten op-zij en valt dan met-een weer
uit de ven-ster-bank; in zijn schrik grijpt
hij de staart van Pim; sa-men ko-men ze
op de grond te-recht).
Pim: Nou hè... nou! Wat dóe je (hij
kijkt naar Pom). Wat is er? Je kijkt zo
gek! Heb je je be-zeerd?
Pom: (schudt zijn kop). Nee, dat niet.
Pim: Wat dan?
Pom: Heb jij wel goed ge-ke-ken toen je
dat hoed-je zag?
Pim: Nee. Ik zei toch dat ik net wak-ker
werd. En door één oog zag ik toen dat
hoed-je. Ik dacht dat ik het droom-de.
Pom: Nou, kom dan maar eens mee! (ze
klau-te-ren sa-men weer in de ven-ster-
bank; Pom moet Pim te-gen-hou-den an
ders was hij weer ge-val-len). Nou?
Pim: (om-dat zijn bek-je is o-pen-ge-val-
len kan hij eerst niets zeg-gen). Bbbbb
bbb baaa bas-terd-suiker! Pom!
Wat is er ge-beurd? Al-les is bas-terd-sui-
ker! De lan-taam-paal heeft een hoed van
sui-ker en de bo-men zijn wit-te sui-ker-
stok-jes ge-wor-den en de hek-j es en de
stoep en het paal-tje! En de straat... de
he-le straat! O, en kijk eens: de hond van
me-vrouw De Bree doet ook al mee: ook
sui-ker op zijrr kop en zijn rug en zijn
staart! De aan-stel-ler!
Pom: (schudt zijn kop). Nee, nee... ik
zal het niet gauw voor een hond op-ne-men,
dat weet je. Maar hiér kan de hond van
me-vrouw De Bree niks aan doen.
Pim: Maar hij zit vol sui-ker net als ié-der-
een.
Pom: Daar-om Juist. Ik zal jou eens wat