De grote dag van Pom
Kruiswoordraadsel
v
Kom er ACHT-er
Duitse politieman moet gaan
lijken op Engelse „hobby"
PIM EN POM
te
EATERDAG 23 NOVEMBER 1968
LD EXTRA I"
Een even aantrekkelijke als geheel en al
onmilitaire ambtshandelingverrichtte de
Westduitse minister van Defensie dezer dagen
in Keulen. Als "president van de Deutsche
Gesellschaft für Photografie" verleende dr.
G. Schroder de Cultuurprijs 1968" aan de
Hamburgse fotografe Charlotte March. Haar
briljante opnamen zijn sedert ongeveer tien
jaar li), alle vooraanstaande modetijdschrif
ten ter wereld te vinden. De prijs, het hoog
ste eerbewijs van de Duitse fotografie, werd
in 1968 verder toegekend aan de ere-presi-
dent van de bond van de Duitse fotografische
industrie, dr. H. C. Bruno Uhl, alsmede aan
de fotografen Chargesheimer en Thomas
Höpker. Dr. Uhl (72) is o.a. de initiatief
nemer van de „Photokina", de om de twee
jaar in Keulen plaatsvindende wereldbeurs
van de fotografie. Chargesheimer (44) geldt
als meester van de sociaalkritische foto
studie, Thomas Höpker (32) is een expert op
het gebied van de journalistieke fotorepor.
tage.
DE status van de Duitse politieman
zal in de toekomst moeten lijken
op die van de Engelse „bobby":
een vreedzaam man, wiens hou
ding op eeuwen van democratische erva
ring berust.
Dit is de mening van de voorzitter van de
Westduitse vakbond van politiepersoneel,
Kuhlmann.
Kuhlmann heeft op een politiecongres in
West-Berlijn verklaard dat „uitgerekend de
Duitse politie als enige in Europa nog over
handgranaten beschikt," terwijl de ministers
van Binnenlandse Zaken van de deelstaten
er op ui£ zijn deze toestand te continueren.
„De binnenlandse orde en veiligheid zullen
er niet onder lijden," zegt Kuhlmann, „Wan
neer de bewapening van de politie gaat lij
ken op de toestand elders in Europa."
De voorzitter van de politievakbond zei nog.
dat het de taak van de politici is, er voor te
zorgen dat de politie in de toekomst beter te
gen conflictsituaties opgewassen is. „De in
het afgelopen jaar aan het licht gekomen
fouten liggen niet bij de politie maar bij het
systeem. Daarom moeten ook „achterhaalde
opleidingsmethodes niet worden geconser
veerd."
Kuhlmann herinnerde er aan, dat zijn vak
bond er zich letterlijk tot de laatste minuut
tegen had moeten verzetten, dat in het .com
plex van wetten op de noodtoestand een
rechtsbasis geschapen zou worden vanwaar-
uit de politie had kunnen worden ingezet bij
de militaire verdediging in geval van een in
getreden noodtoestand" (Dit wettencomplex
dat een Bondsregering „in geval van nood"
een dictatoriale macht geeft, was jarenlang
onderwerp van een heftige controverse in het
land, die zijn hoogtepunt bereikte toen de
wetgeving dit jaar voor de Bondsdag werd
aangenomen).
De moderne geluiden van vakbondsleider
Kuhlmann vallen te meer op, omdat deze po
litieman op het politiecongres met grote
meerderheid werd herkozen. Het is name
lijk bekend dat onder de oudere generatie in
de politie er nog velen zijn die van „er flink
op los slaan" houden. Dit bleek bij de rellen
van het afgelopen jaar rond de socialistische
Duitse Studentenbond, vooral in West-Ber
lijn. De vakbond voor openbare diensten,
transport en verkeer heeft zich overigens na
de historische rellen van afgelopen Pasen
eenstemmig achter het harde optreden van
de politie geschaard.
Ieuuww doet het ro-se bek-je van Pom
Met-een is hij wak-ker. Hij rekt zich uit
in het war-me hol-le-tje van de rom-
mel-kast waar hij de vo-ri-ge dag is in-
ge-sla-pen. Met zijn neus duwt hij te-gen
de deur die een kier-tje o-pen-staat. Ja
hoor, 't is dag. Hij snuift. Mmmmzegt
hij, de dag ruikt lek-ker. Hij rekt zich
nog eens Ieuwww Hè, wat zit ik
van-daag lek-ker in m'n vel. Net of het
zon-dag is of een an-de-re lek-ke-ke dag.
Bij-na Pom-dag. Ja, dat ga ik doen. Ik
maak van de-ze dag een Pom-dag. Ik
be-gin met lek-ker in mijn mand-je be
neden te gaan lig-gen. Dan een gro-te
was-beurt, dan een ver-haal ver-tel-len
aan Pim, dan een ver-haal o-ver vroe-ger
En als het uit is een bee-tje soe-zen. Ook
o-ver me-zelf. O-ver mijn mooi-e le-ven-
tje en hoe lek-ker ik het heb in mijn
mand-je, bij mijn vrouw, bij mijn vriend
en bij mijn nat-je en droog-je. Ter-wijl
hij dat al-le-maal be-denkt is hij al
on-der-weg. Tip tip tip doen zijn poot-jes
op de trap. Be-ne-den hoort hij de vrouw
en Pim pra-ten. En het ruikt nog steeds
héél lek-ker. Als ik een dom-me kat was
zou ik den-ken dat de vrouw nu al vis
heeft ge-kookt, zegt Pom te-gen zich
zelf. Maar dat kan niet, zo vroeg in de
mor-gen. Hè, ge-luk-kig maar dat ik niet
zo'n erg dom-me kat ben. Bij de ka-mer -
deur staat hij stil. Waar zou-den de
vrouw en Pim het toch zo druk o-ver heb
ben? Pim doet tel-kens ieuw mieuw.
Dat doet hij al-leen als hij he-le leu-ke
spel-le-tjes speelt. Maar dat kan toch
niet zon-der mij?, denkt Pom.
Hij krab-belt met zijn poot-je aan de
dich-te deur. Nee! Nee!, roept de vrouw
heel hard en Pim krabbelt aan de an-
de-re kant te-rug en roept: kan niet,
zwarte. Kan niet. Je moet boven blij-ven.
Als een speel-goed-kat met kraal-o-gen,
zó stijf blijft Pom voor die deur staan.
Wat be-te-kent dat? Pim bin-nen en hij
niet? De vrouw druk doen, Pim van ieuw
ieuw mieuw en hij bui-ten blij-ven? Hij
drukt zijn oor-tje te-gen de deur. Wat is
dat voor ge-luid dat hij nu hoort? Op
eens weet hij het en zijn hart be-gint
er-van te bonzen. Zijn mand! De vrouw
is met zijn mand aan het sle-pen! Zijn
éi-gen mand waar hij al zijn he-le le-ven
in soest op het vas-te plek-je. Hij houdt
het niet meer uit. Zijn hart doet nu nog
veel har-der van boem boem boem en
in zijn keel zit een raar groot brok. Als
ik een dom-me kat was zou ik den-ken
dat het al-le-maal niets te be-te-ke-nen
had, zegt hij zacht-jes. Maar ik bén niet
dom. Ik be-grijp heel goed wat er ge
beurt. Ze heb-ben ge-noeg van me. Ze
den-ken: we heb-ben lang ge-noeg te
gen dat zwar-te vacht-je aan-ge-ke-ken.
Die Pom is ei-gen-lijk een saai-e Piet.
Dat suft maar wat, dat ver-telt al-tijd
de-zelf-de ver-haal-tjes, dat eet ons de
o-ren van het hoofd. Weet je wat? We
rui-men hem ge-woon uit huis. We be-
gin-nen met te zeg-gen: niet meer in de
ka-mer. Pom. En die ou-we -af-ge-klo-
ven mand moet er ook uit. Spel-le-tjes?
Nee... Dat is al-leen voor Pim, Pom!
Nou, en dan gaat ie er vanzelf wel van
door, den-ken ze. De wij-de we-reld in.
Op-ge-ruimd staat net-jes! Als hij zó ver
is ge-ko-men rol-len er twee gro-te tra
nen op het mat-je van de voor-deur waar
hij nu in een hoek-je is gaan zit-ten.
Pom-dag, snikt hij, ik zou er nog wel een
Pom-dag van ma-ken. De vis die je ruikt
is niet meer voor jou.
Door zijn tra-nen heen snuift hij die
heer-lij-ke vis-lucht nog een keer op. Hé,
wat ruikt die vis op-eens van dicht-bij!
Hij draait zich om. En dan
De deur naar de ka-mer staat wijd-
o-pen. Op de drem-pel staan Pim en de
vrouw. En wat heeft de vrouw op een
groot pre-sen-teer-blad? Een schit-te-
ren-de vis-pud-ding met een bran-dend
kaars-je er-op! Pom! Pom! roept Pim,
ieuw ieuw mieuwKom toch zwar
te! 't Is al-le-maal voor jou! Om-dat je
ja-rig bent! Moet je je mand zien! Al-le-
maan rut-sel en frut-sel-pa-pier-tjes en
een vlag!
Pom slikt al zijn tra-nen in één keer in
en blijft met zijn kop-je scheef naar al
het moois staan kij-ken. Hij kan het nóg
niet ge-lo-ven. Een vis-pud-ding met een
kaars-je en de vrouw die hem aait en
Pim die maar danst en danst en roept
nog acht-hon-derd jaar zul je le-ven en
ik heb niet eens van je ver-jaars-pud
ding ge-likt en hoe-ra en hoi hoi en ver
tel je me ook nog een ver-jaar-dag-ver-
haal-tje? Ein-de-lijk kan Pom wat zeg
gen. Hij knikt. Ja, zegt hij, als we sa-men
die he-le pud-ding ach-ter de kie-zen
heb-ben ver-tel ik jóu een ver-haal. Het
heet: de dom-me kan die dacht dat hij
uit huis werd ge-ruimd!
Klinkt goed, zegt Pim, maar nü kan ik
het niet meer hou-den. E-ten, ja-ri-ge
zwar-te! Hé, zegt Pom ge-luk-kig met
zo'n die-pe zucht dat zijn ver-jaars-
kaars-je er-van uit-waait.
MIES BOUHUYS
Kunt u de acht afwijkingen In de belde bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt u elders ln dit nummer.
Horizontaal
1. windstreek
6. kort en krachtig
11. opper lijn van het dak
12. vruchtbaar
14. tropische vogel
15. omlaag
17. dagtekening
19. modderdruppel
21. opgeschoten jongmens
22. scheepsoproer
23. kiem
24. groef
25. anno domtni (afk.)
26. berg bij Troje
28. projectiel
30. slagzin
OPLOSSING VORIGE PUZZEL
laawEiua
\m B0OMI3 H@ a
su a iii ra is amid
0 DM
BH H H 0 rju K
BBMU1 IS0H 00H136J
ÜO ra ui ra Mim
nana 1100 umiiaB
N IIB II
BMidia Dia
lIAITMP OM
■DlEINKiEiNl
De eerste prijs van f 5 werd toe
gekend aan de heer G. J. Nieboer
Dahlialaan 30. Oegstgeest; de twee
prijzen van f 2,50 gaan naar mevr.
Duyndam, Hyacintstraat 66.
Noordwijk-B. en de heer P. J. Koe
nen, Hoge Morsweg 65, Leiden.
21. rekenen
38. dakbedekking
34. deel van de hals
35. aantekenboekje
38. begerig
41. stel
42. herkauwend dier
44. voorzetsel
46. stuk grasland
48. bulten dienst (afk.)
49. Javaans orkest
81. droombeeld
53. effen
54. onaangename geur
56. rekening
57. muurholte
59. bar
60. horizon
61. rooklnrichting
62. metylfenol
1. verlangen
2. teleurstellend
3. wervelstorm
4. eerste kwartier (afk.)
5. lidwoord
7. rivier in de Sowjet-Unie
8. samengestelde bol bij planten
9. stimuleringsmiddel
10. tij
12. neerkomen
13. geraas
16. bijbelse figuur
17. verlaagde toon
18. vunzig
20. soort papegaai
26. heldendicht van Homerus
27. vertegenwoordiger
28. soort vis
Geef uw plan. feeen plant
ten alleen water mag langer dan
als ze er behoef.' een uur nog
te aan hebben, I water op het
dus met uit schoteltje of in
sleur dagelijks de pot
water geven [hebbenstaan
Regenwater is
beter vooruw
Geef nooit
mest als de
planten dan
aarde
leiding-
droog is
water
ükr
29. dekverf
30. zware zoete wijn
32. zelfkant
36. geneesmiddel
37. deel van Overijssel
38. lust
39. douane-gemeenschap
40. vissersvaartuig
43. volmaakt
45. model
46. groei
47. iedereen
48. ijzeren mondstuk
50. gebrekkig lopend
52. nu en dan
55. lidmaat
58. senior (afk.)
60. kroon (afk.)
Oplossingen onder het motto
„Kruiswoordraadsel" moeten voor
woensdag a.s. te 9 uur v.m. in het
bezit zijn van de redactie. Witt#
Singel 1 te Leiden. Onder de goede
oplossingen stellen wij een eerste
prijs van f5.— en twee prijzen van
f2.50 beschikbaar waarnaar alleen
abonnees kunnen mededingen.