jaar M.A.I.-werk Beetje ziek in een goed land T wintig Bescherming van alleenreizende meisjes werd „vrijblijvende voorlichting aan jonge mensen" l san baf in Zelf zoetzuur maken Kom er ACHT-er Hittebestendig kinderservies Sffll hftfm HANDCREME VONTDEK MOEDERLIJKE OVERPEINZING (W)ETENS WAARD MIajorïca PAR ELS-BIJOUX EXT] pffftDAG 16 NOVEMBER 1968 tO EXTRA S t derlandse meisjes tn het buitenland nogal eens op een huwelijk met een buitenlander uitloopt. „Er worden zelfs aardig wat huwe lijken met buitenlanders gesloten, maar cij fermateriaal daarover hebben we niet. Het lijkt erop dat Engelse mannen de voorkeur genieten". De MAI-bureaus houden zich niet alleen met arbeidsbemiddeling in het buitenland bezig. Ze fungeren ook als plaatselijke wegwijzer en vraagbaak, helpen bij het zoeken naar huisvesting, zorgen voor begeleiding bij de „jongerenontmoetingen" in binnen- en bui tenland en hebben florerende baby-oppas diensten. De leidster van het Rotterdamse bureau karakteriseert de ontwikkeling van het MAI-werk aldus: „We zijn van een beschermende naar een voorlichtende taak gegroeid. Een zo zakelijk mogelijke voorlichting, waarvan jongelui ge bruik kunnen maken als ze dat willen. Naar mijn mening zou dit werk in de richting moeten gaan van een soort zelfbediening uit allerlei, door ons verstrekte, objectieve ge gevens". 1. Schoen van middelste man 2. Zakje op colbert van portier 3. Tas van man links 4. Hoe van middelste man 5. Mond van vrouw 6. Neus van man links 7. Figuurtjes zuil recht# 8. Steen In de omgang met jongeren is er maar één ding waar de nuchtere, soms wat fleg matiek lijkende mejuffrouw Bosch „heel moe" van wordt: de Nederlandse jonge ren kunnen blijkbaar de arbeidsverhou dingen in andere landen niet leren accep teren. „Als ze terugkomen krijg je daar door vaak allerlei ongerechtvaardigde kritiek op de landen in kwestie te horen. Wat arbeidsverhoudingen betreft zijn ze in Nederland verwend. Daardoor gaan ze naar het buitenland met bepaalde ver wachtingen die ze daar ook gehonoreerd willen zien". Een Duits ontwerp is dit handige kinder servies van onbreekbaar kunststofmateriaal. Er kunnen geen krassen in komenhet is hittebestendig en ivordt in verschillende kleuren gemaakt. ADVERTENTIE a»WF HMtPttjl uw hawlBH wuwi aiuin desinfecterende crème-zeep voorde HALVE PRIJS, bij grote tube SANBALM It. handcréme „Zou je de krant even boven ivillen bren gen?" vroeg Adriaan. Hij lag in bed met een griepje en genoot ervan. Jaren had het ge duurd eer zijn sterke body weer eens werd griepje en genoot ervan. Jaren had het ge werkt, gespeeld, geflirt, geleefd, toegezien hoe een enkele maal zijn broer of zus ril lend onder de wol kroop en zich liet verwen nen met fruit, ziekenkostjes en de verrukke lijke aanblik van een bezorgde moeder die zesenzeventig maal daags de trap op en af rende. En nu, eindelijk, tvas hij ook aan de beurt gekomenprecies koortsig genoeg om het bed te houden en juist niet ziek genoeg om het niet te waarderen. Bovendien was er eindelijk ook eens tijd voor een intiem ge sprek. Gehoorzaam vloog ik de trap af en weer op. Alsjeblieft zoonhier is het brok ellende". Adriaan wierp een blik op de krantekoppen en schudde het hoofd. Waarom? Ik bedoel: waarom al die ellende? 't Hoeft toch niet!" „Ja, Misère, rampen, opstanden, conflic ten't schijnt er bij te horen. De aarde is nu eenmaal geen woonplaats voor mensen". „Huh?" „Totaal ongeschikt. Te koud of te heet, te wild, te onherbergzaam, te nat, te gevaar lijk, te droog op weer andere plekken, te moerassig in de ene hoek, te bergachtig in een andere hoek, te veel oceanen, woestijnen, kale rotsen, jungles en levensgevaarlijk ge dierte. Dat alles nog gecompleteerd door tor nado's, aardbevingen, vloedgolven, vulkaan uitbarstingen en andere evemvichtsstoornis- sen.En jij vraagt nog waarom er ellende is? Ik kan me planeten voorstellen waar een mensheid als de onze het minder moeilijk zou hebben". Adriaan, die de wereld als 'n tamelijk rustig woonoord had ervaren, veel te tam zelfs voor zijn smaak, grinnikte. „Je praat alsof toe hier bij toeval verdtoaald zijn geraakt". „Wie weet? Hoeveel mensen zijn gelukkig 'en hoe lang zijn ze het dan nog? Toch be weert iedereen: de mens heeft recht op ge luk. Als je het mij vraagt is dat een wens droom. Aldous Huxley schreef al: „Waarom zouden we gelukkig moeten zijn? Misschien is onze aarde de hel van een andere planeet en komen we alleen hier om een flinke af straffing te krijgen ADVERTENTIE Jk amuseer me anders best", riep Adriaan. „Ja, jij hebt het goed. Toch is het niets dan een gelukkig toeval geweest dat je werd ge boren als Nederlander, op een stuk aarde, dat al lang tevoren in cultuur was gebracht en dat behoorlijk bewoonbaar is. Voor hetzelf de geld had je in het hongerende India gebo ren kunnen worden, of binnen de poolcirkel, in de jungle of in Jemen Dit land was een paar duizend jaar gele den ook nog nauwelijks land, het was niets dan moeras en bos. open voor elke storm vloed die uit zee kwam opzetten", zei hij. „Precies. En uAe hebben er een goed land van gemaakt? De mensen zelf. Ze moesten nu eenmaal ergens wonen. Dus schiepen ze hun eigen woonplaats; generatie na genera tie werkten ze er aan, gingen er aan ten on der, de kinderen namen het over.ten slot te ontstond er een vlak, vruchtbaar, veilig stuk grond waarop een vorm van beschaving kon gedijen en nog altijd werken we err aan en trachten het nóg veiliger en droger te maken. Want als mensen zich er voldoen de voor inspannen kunnen ze gewéldige stuk ken aarde bewoonbaar maken, dat doen ze dan ook en daarom leven ze. Maar ze blij ven het moeilijk hebben. Soms doet een na tuurramp het werk van driehonderd jaar in één nacht teniet. En als de natuur het niet doet, doen ze het zélf, maken oorlog en ver nielen wat in de loop van een ganse genera tie was opgebouwd. Geen wonder dat de krant elke avond ritselt van ellende". „Ja. En daaruit volgt dat wij mensen die oorlogen beter een jaar of vijfduizend kun nen vergeten en ons wat meer moeten con centreren op het bewoonbaar maken van de tot nu toe vrijwel onbewoonbare gebieden. De aarde temmen!" „Gossie!" „Wat?" Jk héb jaren op de hbs gezeten en dit een voudige standpunt vergaten ze me te leren!" „Het tekort van het onderwijs over heel de wereld is: dat de jeugd wordt klaargestoomd om zich aan te passen aan de bestaande si tuatie. Jullie wordt niet in de eerste plaats geleerd, wat er allemaal nog te doen valt". „Nu je toch hier bent: kan ik nog wat drui ven krijgen?" Want plotseling herinnerde hij zich vol be hagen dat hij een beetje ziek was en in een goed land woonde THE A BECKMAN Het Voorlichtingsbureau voor de Voeding duikt in een ouderwetse culinaire aangele genheid: het zelf maken van „zoetzuur". Het bureau heeft het volgende basisrecept uitge dokterd: dunne stroop koken van vijfhon derd gram suiker, een halve liter azijn, vijf gram pijpkaneel en vijf gram kruidnagel. Een kilogram schoongemaakte (niet te rijpe) vruchten, zo nodig in blokjes verdeeld, zachtjes in de stroop laten meekoken tot het fruit zacht en doorschijnend is. De vruchten eruit nemen en de stroop nog e$n kwartier laten inkoken. Vruchten een dag wegzetten in de ingedikte stroop, daarna controleren of het vocht niet te sterk is verdund. In dat ge val moet de stroop (zonder vruchten) op nieuw worden ingekookt. De kooktijd voor kwetsen is vijf tot tien minuten, voor meloen tien tot vijftien minuten, voor komkommers tien minuten, voor kweeperen en stoofperen één tot twee uur. Zoetzuur kan worden be waard in goed schoongemaakte potten die met cellofaan en elastiekjes worden afgeslo ten. In een lade van haar bureau bewaart me juffrouw A. M. Bosch, leidster van het Maatschappelijk Advies- en Inlichtingen bureau in Rotterdam, een oud en vergeeld boekje, dat „Een werk der duisternis" heet. Het is „een verhaal voor meisjes die alleen op reis gaan" en behelst de treu rige historie van twee onervaren jonge dames, die samen naar het buitenland rei zen en met wie het lang niet best afloopt. Ondanks het feit dat in hun tijd in de grote steden in binnen- en buitenland het zogenaamde stationswerk van de „Ver- eeniging ter behartiging van de belangen der jonge meisjes" al bestond. Anno 1968 kan men de gezwollen taal van zo'n in dodelijke ernst geschreven ..voorlich tingswerkje" alleen nog maar gniffelend le zen. Het moderne meisje dat tegenwoordig in het buitenland gaat werken of logeren, be schikt meestal over de nodige zelfstandig heid en loopt niet zo gauw in zeven sloten tegelijk. Dat laatste is mede te danken aan de activiteiten van de MAI-bureaus in Ne derland, te vinden in- Amsterdam, Rotter dam, Utrecht, Den Haag, Haarlem. Arnhem en Groningen. Vooral het buitenlandse werk van deze bureaus is in de afgelopen jaren sterk gegroeid. „Ons moderne MAI-werk is eigenlijk voort gekomen uit de ouderwetse stations. Het uitgangspunt is nog hetzelfde. Het verschil is dat de meisjes nu vrij zijn om al dan niet van onze diensten gebruik te maken", zegt mejuffrouw Bosch, al meer dan twin tig jaar leidster van het MAI-bureau Rot terdam dat in de hal van het Rotterdamse Centraal Station is gevestigd. In die jaren heeft zij aan de balie honderden jongeren zien verschijnen die in het buiten land wilden gaan werken om hun talenken nis te perfectioneren en daarnaast de nodige ervaring op te doen. „De meisjes zijn nog steeds in de meerderheid. Voor jongens zet ten we ons even intensief in, maar voor hen is er veel minder emplooi". „Jonge mensen wegwijs maken in het bui tenland", is een van de slagzinnen van de MAI-bureaus die vertrouwde contactadressen in het buitenland hebben, goedkope logeer gelegenheden en „paying guest adressen" weten, informatie kunnen geven over toe komstige werkgevers en penfriends en be middeling verlenen bij het zoeken van een tijdelijke werkkring in de huishouding in het buitenland. „In de arbeidsbemiddeling buitenland zit nog altijd een stijgende lijn", zegt de leidster van het Rotterdamse bureau. Ze haalt de cijfers uit diverse jaarverslagen erbij: in 1956 kon den (alleen al door het Rotterdamse bureau) ruim tachtig gegadigden „au pair" in het buitenland ivorden geplaatst, in 1958 waren het er bijna 200. in 1966 ruim 330 en in 1967 een kleine driehonderdzeventig. Van die laat ste groep ging het merendeel naar Enge land/Schotland en naar Frankrijk. Veel meisjes zoeken tegenwoordig in het bui tenland een baan die met het toerisme te maken heeft. Ze werken op campings, in ho tels en fungeren als reisleidsters. „Er is op het ogenblik veel belangstelling voor Spanje maar weinig mogelijkheid tot plaatsing", zegt mejuffrouw Bosch. „Daarnaast blijft er toch ook veel vraag naar een werkkring in een buitenlands gezin. Dat soort arbeidsbemiddeling gaat nog steeds op dezelfde voet voort. Het is wel opvallend dat de tijdsduur verandert. Vroeger wilde men in een bepaald land minstens een jaar wer ken Nu is er veel meer neiging om voor een half jaar te gaan. Het blijft wel een van de beste mogelijkheden om je talenkennis in de praktijk te perfectioneren". Het valt haar op dat de jongeren tegenwoor dig meer en meer doordrongen raken van het nut dat een verblijf in het buitenland voor een latere werkkring kan hebben. „In een buitenlands verblijf zien veel jongeren een aanloop voor een goede baan. Vroeger von den vooral de ouders het belangrijk dat kin deren hun talen in het buitenland goed leer den spreken. Dat is verdwenen, geloof ik. Het zijn nu de jongeren zelf die heel goed besef fen hoe belangrijk talenkennis kan zijn bij het zoeken naar een goede job". Op de MAI-bureaus ziet men nogal eens oude klantjes" terug. Meisjes die zich na kor te of langere tijd weer komen aanmelden voor een betrekking waarin ze de verworven ervaring en talenkennis in de praktijk kun nen brengen. „Dan is het vaak heel erg zoe ken naar mogelijkheden", zegt mejuffrouw Bosch. „De terugkeer naar Nederland eist vaak een enorme aanpassing van jonge men sen die geruime tijd in het buitenland heb ben gewerkt. Een bepaalde baan die hen op grond van ervaringen en capaciteiten goed zou liggen kunnen ze vaak niet krijgen. Som mige bedrijven, vooral in de hotelbranche, kunnen voor speciale functies nog wel eens meisjes met buitenlandse ervaring gebrui ken". Zij heeft de indruk dat een verblijf van Ne ll ej. A. M. Bosch, leidster van het Maat- happelijk Advies- en Inlichtingenbureau in titerdam. Ze zegt: „De jonge mensen zijn wit verwend door de Nederlandse arbeids- Als ze terugkomen uit het bui- je daardoor vaak allerlei on kritiek". Een marineblauw wollen pak met wit le- fi plastron en witte camelia van Jean Patou. •wier; Ursula Andress in een witte mink- u van 10.000 dollar, eveneens naar Parijs ntwerp.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 9