Droevige tonelen in de
Belgische grensstreek
MASSALE MOORD
OP TREKVOGELS
Leo l uid is boos
op Hilversum en Bussum
Zelf iets
opzetten
ZATERDAG 1 NOVEMBER 1968
i_. LD EXTRA 4
Foto "boven links: De zangvogels ivor-
den naar de grond gelokt door exempla
ren die opgesloten zijn in kooitjes. Op
sommige plaatsen staan deze kooien op
nog geen meter van de grens. De weg op
de foto is Duits. De kooien staan op Bel
gisch gebied. Er achter ligt de „netlijn",
waarin voor vele vogels de trek naar het
zuiden eindigt.
Foto midden: Tussen de netten in
wordt een uitzonderlijk goede lokvogel
vastgebonden op een stokje. De vogel
vanger kan dit vanuit zijn hut laten be
wegen. waardoor de vogel gaat fladderen
en daardoor de aandacht irekt van de
andere vogels.
/N België, o.m. langs de Zuidlimburgse grens, komt
jaarlijks een massale moord- en vangpartij van zang
vogels voor. De vogeltrek naar het zuiden is het sein
voor 28.000 legale en voor wel driemaal zoveel illegale
Belgische vogelvangers om hun ongecontroleerde jacht op de
zangvogels uit de noordelijke en Oosteuropese landen te be
ginnen.
Langs de grenzen van Nederland, Luxemburg en Duitsland
hebben de vangers hun netten opgesteld. In de periode van
1 oktober tot 15 november maken zij naar schatting 14 tot 22
miljoen vogels buit, die op trek zijn naar het zuiden. Meer
dan de helft sterft meteen in gevangenschap. Van de vogels
die overblijven wordt 50 tot 60 procent doodgeknepen en als
lekkernij verhandeld, terwijl de rest bestemd is om gekooid te
worden. Ook hiervan sterft nog eens de helft.
Vrije jacht
De provincie Luik telt 25 pet. van alle vo
gelvangers. Voor het uitoefenen van hun
praktijken betalen ze 315 franken aan
de staat. Ze mogen van 1 oktober tot 15 no
vember vrij jacht maken op de zangvogels.
Vooral het gebied langs de Duitse grens is in
trek. „Links langs die grens zie je de oude
Siegfriedlijn", aldus Roger Arnhem, „en dan
ziet u bij ons een meter of wat verder de
nieuwe ..netlijn" tegen de vogels. Voor hen
is die Siegfriedlijn niet zo kwalijk, maar bij
ons komen ze in een ware moordkuil te
recht".
In het seizoen 1966 hadden maar liefst 326 vo
gelvangers hun netten opgesteld over een af
stand van vier kilometer langs de Duitse weg
Losheim-Manersfeld en Kehr. Ook nu is geen
enkele wei langs die weg zonder vogelvan
gers. Ze betalen de boeren voor zes weken
een huur van 6000 tot 9000 francs, terwijl ze
er zeker ter waarde van 30.000 francs of
meer aan vogels vangen.
Maar ook achter de lijn, in het binnenland
opereren de vogelvangers: zelfs in de na
tuurreservaten als de hoge venen. Ze maken
gebruik van tentnetten, die plat op de grond
liggen en dichtspringen als er een vogel tus
senzit.
De zangvogels worden aangelokt door soort
genoten in kooien die op verschillende afstan
den van het net staan. Tussen het net is een
lokvogel op een stokje vastgebonden bij een
bosje onkruid en zaad. Veel illegale vogelvan
gers werken ook, en niet alleen tijdens het
vangseizoen, met mistnetten die onzichtbaar
tussen bomen worden opgehangen.
Winstgevend
De vogelvangst is een winstgevend bedrijf.
Opkopers gaan elke dag de vangers af en
kopen de buit van die dag. De dieren worden
vervolgens aan de man gebracht via beurzen
en tentoonstellingen. Er bestaat bovendien
een illegale uitvoer naar o.a. Zuid-Limburg.
Het is ook niet ongebruikelijk dat vogels in
café's, garages, winkels en bioscopen worden
verkocht. Gemiddeld betalen de Belgen 75 tot
150 frank per stuk. Vooral de putter, goud
vink en Europese kanarie zijn gezocht.
Volgens de voorzitter van het comité zijn de
Belgen gek op vogels. „Er is geen enkel
huisje of buitengoed zonder zijn kooitje of
volière", aldus Roger Arnhem: ,,'t Is een na
tionale manie, om welke vogel dan ook te
vangen en op te sluiten". Het is maar een
klein percentage van alle vogels, die
nog in leven blijven. Vooral de lijsterachti-
gen, die moeten het ontgelden. Die komen
voor het grootste deel terecht op de tafel
van gastarbeiders uit zuidelijke landen, die
volgens de heer Arnhem de grootste vogel
eters in België zijn. Maar niet alleen van 1
oktober tot 15 november bloeit de Belgische
vogelhandel. Naar schatting zijn rond 100.000
Belgen ook gedurende de rest van het jaar
bezig met het uitroeien van de vogelstand.
Bijna uitgestorven
„De zangvogel is hier in België bijna uitge
storven als standvogel", aldus Roger Arn
hem. „Dat is wel het grootste schandaal. De
vogelvangers zijn meester van de bossen, de
heide en de weide. De laatste overgebleven
goudvinkjes of broed- of roofvogels worden
nog achtervolgd. Er is een handel het hele
jaar door.
Er is bovendien een geweldige vraag naar
vogels. Niets kan dat verhinderen. In België
is geen controle op de vangst. De Rijkswacht
is overbelast. Nu de massale vogelvangst in
alle Europese landen wettelijk verboden is,
eisen wij dat ook de Belgische regering haar
internationale en morele verplichtingen te
genover de gemeenschap zal nakomen.
Het is een nationaal en zelfs een internatio
naal schandaal, dat in stand wordt gehouden
door de minister van Landbouw. Misschien
aldus Roger Arnhem omdat hij zelf ook
vogelvanger is geweest!
De landen waar de zangvogels hun broedge
bieden hebben en waar ze bovendien be
schermd zijn, beschouwen de Belgische prak
tijken als een aanslag op hun vogelbevolking.
Culturele en wetenschappelijke verenigingen
uit Nederland, Engeland. Frankrijk, Luxem
burg, Duitsland en de Scandinavische landen
hebben al fel geprotesteerd bij de Belgische
regering. Resultaten zijn nog steeds uitgeble
ven. Toch wordt in België zelf waar de vo-
gelvangerij door de minister van Landbouw
wordt toegestaan tegen deze toestand van
leer getrokken, o.m. door het Coördinatie co-
mitéé voor de bescherming van vogels, dat
voor de internationale pers een excursie or
ganiseerde in het gebied van de Baraque Mi
chel en de Duitse grensstreek. Door dit ge
bied voert een van de belangrijkste trekwe-
gen van de vogels.
Gevangen vogels
van allerlei soort.
Vijftig procent van
de vogels sterft di
rect ten gevolge van
verwondingen of
slechte verzorging.
LEO FULD
..Blij weer thuis te zijn, maar het is één
grote kliek!"
ze je niet willen hebben, dan maak je maar
wat voor jezelf. Ik heb aan de hele kliek ma
ling. Ik ben creatief genoeg om zelf iets op
te zetten, al moet ik mijn eigen tv-zendsta-
tion bouwen".
„Ik heb hier een fijne zaak opgebouwd. Ik
werk hier met drie jonge mensen: met Oda
Lijdsman, Marieke van Liempt en John Lo-
bo. En die drie ga ik opkweken-, net zolang
tot ze rijp zijn voor een festival. Want de
groepen die ons land representeren op inter
nationale festivals zijn eigenlijk een groot
•schandaal. Verder schrijf ik nog steeds veel:
Ik heb verschillende sketches geschreven
voor mensen als Milton Berle, Jerry Lewis
en Dean Martin: nou heb ik weer een song
voor Ray Charles: „I have no use for the
daytime, because everything happens at
night".
Dan is het weer tijd om op te treden. In
een hoekje van de bar, naast de piano. In
ternationale succesnummers, tijdloos en
heimwee verwekkend. Als hij „Pigale" zingt,
zegt een wat aangeschoten zakenman: „In
die Weense nummers als dit is hij op zijn
best". En hij bestelt nog snel een whisky.
„Weet je wat Shaw eens gezegd heeft? Je vrienden kunnen je alles vergeven, behal
ve talent." Dat zijn de wat bittere woorden van een vermoeid man: Leo Fuld. De man
die al jong naar Amerika vertrok, er carrière maakte, zong met de allergrootsten zo
als Frank Sinatra en Danny Kay, alle grote steden van Europa en Noord- en Zuid-
Amerika heeft hij bezocht, en die nu al weer zo'n tweeëneenhalf jaar in Nederland
vertoeft. Maar het zit hem allemaal niet zo mee eigenlijk.
ze me heel gewoon dood laten vallen. Nu doe
ik alles voor de AVRO en daar zijn ze bij
zonder aardig voor me". En ineens wordt hij
echt boos en schiet uit zijn slof. „Zonder pre
tentieus te willen zijn: uit de loop van mijn
carrière kunt u wel begrijpen dat ik toch wel
wat talent moet hebben. Ik was achttien jaar
en toen al werd ik naar de BBC ge
haald. Even daarna zong ik in Amerika. Ik
ben er opgetreden met de grootste sterren.
Maar buiten dat heb ik meer gezien van het
vak dan al die jongens hier bij elkaar. Weet
je wat het hem is? Ze zijn als de dood voor
me het is gewoon krankzinnig.
Om nou eens een voorbeeld te noemen:
Johnny en Rijk, beste jongens en goede vrien
den van me. begrijp me goed. hebben mo
menteel teksten te weinig. Wat gebeurt er?
Er worden uit Engeland tekstschrijvers voor
ze gehaald, en dat terwijl ik wel 10.000 sket
ches in voorraad heb. Het is hier een kliek,
die elkaar de handen boven het hoofd houdt.
Met een goed orkest als dat van Dolf van
der Linden heb ik nog nooit gezongen. Nee,
wat bieden ze me aan? Toen ik uit Israël te
rugkwam vorig jaar met het liedje „Jeruza
lem" mocht ik het voor de radio komen zin
gen, voor 150 gulden.
Goed. ik wilde dan wel. je helpt er per slot
je grammofoonplatenmaatschappij mee.
maar toen ik hoorde dat ik alleen maar een
orgel als begeleiding zou krijgen, zei ik: Jon
gens, vergeet het maar. Een groot orkest, al
krijg je dan maar 150 gulden, is nog te doen,
maar zo'n orgel ach zo zijn die lui daar.
Verder heb ik nooit meer iets van de VARA
gehoord. Alleen op de avond na de opening
was Mies Bouman met haar man hier. Dat
vond ik aardig".
Meer gewend
Aan de wand van zijn zaak hangen houtsne
den van Flip van der Burgt: een kop van
Leo Fuld, van Toon Hermans die het pand
opende, van Aznavour, van Erasmus. Hier
en daar platenhoezen: De Roetetoeters,
Dorus, Toon, Wim Kan, Ramses, Zwiebertje,
Rijk de Gooijer, Dilly Alberti en uiteraard:
hoezen van Leo Fuld, uit alle landen. Platen
heeft hij genoeg gemaakt: meer dan 500, bij
23 verschillende maatschappijen over de he
le wereld.
Een stille man eigenlijk, met zijn rossige
haar. Het wat oudere publiek dat zijn zaak
frequenteert, luistert verrukt naar hem en
glimlachend neemt hij het applaus in ont
vangst. Maar hij is meer gewend dan de
veertig paar klappende handen op een door
deweeks borreluur.
„Wat Toon nu doet, deed ik al toen ik 19
was, zegt hij. Goed, dat doet er niet toe. Toon
doet het in ieder geval leuk". En na een klei
ne pauze: „Eén ding heb ik uitgevonden: als
Is hij blij hier terug te zijn? „Natuurlijk,
daar heb ik geen draad spijt van. Het is fijn
om hier weer te zijn, fijn om in Amster
dam te wonen, dat wel. „Maar dan komen
de verdrietigheden los. In februari van dit
jaar opende hij in Amsterdam een eigen
zaak: La Bohème. Knus borreluur bij de pia
no, later op de avond een trio met twee zan
geressen en een zanger. Maar in Amsterdam
woont een mens niet alleen. „Boze buur
man", om even deze naam van Annie
Schmidt te lenen, ging klagen en haalde de
Hinderwet in huis. En dicht ging de zaak.
Plafonds werden opengebroken, er werden
nieuwe geluidwerende voorzieningen getrof
fen en voor het lieve bedrag van 35.000 gul
den werd de zaak weer dicht gespijkerd. Op
5 september ging de zaak weer open, maar
op 3 september al had de boze buurman een-
brief geschreven aan Fulds advocaat dat de
zaak nog niet goed was. Erg knap overigens:
er was op dat moment nog geen noot ge
speeld. Leo Fuld doet alles wat in zijn ver
mogen ligt om buurman geen last te bezor
gen, maar ja, helemaal geluiddicht is na
tuurlijk geen enkel gebouw te krijgen en zo
blijft er een brok ongenoegen hangen, over
en weer.
Met 18 naar de BBC
Moeilijk punt numero twee is Hilversum en
dan nog speciaal radio en televisie. „Ik ben
vanouds een VARA-man, maar daar hebben
Anti-lawaai
campagne
Hoewel de jongedame op
de motor al haar charmes
aanwendt, oefenen de politie
agenten streng hun beroep
uit. In het kader van een in
de Westduitse Bondsrepu
bliek gestarte actie ter be
strijding van het lawaai,
worden bromfietsen en mo
torfietsen, die al te luid
knetterend door de straten
rijden, nauwkeurig gecon
troleerd. Een toerenmeetap-
paraat (links) en een preci-
sie-gelutdsmeter rechts
dienen voor het bepalen van
de foonwaarde, welke bij een
250 cc motor de 82 eenheden
niet mag overschrijden. Is
dat toch het geval, dan volgt
een waarschuiving en wordt
de berijder later bij de con
troledienst ontboden. Is de
zaak dan nog niet voor el
kaar, dan volgt een fikse
straf. Dat gebeurt ook als de
verboden geluidssterkte uit
een omgebouwde uitlaat
komt.