KOOTWIJK oase tussen bossen en zandverstuiving Wèl een bewogen kerkhistorie - i rv - n gelijkheid, dat anders op het laatste moment nog wel eens een spaak in het wiel gestoken zou kunnen werden. Dit gebeurde niet en geleidelijk verdween Kootwijk daarna uit het landelijke nieuws. Tot aan zijn emeritaat in 1918 heeft ds. Houtzagers zijn gemeente, nagenoeg in haar ge heel overgegaan, rustig kunnen dienen. Typisch, althans voor die tijd was het feit, dat de her vormde gemeente van Kootwijkerbrcek aan wel ke het oude kerkje van Kootwijk na de Doleantie toegewezen werd, het bedehuis meteen aan de dolerende gemeente van Kootwijk verhuurde. Dit is tot 1919 zo gebleven. In dat jaar werd de Het eeuwenoude op een heuvel gelegen kerkje met toren in Kootwijk ligt centraal in het vredige dorpje, dat omzoamd wordt door zandverstuivingenbossen en heidevelden. In vroeger dagen konden Franse soldaten Kootivijk niet vinden, doordat de kerk achter zwaar gebootnte verscholen lag. In 1740 wa ren er veertien huisgezinnen, die het kosters ambt om toerbeurt bekleedden. Een timmer man. die in 1838 de torenspits verlaagde, haalde daaruit een anker met het jaartal 1010. Aangenomen wordt, dat kerk en toren echter nog veel ouder zijn. huur opgezegd, het kerkje werd weer hervormd en de gereformeerden bouwden een eigen kerk gebouw. „Kootwijk is een groene dal, die er is, diè blijft er al", zo zegt een oud rijmpje en een ander luidt: „Kootwiek is een darp, met zeuven huuzen en een kark". Dat van die zeuven klopt al lang niet meer met de werkelijkheid. Bi- is heus wel wat bijgebouwd, maar het dorps centrum is tot nog toe merkwaardig gaaf ge bleven, evenals de naaste omgeving. Nog is Koot- archeologische vondsten gedaan. Op oeroude ne derzettingen wijst verder het feit, dat onder het dikke stuifzandpakket op' enkele plaatsen de bouwlandlaag van genoemde nederzettingen te ruggevonden werd. Er leiden tal van paden door de bossen rondom Kootwijk en er is zowel aan wandelaars als aan ruiters gedacht. In het va kantieseizoen trekt de Loofles, het nieuwe natuur bad, talloze liefhebbers van zonnen, baden en zwemmen. Een geweldig recreatiegebied is hier wijk een idylle, omgeven door de akkers van de kleine es, met meer paden en intieme wegge tjes dan echte straten. Ongeëvenaard In het zuiden en oosten strekt het Kootwijkse Zand zich uit. Volgens deskundigen is dit na tuurmonument wat uitgestrektheid en grootsheid van natuur betreft, in West-Europa ongeëve naard. Geologisch en biologisch een merkwaardig gebied deze Veluwse Sahara met hier en daar de donkere eilandjes van grillige vliegdennen en de slanke of bizarre figuren van oude jenever bessen. In de zandverstuivingen werden heel wat Uit hoge brandtorens in de droge tijd de gehele dag bemand worden de Koot wijkse naaldhoutbossen scherp geobserveerd, teneinde in geval van brand snel en effectief te kunnen ingrijpen. ter beschikking van het Nederlandse volk. Moge het nimmer meer getroffen worden door een ramp als in de twintiger jaren van deze eeuw, toen honderden hectaren dennenbos hier in en kele uren tijds in vlammen opgingen. De brand torens met hun uitkijkposten zijn in het kritieke seizoen wel paraat om eventueel gevaar te mel den, doch dé uiterste voorzichtigheid van het publiek met vuur in bos en hei geeft de rode haan de minste kans. - T" ,v, y 1 ,f Weekendbijlage Leidsch Dagblad Zaterdag 17 augustus 1968 Ruiters in het Kootivijkse Zand. Voor alle vormen van recreatie biedt de omgeving van Kootwijk uniekt mogelijkheden. andere kant van de haag en tegelijkertijd op het plein bij de kerk- nog veel meer mensen, allen gekleed in 't. zondagse zwart.. „Zeg Wou ter", informeerde de verbaasde herder en le raar, „wat is er toch met jullie aan de hand?" en Wouter: „Nou domeneej, nou mot ik toch echt om je lachen. Je bent zeker een beetje van slag en je hebt misschien gedacht: laten we maar 's een zondag overslaan. Ik kan met je meevoelen. Met dat mooie weer is 't ook voor een domeneej beter in de hof dan op de preekstoel". Het was de predikant nu wel duidelijk, wat er aan de hand was: hij had compleet vergeten, dat. het zijn grote werkdag was en dus zondag. Het hele verhaal, zo tekenend voor de. landelijke rust in het kleine, afgelegen dorp, vindt men aangehaald in „Kudde en herder", het b"ek, waarin de Rotterdammer D. de Wit anno 1911 het heden en verleden van Kootwijks kerkelijk leven de revue laat passeren. Doodarm en ver Het. is rond dat eenvoudige kleine kerkje niet a'tijd even rustig geweest. Een eeuw geleden bijvoorbeeld zijn er heel wat dagen en vooral avonden geweest, dat onder het, rieten dak van een der boerderijen de hoofden van boeren en burgers bijeengestoken werden. De gesprekken waren bijzonder ernstig en het was met name de kerkeraad die in de zorgen zat. Het begon allemaal ongeveer een eeuw geleden, toen Koot wijks kleine hervormde gemeente haar predikant naar elders zag vertrekken. Tal van beroepen werden uitgebracht, om de lege plaats te bezetten, maar de kerkeraad kreeg iedere keer nul op het rekwest.. Nergens was een predikant te vinden, die bereid was zich zover van de bewoonde wereld op te sluiten. En verder was Kootwijk behalve een kleine ook eeri doodarme gemeente. De her derloze toestand was uiteraard funest voor het kerkelijk leven. De kerkeraadsleden van Kootwijk zochten voor hun moeilijkheden steun bij mr. dr. W. van den Bergh, die toen predikant was in Voorthuizen. Het is vooral op diens advies ge weest, dat de kerkeraad van Kootwijk, geen gndere uitweg ziende, een beroep uitbracht op de eerste afgestudeerde theologische kan didaat van de Vrije Universiteit te Amster dam. Deze Kootwijkse stoutigheid maakte de pop- pen aan het dansen. De hogere bestuurscol leges der Hervormde Kerk erkende de exa mens van de door hen geboycotte universi teit niet. Er toas dus geen sprake van, dat kandidaat J. H. Houtzagers, die het beroep aangenomen had, op de hervormde kansel mocht'komen. De Kootwijken? boonden in d« daaropvolgende dagen, dat ze in moeilijke omstandigheden voet bij stuk durfden houden: ue besloten eenstem mig de uitspraak van het kerkelijk gezag naast »ich neer te leggen. Prompt werd de kerkeraad van Kootwijk geschorst, maar in een vergadering gehouden op 2 februari 1886, besloot dit college op zijn beurt die schorsing niet te erkennen en alle verdere besluiten eenvoudig te negeren. Buiten oude kerkverband Dit was nu in feite het begin van een ver- zetsbeweging op kerkelijk terrein, die snel om zich heengreep. Twee dagen na Kootwijk volgde Voorthuizen. De Doleantie was begon nen. In tal van gemeenten plaatsten grotere en kleinere groepen xich buiten het oude kerkverband. Niet van de hoofdstad des lands of een andere grote stad ging het initiatief uit, maar van de Veluwe, van het kleine Kootwijk. Het heeft nog heel wat voeten tn de aarde ge had, eer de heer Houtzagers de kansel beklom. Zijn bevestiging vond plaats op een ongebruike lijk uur en er werd weinig ruchtbaarheid aan gegeven, omdat men rekening hield met de mo- dagelijkse plicht gedaan hebben en het getik van het uurwerk in de oeroude, lage toren. Als we in die morgenstilte bij dat ontroerend mooie, kleine bedehuis staan, kijkend naar de af- en aanvliegende duiven, naar de oude daken van het Zwarte Paard en van de Roskam aan de overkant van de Brink, altijd ook weer ge nietend van de pasteltinten zacht-rood, grijs en violet-roze van de muren van kerk en boren, dan komt ons onwillekeurig weer in de gedachten, wat een Kootwijkse predikant eens overkwam. Het was in de tijd, dat een plattelands dominee wat blij was, als hij behalve over een flinke akker voor het verbouwen van aardappe len en groenten, ook kon beschikken over een stal, waarin enkele geiten of als 't heel mooi was, een koe onderdak konden vinden. V erstoorde idylle Kootwijks pastor Loci was op een mooie zon dagmorgen in de voorzomer in zijn hóf bezig een mand gras te snijden voor zijn geiten. Door het schone weer, de koesterende zon, de geuren van de morgen en zijn druk bezig-zijn vergat zijn eerwaarde volkomen de tijd en tevens de preek, die hij voor de zondagmorgen gemaakt en ingestudeerd had. Een kerkeraadslid, die over de haag keek, verstoorde de idylle met een overigens welgemeend „Goeie marrege, domeneej!" De predikant schoot overeind, zag de man aan de i- A de verbindingen van Kootwijk i buitenwereld wel het een. en ander flerd sinds de eigenaar van 't Hil- n U destijds het enige hotel-restailrant v latse in het begin van onze eeuw teerde: Onbereikbaar voor auto's! ede man bedoelde dat als attractie, ijk om stiltezoekers mede te delen, rust en de zuivere lucht op dit ge ile plekje nog niet bedorven werden notorgeronk en benzinedampen. cordig neemt men voor z'n tocht naar van Harskamp af de asfaltweg richting slaat men na een paai- kilometer rechts- ANWB-handwijzer zorgt daar wel, dat niet verkeerd doet. Rechtsaf betekent opnieuw een smalle, maar geasfalteer- g. Het blauwe bordje bij het begin dat u nu op de Heetweg rijdt, is in dit verband geen tempera- Qduiding: het is de oude Veluwse naam itde. Van Harskamp af kunt u ook de toeristische weg nemen, die genoemd C. M. van 't Hoff, van 1919-1945 hout- ij het Staatsbosbeheer te Apeldoorn. es de vroegere aanbeveling „onbereikbaar BJito's sinds lang verleden tijd, Kootwijk ilukkig nog iets van zijn dorpskarakter ust weten te handhaven, 's Ochtends kan de Groene Brink bij het oude, geheel Eeen opgetrokken kerkje ook nu nog zo V fredig zijn dat men weinig meer hoort (koeren van de tortels, het kraaien van iet gekakel van vele kippen, die hun Naast Amerikaanse eik en vogelkers, wordt in de boswachterijen van Kootwijk ook de berk als brandscherm geplant, waardoor aar dige singels ontstaan, waarvan één hier in beeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 9