'chrikhewiiid san T rujillo wekte aatgevoelens Middeleeuwse pracht in kleine Zuidduitse stad HOE EEN DICTATOR AAN ZIJN MILJOENEN KWAM NEDERLANDER RAPPORTEERDE OYER ZUIVEL- BEWERKING IN DE DOMINICAANSE REPUBLIEK 5 *hlRDAG 10 AUGUSTUS 1968 F LD EXTRA 3 it ,enyET is al weer enige jaren geleden, dat een Nederlands zuiveldeskundige op ver- aee*.zoek van het ICA1TI, een research-instituut voor de industrie in Midden-Ame- ™rika, gevestigd in Guatamala, een onderzoek instelde naar de situatie op zuivel- rcrcjri in de Dominicaanse Republiek, het oostelijke deel van een eiland in de Caribi- Het rapport werd nimmer gepubliceerd, maar toch is het van belang er fs van te nemen, al was het slechts om ervan doordrongen te raken in welk een ™*rrechte positie men in Nederland in dit opzicht verkeert. kiefcleskundige was de heer J. Martens, tot tenfcort directeur van de Almelose Melkin- raamg ACO, landelijk bekend als voorzitter Vale afdeling Coöperatieve melkinrichtin- rooujan de FNZ, lid van het dagelijks be- •enwyan het Bedrijfsschap melk en lid van- pillende adviescommissies van het Pro- Jphap Zuivel. fzocht de Dominicaanse Republiek enige nadat het beruchte bewind van dicta- ijillo ten val was gebracht. Ook nadien lit land met zijn schrijnende tegenstel- orjsji van rijk en arm nog dikwijls het to- ran heftige politieke beroeringen, waar namen van Juan Bosch. Caamano, en Balaguer geen onbekende zijn. Bij led^rkiezingen in 1966 behaalde Balaguer, legere medewerker van Trujillo, een Juan Bosch met 55 tegen 42 procent iet aantal uitgebrachte stemmen. Deze [inning betekent geenszin, dat het be- 'van de Trujillo-kliek werd voortgezet, jhad iets geleerd. Momenteel heerst er betrekkelijke rust in de Dominicaanse ï-1°pliek, al trekt men hier zo af en toe nog irzean leer tegen Castro-gezinde groepen, en d teibrme kapitalen "lEL TRUJILLO had zich. tijdens zijn lt lurig schrikbewind van 1930 tot 1961 pe kapitalen veroverd. Toen hij in mei werd vermoord en al zijn familieleden geweldige vermogens het land uitvlucht- bleek dat Trujillo de bezitter was ge- t van dertig verschillende industrieën hdvarï de melkfabriek in de hoofdstad ikeé Santo Domingo met een filiaal in Santiago. Al deze bedrijven werden door de Staat over genomen. Het beheer werd opgedragen aan de Corporacion de fomento industrial de la Re- publica Dominicana. Geen wonder dat de corrupte Trujillo zich miljoenen kon verzamelen. Wat de zuivel be treft, werd de melk voor de fabriek in Santo Domingo aangevoerd uit de drie grote veebe drijven welke Trujillo bezat, terwijl er daar naast nog een groot aantal particuliere le veranciers was. De verwerkte melk werd in de stad gratis uitgedeeld aan de bevolking. Zo oa. kreeg Trujillo de naam van „the good old man". Maar deze „goede oude baas" was wel zo slim, dat hij de verstrekte melk door de Staat liet betalen! Daardoor was hij steeds van zijn inkomsten verzekerd. Gangstermethoden ia de foto's OOOb boven: Dominicaanse vrouw voor haar tonele woning in Santo Domingo. p midden: Het gebouw van de nationale van de Dominicaanse Republiek in San- jomingo. In een vleugel ernaast is het f tuut gevestigd, dat de vroegere eigen wen van wijlen dictator Trujillo beheert. rechts boven: Een sinaasappelstalletje men er zovele tegenkomt in Santo Do- jo. Met behulp van een apparaatje wordt \haasappel voor de klant geschild. De hui- pan de achterzijde vertonen geen weel- „Ik scheen geen erg welkome gast", aldus de heer Martens. „Ik was nog maar net in het kantoor van de directeur, toen deze naar een aangrenzende kamer werd geroepen. Nu moet men weten, dat de arbeiderssyndicaten een belangrijke rol spelen in de industrie. Men zou haast kunnen zeggen, dat het dagelijks bestuur in de fabriek zetelt. In de kamer naast het kantoor ontstond een hevige rel. De stemmen laaiden hoog op en ik begreep, dat men het over mij had. Ik erheen. Daar stonden ze tegen elkaar te schreeuwen. „Wie van jullie spreekt Engels?" vroeg ik. Dat bleek te zijn de man, die het hoogste woord voerde. Een van de syndicaatsleiders. Ik zette hem het doel van mijn komst uiteen. Dat dit onzerzoek in het belang was van het bedrijf en dus ook van de werknemers. Toen bedaar de de rel". „Ik was daar een week, maar in een paar dagen had ik het al wel bekeken. Er man keerde van alles aan. Een butyro-meter (om het vetgehalte te be palen) ontbrak, eveneens een apparaat om het soortelijk gewicht te meten. De melk zag er blauw uit en toen wist ik het wel. In de koeler ik zelf moest de sleutel opzoeken lag de meest mogelijke rommel en voor het naspoelen van de flessen werd onbetrouw baar water gebruikt. Een chloorinstallatie was wèl aanwezig, maar werkte niet. Vooral in dit tropische klimaat leverde deze onhy giënische melkbehandeling grote gevaren op voor de volksgezondheid. Na het indienen van mijn rapport in Guatamala, kwam dan ook onmiddellijk bevel, dat dit verbeterd moest worden". HET VIEL DE HEER Martens voorts op, dat het aantal arbeiders in de fabriek veel te groot was. „Voor een werkje dat één man kon doen, waren er twee. „Wat wilt U", ver klaarde hem later de syndicaatman, in elk bedrijf hier werken teveel mensen. Maar ver geet niet hoe groot de werkeloosheid is. Ging men economisch te werk, dan kwamen er weer meer op straat, waardoor de ontevreden heid nog meer zou toenemen". Erg bemoedigend waren de resultaten van- het onderzoek bij de „Industria Lechera" dus niet. De Nederlandse deskundige rapporteer de zijn bevindingen bij de ICAITI. Tegelijk de boeren. Dat was niet juist. Het bedrijf zélf moest verbeterd worden. Bij de andere par tij vond de heer Martens een voorzitter die scherp inzicht had in de mogelijkheden. Zou deze coöperatie er in slagen meer te be talen dan de „Industria Lechera", dan zag de Nederlandse rapporteur maar weinig kansen meer voor laatstgenoemde, gezien ook heb feit, dat zij met het oog op haar bevlekt ver leden weinig sympathie had van de zijde van de bevolking. Het advies van de heer Martens was: Bouw schreef hij aan de directeur ervan, dr. Otto J. Stern, een brief waarin hij zijn bezwaren toelichtte. Adv nes TIJDENS ZIJN BEZOEK aan Santo Domingo werd de heer Martens verzocht inlichtingen te verschaffen aan president en andere leiders van een nog op te richten coöperatieve melk fabriek in de Dominicaanse Republiek. Hij laakte het bij de staatszuivelfabriek, dat de directeur ervan de schuld voor het slechte eindprodukt afschoof op de schouders van een grotere fabriek, breng daarin over de bruikbare machines van de Industria Lechera, koop andere noodzakelijke machines, neem de beste krachten over van de bestaande fa briek en laat de nieuwe het eigen-dom zijn van de coöperatie. Deze zal dan de oude good will moeten betalen voor de omzet, de gebou wen en de overgenomen machines. Op die manier komt Industria Lechera aan een goed eindpunt en krijgt de coöperatie de bes te start. „Ik weet niet", aldus de heer Martens", of het rapport mij in dank is afgenomen. Ik heb er nadien nooit meer iets van gehoord". 1 de Lange Om de drie jaar wordt in het kleine stadje Landshut in het zuiden van de Duitse Bondsrepubliek de tijd vijfhonderd jaar teruggedraaid. Onder fanfaregeschal en het gejubel van vele duizenden mensen, laten de burgers van Landshut de grootste histori sche gebeurtenis van hun stad drie weken lang weer herleven: de bruiloft van de Beierse hertog Georg (Jonker Jörg) met de Poolse koningsdochter Jadwiga. OVERIGENS hield Trujillo er ook ten aan zien van zijn zuivelfabriek, waarin nog enig Amerikaans kapitaal zat, gangstermethoden op na. De melk van de kleine boeren- werd tegen een veel lagere prijs dan de nor male opgekocht door handelaren, die deze grondstof in de fabriek lieten verwerken en later weer elders op het eiland gingen distri bueren. Elke melkfabriek kent perioden van kleine en grote, soms te grote aanvoer. Met dit laatste wisten Trujillo en zijn aanhangers wel raad. Het spreekt vanzelf dat de melk van de eigen bedrijven van de dictator voorrang had. Wat de rest betreft, gebeurde het soms dat Trujillo-gangsters de melkvervoerders overvielen en mishandelden, terwijl zij de melk-wagens omwierpen, waardoor de on verwerkte melk over de weg stroomde. Dit kweekte heel wat haat, maar zolang Trujillo aan het gewind was, stond men machteloos. Men vergat echter niet. De directeur van de zuivelfabriek, die de heer Martens aantrof, was nog een vriendje van Trujillo. Hij was aangebleven. De angst voor wraakneming zat er echter diep bij hem in. Hij droeg steeds een pistool op zak. „Ik weet zeker, dat wanneer een van de melkvervoerders de kans krijgt, hij me neersteekt", zo vertelde hij zijn gast. Oorspronkelijk was hij geneesheer in Mexi co. Hij achtte wel de tijd gekomen om Santo Domingo zo spoedig mogelijk te verlaten en naar zijn land terug te keren. DE BEVINDINGEN van de Nederlander wa ren weinig vleiend voor de Dominicaanse melkinrichting. De opzet was wel goed, maar het bedrijf was totaal verwaarloosd. jaar het middeleeuwse spektakel. Daarvoor beleven de in drommen toestromende toeris ten origineelgetrouwe ridderspelen, prachtige optochten van lijf- en stadswachten, alsmede stijlechte feestgelagen bij wijn en Beiers bier. Zelfs de muzikanten spelen alleen mid deleeuwse wijsjes op bij die tijd behorende in strumenten. Tegen de weelde van de oor spronkelijke bruiloft in het jaar 1475 zijn de Landshuter vroede vaderen echter niet opgewassen. Destijds werden namelijk ter viering van het vorstelijke huwelijk niet min der dan 333 ossen, 490 kalveren, duizend var kens en speenvarkens. 40.000 kippen ,en twaalf ganzen door de bruiloftsgasten veror berd. Deze Landshuter „vorstenbruiloft" is als een van de meest luisterrijke feesten van de laat gotische tijd de geschiedenis ingegaan. De stijlechte kopie ervan wordt beschouwd als 't belangrijkste historische feest op Duitse bo dem. De overlevering getrouw, wordt de vors tenbruiloft ook thans nog gevierd. Met een kundig oog waken de vroede vaderen van de stad ervoor, dat er geen stuk bij de rekwi sieten terecht komt, dat niet overeenkomt met de historische gegevens. Het belangrijkste gesprek in de stad is al maanden voor de grote gebeurtenis de verkiezing van de hoofd rolvertolkers. Want schoonheid alleen maakt in de ogen van de „Festspier'-arran- geurs nog lang geen koningsdochter. Jadwiga moet volgens de bepalingen uit een aanzien lijk geslacht, van onbesproken gedrag, zwart harig en van sierlijke gestalte zijn. Voor de rol van de jonker komt alleen een statige manspersoon in aanmerking, die bovendien acteertalent heeft en stevig in een paarde- zadel zit. Bijna een half miljoen kostte Landshut dit Bekoorlijke pages (foto boven) begeleiden de vergulde pronkwagen van de koninklijke bruid (foto hiernaast

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 9