Maak iets leuks van vakantiefilm Kruiswoordraadsel C' Kom er ACHT-e: Pim en Pom en het kom-mie-tee **r~ OPLOSSING VAN VORIGE OPGAVE ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1908 IT> Exj Het Is twee dagen voor de vakantie aanbreekt. Een jaar hebben we ernaar uitgekeken. Moeder heeft alles ingepakt. Vader krijgt te horen „Denk je om je filmspullen?" Vader zegt: „O ja, da's waar ook". Haastig worden de spullen in een tas gemikt. Hij snelt naar de fotohandelaar en haalt wat filtns. Hoeveel? Drie is wel genoeg. Wat gaat die man filmen in zijn vakantie? Het zal wel in diezelfde trant zijn. Te hooi en te gras een paar scènes. Een stukje op reis. Een brokje in de camping of in het hotel. Een paar scènes hier en daar op een terrasje. Thuisgekomen is de film min of meer een teleur stelling. Het geeft geen volledig beeld van de vakantie. Het geeft nóg minder een boei end beeld. Kortsluiting Wat u wilt, is een geconserveerd stuk pleeier. Iets om later naar t« kijken. Als het weer regent en waait, wilt u, met de familie best nog eens kij ken „Hoe warm het was en hoe ver!" Maar vaak gaan onze verlangens verder. We willen aan vrien den en kennissen laten zien wat wij beleefd heb ben. Wij vinden en neem ons dat kwalijk onze eigen vakantie het meest belangwekkende stukje historie. Maar en neem hèn dat kwa lijk de vrienden en kennissen vinden dat nu juist weer van hun eigen belevenissen. Zo ontstaat een kortsluiting. Onze vrienden zullen matig ge ïnteresseerd zijn. De huppelende kinderen, de ijs jes op het terrasje en de fraaie vergezichten booi- en hen minder dan u hoopte. Ze zullen niet ga pen, daarvoor zijn ze te beleefd. Maar inwendig hopen ze dat de film niet al te lang duurt. Het kan anders Hoe komt het dat we naar een film op de T.V. over een vakantieoord zo geboeid kijken? Denkt u even na, u bent daar nooit geweest en toch interesseert het u. Het is de wijze van „opdienen". De film laat net iets meer zien dan de doorsnee scènes, die we zo gewoonlijk maken. De film is logischer in elkaar gezet. Er is een bepaalde lijn in een dergelijke film. Dat kunnen wij als amateurs ook. Zelfs in een gewone vakantiefilm, waarin ons eigen gezin als hoofdmotief fungeert. We dienen dan de film zó op te bouwen, dat we de gebeurtenissen van ons gezin, plaatsen tegen de achtergrond van het land schap. Dat landschap dient dan goed tot uiting te komen. Stel dat u veel wandelt, laat dan regelmatig wan delaars zien. Niet als ze staan te wuiven of in de lens te kijken. Maar gewoon in volle actie. Zwoe gend tegen een duin of berghelling. Volg een wan deling met uw camera. Steeds filmend met stil gehouden camera, stukjes film van bijv. 6-8 se conden. Neem eens alleen het rijtje voeten als men langs de camera loopt. Neem ze even als ze staan te rusten en te genieten van het uitzicht. Neem dat uitzicht op van een statief; is dat er niet, steun op een hekje of boomtak. Neem een voorgrond in uw beeld op, zodat er wat diepte in uw scène komt. Neem zo'n landsohapshot wat lan ger bijv. 8-10 seconden. Wissel de stilstaande beel den regelmatig af met bewegende scènes. Vergeet ook nu, juist nu, niet om steeds weer andere stand punten te kiezen en geef ruime aandacht aan boei ende olose-ups. Hoeveel moeite t» zich ook getroost uw vakantie film boeiend te maken, toch is de kans groot dat uw film meer een aaneenschakeling van losse beelden blijft. Daarom is het toevoegen van een soort .scènelijm" wel handig. Dit is geen lijm in de letterlijke betekenis, het is een soort thema dat steeds in die film terugkeert. Eigenlijk al een begin van een verhaaltje. In de muziek noemen wij zoiets een Leitmotiv, elke kenner van de muziek van bijv. Mozart weet, dat bijv. een Rondo een compositie is, die steeds op hetzelfde stramien doorborduurt. Onze vakan tiefilm moet niet een serie op zich staande voor vallen blijven, die los van elkaar niet zo heel veel te vertellen hebben. Wij moeten ze met een klein tussenspel aaneenrijgen, als losse kralen tot een ketting. Eenvoudig Dat tussenspel moet iets erg eenvoudigs zijn. Denk aan „Moede voeten". Een vakantie, waarin veel wordt gewandeld, krijgt, als schakelscène steeds iets over de voeten. Voeten in een koude beek, blaren, schoenen met talkpoeder enz. Mensen die met hun voeten omhoog zitten, zoals dat wel ziet bij de vierdaagse. U behoeft niet steeds de hele familie met die voeten te laten zien. U kunt ook een enkel lid van het gezin moeilijkheden met zijn voeten laten hebben. Hij gaat op vakantie en blijkt al gauw moeilijk te lopen. Hij gaat daar iets aan doen. Smeer de voeten in met talk. Hij neemt wollen sokken. Helaas alles helpt niet, onze dappere wandelaar blijft ietwat kreupel en pas aan het eind blijkt dat hij te nauwe schoenen heeft of nog sim peler een spijkertje in de schoen. Dit thema speelt zioh de hele film door af. Maar, het blijft een soort interludium, een tussenspel. De gewone vakantiebeelden overheersen. Telkens als de gelegenheid gunstig is, plakt u er even een scène met die wankele persoon tussen. Plakt? Ja, inderdaad, u behoeft niet steeds die scènes op te voeren. U neemt er achter elkaar een reeksje, steeds tegen verschillende achtergronden, later plakt u die op de plaatsen waar u dat aardig vindt, gewoon met schaar en plakpers. Dat is pas echt filmen. Zoiets wordt bij vertoning al gauw een kleine giller. De familie wandelt naar een museum, kijkt even om, want Neef Piet staat stil. Hij kijkt naar zijn voet, wat heeft die man? Men gaat wat door de duinen wandelen. Neef Piet staart naar zijn voet. Als hij loopt gaat dat moei lijk enz. Bij de eerste keer zal uw publiek het nauwelijks merken. Bij de derde keer gaat men wachten, wachten op de man met de zere voet. Er komt iets van spanning in uw film. Het is geen droge opsomming van feiten meer, er gebeurt iets. (Pim ziet Pom langs-lo-pen fri de gang; ^tjn bek-je gaat o-pen van ver-ba-zang) Pim: Wat krij-gen we nou? Wat loop jij daar def-tig te doen? Borst voor-uit, po-ten in de poe zen-pa-ra-de pas en staart in de lucht! Pom: Op-zy, Pim, ik ben een kom-mie-tee. Pim: Thee? Wat moet je met thee? Melk is veel lek-ker-der. Pom: Ik dacht wel dat Je niet wist wat een kom-mie-tee was. Pim (houdt zich groot) i Na-tuur-lijk weet ik dat. Pom: O, waar-om vraag Je dan niet wat voor kom-mie-tee ik ben? Pim: Wat voor kom-mie-tee bent u, me-neer? Pom: ge-wich-tig)Het kom-mie-tee voor hulp aan va-kan-tie-katten. Pim: Het kom-mit-tee voor hulp aan va-kan- tie-kat-ten? Pom: Ja. Zo-iets zal in jouw streep-kop nooit op-ko-men. Wat weet jij van al-le kat-ten-el-len- de in de-ze da-gen? Van kat-ten die als vo-gels in kooi-tjes mee op reis moe-ten naar vreem-de oor-den. Van kat-ten die sa-men met hon-den nog wel, in die-ren-hui-zen zit-ten op-ge-slo-ten, van kat-ten die al-leen ach-ter-blij-ven in stil le hui-zen met nie-mand die wat te-gen ze zegt van kat-ten die zo maar op straat of in het bos wor-den ge-zet om-dat hun ba-zen geen zin heb-ben voor ze te zor-gen in hun va-kan-tie van kat-ten die de moed heb-ben op-ge-ge-ven in het vreem-de oord en op zoek gaan naar hun fij-ne vroe-ge-re hui-zen? Pim: En wat gaat u dan voor ze doen, me-neer het kom-mie-tee? Pom: Dat zul-len we nog eens zien. Mis-schien is er voor jou een baan-tje als se-cre-ta-ris of zo PimEen sik-ker wat? Pom: Hoe wil je nou hel-pen als je niet eens weet wat een se-cre-ta-ris is? (Hij stapt def-tig ver-der en gaat met zijn o-gen dicht op de stoep lig-gen) Pim (treu-rig)Hy heeft ge-lijk Ik ben te dom voor al die din-gen. Ik zal maar ge woon een om-me-tje ma-ken o-ver het dak. Ik kan toch niks an-ders (met zijn kop-je naar de grond gaat hy al-leen op pad). O o wat is het stil op het dak. Geen kat te rui-ken of te ho-ren. Geen poes om een praat-je mee te ma ken, geen ka-ter om een rob-ber-tje mee te vech-ten of te la-chen. En mijn ge-leer-de vriend Pom heeft het te druk met zyn kom- mie-tee. Ik ben de al-leem-ste kat van de we reld. (Op-eens staat hij stil, hij hoort wat) Hé, dat is Prop-je uit het bo-ven-huis hier naast. Hoe kan dat? Ik dacht dat ie-der-een daar ook met kof-fers en tas-sen was ver-dwe-nen. Ge zel-lig! Ze zyn ze-ker te-rug! Oe-hoe Prooooop-je! Prop-je: Ieuw ieuw ieuw. Pim: Waar zit je? Ik hoor je wel, maar ik zie je niet! Prop-je: Ieuw ieuw Pim: Wat klink je treu-rig, Prop-je. Ben je ook zo al-leen? Prop-je: Ieuw (Pim loopt met gro-te spron-gen door de dak goot en zoekt Prop-je. Hy vindt hem niet. Maar Prop-je blijft hui-len. Op-eens ziet Pim hem ach-ter een zol-der-raamp-je) Pim: Prop-je! Wat is er met je? Je lijkt he- le-maal niet meer op Prop-je! Je bent zo ma ger als een kerk-muis Prop-je: Ik zit op-ge-slo-ten! Mijn men-sen had den me al-leen ach-ter-ge-ble-ven. Het raam vai jget de zol-der stond o-pen, dan kon ik zelf op zoel gaan naar wat, zei-den ze. Maar nou heef|t 62 de wind het raam dicht ge-sla-gen. Nou zit Als ze niet gauw te-rug-ko-men ga ik d< Pim: Stil maar, Prop. Nou ben ik er (Hij is woe-dend op de men-sen en de wnd; woe-dend dat hy niet eens na-denkt. Hij nei een ge-wel-di-ge sprong en rangg boem vit hy met zyn kop voor-uit te-gen het zol-d< raam) Pim: Hier kom ik! Ik ben de windi flRii ke-le-king doet het raam. Het doet erg pi. aan de kop van Pim, maar hij lacht tochlfoe Je bent vrij, Prop. Kom mee! Mijn vrout heeft vast wel iets te e-ten! (Sa-men gaan naar de keu-ken van Pim) De vrouw: Pim! Er zit bloed aan je koj En wie is dat schor-min-kei? Prop-je! Nt het kan niet waar zijn! Ar-me Prop-je k< gauw melk-je .vlees-je! (Prop-je slob-1 een heel bord-je leeg. Pim kijkt toe met lap-je op zijn kop) Prop-je: O, goe-ie bes-te dap-pe-re Pim.-„.hi moet ik je ooit be Pim (lacht) 't is al goed. Prop, kom dan gaan we lek-ker bij-ko-men op de stoei Prop-je: Kijk daar is Pom ook! Pom! Pom| Word eens wak-ker! Pim heeft me ge-red! Pim: Laat hem maan- sla-pen. Hy heeft zo vei aan zijn kop. Hy is het kom-mie-tee voor hulj aan va-kan-tie-kat-ten. Prop-je: Hoor jij daar dan niet bU? Pim: (schudt zijn kop met het lap-je) NeeJn°i daar ben ik te dom voor, Prop-je. Ik weell fi: niet eens wat een kom-mie-tee is. ken Ithc MIES BOUHüWt, c De ontknoping, het spijkertje komt pas als Neef Piet in de trein of auto stapt voor de thuisreis. Nu is het ook mogelijk om een echt speelfilmpje te maken. Dat laat u zioh afspelen in het natuur lijke decor van tent, caravan of vakantiehuis. Ook nu zoekt u naar gewone kleine voorvallen. De man, die water moet halen en van ver. Er zit een piepklein gaatje in de emmer. By de tent geko men is de emmer leeg. Hij zoekt andere vaat- werlet en gaat opnieuw. Helaas, hij komt, vlak voor de tent natuurlijk, te vallen. Hij gaat opnieuw. Nu blijkt die pomp of kraan op eens droog te staan. Als iemand mi gedachten lezen kon, zou h^j wat beleven. De mam gaat terug en meldt aan zijn echtgenote zyn mislukking. Die heeft al water, vlak achter de tent is nog een kraan of pomp. U ziet, het is als zo vaak, de eenvoud doet het beter. Eigenlijk zyn alle gewone vakantievoorvallen geschikt als basis voor zo'n kleine speelfilm. De jongen, die aardappels moet schillen en slechts dobbelstenen fabriceert. Die aardappels zal koken en niet voldoende oplet. Ten slotte dist hy echter aardappelpuree op com pleet met nootmuskaat. De man die even de kampwas zal doen. Hy zal het goed schoon koken. Br komen minibroekjes uit de was. Het gaat om simpele dingen. Het kost u slechts een enkele dag filmen om thuis te komen mep i dat de'familie en uw vrienden met meer da wone aandacht zullen volgen. De vakantiespeelfilm begint, als u het goed met een stuk papier. Daarop beschrijft 'te hoofdzaken. Wat gebeurt er? Wie doen Waar gebeurt het? Dus welke omgeving. D maakt u een lijstje met nummers, daaracht u de handelingen. Filmtaal dient duidelijk verstaanbare en 1< gesproken taai te zijn. Goede speelfilms neemt men vanaf een Vrij wed niemand is voldoende handvast om dat een rustig projeotiebeeld te krijgen. rote Horizontaal 30. 32. 1. introduceren 33. 7. beoefenaar van de jacht 35. 11. rij soldaten 37. 12. zijrivier van de Wolga 39. 14. watering 41. 16. gewichtsmaat 42. 18. symbool voor neon 44. 20 roofdier 45. 23. bandiet 47. 25. anno Domini (afk.) 49. 27. door middel van rook conser- 52. veren 54. 28. hengelsnoer 56. slechte plaats in weefsel deel van de hals loofboom hoogste punt scherprechter nestel symbool voor selenium beschoeide waterkant legerstede spijsbereider elektronisch ingenieur (afk.) manspersoon leidsman bedrag voorzetsel 57. mannetjesby 59. insekt 60. dwaas 62. gever 64. onder andere (afk.) 66. familielid 68. banket 69. testantibua actis (afkJ) 71. vrouw van Adam 73. lykvaas 75. lof 77. geheelv an ceremonieën 79. scheepsromp 80. bijna 1. Europeaan 2. non liquet (afk.) 3. inhoudsmaat 4. edidit (afk.) 5. lidwoord 6. Europeaan 7. bevestiging 8. gedaan en laten beursterm, afk.) 9. telwoord 10. lange, smalle strook 13. kwast 15. vaststaand 17. verlaagde toon 19. van stro gevlochten handtas 21. hemellichaam 22. vocht doorlatend 24. tocht per voertuig 26. aanwijzend voornaamwoord 29. sporeplant 31. windvrij 33. plechtige belofte 34. bitumineus produkt 36. gas onder sterke dr ukking 38. glansmiddel 39. huid 40. kraakbeenvis 43. Bulgaarse munteenheid 44. mand 46. geziohtseinder 48. elektrisch geladen deeltje 50. brede, grove lat 51. ten onrechte menen 53. tweetal 55. dof 57. soort hond 58. zeehond 61. mannelijk dier 63. ontvangtoestel 65. pleisterkalk 67. een ogenblik 70. Zuidamerikaanse papegaai 72. deel van de romp 74. naschrift (afk.) 75. en omstreken (afk,) 76. landbouwwerktuig 77. symbool voor radon 78. voorzetsel Oplossingen onder het motto „Kruiswoordraadsel" dienen voor woensdag a.s. te 9 uur vm in het bezit te zijn van de redactie. Wit te Singel 1 te Leiden. Onder de goe de oplossingen stellen wy een eer ste prfjs van f 5 en twee prijzen van f 2,50 beschikbaar, waarnaar alleen abonnees kunnen meedingen. ONZE ZON De zon is miljarden ja ren geleden geboren en zal over miljarden ja il uitdoven De zon is een zichzelf contro lerende atoombom* Het licht van de zon heeft Smmuten nodig 9m de aarde te bereiken ^wr~" - De zon heeft een bin- rentemperatuur van ISmijjoen graden C, SfTiAM De eerste prijs van f 5 werd toe gekend aan de heer P. J. Koenen, Hoge Morsweg 65 te Leiden, de twee prijzen van f 2.50 aan de heer J. L. van Rij, Veldizchtstraat 2 te Zoeterwoude en aan de heer J. J. Roelofs, Vijf Meilaan 123 te Leiden. De prijzen worden de win naars toegezonden. Kunt u de acht afwijkingen in de beide bovenstaande tekeningeij vinden? D« juiste oplossing vindt u elders in dit nummer»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 10