PLATENHONGER
naar namen van weleer
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1968
LD EXT^i
1960. Eddie Cochran zingt zijn „Summertime blues". De plaat is een succes. Enige we
ken later verongelukt Cochran bij een verkeersongeluk. Hij zal in de rij van teenager
idolen eenzelfde plaats innemen als James Dean, Jim Reeves en Otis Redding.
1968. De Blue Cheer zingt Cochrans „Summertime blues" en haalt hier de eerste plaats
van de hitparade. Deze drie musici van de Amerikaanse westcoast spelen zo hard en
rauw, dat de drummer handschoenen moet dragen en de opname-apparatuur in de
studio bezwijkt.
Het succes van de Blue Oheer met dit nummer
Is veelbetekenend. Zij past in de commercieel
goed voorbereide „Roek-revival," die bijna ver
geten grootheden als Elvis Presley. Bill Haley,
Little Richard, Fats Domino en Gene Vincent
met een felle ruk terug in het licht van de schijn
werpers heeft getrokken. Herpersingen van bele
gen successen zelfs de eerste echte Neder
landse rocker „Kom van dat dak af" (Peter
Koelewijn) wordt in een „gouwe ouwe-hoesje"
gestoken zijn in de tweede helft van 1968 een
uiterst winstgevende zaak.
Ook op andere fronten van de lichte muziek
blijken recente ontwikkelingen tegenstromingen
te veroorzaken. Geschraagd door onbeteugelde
sentimenten blijken de platenkopers honger te
bezitten naar „namen van weleer." De platen
maatschappijen, die de laatste twee jaren ver
genoegd hebben kunnen constateren, dat de gro
tere verkopen, in talrijke gevallen zelfs goed
voor een positie op de vaderlandse hitparade,
ook mogen verbonden worden aan puur Neder
landse platen. Wat voorheen ondenkbaar was,
wordt nu, door een moeilijk te verklaren omme
zwaai in de waardering van de kopers, werke
lijkheid. Schuchter ingezet door mannen als Bou-
dewijn de Groot, Ramses Shaffy. de Outsiders en
de Heikrekels, verloopt de aanval op de Engelse
en Amerikaanse overheersing met succes.
Een groot, aantal inheemse popgroepen krijgt de
kans platen te maken en een beperkte groep buit
dat uit. Klasseringen in de gouden lijst van de
eersite tien best verkochte singles blijven echter
zeldzaam.
Omwenteling
De omwenteling, die voor Nederlandse musici
volop brood op de plank brengt, heeft op een
breed terrein de gebruikelijke gang van zaken
grondig gewijzigd. Namen, verbonden aan de tijd,
dat mensen naar de radio luisterden en het mu
ziekblad „Rhythme" lazen, duiken weer op. Er
worden langspeelplaten uitgebracht van Ad van
der Hoed, de Kilima Hawaians, de Reunion Jazz
Band, Max Woiski. de Ramblers met Coleman
Hawkins, de Dixieland Pipers van Eric Krans,
Eddie Christiani en Frans Poptie grijze kin
deren, opnieuw rondstoeiend in het domein der
lichte muze.
Rondom die formatie van Ab de Molenaar, de
Millers, breekt zelfs een voor vaderlandse be
grippen soort hysterie uit. Drie platenmaat
schappijen brengen opnamen van deze lichtvoe
tig swingwerk leverende combinaties uit. De ra
dio ruimt uren in voor hen en de Ramblers.
Waarom?
De supersnelle ontwikkeling in de jazz en de pop,
aangedreven door een sterk doorwerkend intel
lectualisme en door a-commercialiteit heeft ve
len afgestoten.
Na enkele jaren van snelle ontwikkelingen is er
in de lichte muziek een duidelijke terugslag.
Terwijl avantgardegroepen in jazz- en pop nu
op een punt zijn gekomen waar ook fervente
aanhangers van vernieuwing de schouders be
ginnen op te halen, zien representanten van
„achterhaalde" stijlen hun aanhang plotseling
groeien. Er is weer belangstelling voor de big
bands, voor dixieland en voor de lichte swing
combo's. Ook in eigen land. Er is weer belang-
Elvis Presley in Hawaiian Blues. Terugk,
van een haast vergeten grootheid.
XI
en
zoetgevooisde solozangers de draad met su<
weer op. Mum and Dad gingen het gezicht s*'
de eerste twintig weer mee bepalen. t 1
De Freak-muziek van Calif ornië, uiterlijk \u
toon van een grootscheepse beweging, die was
start op de Amerikaanse universiteiten (Ber
ley), zette de Britten voor geruime tijd aanor
kant. .Psychedelic" werd de muziek en de «i
warvemheden van de Beatles (toonaangevers Vo
hun langspelers „Revolver" en later „Sgt. F,
per's lonely hearts club band) en Dylan 0..
country-gitaar naar de versterkers grijpend) 1|V'
gen him beslag.
Talrijke nieuwe namen doken op: Country
and The Fish, Doors, Love, Jefferson Airpla
Big Brother and The Holding Company, Grea
full Dead.
Love-beweging
De love-beweging kwam in allerijl met bloerfo
en liefde aandragen. Naast de muziek met st
ruimtelijk effecten werd de stroboscoop geplaa?e
Deze versmelting van klanken en gekleurde lioe]
flitsen zou hetzelfde effect als verdovende midi
len moeten bewerkstelligen. In Engeland wa<e
de jongens van de Pink Floyd de eersten, die
sprongen op de nieuwe rage. f i
De grote winsten, die de platenmaatschappij/1
maakten, stelden hen in staat talrijke numra
van deze nieuwe formatie direct via een la
speelplaat aan het publiek voor te stellen. De |s
langrijkste groep zou The mothers of invent/16
worden, onder leiding van het genie Frank Zajfe
De underground - formaties, later ook in N61
York en, in sterk verwaterde vorm, Boston, Ws
bruikten alle bekende muziekstijlen als „veixtf"1
ning" voor hun zelf uitgedachte klanken. fet
blues was ook in deze muziek een belangrijk 1
standdeel. 00
Dank zij deze groepen, en daarvoor Dylan d€
Donovan, had de popmuziek één ding voor op111
jazz, de sterke teksten. Vaak sterk satirisch ^8
inslag, getuigden deze undergroundformaties M
engagement, van afschuw voor het burgerij
Amerika met zijn Vietnam-politiek, zijn onven/^
gen om het probleem van de armen en achten
stelden uit de wereld te helpen.
De hippies protesteerden zoals 10 jaar eerder
„Holly Barbarians" van Jack Kerouac, Al
Ginsberg en Lawrence Ferlinghetti zich tegen
zelfgenoegzaamheid van de gevestigde orde hf
den verzet.
Levensklanken
er
In Nederland is de situatie wat verwam
Als enig land in Europa toont het zich sterk ïk
wust voor de nieuwe muziek uit Amerika ht
ziek produceren, zijn op één hand te tellen, g
dergroundplaten zijn hier in ruime mate te k&r
gen maar Nederlandse groepen, die deze n> f;
ziek produceren zijn op één hand te tellen. |ei
Zipps uit Dordrecht waren lange tijd de enig^
die met een liohtshow optraden.
De kwaliteitsverbetering van de popmuziek d^.
deze groepen, veroorzaakte een verwijdering nw,
het overgrote deel van de hitbewuste platen^,
pers. Op muziek van de Pearls before sw
fungs, Canned heat, Ultimate Spinach en Moth^
kan slecht worden gedanst. Ook de klanken vf
niet-underground formaties in Engeland en Ai^n
rika, die een sterke bluesinslag vertonen (Cre«
Jimi Hendrix, American Flag en Butterfield) iri
pen de meesten nauwelijks tot gecoördineerde itl
wegingen. En dus kwam er ruimte voor die he
lijke muziek, waarop je kunt .jiven", ,Jerken"t
„monky-en" Het was tijd voor een rock-revitlii
tijd voor de „Summertime blues". na
Ver van de explosieve en vindingrijke vorder^
gen, die er in jazz en pop warden gemaakt, blfe,
een ander deel van de musici zijn produktie lekje
ren. Net als vroeger spuien Ge p 1 atenmaatschfee
pijen de vrolijke en trieste levensklanken, de wej
jes voor bruiloften en partijen, de piano-, i
harmonika- en kerkorgelplaten. Zingen zangerst
zangeressen van het tweede en nog lager plan It e
liedjes. Daaraan zullen de Mothers, noch Ornt
te Coleman iets kunnen doen. De smaak van 1 c
grote publiek bepaalt de programma's van ite
maatschappijen. Dank zij deze, misschien a4ij:
vechtbare smaak, kunnen anderen luisteren n«t i
muziek in ontwikkeling. Zo heeft ieder het zij)
Zo is het goed. hl
stelling voor pure rock, voor het grootste deel
verzorgd door sterren van zo'n tien jaar geleden.
Een interesse, die deels te verklaren is uit een
gezonde behoefte aan muziek waarop kan wor
den gedanst. Misschien ook als verdediging tegen
intellectuele„linkse" tendenzen in jazz- en
popvormen, die zich door de teksten en de mu-
ziekstructuur duidelijk en agressief tegen de ge
vestigde orde afzetten?
Allereerst de Jazz. Wegbereiders als John Col-
trane, Ornette Colemam en wijlen Eric hebben
een gebied ontsloten, dat door de mannen van de
„New thing", de avant-garde, met felle stoten is
ingenomen. Archie Shepp, Paul Bley, de Ayler
Broers, Giuseppl Logan. Ran Blake, Pharaoh
Sanders, Sun Ra, Cecil Taylor kunnen rekenen
op een vaste aanhang. Die is inmiddels zó groot
geworden, dat gevestigde platenmaatschappijen
met bekwame spoed de „new thing" artiesten in
hun stal hebben opgenomen. Voor het overgrote
deel van het luisterend en platenkopend publiek
blijft deze muziek echter even ondoordringbaar
als een expositie van minimal-art-werken in het
Haagse Gemeentemuseum.
en pop leverde kopy voor vele kolommen. Voor
standers gooiden hele rijen namen op tafel: Gary
Burton, Jeremy Steiger en The Satyrs, Larry
Coryell, Charles Lloyd, Gabor Szabo.
Uit vrijwel alle commentaren uit de rijen van
jazz-musici, onder andere geleverd in het jaar
boek van Down Beat. echter bleek, dat van deze
kant nauwelijks sprake kon zijn van sympathie
voor de progressiefste popgroepen en een syn
these tussen Jazz en pop als een waandenkbeeld
gold.
Die houding kan zeker niet verdoezelen, dat tal
rijke Jazz-vogels geïnteresseerd zijn geraakt in
de pop door het snelle volwassen worden van de
ze muziek en de frisheid, die in de jazz verloren
Daaronder schuilen jazzminnenden, wier vermo
gen tot accepteren ophield na de „hard bop" en
de eerste pogingen ln een andere richting van bij
voorbeeld Coltrane en Dolphy. Zij verbinden het
woord .modern'' nog steeds met Appel en Mooie.
Door hun afwijzing van de avant-gardejazz die
men eigenlijk slechts moet registreren, het waar
de-oordeel komt later wel moest ei' plaatsver
vangend materiaal van bekende en vertrouwde
makelij komen.
Het is niet zo verwonderlijk te zien, dat de dixie
land een tweede herleving is begonnen. Net als
de eerste keer, direct na de oorlog, is Engeland
de grootste voedingsbron van dit sentiment.
Ook de big bands krijgen hernieuwde aandacht.
Drummer Buddy Rich, Don Ellis en het in Euro
pa opererende duo Kenny Clarke-Francis Boland
hebben gemerkt, dat hun orkesten aandacht krij
gen. Hun muziek, dikwijls met een knipoog in de
richting van de pop, wordt verkocht. In die at
mosfeer passen ook de herdrukken van Glenn
Miller- en Woody Herman-platen.
Pop
Over die „knipoog naar de pop" 16 het laatste
jaar veel te doen geweest. Onder druk van de
omzwaaiende publieke voorkeur gingen bladen
als Down Beat, Playboy en ln zeer beperkte mate
ook onze eigen „Jazzwereld" overstag en namen
pop in hun pagina's op.
De mogelijkheid van een versmelting tussen jazz
Het teener-idool Fats Domino tijdens een
nachtelijk optreden in de grote zaal van het
Concertgebouw in Amsterdam.
dreigt te geraken. Met het loslaten van de laatste
knellende muzikale tradities hebben de jazzmu
sici bovendien veel aanhangers verloren. He
laas!
In Nederland is het al niet anders. Willem Breu-
ker, Han Bennink en Misja Mengelberg (andere
namen zijn niet moedwillig weggelaten) kunnen
rekenen op een klein publiek. De eerste twee
moesten in eigen beheer een langspeelplaat laten
opnemen. Ook hier hebben vele passieven hun
koens verlegd en geven nu aan popgroepen als
Dragonfly en Circus de voorkeur boven de
avant-garde van Breuk er. Het succes van de ve
teranen van de „Reunion" en de belangstelling
voor het Hobby (big band) Orkest van Schoon-
derwalt, Smal en Eisen wijzen op tendenzen, die
in Amerika al duidelijk naar voren kwamen.
Na de rock 'n roll van de jaren vijftig, bouwend
op .rhythm and blues"-patronen en eigenlijk een
verwerking door blanken van de sterk ritmische
muziek, zoals die voorheen op de „race records"
(voor de gekleurde Amerikaanse bevolking) was
te horen, bracht de Mersey-beat de algehele ver
nieuwing. Met de Beatles als vlagformatie namen
de Britten het heft in handen. Een juinende beat,
vette versterkers en diverse Engelse dialecten
beheersten na '63 de uitslag van de hitparades.
Voor solisten was nauwelijks plaats, tot eind
1966. Groepen als die Papas and the Mamas, de
Beach Boys, de Motown-stal van Berry Gordy
zetten geheel nieuwe borden bij een weg die in
de VB. doodgelopen scheen te zijn.
Nieuwe namen
In Engeland hadden de Beatles met „Michelle"
het sein gegeven voor „meer melodie" en pakten
Ook Little Richard
terug in het licht van
de schijnwerpers.