Dynamisch beleid op Bovenwinds eiland St. Maarten floreert dank z de AmerikanenSt. Eustatii en Saba bleven ten achter De West zoekt nieuwe ivegen (II) ATERDAG LD EX' Zes eilanden van de Nederlandse Antillen vormen een deel van het Koninkrijk in het Caraïbisch gebied. Zes eilanden zijn door historische, culturele en economische ban den nauw met Nederland verbonden. Het Koninkrijks Statuut zorgt ervoor dat de staatkundige band voorlopig onverwoestbaar blijjt. De miljoenen guldens, die jaarlijks via Nederlandse ontwikkelingsfondsen naar de eilanden vloeien, garanderen dat de bevolking niet verpaupert en deze delen van het Koninkrijk economisch niet te gron de gaan. De zes eilanden hebben kleurige steden en dorpen, luxueuze hotels, oude ruïnes, vriende lijke baaien, nauwelijks doordringbaar be groeide bergen en ongenaakbare rotsen. De bevolking lijkt uit de verdoving van de olie depressie te geraken. Ondanks deze punten van overeenkomst blijven de Antilliaanse eilanden hun eigen karakter behouden en lossen ze op geheel eigen wijze hun sociale, economische en politieke problemen op. Het eilandgebied Sint Maarten, Saba en St. Eustatius dat deel uitmaakt van de gordel van Bovenwindse eilanden in het noorden van het Caraïbische gebied, is 't meest mar kante voorbeeld van de eigen wereld waarin de zes eilanden van de Nederlandse Antillen leven. Taalverschillen De afstand tussen de Benedenwindse eilan den en de Bovenwindse eilanden (Curasao luxe hotels te bouwen met super de luxe prijzen (40 dollar per dag) voor super de luxe Amerikanen. Jappa Beaujon: „St. Maarten is een schone slaapster die ik heb wakker gekust. Ik mik op de in goede doen zijnde Amerikanen die beschaafd zijn. Ik moet Europese prinsen en prinsessen hier hebben. Het eiland krijgt een exclusief karakter". De prijzen zijn dan ook exclusief. ,Aan dag jesmensen heb ik niet veel. De toeristen die hier komen moeten gemiddeld per dag 50 dol lar achterlaten. Van elke 50 dollar krijgt het eiland dank zij indirecte belastingen 10 dol lar. Heb geen zorgen. Wij worden rijk en self supporting". Om de toeristenstroom te kunnen ontvangen, liet Beaujon een twee kilometer lange pier aanleggen waar de grootste zeekastelen kun nen aanleggen. Het vliegveld werd gemoder niseerd zodat ook straalvliegtuigen er lan- jaar heb ik een nieuw mensenras geschapen, de Jegro, een ras dat is samengesteld uit ne gers en Japanners. Dit ras zal ervoor zorgen dat St. Maarten een van de grootste visserij- mogendheden ter wereld wordt". Jappa Beaujon is er stellig van overtuigd dat over drie jaar St. Maarten self-supporting is. „Vele St. Martijnse gezinnen die jaren gele den het eiland ontvluchtten wegens de heer sende werkloosheid, keren nu terug naar hun geboortegrond. Ze kunnen voldoende werk vinden in de hotels, winkels en de bouw van villa's voor de Amerikanen. Deze arbeidssec- toren zullen de grote bronnen van inkomsten vormen. De landbouw en veeteelt komen maar traag op gang, evenals de industrie". Het toerisme blijft de belangrijkste bron van inkomsten, omdat St. Maarten met zijn enor me rust die uitstraalt van de bergen om de hoofdstad Philipsburg de luxueuze hotels aan het strand, het grote binnenmeer voor de watersport, de casino's en het sluimerende Franse gedeelte van het eiland, altijd aan trekkelijk zal blijven. Tegenstellingen In hoeverre de nabijgelegen eilanden St. Eustatius en Saba sullen profiteren van de opbloei van St. Maarten is nauwelijks U voor st. Maarten 900 km), is meer dan een geo grafisch gegeven. Het verschil begint reeds in de taal. De voertalen op de Benedenwindse eilanden zijn hoofdzakelijk Nederlands en Papiaments, op de Bovenwindse wordt voor namelijk Engels en Nederlands gesproken. In 1648 werd het 88 km2 grote eiland St Maarten op de meest vriendschappelijke wijze verdeeld In een Frans deel en een Ne- derlands-Antllliaans deel. Frans Saint Martin maakt deel uit van het Overzees departement Guadeloupe. In harmonie Reeds ecuwen leven de twee naties in volko men harmonie en eensgezindheid naast el kaar op St. Maarten. Een werkelijke grens bestaat niet, wie van het ene deel naar het andere deel wil, hoeft geen barrières en doua ne te passeren. Onder de totale bevolking van ruim 8000 zie len treft men enige honderden blanke af stammelingen aan van voornamelijk Engelse, Franse en Scandinavische plantage-eige naars en zoutpanbeheerders, die in een streng sociaal isolement van de rest van de bevolking leven. De afgelopen jaren hebben enkele tientallen Amerikaanse industriëlen voor tienduizenden dollars bungalows en villas neergezet om er hun vakantie en vrije weekeinden door te brengen: St. Maarten ligt op ongeveer veer tig minuten vliegen van Miami. Toeristen Sinds dertig jaar geleden de plantages en de zoutproduktie niet meer lonend zijn, is de excentrieke, zeer dynamische gezaghebber van St. Maarten Jappa Beaujon erin ge slaagd, de economie van het eiland nieuw le ven In te blazen. Dank zij de grote zelfstandigheid die het cen trale gezag op Curasao hem liet in het op lossen van de economische problemen, is het de ex-marinierskapitein en afstammeling van een oud Antilliaans geslacht, gelukt St. Maar ten los te krijgen uit de lethargie waarin het eiland zich al jaren bevond. Met een duide lijke meester-slaaf mentaliteit die men nau welijks geëvenaard vindt in een Latijns- Amerikaanse operette dirigeert Jappa Beau.j- jon St. Maarten. Hij slaagde erin super de den. „Dank zij de ontwikkelingssteun van Nederland en de EEG heb ik dit kunnen ver sieren. Ik heb de hele mannelijke bevolking van St. Maarten ingeschakeld om de pier aan te leggen. Binnen een jaar stond hij. De dagtoeristen moeten ook hun geld kwijt. Ik door Sig. W. Wolf Maandelijks ver strekt St.-Maarten twintig bouwvergun ningen aan Ameri kanen die er vakan tiewoningen neer zetten. De villa's en bungalows variëren in prijs van 20.000 tot 100.000 dollar. spellen. De gonzende activiteiten die kenmer kend zijn voor St.-Maarten ontbreken totaal op St.-Eustatius en Saba. St. Eustatius in de jaren 1700-1800 een cen trum van levendige handel en smokkel, acti viteiten die deze uitgedoofde vulkaan de bij naam Golden Rock bezorgden, ls thans een desolaat, op zijn verleden terend eiland. Moei zaam probeert men er een puimsteenfabriek te vestigen en gelden te verkrijgen voor een landlngspier. De triestheid die er ademt uit de bouwval len, ruïnes, krotten en door onkruid onbe gaanbare wegen vindt weerspiegeling in de apathie waarmee de bewoners elke vreemde ling aangapen. Het is alsof zij elk uur van de dag het laatste godsoordeel verwachten. De duizend bewoners van dit stukje totaal vergane eiland zouden er misschien het beste mee gediend zijn indien de Antilliaanse over heid hen liet emigreren naar andere eilan den om dit uitgebluste oord prijs te geven aan de orkanen die er jaarlijks flink huis houden. Dromerig Saba, het kleinste eiland van de Nederlandse Antillen, biedt vanuit een toeristisch stand punt gezien meer perspectief dan St. Eusta- De dynamische gezaghebber Jappa l jon, ex-marinierskapitein, wist St.-Ma\ nieuw leven in te blazen. „We worden dank zij de Amerikaanse toeristen", vei hij. Een dromerige sfeer heeft zich meestei maakt van dit eiland, waar de jeep het betrouwbare vervoermiddel is en waar enige geklaag komt uit de mond van a nistrateur Van der Wall, het bestuursl van het eiland. „De meeste mensen bl er te kort om met volle teugen te genie Ook de dynamische administrateur is er van bewust dat het toerisme, de enige van inkomsten voor Saba, een wankele staansgrond vormt. Hij zou er graag ea industrieën willen hebben, maar welke hij zelf niet. Voorlopig troost hij zich m| <*oic*<scSaH3ioscK^oi<8eeK3H«C)göKio§c*<a»c>gc^ tius. Slechts weinig toeristen trotseren to nu toe de tocht over zee naar het eiland en de Twin Otter kan slechts 21 toeristen per vlucht overbrengen. Vanaf het vliegveld dat tegen een rots is aangelegd, slingert de drs. Kort- halsweg, zich van kust tot kust. Het ene ogenblik bevindt men zich op bijna drieduizend voet boven de zeespiegel, het andere ogenblik rijdt men door de nauwe straatjes van de hoofdplaats The Bottom, het dal dat de bodem is van de uitgedoofde vul kaan Saba. Uit de heuvelruggen en ravijnen van de vulkaan stijgt voortdurend de heer lijke geur van oleander, papaya, wily-salie en mango. gedachte dat de Sabenen, nazaten van S se zeevaarders, bewezen hebben goede z<w»l| den te zijn. Misschien, zo denkt hij ha kunnen wij in de toekomst schepen bouwen. Intussen hoopt hij dat dit nie gebeuren zolang hij er het bewind voert. Want dit Capri van 't Caraïbisch gebied zijn zeelieden en zijn langs de trottoirs i kantklossende vrouwen is hem lief. Dr rig vertelt hij„Saba is 't Caraïbische V voor traan. Toen Adam en Eva de appel plengden de engelen vele tranen. Deze nen werden de eilenden in 't Caraïbisch bied. God echter plengde maar één ti Saba". verdedig dan ook met hand en tand de vrij dom van belasting op alcohol en tabak. De toeristen mogen royaal drinken en krom lo pen van de last aan sigaretten, parfums en luxe goederen. Ze laten hun geld achter en dat is voor mij belangrijk. Optellen is gemak kelijker dan aftrekken". Nieuiv geslacht Jappa Beaujon tilt niet zwaar aan formali teiten. Hij dicteert, hli beslist, kortom. Jappa Beaujon Is St. Maarten en St. Maarten is Jappa Beaujon, die op vriendelijke, maar be sliste wijze de St. Martijnen zijn wil oplegt en op zijn eigen wijze een oplossing heeft voor de problemen van de drie vulkanische Bovenwindse eilanden. Reeds Jaren ls het hem een doorn ln het oog dat zijn St.-Martljnse jongelieden niets voe len voor de visserij. Ongeveer honderd Ja panse vissersschepen stropen de visrijke Ca ribische wateren af. De vangsten worden of op moederschepen of in het vlsverwerkings- bedrijf op St.-Maarten gereed gemaakt voor export. De winsten verlaten grotendeels het eiland. Jappa Beaujon vond een oplossing om de volle buit uit de visvangsten te halen. „Ik moet een nieuw geslacht hebben dat op de visserij bedacht is", overwoog hij, en dus im porteerde hij vrouwen uit Venezuela en Co lombia. Hij glorieert als hij vertelt: „Over vijf St.-Eustatius ademt een sfeer van triestheid en apa thie. De meeste wo ningen cp dit eiland waar orkanen vaak duchtig huishouden zijn verlaten en ver vallen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 10