HERMIEN HOLVAST
Kr uis woordraadsel
Kom er ACHT-er
PIM EN POM
i
Beste toneelspeelster van „Ons
Grunnigerlaand" en de „Rand-
stadspelers"
ÏU
r
VAN SCHOOL AF
AL OP
DE PLANKEN
OPLOSSING VAN VORIGE OPGAVE
SATERDAG 1 JUNI 1568
LD EXTRA S
Hermten Holvast-van
der Laan in de titelrol
van ..Betty het et leste
ivoord", waarmee zij de
beker toon.
„Het dramatische ligt
mij het best. Ik kan
huilen als ik wil
De beker wordt gered uit de grijpgrage vin
gertjes van zoonlief. Hij verhuist naar de
schoorsteen. „Van plankenkoorts heb ik ge
lukkig geen last. Zodra ik op het toneel sta,
ben ik een ander mens en zie ik geen toe
schouwers meer. Het spel eist mij volledig op,
ook al omdat het gespeeld wordt in het Gro
nings dialect. En mocht er iets verkeerd gaan,
iemand die de tekst kwijt raakt of zo, ik
kan altijd invallen. Alle teksten leer ik uit
het hoofd. Dat gaat bij mij vrij gemakkelijk.
Als ik werk, ligt het boekje naast me, af en
toe een zinnetje er tussen door en na drie re
petities ben ik er in. geheel bereid de acht op
voeringen te doorstaan".
De regen buiten maakt de kamer nog huise
lijker dan zij reeds is.
„Het liefst, ja wat speel ik het liefst? Dra
matisch geloof ik. Het kost me dan ook weinig
moeite te huilen op toneel. Ik huil wanneer
ik huilen moet, desnoods bijtend op een zak
doek.
Het volgend seizoen gaan we weer „Maaike"
spelen. Daar krijg ik de hoofdrol in. Jaren
geleden hebben we dat ook eens gespeeld.
Fijn om met zo'n stuk weer te kunnen be
ginnen!"
l
Eén groot verjaardags-feest
In de gezellige huiskamer op de Leidse Apothekersdijk met veel Spaans beeldhouw
werk hobby van haar man, de LD-jotograaf J. Holvast heerst volmaakte rust. Me
vrouw Hermien Holvastvan der Laan, oud 34 jaar, beste toneelspeelster van „Ons
Grunnigerlaand" en de „Randstadspelers", overdenkt de gebeurtenissen van de laat
ste dagen.
Op tafel prijkt een kleine beker. De beker,
die haar werd uitgereikt voor haar beste
prestaties in het toneelstuk „Betty het et les
te woord'. Ze kijkt ernaar met oprechte
trots.
„Het is de eerste die ik gewonnen heb. Toen
ik 's avonds met mijn dochtertje naar „De
„Ja, hoe ben ik bij het toneel gekomen? Je
kunt zeggen, het zat er al helemaal in. Mijn
ouders hielden voordrachten, mijn zusters
deden, op één na, aan toneel en ik als na
komertje zat daar middenin.
Zó begon bet
Op school in Winschoten ben ik er eigen-
klein toneelgroepje, dat van tijd tot tijd een
klein toneelgroepje, dat van tijdt ot tijd een
stukje opvoerde.
Ik zal het nooit vergeten. We speelden „Hoera,
wij hebben een huis" op 25 februari 1949. Het
was mijn eerste stuk en ik heb er zelfs nog de
recensie van. Jammer dat ik die niet zo gauw
kan vinden; de kinderen zullen er wel weer
mee hebben lopen sjouwen.
Van school ging het natuurlijk naar kantoor.
Daar hadden we ook een toneelclubje met af
en toe opvoeringen. Een ontzettend leuke tijd
was dat; je voelde je een echte toneelspeel
ster, ook al was je amateur. In die tijd kreeg
ik mijn eerste advies om aan beroepstoneel
te gaan denken, maar voor de toneelschool in
Amsterdam was er toen geen geld en geen
tijd; het was allemaal te ver weg".
Ze zwijgt en terwijl haar vierjarig zoontje
Jan-Henny dicht tegen haar aan kruipt,
drinkt ze peinzend haar koffie op.
Naar Leiden
„Toen mijn man en ik trouwden, verhuisden
we naar Leiden. Ik ben toen ruim een jaar
4
Daar ben ik, zegt de zon. HU stuurt een klein om-had en dat mijn mand-je was ver-sierd en
goud-straal-tje door een kier van het gor-dijn het kaars-je en zo
in het huis van Pirn en Pom. Het valt pre-cies Pom lacht Je ver-jaar-dag. Dom-oor, zegt hü,
op Plm zijn kop. Plm wordt er wak-ker van. hoe kun je dkt nou ver-ge-ten? Ik bèn het
Hè, zegt hij. en nog eens hè. Hij wrijft met niet ver-ge-ten, roept Pim uit de ro-ze wolk
zijn rech-ter-poot-je o-ver zijn kop-je. Wat kan van-daan, van-daag is het weer mijn ver-jaar-
dat zijn?, denkt hij. mijn he-le kop is van dag.- Hi hi. zegt Pom, je bent pas ja-rig ge-
goud. Dat is iets heel bij-zon-ders. Er moet weest. dom-me streep, je moet nog wel ze-
wat aan de hand zijn. Hij blijft heel stil zit- ven-dui-zend we-ken wach-ten voor je weer f
ten en denkt na. Tsjon-ge, wat zin-gen de vo- ja-rig bent. f
gels bui-ten. E-ven kij-ken, denkt Pim, even Dat kim niet. zegt Pim, Je ziet toch zo dat f
kij-ken of ik bui-ten óók nog voel dat er wat het feest is. De he-le boel ver-sierd, de vo-gels t
aan de hand is. Hij tript-trlpt naar zijn vas-te aan het zin-gen en kijk de boom van de bu-ren t
uit-kijk-post in de tuin: de boom. Als hij langs eens: je ziet de kaars-jes bo-ven de schut- J
de staan om-hoog wil roets-jen blijft hij stok- ting uit-ste-ken. Een he-le boom vol kaars-jes. t
stijf staan, zijn bek-je o-pen, zfjn neus in de En mijn kop van goud. Pom blijft maar van 1
lucht. De he-le boom is één groot feest. Al- nee schud-den. En lacht zijn vriend-je met de J
le-maal ro-ze bloe-me-tjes waar je maar kijkt, gou-den kop uit. Maar détn komt de vrouw f
Ner-gens meer een kaal plekje, al-leen maar naar bui-ten. O, jon-gens, Jon-gens, wat een f
ro-ze, al-leen maar ruik-eens, ruik-eens feest, roept ze. wat een zon! En hoor die f
Als Pim om-hoog ge-klom-men is en in een vo-gels toch eens. En de bo-men. Als ik een f
wolk van ro-ze bloe-me-tjes zit, weet hij het kat was, ging ik net als jij mid-den in de f
nog veel ze-ker-der. Er is iets aan de hand. bloe-sem zit-ten wat een feest, hè Pom. r
Peest. Groot feest waar al-les aan mee doet. Pom kijkt haar met zijn kop-je schuin aan. f
Pim denkt na. Wan-neer heb ik me voor het Ja, zegt hij voor-zich-tig, ik moét toe-ge-ven f
laatst zó blij ge-voeld?, denkt hij. Toen ik dat het al-le-maal erg veel op feest lijkt. O,
was ver-dwaald en die man me had thuls-ge- als-je-blieft, roept Pim van bo-ven. f
bracht? Nee. Toen Pom mis-se-ljlk was en ik De vrouw kijkt van de ene kat naar de an-
twee bak-jes heb leeg-ge-ge-ten? Nee. Toen de de-re. Wat zit-ten Jul-lie nou toch te ver-tel-
vrouw heel lang uit was en wij dach-ten dat len?, vraagt ze. O, wacht, Jul-lie vin-den na-
ze niet meer te-rug-kwam en toen op-eens de tuur-lijk dat er ge - tra k-teer d moet wor-den, dat
deur hoor-den? Op-eens wéét hij het. Op die hoort nou een keer bij feest. Nou, voor-uit, ik
dag dat hij net als nu wak-ker was ge-wor-den ga eens kij-ken wat ik voor lek-kers voor jul-
en de vrouw hem een strik om zijn nek-je lie kan vin-den. Zo'n dag als van-daag moet
deed. Nee, niet die strik. Dat was niet het je vie-ren. Pim kijkt om-laag naar Pom op de
fij-ne, dat was ei-gen-lijk heel ver-ve-lend. grond. Pom kijkt om-hoog. Zo, zegt Plm, en
Maar wat er daar-na ge-beur-de. Dat ze een ver-tel jij nou eens, ben ik ja-rig of niet?
lied-je voor hem zon-gen en dat hij een vis- Pom kijkt eens naar de zon, de vo-gels, de f
pud-dink-je kreeg met een kaars er-op. O. o, o, ro-ze boom en de kaars-jes-boom en naar de
wat was dè.t een fij-ne dag. Zijn he-le kop en vrouw die een beet-je hup-pelt. Hij knikt. Weet
zijn buik en zijn oor-tjes wa-ren van goud- en je wat het is, zegt hij, we zijn van-daag al-le- f
van-daag van-daag ge-beurt het weer. Dat maal een beet-je ja-rig. Dat Is het. Maar ik f
kan niet an-ders. Zijn kop van goud, de boom wist het het eerst, roept Pim en hij zwaait er t
ver-sierd. lied-Jes van de vo-gels. Ja hoor zo hard bij met zijn staart dat een he-le zwerm t
het is weer zo ver. Wéér zo'n dag. Wacht ro-ze bloe-me-tjes op de zwar-te rug van Pom f
e-ven hoe noem-den ze het ook weer? dwar-relt. Nog mooi-er dan een strik, roept hu f
Wacht e-ven, daar karnt Pom. Die weet het naar bo-ven.
wel. Pom weet al-tüd al-les. Pom, Pom, roept f
Pim. hoe heet-te het ook weer dat ik een strik MIES BOUHUYS
Burcht" reed, zei ik voor de grap langs mijn
neus weg: „Nou, vanavond gaan we de be
ker winnen'. Ik had er toen nog geen flauw
Idee van, dat ik het werkelijk halen zou met
156 van de 160 punten.
Na het tweede bedrijf hoorde ik het al. Ze
zeiden dat ik de beste speelster was. In die
twaalf jaar spelen, ben ik nog niet zo zenuw
achtig geweest als toen. Feitelijk is deze prijs
voor mij gewoon een beloning voor twaalf
jaar spel. Ook zonder deze beker voel ik me
gelukkig op de planken. Ik kan dan totaal een
ander mens zijn. Het ontspant me volkomen;
ik geloof dat ik het verschrikkelijk zou vin
den als ik er ooit mee op moest houden.
Iedere opvoering vind ik een belevenis apart.
Randstadspelers
Het is niet alleen „Ons Grunnigerlaand" dat
me zo bezig houdt. Drie jaar geleden hebben
we de „Randstadspelers" opgericht.
Dat zijn de beste speelsters en spelers uit alle
afdelingen van „Ons Grunnigerlaand". Deze
groep speelt veel beter; we krijgen er ook veel
meer aanbiedingen voor. Gedurende de win
ter zouden we elke avond kunnen optreden.
Natuurlijk kan dat niet. Je moet een beetje
vrije tijd overhouden, ook voor je gezin. Dat
is dan ook de reden waarom ik niet bij een
Leidse toneelvereniging ga, al zou ik dat wel
graag willen'.
met toneelspelen gestopt. Mijn man hield er
niet van en de geboorte van onze eerste doch
ter Ria maakte het noodzakelijk het toneel
met rust te laten. Vergeten deed ik het na
tuurlijk niet. De terugkeer naar het toneel
is eigenlijk nogal toevallig verlopen. Mijn
schoonmoeder, bij mij op visite, ontmoette
hier een kennis uit Groningen. Ze werd dan
ook prompt een avond uitgenodigd bij een
Groningse vereniging om eens een kijkje te
komen nemen. Die bewuste avond stapten
wij daar samen naar toe. Na een paar uur
kwam het hoge woord eruit dat ze een meisje
tekort hadden bij „Ons Grunnigerlaand" en
mij werd de vraag gesteld of ik er iets voor
voelde. Ik heb wel even geaarzeld, maar op
aandringen van mijn man hij dacht er
toen blijkbaar heel anders over ben ik er
weer mee begonnen. De eerste repetities wer
den bij mij thuis gehouden vanwege onze
kleine Ria. Naderhand repeteerden we el
ders. En dan te bedenken dat dit alles al
twaalf jaar geleden is!"
HORIZONTAAL
1. familieteken
5. bewoner van Sumatra
10. bloeiwijze
11. klein noofdiertje
13. afgescheurd stukje
15. onze voorvader
18. metaal
19 voorvoegsel dat het tegengestel
de aanduidt
21. maanstand
22. roede
23. niet gesloten
26. sporeplant
(tijdelijk) gebouwtje
uitroep van afschuw
sluwheid, slimheid
step: dans
dun opgerold wafeltje
gewicht
dunne doorzichtige stof
dorsvloer
titel
afgodsbeeld
eer
van de zeebodem oprijzende
rote
ontkenning
jong mens
boom
gaar gekookte
eind
persoonlijk
naschrift
Alg. Kiosk Onderneming
bescherming van riet tegen
wind
Javaans orkest
nauwelijks
voorzetsel
zeer hard ijzer
niets uitgezonderd
Vertikaal
2 grappig zoogdier
3. bloedverwant
4. eer bewijzen
5. sprekende vogel
6. -op: gretig verlangen naar
7. woord met scherp omlijnde be
tekenis
8. bergweide
9. teken van verstandhouding
12. dotje (vrouwentaal)
13. materie
14. in elkaar
16. eens
17. soort hond
20. stilstaand water
24. metalen pennetje
26. klasse
28. zeer dun metaal
29 karperachtige zoetwatervis
33. rustplaats
34. wereldtaal
35. amfibie
38. soort van kabeljauw
39. soort van aap
40. hertewijfje
44. oude Nederlandse munt
46. evenachtslijn
47. Planitenziektekundige dienst
49. edelgas
54. grootmoeder van Koningin Ju
liana.
55. zie 3 vertikaal
56. langwerpig stuk hout
57. niet breed
60. geheel de Uwe
61. zeer korte tijdsduur
63. een zekere
42. windrichting
Oplossingen onder het motto
„Kruiswoordraadsel" dienen voor
woensdag as. te 9 uur vm in het
bezit te zijn van de redactie, Witte
Singel 1 te Leiden. Onder de goe
de oplossingen stellen wij een eer
ste prijs van f 5 en twee prijzen
van f 2.50 beschikbaar waarnaar al
leen a bone es kunnen mededingen.
De eerste prijs van f 5 werd
toegekend aan mevr. S. Verstraa-
ten-Bootsma, Willem Klooslaan 12
te Leiden, de twee prijzen van
f 2.50 aan de heer A. Versloot,
Tramplaan 234 te Oegstgeest en
aan mevr. C. van Stralen, Spaar-
nestraat 164 te Leiden. De prijzen
worden de winnaars toegezonden.
Kunt o de acht afwijkingen In de belde bovenstaande tekeningen
vinden? De juiste oplossing vindt u elders in dit nummer.