ntsnappen uit ar sus van Nederlandse Marine op Noorse basis Haakonsvern „Veiliger dan in het spitsuur op straat E\TERE>AG 4 MEI 1968 LD EXTRA t •m Tadat in de afgelopen paar jaar drie onderzeeboten een Duitseeen Franse en een j Israëlische met man en muis zijn vergaan, is het actueel om de vraag te stellen I W of de bemanning van een niet meer tot opstijgen in staat zijnde onderzeeër een i kans heeft om een dergelijke ramp te overleven. De Koninklijke Marine heeft ons reportageteam de gelegenheid geboden om deel te nemen aan een bijzondere opleiding, die tot doel heeft om die kans inderdaad reëel te maken. Het personeel van de Onderzeedienst j en de duikers van de Mijnendienst worden geregeld geoefend in het uitvoeren van derge lijke ontsnappingsprocedures. Dat geschiedt op de Noorse marinebasis Haakonsvern in de omgeving van Bergen, waar bijzondere faciliteiten aanwezig zijn om de oefening zo realistisch mogelijk te laten verlopen. Onze reporters genoten gastvrijheid aan boord van het duïkvaar- tuig „Rhenen1', waarvan de bemanning onlangs aan de beurt was om de opleiding te volgen. S Noorse marine-officier Per Berg tuurt idachtig door de bodem van een glazen omlaag in het water van het cirkel- i hi icenlde bassin, waarin heel ver weg, op )laa\te diepte enige beweging zichtbaar s dei 7nflrdt. Hij kijkt nog eens, pakt dan een l9 fcrofoon van het indrukwekkende in- ^jimentenpaneel aan zijn zijde en eekt twee uiteraard Noorse woorden, hij onder water een plotselinge iviteit teweegbrengt. „Sta klaar" klinkt hol uit een luidspreker onder het IndJ iene wateroppervlak. Het attentiesig- wordt beantwoord met twee galmen- Tesjtikken van metaal op metaal, helder [linkend van de bodem van het bassin de droge wereld boven. s hr beneden verlaten twee mannen een duiker- sstig die tot bijna twintig meter omlaag is ge ile U. Zonder haast zweven ze naar een luik. dat in 1st in het diepste deel van het bassin is ge s vid. Een derde man, een bol opgeblazen zwem- h om de hals, ryst uit de opening op. Wordt vastgehouden door de beide anderen. OOS>P van drieën draagt een ademhalingstoestel, hoeten toekomen met de lucht die ze even hebben ingeademd. I.A* twee metalen tikken: de man in het luik N4t losgelaten, zijn zwemvest stuwt hem pijl- Vn omhoog, begeleid door een zilveren bellen- »Wa. Nog een paar meter, dan doorbreekt hij met ^'omgekeerde plons luidruchtig de oppervlakte, êsseet dank zij de opwaartse snelheid nog een tele meter door en wordt onmiddellijk naar de 1 h*, getrokken. Even knippert hij met de ogen, Sofc zoekend rond en klautert dan het trapje op. heeft een Nederlandse marineman ervaren .het betekent om zonder gecompliceerde hulp- pBelen uit een gezonken onderzeeboot te ont- Ipen En wat belangrijker is: hij heeft geleerd moet handelen om een dergelijk avontuur uoods van een diepte van 100 meter zonder gevolgen te beëindigen. ie ze dagen geconcentreerd trainen in het voor- uitgeruste opleidingscentrum der Noor- Haakonsvern blijken voldoende methode van „vrije ontsnapping" te le- beheersen. Dat betekent: stapje voor stapje rouwd raken met de gedachte dat enige tien- ui meters water boven je hoofd gemakke- ^xkunnen worden overbrugd door een snelle .'naar de oppervlakte. En vooral: dat er tij - j die opstijging geen sprake kan zijn van e s fene ademnood. Dat je integendeel flink moet uitade men, omdat de waterdruk tijdens het opkomen vlug afneemt en de luchtdruk in je longen even redig groter wordt. Alles klaar Voornamelijk vanwege het aan dit verschijnsel verbonden gevaar voor beschadiging van de tere longblaasjes, bevinden zich tijdens de opstijging van een cursist geroutineerde Noorse instructeurs op verschillende diepten in de cilindervormige tank. Op het tik-tik klopsignaal verlaten ze hun posten in de wand van de tank waar ze in een luchtbel kunnen ademen of duiken van de oppervlakte een paar meter naar beneden om de Voor de bemanning van Hare Majesteits duik- vaartuig „Rhenen" hoeft de decompressie tank in ieder geval geen dienst te doen. Deze goed-geoe fende duikers treden het water natuurlijk wat on- bevangener tegemoet dan de uitsluitend voor het onderwater varen opgeleide bemanningen van de Nederlandse Onderzeedienst, die geregeld op de Noorse basis met de ontsnappingsprocedure ver trouwd worden gemaakt. Anderzijds is het voor de duikers van de „Rhenen" echter weer een heel ongebruikelijke ervaring om nu eens zonder lucht toevoer of -voorraad flink diep onder water te verkeren en dat nog te overleven ook. Geen risieo Over dat gevoel van onbehagen zijn ze echter snel genoeg heen, wanneer ze tijdens de eerste oefening nog zonder zwemvest merken dat een duik naar zeven meter zonder hulpmiddelen echt geen heksentoer is, vooral niet als op die diepte de gerieflijke luchtbel van de duikerklok hangt te wachten. De mini-opstijging samen met een instructeur van die diepte naar boven is daar na kinderspel, hoewel ook hier het uitademen heel belangrijk is voor de leerling die met onbescha digde longen de oppervlakte wil bereiken. Maar de instructiemethode die geen risico ongedekt Het „echte" werk. De sluis op tien meter; gebukt door het buitenluik. Twee Noren ne men de cursist onder water over voor zijn eerste vrije opstijging. laat, zorgt daarvoor: een Noorse leermeester stijgt mee omhoog, geeft een klopje op de borst als er meer moet worden uitgeademd, legt een vinger op de mond als het uitademen te snel geschiedt. Zo leer je het juiste tempo aanvoelen, nog gehol pen door de gulden regel: even snel opstijgen als de luchtbellen die je uitblaast. Wanneer dat tot tevredenheid van de alziende Per Berg is be oefend, mag het klasje Nederlandse offioieren, on derofficieren, manschappen en die éne verslagge ver aan de volgende opgaaf beginnen. Dat wordt dan: vrij duiken naar tien meter, even uitblazen Het oefenbassin op de Noorse basis Haak- onsvern. Een Nederlander in strakgespan* nen zwemvest doorbreekt de oppervlakte* Links het „observatierijtje"in het midden achter zijn instrumentenbord chef-instruo teur Per Berg. beste lift zijn weg langs de vijf etages kan afleg gen, drijft het reddingsvest je naar boven. De bijna vertrouwde cijfers flitsen weer langs, een Geoefende duikers in een luchtsluis, vervolgens weer onder geleide opstijgen. En ook voor dat examen slaagt de klas, zij het soms met enig hijgen en proesten. Overdruk Dan is het ogenblik van het „echte" werk aange broken. Een proef opstijging van tien meter uit de luchtsluis mèt reddingsvest. Een groep tame lijk blote mannen stapt in de lift, wordt tien me ter lager voor de „droge" deur van de sluis afge zet en wandelt geforceerd grapjesmakend het klei ne compartiment binnen. Deur dicht, een instruc teur bedient een paar kranen en het water uit de tank stroomt binnen, terwijl samengeperste lucht de druk snel sissend opvoert tot één atmos feer extra, dezelfde overdruk als de tien meter hoge kolom water buiten veroorzaakt. De „natte" deur wordt geopend, er is verbinding met het grote bassin, in de sluis staat het water tot borsthoogte. De stem van luitenant Per Berg uit een luidsprekertje: „Sta klaar." Antwoord van de instructeur. De twee galmende tikken: de eer ste man kan naar buiten. Tien meter, juist hal verwege de tank. Duikbril op, zwemvest opgebla zen, bukken voor de nauwe doorgang, een duwtje van de onbewogen knikkende instructeur. „Dat gaal hard!" Twee paar handen pakken je buiten vast, flitsen de gedachte: „Verdraaid, die Noren zijn ook over al, er kan me niets gebeuren." Het zwemvest trekt je omhoog, de Noren houden tegen. Tot er weer twee tikken klinken. Uitblazen..los! Cijfers op de wand van de tank schieten steeds sneller voorbij negen, acht, zes, vijf meter. Adem ik wel genoeg uit? Weer een paar handen, koerscorrectie van een Noorse instructeur. Klopje op de borst. Uit ademen. Dan hoeft het al niet meer. Blazend schiet je de vrije lucht in, Per Berg achter zijn schakelbord. En opnieuw twee handen. Naar de kant. Vijf minuten onder observatie blijven staan voor het geval je een foutje zou hebben gemaakt. Weer barst een oranje zwemvest door de opper vlakte van het lauwwarme zwembadwater. Boots man Moerman, chef d'équipage van de „Rhenen". Druipend klimt hij het laddertje op, stelt zich gehoorzaam op in het observatierijtje. De man die vele malen van zijn marineleven in een lood zwaar standaardduikerpak-met-koperen helm over de zeebodem heeft rondgestapt, zucht eens diep en stelt vol ontzag vast: „Jongens, gaat dat even hard!" Twintig nieter Nog harder gaat het als we na deze geslaagde proef hetzelfde op twintig meter diepte nog eens mogen doen. Het eindexamen is niet wezenlijk moeilijker dan de laatste repetitie. Onder de bo dem van de tank nu geen kleine sluis, maar een nagemaakt onderzeebootcompartiment. Hier moet de lucht op twee atmosfeer overdruk worden ge bracht om geen verschil met buiten te krijgen als het ontsnappingsluik wordt geopend. Terwijl het water stijgt staat de volledige duik- bemanning van de „Rhenen" gespannen te slik ken om de druk op de trommelvliezen te veref fenen. „Sta klaar", twee tikken naar buiten, vier handen, het wordt eentonig. Tot je tijdens het met ingehouden adem wachten op het laatste signaal even rondkijkt: op de wand het cijfer 18. Bijna twintig meter water scheiden je van de oppervlakte, een huis van vijf verdiepingen. maar voor de gedachtentrein verder kan rollen, is het verlossende sein al gegeven. Sneller dan de koers van de opstijgende leerling te corrigeren of hem af te remmen als hij te weinig uitademt. Chef-instructeur Per Berg, die achter zijn scha kelbord alle verrichtingen in het bassin contro- Weer barst een opvarende van de Rhenen proestend met een omgekeerde plons uit het groene zwembadwater. Verscholen achter hem een instruoteur, die hem bij het trapje opvangt. leert en coördineert, zegt geruststellend: „Hoewel hier bijna iedere dag druk wordt geoefend, ge beurt ei' zelden een ongeluk. Dank zij het straffe opleidingsschema en de intensieve controle door onze mensen kunnen We deze lang niet ongevaar lijke oefening hier laten uitvoeren. En als er eens iets fout mocht gaan: we hebben hier een decom- pressietank klaar staan om zo'n slachtoffer van een onjuist uitgevoerde opstijging zonder toezioht van een gespecialiseerde arts zo snel mogelijk te behandelen." duwtje op tien meter, nog een duwtje op een hoger niveau, het groene water wordt lichter van kleur.boven. Als de „Rhenen"_bemanning even later geduldig staat te wachten totd uidelijk is, dat niemand na delige gevolgen van de opstijging heeft onder vonden, verbreekt een van de mannen de stilte die duidelijk een gevolg is van puur ontzag voor de eigen prestatie. Een tikje overmoedig grinnikt hijt „Als dat alles is, kun je beter uit een onderzee boot ontsnappen, dan in het spitsuur de straat opgaan". Begeleid door een zilveren bellenbaan schiet uw verslaggever van de bodem om hoog. Een Noorse instructeur geeft halver wege een duwtje in de goede richting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 9