Meer
weten
van
minder
vakken
NIEUW
ONDERWIJS MOEI OP DE HELLING
GRENSGEVALLEN
MAVO-IV
V.O.
V.W.O.
A.V.O.
B.O.
ffl mm in ui: wmmwm
MEER CONTACT
GOEOE OPLEIDING
HERSTRUCTURERING
HOGER RENDEMENT
STAP VOORUIT
Het nieuwe voortgezet onderwijs brengt ook examens nieuwe
stijl. Voor het havo en mavo worden zij zodanig ingericht,
dat elk vak even zwaar telt. Dit in tegenstelling tot de tegen
woordige opzet der examens, waarbij de waardering niet
voor alle examenvakken gelijk is. Bij de HBS-B-eindexa-
mens b.v. viel uiteraard een zwaar accent op de wiskunde
vakken, bij de HBS-A-examens stond een vak als Nederlands
zeer hoog genoteerd.
niet beneden de 36
De eindexamenkandidaat havo
slaagt als hij voor de zes exa
menvakken, minimaal 36 punten
in totaal heeft. Die vakken zijn:
Verplicht: Nederlands en één
moderne vreemde taal plus
4 keuze vakken uit:
twee andere moderne talen
geschiedenis
aardrijkskunde
wiskunde
natuurkunde
scheikunde
biologie
economie
handelswetenschappen
recht.
De kandidaat mag slechts voor één
van de zes vakken een onvoldoen
de hebben. Bovendien mag dat
cijfer niet lager zijn dan een vijf.
Hij wordt afgewezen als: het to
taal van de behaalde cijfers 33
of minder bedraagt, d.w.z. gemid
deld 51/2 of minder;
meer dan twee vakken een cij
fer lager dan 6 krijgen (m.a.w.
als hij meer dan twee onvoldoen
des heeft);
de som van twee eindcijfers,
hoe dan ook gecombineerd, klei
ner is dan 9.
De hjer genoemde regeling be
strijkt zeker niet alle mogelijkhe
den. Zo is b.v. een leerling, die
vijfmaal een tien scoort en ook
éénmaal een vier op zajn cijfer
lijst heeft staan, niet geslaagd.
Het is niet moeilijk een reeks
moeilijke grensgevallen te beden
ken. De bedoeling is, dat de exa
mencommissie daarover zal be
raadslagen.
Een dergelijk overleg kan tot ge
volg hebben, dat de kandidaat ge
slaagd wordt verklaard dan wel
wordt afgewezen of in de gelegen
heid wordt gesteld herexamen in
één vak af te leggen. Zo'n her
examen wordt dan afgenomen in
de maand september. Die ruime
periode is gekozen om de eind
examenkandidaat alsnog ruim
schoots gelegenheid te geven zich
op het herexamen voor te berei
den en de onvoldoende op een
voldoende te brengen.
Voor Mavo-IV ziet het exa-
menpalet er als volgt uit:
Verplicht: Nederlands en een
moderne vreemde taal.
4 keuzevakken uit:
een of twee andere moder
ne talen
geschiedenis
aardrijkskunde
wiskunde
natuurkunde
scheikunde
biologie
handelsrekenen.
Evenals voor het havo geldt ook
voor dit mavo-eindexamen een to
taal van 36 punten als minimum
eindresultaat. Het is niet toege
staan om meer dan twee onvol
doendes te halen. Een combinatie
van twee cijfers lager dan 10
opent evenmin enig perspectief.
Het is dus mogelijk te slagen met
tweemaal een 5 en te zakken met
een 5 en een 4. Grensgevallen
zijn hier uitgesloten. Wel is de
mogelijkheid opengehouden om in
een vak herexamen te doen.
Voor bei 2 schooltypen havo en
mavo geldt voorts de mogelijk
heid tot het afleggen van een her-
Onder de werking van de Mammoetwet,
de nieuwe wet op het voortgezet onder
wijs, komen verschillende nieuwe onder
wijstypen voor, die uiteraard ook nieuwe
namen dragen. Sommige onderwijstypen
uit het oude bestel krijgen andere namen.
Van oude naar nieuwe namen:
Voort' ezet onderwijs, liggende
tussen basis I lageronderwijs
en wetenschappelijk (hoger)
onderwijs.
Het V.O. wordt onderscheiden
in:
Voorbereidend wetenschappe
lijk onderwijs, waartoe beho
ren: gymnasium, atheneum en
lyceum
en
Algemeen voortgezet onder
wijs, dat op hoger (h.a.v.o.1,
op middelbaar (m..a.v.o.) en
op lager niveau (l.a.v.o.)
wordt gegeven.
Beroepsonderwijs, dat even
eens op hoger (h.b.o.i, op
middelbaar (m.b.o.) en op
lager niveau (l.b.o.) kan wor
den gegeven. Onder het be
roepsonderwijs vallen: h.t.s.,
m.t.s., I.t.s. en verschillende
vormen van economisch en
administr. onderwijs: h.e.a.o.
(hoger), m.e.a.o. (middel
baar) en l.e.a.o. (lager).
OUD
Lager onderwijs
Voortgezet lager
onderwijs (v. g.
I. o.) of lager
beroepsonder
wijs
m.u.l.o.
Kweekschool
(eerste leerkr.)
Handelsschool
Middelbare
meisjesschool
(mms)
H.b.s.
Lyceum
Gymnasium
NIEUW
Basisonderwijs
L.a.v.o.
M.a.v.o. (4-jarig, zes
examenvakken n. keus
kan ook 3-jarig, vijf
examenvakken
H.a.v.o. (5-jarig, zes
examenvakk. n. keus)
H.a.v.o. idem
H.a.v.o. idem
Atheneum (6-jarig:
afd. A (lit. econ.)
na 3e leerj. B (wisk.)
7 eindexamenvakken)
of
H.a.v.o. (5-jarig, zes
examenvakk. n. keus)
Lyceum gemeensch.
lste leerjaar,
daarna splitsing in
gymn. en atheneum
Gymnasium (6-jarig;
splitsing in A (talen) en
B (wisk.) na 3de of 4de
leerjaar; voor B geen
Grieks;
7 eindexamenvakken in
beperkte keus)
oude stijl, nl. slechts zes. i
Maar van die zes vakken j
wordt een grotere en
diepere kennis verlangd
dan de kandidaat bij het
..oude" examen van elk der
vakken moest bezitten,
examen zoals dat thans het ge- Voorts: op grond van de her-
val is onder de examens oude
stijl.
Samengevat: onder het nieu
we stelsel doet de kandidaat
examen in minder vak
ken dan bij de examens
examen-regeling zoals hier
boven uiteengezet, kan men
zeggen dat de mogelijkhe
den tot „herkansing" bij het
nieuwe systeem zijn verdub
beld.
J O
Hel- bezifvon diploma's en oWen Wan deopteidinqsmogdykheidvvijzigen. Beroepentne'r fMlULOopleidinq staanook
open voorde opleidingen H.B.S. Gymnasium of M.MS.
(Vervolg van pag. 1
schriftelijk met een ander taalge
bied moet kunnen communiceren,
waarbij vooral het accent dient te
vallen op spreekvaardigheid. De
invoering van de Mammoetwet
biedt in dit opzicht gunstige per
spectieven.
|Want algemeen is het verlangen
naar een meer op de maatschap
pelijke praktijk gericht onderwijs.
Maar dan moet ook de opleiding
der leerkrachten op de helling ko
men. Alleen in ons land er in En
geland treft men naast acade
misch gevormde ook niet acade
misch gevormde docenten met
gelijke rechten en plichten aan.
Een ongunstig element in de op
leiding der docenten vormt de ge
ringe pedagogisch-didactische
vorming. Juist voor de leraar in 't
nieuwe bestel zal de opvoedende
taak een belangrijk deel van zijn
werk moeten worden. Dat bete
kent méér omgang met de leer
lingen dan tijdens de normale les
sen; méér contact over actuele
zaken; méér werk in teamver
band met andere docenten om zo
de leerlingen te helpen zich te
ontwikkelen volgens een beeld,
dat ze zelf hebben gevormd.
Een leraar, die zijn leerlingen voor
bereidt op wetenschappelijk on
derwijs moet zeker, en een leraar
die selecteert in de brugklas,
moet als het enigszins kan, een
universitaire opleiding hebben ge
had. Dit uitgangspunt wordt door
vrijwel alle lerarenorganisaties
onderstreept. Hiermee keren zij
zich tegen net interim-rapport
van de Commissie Opleiding Le
raren (Drewes), waarin wordt
voorgesteld van de lerarenoplei
ding een (niet noodzakelijk uni
versitaire) beroepsopleiding te
maken. Volgens de organisaties
betekent dit een devaluatie van
de lerarenopleiding. De z.g. avond-
opleidingen die voor de cursisten
en de docenten een werken onder
hoge druk betekenen, dienen vol
gens sommige deskundigen in een
nieuw bestel op den duur te ver
dwijnen, omdat zij te weinig zijn
aangepast aan de nieuwe eisen.
Het probleem van de lerarenoplei
ding heeft direct te maken met
de herstructurering van het we
tenschappelijk onderwijs. Dit on
derwijs omvat de vorming tot
zelfstandige beoefening der we
tenschap en de voorbereiding tot
het bekleden van functies, waar
voor een wetenschappelijke oplei
ding vereist is of dienstig kan
zijn. Nog te veel wordt dit onder
wijs volgens een traditioneel pro
gram van studierichtingen gege
ven aan jonge mensen, wier stre
ven in het algemeen er op gericht
is zo spoedig mogelijk een maat
schappelijke functie te vervullen.
Concentratie van wetenschappelijke
instituten en van bepaalde facul
teiten, verkorting van studieduur,
een statusverlening aan het bac
calaureaat zouden het weten
schappelijk onderwijs beter kun
nen aanpassen aan de huidige
.maatschappelijke ontwikkelingen.
Deze nieuwe constructie is alleen
mogelijk als de vooropleiding in
het voorbereidend wetenschappe
lijk onderwijs goed is. En dat
kan slechts bij een aangepaste
opleiding voor de Ieraren van het
voortgezet onderwijs.
Het is een feit, dat de meeste men
sen die na het voortgezet onder
wijs nog gaan studeren, toch
naar een beroepsopleiding toe
werken, waarvoor een weten
schappelijke basis nodig is. Daar
om zou ook het hoger beroepson
derwijs een plaats moeten hebben
in de herstructurering. Aan het
wetenschappelijk niveau behoeft
niet te kort te worden gedaan, ter
wijl de leeftijd van intrede in het
beroepsleven aanzienlijk zou kun
nen worden verlaagd. Een derge
lijke organisatie zal ongetwijfeld
meer middelen vereisen, maar
het rendement zal hog-- worden,
hetgeen in het belang van de af
gestudeerde en van de maat
schappij zal zijn.
Het kan de doorstroming vanuit de
basis naar de toppen van ons on
derwijsbestel bevorderen; meer in
tellect, dat nu nog in de massa
verloren gaat, kan doordringen in
de sfeer van het wetenschapson
derzoek en in de regionen der
grote industriële leiders. Kort
weg: onderwijsvernieuwing via
een nieuwe wet op basisonder
wijs, de Mammoetwet en de her
structurering van het wetenschap
pelijk onderwijs kunnen de demo
cratisering van ons onderwijs
een flinke stap vooruit brengen.