Eerste vrouw in hoofdbestuur van Horecaf Vroeger waren ze er toch wel TAPIJT GELBE ROSE Hotelvakschool is een geweldige opleiding voor meisjes De buitenwereld komt bij je binnen VOOR BAD OF DOUCHE ZATERDAG 27 APRIL 1968 LD EXTRA 2 Horecaf, de Nederlandse bond van werkgevers in hotel-restaurant- en cafébedrijven, heeft sinds enkele maanden voor de eerste maal een vrouw in het hoofdbestuur. Na dat mannen gedurende ruim driekwart eeuw de alleenheerschappij in dit college had den gevoerd, was deze verkiezing van een vrouw toch wel even een opmerkelijke gebeurtenis: men sprak zelfs van „een historisch moment". De vrouw-in-kwestie vindt die uitdrukking een beetje overdreven. „Voor my was er niets histo risch aan", zegt mevrouw A. M. van der Werf— Terpstra, het eerste vrouwelijke hoofdbestuurslid van Horecaf. ltIk voel me zonder meer gelyk aan de mannelijke collega's. Voor een plaats voor vochten. Wel heb ik altijd gehamerd op het be vochten. Wel heb ik altijd gehamers op het be lang van een opleiding op de hotelvakscholen, ook voor de meisjes. Een kleine dertig jaar geleden zag Je vrijwel geen meisjes op de hotelvakscho len. Nu zijn er verscheidene vrouwelijke leerlin gen". Mevrouw Van der Werf (altijd bereid tot een geanimeerde, maar kritische discussie over de plaats van de vrouw in deze maatschappij) is president-directeur van de N.V. Hotel- exploitatiemij. G. M. van der Werf. Zij ver deelt haar tijd tussen de hiertoe behorende hotel Het Roode Wold in Nunspeet en het Roode Kooper in het nabijgelegen Leuvenum en haar privèwoning, een met veel ver nuft tot woonruimte omgebouwde oude gara ge. „Zevenentwintig jaar heb ik meegelopen in het hotelvak, maar nu ga ik zoetjesaan freewheelen" Dat „freewheelen" zal allerminst volstrekte rust betekenen Naast de nieuwe functie in het hoofd bestuur van Horecaf is er het lidmaatschap van het krlngbestuur Gelderland en van het nieuwe landelijke bestuur van de KVP, de party die me vrouw Van der Werf van eind 1966 tot de verkie zingen van 1967 in de Tweede Kamer heeft verte genwoordigd Ze is bestuurslid van het streekzie kenhuis en van de gemeentelijke commissie be jaardenzorg en is betrokken bij het werk van het Katholiek Hoger Onderwijsfonds. Veel beslomme ringen, veel vergaderingen. Desondanks weet ze een zee van tijd uit te trekken voor het beant woorden van een aantal vragen, tijdens een voor treffelijke lunch in Het Roode Wold. langrijke taak heeft en even hard werkt als de man? „Dat lijkt inderdaad vreemd", geeft me vrouw Van der Werf toe. „Het komt waarschijn lijk doordat in het hotelvak het werkelijke goede echtpaar zo'n goed koppel is, met zo'n groot saamhorigheidsgevoel dat alle aangelegenheden beschouwd worden als „onze zaak". Daardoor is het helemaal geen punt van discussie, wanneer de man naar de vergadering gaat, terwijl de vrouw thuis in het hotel blijft. een geweldig geslaagde opleiding voor meisjes. Het is eigenlijk een zeer uitgebreide en luxe huis houdschoolopleiding. Je krijgt een uitgebreide menukennis, economisch inzicht en wetkennis, een geweldige talenkennis. Je leert boekhouden, maar ook bloemen schikken en uit bijna niets een diner opbouwen. Kortom: zo'n opleiding kweekt volmaakte huis- en gastvrouwen". Zelf is mevrouw Van der Werf niet uit het hotel vak afkomstig. Ze was lerares Engels, leerde r~ Mevrouw A. M. van der WerfTerpstra (rechts) is de eerste vrouw in het hoofd bestuur van Horecaf. Haar mening na 27 jaar „meelopen" in het hotelbedrijf„Het volledig te woord staan van de gast is nog altijd de essentie van het hotelvak". als ze het maar goed doen. met hun moderne ken nis van bedrijfsvoering. 'tMoet immers anders, in deze tijd. De kost gaat nu vaak voor de baat uit. Wat dat betreft hebben de jongeren het vaak onverdiend moeilijk. Ze moeten alles nog bewij zen, laten zien dat hun aanpak de juiste is in deze tijd". In deze tijd wordt ook de hotelgast steeds veel eisender, zegt men. Vooral op het materiélp vlak! hij eist steeds meer comfort, steeds meer luxe. Toch is mevrouw Van der Werf van mening dat „gewone menselijkheid" van de zijde van de ho telhouder voor de gast nog altijd doorslaggevend is. Het is haar heilige overtuiging dat hel „volle dig te woord staan" van de mens nog altijd dè es sentie van het hotelvak is. „In onze hotels kan de gast op bestelling alles krijgen. Hij kan een autorally bestellen of een barbecue met reebiefstuk. Gasten kunr.en elk dieet krijgen, zonder verhoging van pensionprijs. We hebben wel eens een gast gehad met een dieet dat vrijwel helemaal uit zuidvruchten bestond. Dan zorg je dat dat er is". De eerste vrouw in het hoofdbestuur van Horecaf heeft zich bepaald niet „naar binnen gevechten" in dit college. Haar eigen afdeling heeft haar, na het overlijden van haar man, kandidaat gesteld als zijn opvolgster. Haar nieuwe functie betekent meer vergaderen, meer werk ook in het >estuur van de eigen afdeling, zioh verdiepen in de be paalde taak die haar wordt toegedacht („die heb ik echter nog niet"), het reageren op onge motiveerde kritiek op de Horecabedrijven. „Ik heb wel bijzondere belangstelling voor zaken als, bijvoorbeeld, de sfeer van de hotelschoolopleidin gen. Daarin kan een vrouw een andere inbreng hebben dan de mannen. Maar verder zie ik gee" specifiek-vrouwelijke taak in dit nieuwe werk". Op het begrip „specifiek-vrouwelijk werk" is mevrouw Van der Werf trouwens niet erg ge steld. „De vrouw die zich boven de middel maat uitwerkt, wordt toch al te veel in een bepaalde hoek gedrukt: maatschappelijk icerk, onderwijs. Wat mij altijd weer opvalt is, dat de vrouw die iets presteert in Neder land zo weinig steun uit het eigen kamp krijgt. Vrouwen op vooruitgeschoven posten en in hoge functies krijgen maar bitter wei nig blijken van waardering van hun sekse genoten. Dat lijkt mij zo ontmoedigend" ")ver het drukke en veelzijdige werk in het hotel- edrijf zegt zij: „De ontmoeting met mensen van allerlei soort vind ik na al die jaren nog altijd het boeiendste aspect van het hotelbedrijf. Een praat je met een gast over een mooi bloemstukje op ta fel kan de inleiding zijn tot urenlange gesprekken over wereldomvattende problemen". Kom er ACHT-er 1. Vlaggestok korter 2. Wiel van auto links 3. Mond van vrouw 4. Pet van man 5. Steen minder links 6. Letter rechts 7. Wekker van vrouw 8. Man met vlag heeft knoop minder Vergeet bij de schoonmaak het medicijnkastje niet SAAMHORIGHEID Is het niet vreemd dat vrouwen zolang buiten het hoofdbestuur van Horecaf zijn gebleven, ter wijl toch de vrouw in veel hotelbedrijven zo'n be- In het bedrijf zijn altijd dingen voor de vrouw te doen. Haar aandacht wordt de hele dag vast gehouden. De huishoudelijke dienst moet vlot lopen, de kinderen eisen trouwens ook hun deel van die aandacht. Nee, ik geloof dat dit binnens huis blijven van de vrouw in het hotelvak nooit een probleem is geweest. De geëmancipeerde vrouw kan haar hang-naar-buiten ook binnens huis uitleven. In het bedrijf komt de buitenwe reld immers bij haar binnen". Onder „geëmancipeerd" verstaat mevrouw Van der Werf in haar eigen vak dan die vrouwen, die de ambitie (èn de aanleg) hebben om buiten de enge kring van het gezin te treden, klaar staan om meer te doen, zich niet door het dn willen laten isoleren. „De doorsnee-vrouw in het Nederlandse hotelbe drijf is beslist een geëmancipeerde vrouw. Onder de jongeren in het bedrijf zie Je trouwens steeds meer vrouwen die een opleiding hotelvakschool hebben. Dat vind ik, ook los van dit vak gezien, door haar huwelijk het hotelbedrijf kennen en maakt nu, bijna dertig jaar later, de „grote om vorming" in het bedrijf nog van nabij mee: ho telbedrijven die steeds meer een „industrie" wor den, die geregeld grote investeringen eisen waar mee bedragen van vier, vijf "cijfers gemoeid zijn. „Ons vak wordt meer en meer een kwestie van specialisatie. De economische factor wordt steeds belangrijker. Ik laat het bedrijf steeds meer over aan de kinderen dié het overnemen. Ze doen het anders dan wij, maar dat geeft niet, Nu de schoonmaak weer woedt, een goede raad voor de huisvrouw: vergeet het medicijnkastje niet! Er is geen geneesmiddel, dat onbeperkt werkzaam blijft. In een aantal gevallen bevat het etiket op de verpakking de uiterste datum van houdbaarheid van het geneesmiddel. Ook indien die nog niet bereikt is, is voorzichtig heid geboden, omdat de mogelijkheid bestaat, dat het geneesmiddel niet op de juiste wyze is bewaard. Men heeft er bijvoorbeeld een deel van gebruikt en tydens de periode van toedie ning het flesje niet steeds goed gesloten. Voch tige warmte is zeer schadelijk voor vrywel al le geneesmiddelen en die is ruimschoots aan wezig op de plaats waar zich het medicijnkastje meestal bevindt: in de badkamer. Wanneer de kleefstof van pleisters onbruikbaar geworden is, merkt men dat dadelijk en men kan zich dan hoogstens ergeren, dat men dit niet tijdig heeft ontdekt. Dan is er echter nog geen man overboord. Watten en verbandstof echter zijn niet minder gevoelig dan pleisters) en zij nemen zonder dat men dat bemerkt met vocht ook veel stof op, met alle consequenties van dien bij het gebruik ervan op open won den. Voor de eigenlijke geneesmiddelen geldt, dat wanneer het flesje of doosje vaak is ge opend, het risico van voortijdig bederf elke dag groter wordt. Bewaar ze dus niet te lang, en wanneer u nu toch aan het opruimen gaat, doe het dan radicaal en werp geneesmiddelen, die u in lange tijd niet hebt gebruikt maar toch hebt bewaard, meteen in de asemmer. ADVERTENTIE Het luxe schuimbad tegen normale prijs De luxe van weelderig koesterend schuim. De luxe van flonkerende flacons. De luxe van diep-fonkelende tinten. En de luxe van keus uit vier betoverende geuren en kleuren. Voor wie prijs stelt op de luxe van een in dividueel schuimbad is er nu Gelbe Rose. Kies uw favoriete geur en kleur: 't roman tische Gelbe Rose, het exquise Orchidee, het delicate Daphne of de frisheid van Citrus. Betaal toch de normale prijs. U weet het nu: 't is Gelbe Rose. De nieuwe luxe serie individuele badpreparaten van internationaal niveau, tube 3,95 - flacons van 6,75 tot 21,50 Gelbe Rose heeft ook crème-bad (speciaal voor droge huid), after-bath-lotion, fijne toiletzeep en speciaal babybad. Gelbe Rose heet in andere landen Badegold. Van tijd tot tijd verschijnen in kranten en in wetenschappelijke rapporten alarmerende kreten „We zijn bezig ons landje onleefbaar te maken. We vernielen de natuur, de wilde planten, de insekten, de vogels met onze be strijdingsmiddelen en ongelimiteerde bouw woede. Stop daarmee!" En dat lezend keek ik naar buiten, waar de tuinen bloeiden, de berk praalde en een merel over het gras hipte. Het zag er mooi groen en „natuurlijk" uit, en ik had moeite om in de noodkreten te geloven. Bavendien hadden, op die paar natuurmin naars na. de mensen werkelijk behoefte aan wilde natuur, vogels, insekten? Gaven ze niet veeleer de voorkeur aan een flatje, en pot planten, en kweekbloemen? Maar toen gingen we reizen en bleven steken in een Duits Middengebergte. De camping lag in een dal tussen onafzienbare woiiden, en achter de heuvels lag het stadje waar ik boodschappen wilde doen. „Ga je mee?" vroeg ik Marian. „Dan nemen we het voetpad tussen de bergen, dat scheelt drie kilometer". „Groeien er bessen?" informeerde het doch tertje met de kinderlijke gretigheid om iets voor niets te krijgen. „Vast wel". We gingen. Het pad klom en daalde; we praatten een beetje en keken intussen uit naar bosbessen. „Frambozen!" kreet Marian verrukt. We ver gaten het stadje en plukten naar hartelust. Om de andere vrucht was aangevreten door een wormdie gooiden we weg. „Lekker hè", zuchtte Marian. „Waarom groei en ze bij ons niet in het wild?" Opeens stond ze stil. „Voorzichtig", fluisterde ze. „Kijk eens". Tussen de wilde planten aan weerskan ten van het pad dansten vlinders: wit en oranje en paars en donkerblauw en bruin en rood. „Wat zijn ze mooi", prevelde ze. Opeens drong Thee-tip Thee verricht wonderen met water. Water doet dat echter beslist niet met thee. Vochtige thee gaat snel achteruit in geur, kleur en smaak. Thee is nu eenmaal sterk hygroscopisch, d.wz. dat hij makkelijk vocht aantrekt. Bewaar thee daarom op een droge plaats, liefst zorgvuldig geborgen in een goed gesloten thee busje. Mits die droge plaats tevens een koele plaats is. Want thee, te warm bewaard, resp. te dicht bij een warmtebron, doet de etherische oliën verdampm en de geur vervliegen. het tot mij door dat dit de eerste vlinders waren die ik deze zomer te zien kreeg en het was al eind juli! Marian knielde op het pad en bestudeerde het onkruid. „Wat is dat prachtig, mams. Kijk die bloeme tjes eens, kanten waaiers". Ze plukte een bloem en zoog hem uit aan de onderzijde. „Zoet", constateerde ze tevreden. „Zit vol ho ning. vandaar die vlinders". Zelfs de wilde frambozen konden hadr nu niet meer boeien. Ze holde van bloem tot vlinder, vond tussen het gras wonderlijke in sekten die ze nooit eerder had gezien. Ze ving een sprinkhaan, bestudeerde hem, liet hem weer gaan. Ze streelde blaadjes en stengels en raakte niet uitgekeken in het wilde won derland onder de zonver van fabrieken, be strijdingsmiddelen, luchtvervuiling Het dochtertje, sedert haar prille jeugd plat telander, opgegroeid tussen tuinen en lanen, had eensklaps de wilde natuur ontdekt. We vervolgden onze ivandeling, het pad maakte een scherpe bocht en weer trof ons de bliksem. Recht tegenover ons lag een paarse helling, bekroond met sparren als kerktorens. „Dat kan toch nog geen hei zijn", mompelde Marian. „Neen, het zijn kattestaarten" Ze holde er heen. De wilde kattestaarten wa ren zo lang als zij, ze verdween er in. Rond om haar blonde haren wuifden de paarse bloemen; een dieprode vlinder ging op haar hoofd zitten. Hoog in de lucht zwierde een roofvogel, 'n jong haasje sprong weg voor mijn voeten en verdween geschrokken in het bos. Wilde bijen, zwaar van stuifmeel, zoem den hun loflied op de zomer. Weken later, toen we weer thuis waren en de tuin inspecteerden, keek Marian met enig misprijzen naar de rozen, de dahlia's, de phloxen. „Wel mooi.maar zo braaf", zei ze. „En geen vlinders, geen libellen. Weet je nog, mams, die donkerblauwe libellen, boven dat beekje waar de vissen langs je kuiten zwom men? Die waren mooi! Waarom zien we hier nooit meer vlinders of libellen of springha nen? Vroeger waren ze er toch wel.of niet?" Ja", zei ik zacht, denkend aan de krante- berichten „En vroeger", herinnerde zij zich, „plukten we dikwijls wilde bloemen, vlak bij het iorp, en de weiden zagen geel van de paardebloe men en overal stonden madeliefjes en dis tels. waar zijn ze gebleven?" „Weg. Uitgegroeid", zei ik mat. „Waarom? Ik.ik mis ze. En andere jaren waren er ook veel meer vogels: vooral mus sen en merels en lijsters. Nu zie je er zo nu en dan maar een. Ik begrijp 't niet. We heb ben toch geen strenge winter gehad. In het was een mooie zomer. Wat is er eigenlyk ge beurd?" Ik zweeg. Ik kon het haar uitleggen, aan d< hand van rapporten en de noodkreten van deskundigen en ik zou dat ook we. eens doen. Maar wat me het meeste trof op dat moment was, dat ik ongelijk had gehad. Ook gewone mensen die geen benul hébben van botanie of biologie, missen de wilde natuur, hei scha delijk gedierte. Het ontbreken van otkruid, chaotisch ruige planten, van roofvogels, sluipioespen, wilde vruchten, doet hen pijn. Vreemd dat we onszelf en voord onze kinderen zoveel geluk ontnemen. THEA BECKMAN. ADVERTENTIE In veel kwaliteiten, vee) kleuren Van vreemd voordelig tot net niei duur Legioon f 15.- per kamer, AFD WON IN GIN RICHTING Herenstraat 77 - Tel. 24502

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 10