DE BEZETENEN JEEN DROOG BROOD VOOR Dor Frank Visbeen 'EN STUK KUNST en geen kunststuk is zo dankbaar en tegelijk zo ondankbaar een tekenfilmIn 1892 had Emile Reynaud de bekende draaischijven met jong- irs en rennende honden zover ontwikkeld dat hij de eerste voorstellingen et tekenfilms kon gevenDrie jaar voordat de gebroeders Lumière hun films ngen vertonen! Maar ondanks die vroege geboorte wordt de tekenfilm door de eeste mensen nog beschouwd als kinderwerkmisschien vooral doordat zij er m kinderen in de vakanties een feestdag mee bezorgen. et een volwassene al eens n tekenfilm voor volwasse- >n, dan is er tien tegen één ins dat hij nog nooit in zo irte tijd zoveel plezier heeft had. Maar tien tegen één irgeet hij ook in de kortst ogelijke tijd de hele film. en roem dus voor de teken- mer. En dat betekent in ons economisch stelsel: geen droge hap brood. Dat er in Nederland toch nog vier mensen zijn die zich bijna elk vrij uur in stilte achter de tekentafel terugtrekken om dat te volbrengen waar ze be zeten van zijn, kan in één woord uniek worden ge noemd. Slowakije en in Joego-Slavië na tuurlijk sneller, omdaftientallen mensen aan één film werken, maar de eenlingen, die de Ne derlandse tekenfilmers om kos tenbesparende reden zijn. kost het maanden. Wie staat er bij stil, dat in één seconde 24 beeld jes gaan en dus voor vijf mi nuten film 5 maal 60 maal 24 is 7200 tekeningen gemaakt moeten worden? NATUURLIJK bespaart men zich zoveel mogelijk werk. Een klein voorbeeld in het meest gebruikte tekenfilmprocédé. Staat in een film een mannetje in een straat te zwaaien, dan worden drie teke ningen gemaakt: van de straat, van het mannetje min één arm en van een opgeheven arm. De drie tekeningen worden nu over genomen op een stuk doorschij nend materiaal (een cell), inge vuld met kleur, op elkaar gelegd en door de camera kan één beeld worden gemaakt. Voor het vol gende beeld wordt nu alleen de cell met de arm weggenomen en er komt een cell met de arm iets lager of hoger voor in de plaats. Er zijn talrijke variaties, tot en met combinatie met speelfilm toe. Een midden weg tussen te kenfilm en poppenfilm in ..limi ted animation", waarbij knipsels telkens iets worden verlegd of een poppetje dat in elkaar zit als een trekharlekijn met gewrichten tel kens een beetje in stand wordt veranderd. reiken moet er erg hard aan trek ken", zegt Ronald Bijlsma. Van daar dat hij als beste vertegen woordiger van zichzelf op pad is gegaan met zijn film ,,Het duel" en hij dit ook met de volgende zal doenook al is die gesubsidieerd door het ministerie en dus eigen dom van de Rijks Voorlichtings Dienst, en al schiet hij er finan cieel niets mee op. Verder wordt de eer van de oudste film hoog gehouden door een verhuurder als Actueel, die bekende buiten landers in zijn voorprogramma's stopt, door een ideële bioscoop eigenaar als Koppies van het Amsterdamse Cinétol en door een verhuurder als Filmtrust die Vis- uit zijn onkosten hielp door hem de wereldrechten voor „Fli- pon et les Camarades" uit te be talen. Overigens zal die film in de herfst inderdaad in Frankrijk gaan draaien. Lauweren ZOLANG DE TEKENFILM nog in het verdrukte kinderhoekje zit, zullen de tekenfilmers hun lauwe ren moeten halen op het speciale animatiefestival, dat om het jaar in het Franse Annécy wordt ge houden. Dat vorig jaar op dit fes tival voor het eerst in de geschie denis twee vrije Nederlandse films werden toegelaten. ..Het duel" en „Mac Doodle and te se ven robbers", is voorlopig een mooie aanmoediging voor de noeste doorbijters achter de tekentafel. Een vier Jorzolino. zoals Emile Viegers haar aanvankelijk zag, was de drachtgevers iets te natuurgetrouw. De jongedame verscheen de STER-reclame met nog strategischer geplaatste letters. Ook rennende mannetjes op deze pagina zijn van Viegers. UILE VIEGERS (geboren december 1921 in Nijmegen), de oorlog vooral als de por- tschilder Emile bekend ge erden, begon zich in 1960 via ntacten in het reclametekenen experimenten in de fotogra- in de film te verdiepen. Het is de begintijd van de geruch- over commerciële T.V. Te- lijk met wat reclamefilmp- (zoals voor Popla, in Belgi- he bioscopen vertoond), maak- hij zijn eerste vrije film: P. Noot als persfotograaf" avontuur van 15 min., waar een jaar lang zelf aan teken- De wijze les uit de leer- hooi van dit filmpje was. dat lenfilm als hobby te kostbaar Dus zocht Viegers naar op- achten en naar een vereenvou- ging van werkwijze. VEREENVOUDIGING werd rwezenlijkt met MacDoodle. •t bedrijvige mannetje werd ofdfiguur van MacDoodle id the seven wonders of the orld" in 1965een tienminuten- ios waarin hij ten onrechte ithousiast wordt over vrouwen delen daarvan, en „MacDood- and the seven robbers" in 66. een als TV-strip geplande rie van zeven afleveringen van jf minuten waarin de held te- 'rgeefs het recht probeert te indhaven. „Aan de verhalen 'lf moeten we niet zo zwaar Hen", vindt Viegers. ..eigenlijk iu ik een scenarioschrijver wil- n ontmoeten, die dat op zich m nemen". E VEREENVOUDIGING zat in beiveging van de getekende 30fdfiguur. Er ontstond een heel rehief van standaardbewegin- tn (langzaam lopen, gewoon 'pen. snel lopen, fietsen) dat in oIgende films opnieuw gebruikt on worden. Bovendien waren de tlls omkeerbaar, zodat één be- eging zowel van rechts naar endersom kon worden I'et verhaal wordt be- y sluid (geen spraak) en de decors, samengesteld uit kleurige knipsels. Op deze ma nier kostte echter het decor weer veel werk: soms waren voor één beeld zes cells over elkaar no dig. EEN WARENHUIS in de Vere nigde Staten had belangstelling voor MacDoodle als handelsmerk TEKENFILMEN is geduldwerk. Maar door de wonderlijke moge lijkheden is het toch voor velen een onweerstaanbaar medium. Niet eens alleen voor getalenteer de tekenaars. Dick Visser had op school een vier voor tekenen. ,,Wel maakte ik een stripverhaal in de schoolkrant, maar bij elke nieuwe aflevering zag de hoofdfi guur er totaal anders uit". Wie echter deze wonderwereld binnen stapt merkt snel. dat het tijdro vende werk tekenfilms duur maakt, en dat het al een pro bleem is er commercieel de kos ten uit te halen. Want filmver huurders krijgen meestal hun voorprogramma's gratis of voor een prikkie bij aankoop van een hoofdfilm en zitten beslist niet op een dure tekenfilm te wachten. En dan nog: wie in Nederland een Joegoslavische tekenfilm wil laten rouleren, betaalt 1000 gulden. ..En ik", zegt Dick Vis ser „kan voor 1000 gulden echt geen tekenfilm maken. Flipon I kostte me ongeveer 1500 gulden, en die was dan nog extra goed koop gemaakt". Wie dan ook als tekenfilmer geen fortuintje op de bank heeft, zoals de beroemde Japanner Kuri en de Amerikaan Pintoff, moet zijn brood elders verdienen. Emile Viegers en wilde wel 104 of desnoods maar 52 filmpjes van vijf minu ten hebben, die in twee jaar tijd op het eigen TV-net vertoond konden worden. „Maar 52 filmp jes van vijf minuten in twee jaar tijd betekent dat je een minuut film per dag moet ma ken. Daarvoor zijn twee came ra's en twee ploegen nodig. Daarvoor moet 150.000 gulden worden geïnvesteerd. En on danks het feit dat de minimum opbrengst een miljoen zou zijn, wilde niemand dat bedrag finan cieren". ZO BELANDDE MacDoodle in de dozen op de plank en Emile Viegers, na nog tot de opheffing in mei 1967 als opvolger van Hiltz en Cine Cartoon Centre ie nebben geleid, weer achter de schildersezel. Reclame EEN ENKELE KEER lukt dat in de reclamefilmerij. Vooruitlo pend op de perspectieven, die commerciële televisie leek te bie den, werd in deze branche in Hil versum het Cine Cartoon Centre opgericht. Er werd onder leiding van de Amerikaan Jim Hiltz leuk gewerkt, maar toen hij zijn vijf belastingvrije jaren achter de rug had. keerde hij Nederland de rug toe en het CCC verwater de. In mei 1967 werden de deuren gesloten. De man die het CCC het laatste jaar leidde. Emile Vie gers, zegt. ..Een van de misteke ningen was. dat men dacht dat opdrachtgevers een filmpje tien keer zouden draaien en dan een nieuwe film zouden bestellen. Maar elke firma draaide zijn films af tot ze op de draad ver sleten waren, en het CCC bleef zonder opdrachten zitten". ZO MOEIZAAM als de tekenfilm wordt gemaakt, zo moeizaam zijn ze voor het publiek te bren gen. „Wie iets in dit vak moet be- RONALD S. BIJLSMA (geboren 31 december 1934 in Rotterdam) een van de velen die via een zijpad tot de tekenfilm is gekomen. Na de Academie in Rotterdam stuurde hij, ,,op zoek naar iets dat financieel aantrekkelijk was", tekeningen en foto's van ander werk naar onder anderen Maarten Toonder, die hem prompt aannam. „Een grote studio is gunstig. Er is een aparte vent voor de styling, en die moet aandacht hebben. Bij Toonder heb ik op een plezierige manier het vak geleerd, vooral door twee Deense animators die bij Disney hadden gewerkt". NA VIJF JAAR Toonder stapte Bijlsma in 1962 over naar het Cine Cartoon Centre, in eerste instantie geleid door Jimmy Murakami, daarna vier jaar lang door Jim Hiltz. Jim Hiltz heeft in ons land de moderne Amerikaanse stijl geïntroduceerd. Met hem had ik vrij snel de afspraak dat ik zelf- opdrachten zou uitvoeren. Zoals de Caballero-reclame die in Ronald Biilsma ?iosc°pf" hfe,t ae,?ra!?idl'; In 1964 werd de uiteenvallende Mexi- raan („anders!") door het Ge nootschap voor Reclame bekroond IN ZIJN VRIJE UREN maakte Bijlsma zijn eerste „vrije" filmpje, „Het Duel". In normale tchniek (animatie op papier, overgenomen op cells) met doorzichtige achtergrond vertelt het in drie minuten van een wonderlijke ontmoeting: man biedt vrouw bloemen aan die uit de loop van zijn pistool schieten, vrouw aanvaardt en kleed zich uit, hoongelach van de man, schietpartij, einde. Inmiddels na het verwateren van CCC free-lance geworden en met een paar TV- commercials op zijn naam (De Waerdye, Rijkspostspaarbank) heeft hij twee minuten voltooid van zijn nieuwe vrije film „Vio lence" en van het Ministerie van CRM subsidie gekregen voor de voltooiing met nog vijf minuten. In deze verbeelding van het ge- weldadige in de mens, keert hij terug tot de kunstschilder die hij vóór Toonder was, „omdat dit meer mogelijkheden voor drama I' 'N geeft": gouaches worden volgens een uitgetimed script de een na de ander direct door de camera opgenomen. Een van de procédé's vit waarmee de tekenfilm zich heden ten dage vernieuwt. van „Violence" en uit ,Jhiel" Ronald Bijlsma. RUPERT VAN DER LINDEN (geboren 23 juni 1930 in Den Haag) voelde zich na de acade mie direct aangetrokken tot te kenfilm. Vandaar dat hij, werk zaam bij de Nederlandse Onder wijs Film, voorstelde zo'n film te maken, „dapper, want ik ivist van toeten noch blazen". Duizen den tekeningen maakte hij met O.l.-inkt op wit papier om ze daarna direct (dus zonder cells) Van der Linden in negatief te laten opnemen. De geluidloze tien minuten „De goo chelaar ontgoocheld" wordt nu nog op scholen als onderwerp voor een opstel gedraaid. „OM TEKENFILM te leren ma ken volgens vaktechnische maat staven", werkte hij daarna drie jaar bij de commerciële Anglo Dutch Group. „Vroeger dacht ik dat de beweging het belangrijkst was. Ik begon een poppetje te tekenen en keek hoe het verder ging. Hier leerde ik een pak griesmeel in drie seconden aan prijzen; een gedachte in tien se conden overbrengen". HIJ LEERDE er ook, dat de spanning die vaste arbeidsver houdingen vaak met zich mee brengen niets voor hem was, en besloot in 1963 te gaan free-lan- cen. Maakte filmtitels voor „De Uit MrX" van Van der Lin- werkelijkheid van Karei Appel" den (boven), van wie ook Bloemen" afkomstig is. De en „Een zondag op het eiland Grand Jatte", ontwierp educa tieve films als „Hoe werkt TV", tekende de strip „Mr. D'. van Kwikschoten" (tekst Jan Blok ker) en rebussen voor het Alge meen Handelsblad, een wekelijk se strip voor het Vrije Volk en onlangs onder pseudoniem „De Vijanden" in het Parool. Maar ook deze kontrakten brachten zo veel wrijving mee, dat hij ze tenslotte met een zucht van ver lichting opzegde. INMIDDELS was in 1966 een vrije film gereedgekomen, voor al „omdat het commercieel goed is als je zo'n werkstuk kan la ten zien". „De bloemen", het kleurige verhaal in bijna zes mi nuten van een mannetje, dat on verzadigbaar bloemen blijft plukken tot hij eronder bedol ven raakt, kreeg op het Festi val in Arnhem een eervolle ver melding in het juryrapport en draait momenteel in het voor programma van de nieuwe De Funès. Onlangs besloot het Ministerie van CRM subsidie te verlenen voor de volgende film. Zodat Ru pert van der Linden nu in Ant werpen (waar hij al twee jaar de Amsterdamse drukte ontwijkt hard werkt aan wat waarschijn lijk „Mr. X" zal heten, het ver haal van een mensenleven in tien minuten. Credo bij dit werk: „Je bent zo volkomen vrij in de opbouw van het beeld, dat teken film veel méér kan zijn dan een karikatuur van een gewone film". DIC.K VISSER (geboren 27 fe bruari 1930 in Amsterdam) had na de HBS „zeer veel beroepen, waarvan ik mag zeggen dat ik in allemaal min of meer mislukt ben". Via filmtechniek (een klei ne uitvinding leverde hem door een contracthandigheidje van Dick Visser een firma 20.000 gulden verlies aan researchkosten op) en een voor vijf tientjes gekochte oude camera kwa m hij in 1962 tot een tweeminuten-tekenfilm, de „As- bakkenfilm". Met muziek van Edo de Waart en Joep Ver- wey werden bezoekers van twee Amsterdamse arthouses daar mee drie jaar lang tot het ge bruik van asbakken gemaand. Visser koos tekenfilm omdat hij onder de indruk van het niveau van live-action-filmen daaraan niet durfde beginnen en omdat je tekenfilms in je eentje kan ma ken. DE „ASBAKKENFILM" leverde een freelance-contact met de NTS op. Daarnaast werkte hij mee aan de montage van Ge- I rard Ruttens „Wederzijds", stel de hij de compilaties van oude Chaplins „One against all" en „A Moustache, Cane and Bow- Ier" samen, deed hij de montage van „10.32" en verzorgde hij de geluidsmontage van „Een film voor Lucebert". INMIDDELS was al iets gereali seerd van Vissers eigen filmheld „Flipon". „Ik heb me altijd het meest aangetrokken gevoeld tot een satirieke manier van filmen. In Flipon wilde ik bepaalde be zwaren tegen het instituut politie kwijt". Uit de opnamen, die klaar waren, monteerde hij in 1965 „Flipon 1" van ruim zeven minuten. De afwerking van het vervolg „Flipon et les Camara des". werd opgehouden door het werken aan „10.32". Maar voor dat Visser aan de avonturen van zijn agent verder kon werken, was zijn doelwit ontglipt. Want ivat in „Flipon et les Camara des" was overdreven, werd door de Amsterdamse realiteit van 10 maart tot 15 juni 1966 verre over troefd. Als satire op de justitiële afwerking van deze realiteit werd de film van elf minuten dat jaar toch gecompleteerd, maar de maker zegt „achteraf vind ik het door het duidelijk compro mis toch mijn slechtste teken film". Voor zijn Flipon heeft Dick Visser een eigen procédé gevonden. De achtergrond wordt van onderen geprojecteerd op een blad. waarop zijn figuurtjes niet cell voor cell bewegen, maar, geknipt uit papier, met limited action" worden be wogen. Het werkt sneller, het werkt ook primitiever. „Maar dat gladde gepolijste hoef ik niet. Het gaat mij toch meer om de inhoud." MOMENTEEL maakt Visser freelance documentaires voor het 1KOR, bereidt hij een satiri sche speelfilm voor, waarover hij verder nog niets wil zeggen, en begint hij vast te denken aan het volgende Flipon-avontuur. Eerst zal Nederland echter nog een stuntje van hem zien, dat hij bijna voor de TROS klaar heeft. Televisie en radio zenden dan tegelijk een avontuur van „Peter Karton" uit. Getekende Peter is op TV te zien, de stem van zijn tegenspeelster Philippine Aeckerlin klinkt door de radio. Tot zij aan het slot van het avon tuur in levenden lijve in de te kenfilm verschijnt. Scène uit „Flipon et les Camarades" van Visser.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 31