ZlUD-AFRIK V VERDEDIGT ZIJN STRATEGISCHE POSITIE Reis naar Zuid-Afrika WATERDAG 13 APRIL 1968 L.D.EXTRA 3 Van onze redacteur Buitenland Zoeloes op zee De grootste moeilijkheid bij het scheppen van een handelsvloot is de vorming van geschikte bemanningen. En die stampt men niet van vandaag op morgen uit de grond. Dat is dan ook de reden waarom de Zuidafrikaanse „Safmarine" nog steeds vrij veel Engelsen in dienst heeft. Maar dank zij uitstekende opleidingen groeit het aantal Zuidafrikaanse zeelieden snel. Daartoe behoren ook kleurlingen (ge- mengdbloedigen)die vanouds als vissers en kustvaarders prima zeelui zijn geweest. Maar nu zijn er op de schepen ook Zoe loes in dienst genomen en deze proefne ming met typisch „landvolk" is een suc ces. De Zoeloes hebben van huisuit geen zeebenen. Zij blijken zich echter bij het nieuwe werk en het voor hen onbekende leven op zee goed te kunnen aanpassen. i|i e stremming van de scheepvaart door het Suezkanaal heeft weer eens de aandacht ge- 1 B vestigd op de enorme betekenis van de Zuidafrikaanse havens. En dit geldt in het B W bijzonder voor de oude Nederlandse vestiging Kaapstad, de enige haven op een route van vieruizend mijl, die de scheepvaart in elk opzicht van dienst kan zijn. De havens ian Kaapstad verwerken thans per maand gemiddeld één miljoen ton méér dan tijdens de 1 jorige sluiting van het Suezkanaal, in 1956. Duizenden schepen, die anders door dat kanaal I ouden zijn gevaren, maken thans gebruik van de route om de Kaap en vele daarvan leggen lij ian in Kaapstad, Durban, Port Elizabeth of Oos-Londen. Niet alleen het gebruik van haven- jf faciliteiten en het innemen van olie levert Zuid-Afrika extra-inkomsten, ook de toeristische edrijvigheid is sterk toegenomen: tallozen maken van de gelegenheid gebruik om vooral in (aapstad en Durban aan land te gaan en de bezienswaardigheden in en om deze steden te tezoeken. zo groot geworden. Werd er in 1945 niet meer dan 100.000 ton vis aan land gebracht, in 1962 was deze hoeveelheid al gestegen tot een mil joen ton en thans bedraagt zij anderhalf miljoen ton (Nederland in 1966 ongeveer 300.000 ton). De sardine-vangst, in 1945 nog bijna onbekend, maakt daarvan thans 80 uit. En verder groeit de tonijnvangst en wor den de kreeften als begeerde lekkernij in groten getale uitgevoerd. Een aanzienlijk deel van de oogst van de zee gaat naar de vis- verwerkende industrieën, waarvan Zuid-Afri- ka er thans 36 telt, vooral bij Houtbaai, ten zuiden van Kaapstad. In Zuidwest-Afrika zijn er nog eens 16. Sardines, haring en an sjovis worden daar ingeblikt of verwerkt tot vismeel en olie. Schepen en fabrieken bete kenen een belegging van 350 miljoen gulden en zij verschaffen werk aan niet minder dan 70.000 personen. Nederlandse werf Niet onvermeld mag blijven, dat de Neder landse immigrant E. S. Barens, die zich in 1962 als ervaren scheepsbouwer in Durban vestigde, een groeiende bijdrage levert om een eigen Zuidafrikaanse vloot te scheppen door de bouw van vissersschepen en nu ook van passagiersschepen. De werf, die geleid wordt door twee Nederlandse directeuren, Ba rens en De Waal (ook onder het overige lei dende personeel zijn nogal wat Nederlanders) is nu in staat schepen tot 30.000 ton te bou wen. Zo arbeidt Zuid-Afrika aan de versterking van zijn positie als jonge zeemogendheid, zo wel wat betreft de handelsscheepvaart als de rigens betekenen de Zuidafrikaanse ha- 5 voor de internationale scheepvaart méér „verversingsstations" op een lange zee- j. Men stelle zich eens voor wat er van belangrijk deel van de wereldscheepvaart zou komen, indien niet alleen het aal gestremd, maar bovendien Zuid- in handen zou zijn van een bewind, lat de Westelijke wereld niet welgezind zou lijn. De vaart „om de noord" immers is door en die om Kaap Hoorn (Zuid-Amerika) stormen onmogelijk. Oost en West zou- dus wederzijds alleen bereikbaar zijn via Panamakanaal, dat, behalve kwetsbaar, totaal ongeschikt zou zijn voor de passa- van zeer veel meer en bovendien veel gro- schepen dan nu het geval is. Is Zuid dus voor de handel sscheepvaart van meer dan gewone betekenis, dit nog te meer uit militair-strategisch oog noodtoestand te denken, zijn de Panama- en Suezkanalen voor dit soort vaartuigen volko men onbruikbaar. Rest dus: de vaart om de Kaap. Er gaan nu reeds stemmen in Zuid-Afrika op, die ervoor pleiten tijdig rekening te hou den met deze fantastische ontwikkeling van de wereldscheepvaart en te zorgen voor ha vens met een diepte van veertig tot zestig meter, waarvoor tenminste acht plaatsen aan de Zuidafrikaanse kust in aanmerking zou den komen. Er mag bij dit alles veel toe komstmuziek zijn, een vaststaand feit is, dat het de Westelijke wereld niet overschillig kan laten wie de zeewèg om de Kaap beheerst. Vooral Groot-Brittannië's terugtrekken uit de gebieden „ten oosten van Suez" heeft een vacuum geschapen, dat allerminst onbeden kelijk genoemd kan worden. Er zijn twee wereldzeeën. En dat zegt wat als men erbij stilstaat, dat het land voordien nimmer een zeevarende mogendheid is geweest, al wordt het dan aan drie zijden door de zee omspoeld. In enkele jaren slaagde men erin een staf van deskundig personeel te vormen en ondanks de concurrentie van buitenlandse lijnen met een ervaring van een halve eeuw of langer, werkt Safmarine met winst. Dat de uitvoer van vers en ingemaakt fruit waarvan Zuid- Afrika een van de grootste exporteurs ter we reld is tot die ontwikkeling aanzien lijk heeft bijgedragen, spreekt wel vanzelf. Maar de trots van Safmarine wordt toch ge vormd door twee forse passagiersschepen, die een dienst op Engeland onderhouden: de S.A. Vaal van ruim 32.000 ton en de S.A. Oranje van ruim 28.000 ton. Kustvisserij vaardiging van eigen straalvliegtuigen naa* Frans-Italiaans ontwerp. Eind november vo« rig jaar opende premier Vorster de Atlas-fa briek in Kempton Park bij Johannesburg. En bij die gelegenheid vloog reeds een formatie van zestien Impala's (de naam van het nieu we toestel) boven de fabriek, waar vliegtuig bouwers uit niet minder dan 21 landen sa menwerken. Deze en dergelijke ontwikkelingen maken duidelijk, dat Zuid-Afrika er niet aan denkt zich door wie ook de wet te laten voorschrij ven. „De feiten tonen zonneklaar aan, dat de blanke gemeenschap zich krachtig inspant) om de gekleurde bevolking aansluiting te la ten vinden bij de Westerse cultuur van de twintigste eeuw, zij het zoveel mogelijk met behoud van haar eigen cultuurpatroon", zo zegt men in officiële kringen. Wie, om wat voor reden ook, meent deze politiek ook al voldoet die niet aan vooropgestelde denkbeel den te moeten dwarsbomen, moet de ge volgen zelf maar dragen. En ter illustratief het doodarme India wenste op grond van de boycot van de Ver. Naties geen jute zakken meer aan Zuid-Afrika te leveren. De Repu bliek was toen gedwongen zelf een oplossing te vinden door meer vervoer in bulk (groot volume) en door de eigen produktie te ver groten. India is nu een belangrijke afnemev kwijt, die enige honderden miljoenen zakken per jaar betrok, en Zuid-Afrika, dat de pro duktie in eigen hand heeft genomen, behoeft in de toekomst ook op dit punt niet meer be vreesd te zijn voor onaangename verrassin gen. Rfl, punt. Het ligt immers bij de samenvloeiing van Atlantische en Indische Oceanen op een punt, waar het de enige zeeweg tussen Oost en West beheerst, die onder alle weers omstandigheden zelfs voor de grootste sche pen bevaarbaar is. Van Kaapstad uit overziet men het „kruispunt" van de zeewegen tussen Amerika, Europa en westelijk Afrika ener zijds, en Azië, Australië en de Afrikaanse oost kust anderzijds. Hoe belangrijk dit is, wordt duidelijk als men bijv. weet, dat driekwart van de schepen, die anders door het Suezka naal kwamen, uit tankers bestaat, ten getale van ongeveer 16.000. Voorts moet rekening worden gehouden met de waarschijnlijkheid, dat de tonnage van dit soort schepen voort durend toeneemt. 5Zeemonsters" Van de tankers, die eind vorig jaar (met een totale tonnage van 25 miljoen ton) in bestelling waren, wordt 13 miljoen ton ge bouwd aan schepen met een tonnage boven 125.000, en bijna 2 miljoen ton in de klasse van 105.000 tot 125.000. Men denkt reeds ge ruime tijd over schepen van 300.000 tot 500.000 ton en er wordt reeds overwogen „zee monsters" te bouwen van.10 miljoen ton, vtor een deel als tanker ingericht en voor de rest als container-schip. Zonder nog aan een Als is Zuid-Afrika's handelsvloot nog maar van jonge datum, de kustvisserij is altijd van belang geweest en vooral na de Tweede We reldoorlog enorm gegroeid. Wat die visserij be treft staat Zuid-Afrika thans op de zesde plaats van de wereld-ranglijst. Door de krachtige steun van VISKOR Visserye-ont- wikkelingskorporasie van Suid-Afrika, een staatsonderneming) is de opbrengst van de visserij in enkele tientallen jaren 15 maal Franse invloed Wat laatstgenoemd land betreft, ziet het er door de verslechterde verstandhouding tus sen Londen en Pretoria naar uit, dat Zuid- Afrika met eigen middelen voor de beveili ging van de Kaap-route moet zorgen. Men kent het dreigement van de regering-Vorster, dat er een einde kan komen aan het Britse gebruik van de bij Kaapstad gelegen oor logshaven Simonstad. In dat geval maken de Fransen een goede kans de Britten op te vol gen. Met behulp van Frankrijk werkt Zuid- Afrika reeds aan de versterking van zijn oor logsvloot. Aan die toeneming van de Franse invloed dient men niet achteloos voorbij te gaan. Want, zoals kenners van de wereldstra tegie zeggen: wiens vlag in oorlogstijd over Simonstad wappert, zal de wereld kunnen af grendelen. Zolang het gelukkig nog vrede is, althans in deze contreien, zijn de Zuidafrikanen vooral krachtig bezig aan de versterking van hun handelsvloot. Het is weinigen bekend, dat Zuid-Afrika over een snel groeiende eigen scheepvaart beschikt. Tot het einde van de Tweede Wereldoorlog deed zich het merk waardige feit voor, dat een volk, in hoofdzaak afstammend van vier zeevarende naties (Ne derlanders, Fransen, Duitsers en Britten) voor het vervoer van zijn goederen overzee af hankelijk was van buitenlandse diensten. Safmarine Maar in 1946 werd de „Safmarine" opge richt, een afkorting van „Suid-Afrikaanse Marine-korporasie". Het begin was allerminst indrukwekkenddrie gebruikte Victory-sche- pen.Maar de Safmarine heeft in de afgelo pen twintig jaar niet stilgezeten en groeide tot een maatschappij met thans 30 en bin nenkort 34 moderne schepen met een ton nage van 734.000 ton tot een waarde van 450 miljoen gulden. Verheugend is, dat er van de nieuwe aanwinsten vier door Verolme zijn gebouwd: drie koelschepen in Nederland en één in Ierland. Ofschoon Zuid-Afrika's han delsvloot nog tot de kleine behoort, is zijn vlag thans een normaal verschijnsel op de oorlogsvloot. Wat dit laatste betreft: de Re publiek moet door haar strategische ligging op allerlei gebied rekening houden met be dreiging van buiten. Dit is dan ook de reden waarom de SASOL-fabrieken olie uit steen kool vervaardigen. Als de bouw van een twee de installatie voor dit doel gereed is, zal het land voor veertig procent in de eigen behoef ten kunnen voorzien. Bij invoering van dis tributie zou de industrie niets tekort komen, aangezien die slechts 20 betrekt en het verkeer 80 voor zijn rekening neemt. En dit laatste zou aanzienlijk beperkt kunnen wor den. Eigeu straalvliegtuigen Die strategische positie heeft er ook toe ge leid, dat Zuid-Afrika begonnen is met de ver Bij de foto's Boven rechts: Een van Zuid-Afrika's nieuws passagiersschepen, de S.A. Oranje (28.000 ton) in de haven van Kaapstad. De Tafelberg op de achtergrond. Beneden rechts: Een van de nieuwe centra in Kaapstad, waarvan het inwonertal langza* merhand het miljoen gaat naderen. Midden links: Panorama van een deel van dti haven van Durban. Midden: De smalle, maar indrukwekkende m* gang tot het Kasteel in Kaapstad. OnmiddeU lijk na zijn aankomst aan de Kaap (1652) begon Jan van Riebeeck met de bouw van een bescheiden fort aan de Tafelbaai, dat weinige jaren later werd vervangen door het nu nog bestaande vijfhoekige vestingwerk („Kas-* teel"). De namen van de bastions luident Oranje, Leerdam, Buren, Katzenéllebogen en Nassau. Een groot deel van het interessante bouwwerk is in de bekende gele IJsselsteen opgetrokken tdrie eeuwen geleden ingevoerd uit Nederland) en daardoor gemakkelijk als typisch-Nederlands te herkennen. Van 1674 tot 1795 diende het gebouw ook als woning van de Nederlandse gouverneurs. In die ver trekken is nu een kostbare verzameling am> tiek meubilair ondergebracht. punten van waaruit de Britten het gebied tussen Aden en Singapore nog kunnen bena deren: Australië en Zuid-Afrika.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 11