L CHARLES CHARLOTTE L- - - Ontwerp voor oec huwelijkssluiting DESIREE (SIJDA [JDAG 12 APRIL 1968 Ons dagelijks vervolgverhaal en Oorspronkelijke roman door Willy Corsari in zou neDDen oegrepenu Itlfiiet de hand los, slikte en ging Loovers- liaan nam van allen afscheid, was heel vriendelijk. Toen een tijdje op het kerkhof, bi: t graf van Brechte en van de (jongen. Het was een dag van «n zon. De populieren ruisten, lelde zich opeens veel dichter J twee doden dan bij alle leven- MKj dacht er met berouw aan, de oude Brechte had ver- K>sd, om aan haar vermanin- ontkomen. Een mens zonder ngen, dat is toch niets, had ze Ze had gelijk gehad. Je stond volle leven, maar in je hart n stilte als van de dood. Ter- daar stond, zonken bitterheid andigheid in hem weg en ge- i gingen hem door het hoofd, TTSeI verwonderd beluisterde, als .jen in de wind. Misschien was pr, dat de korrel moest ster- p te herleven. Elk jaar zag je «wider van golvend graan. Je niet bij, je begreep het niet, eenvoudig en goed. Mis- poest je ook niet proberen te n dat er zoveel moest ster- je hart en leven. Misschien I opk zo, dat daaruit iets kon Hij had het niet laten groei- leed was bij hem gevallen op Otsgrond, was verwaaid in de an zijn verbittering. Was het Kon het zaad nog ontkiemen ien? Als hij aanvaardde, wat wild had, even eenvoudig als dingen van de natuur aan- I, die toch ook onbegrijpelijk grijpen, zoals jij alles hebt aanva wat je moest doormaken. Nu g( ik, dat ik het begin te begrijpen. Jij hebt iets gemaakt van je verdriet, je hebt er iets uit laten groeien. Loovers kreeg er een kleur vai stotterde „Ik ben blij, dat je het zo ziet kom je opzoeken, zodra ik kan". Hij zou Christiaan niet levend rug zien. Chris brief vi gescher eerst, s hij uit dwijner maakt, en zat van den missaal en ze herlas ontelbare malen het stuntelige briefje dat Bea te had geschreven, met kinderlijke n gaf zijn dochtertje ieate en haar pakje en 1 /an de baron. Voor 1 de dood van Tasso, z r ogen de doffe blik v( ie hem angstig had g liep naar haai kamer t er lange tijd met het geschenk Jeate, het kleine, in leer gebon- VLISSINGEN, (GPD) Het pastoraal beraad der kerken in Brabant en Limburg heeft een ontwerp samengesteld voor een gezamenlijke kerkelijke sluiting en inzegening van een gemengd huwelijk zonder eucharistieviering. In het beraad werken samen de wordt in beide kerken afgekondigd en rooms-katholieken, hervormden, gere formeerden, remonstranten, doopsge zinden en lutheranen. Het ontwerp is als handreiking bedoeld voor de pre dikanten en geestelijken. Aan de gezamenlijke kerkelijke plechtigheid moet een serieuze pasto rale begeleiding van gehuwden voor af gaan. zo zegt het beraad, alsmede een goed overleg tussen de betrokken predikanten en geestelijken. Ook na het huwelijk moet de gemeenschap pelijke pastorale verantwoordelijkheid van beide kerken voor het gezin dui delijk gestalte krijgen. Het pastoraal beraad stelt met nadruk, dat een der gelijke plechtigheid voor de r.-k. kerk een huwelijkssluiting betekent en voor de protestanten slechts een hu welijksinzegening. De vragen, die in de reformatorische ritus van de inze gening voorafgaan, kunnen in de voorgestelde orde van dienst achter wege blijven omdat zij in de vragen die de priester stelt zijn geïmpliceerd. De inhoud van de vragen dient on derwerp van voorafgaand overleg te zijn tussen gehuwden en de predikan- geestelijken met gebruikma king van de bestaande kerkelijke De voorgestelde orde van dienst omvat een gezamenlijke begroeting en een lied, waarna de priester een ge bed leest alsmede de eerste schrift lezing en de prediking verzorgt. Daarna zal de huwelijkssluiting en de zegening der ringen plaatsvinden. Vervolgens is het woord aan de pre dikant voor de tweede schriftlezing en eventueel een prediking waarna de huwelijksinzegening plaatsvindt. Predikant en priester lezen de slot gebeden waarop overhandiging van de huisbijbel plaatsvindt en het bid den van het gemeenschappelijke „On ze Vader" in de oecumenische versie. De voorgestelde orde van dienst ein digt met lied, uitzending en zegen. ADVERTENTIE VERLOVINGSRINGEN klassieke en moderne modellen PANDA EN DE MEESTER-SUPERMAN. zijn makkelijke stoel. Morgen is er weer een dag. En anders over morgen wel.We moeten de dingen niet overhaasten, baaske!" loment kwam de bediende Jollipop binnen om het avond zijn meester te brengen. Maar Joris was hem voor. r hier, knecht!" sprak hij, de krant weggrissend. ,J)ank Ge kunt weer gaan!" Hij vouwde het blad open en begon lui de frontpagina te le zen. Maar dat duurde niet lang. Plotseling schoot hij overeind, naar enkele foto's staarde die daar stonden RECHTER TIE EN DE TWEE BEDELAARS. Verh. 14. terwijl hij heeft op- 14—33. vertelt hoe hij de zaak van gelost. ,Jk hoorde dat Wang de boekhouding van gildemeester Ling verzorgd had en ging daarom de boeken na. Als Ling belasting had ontdoken, zou Wang hem daarmee gechanteerd kunnen hebben. Maar de boeken waren perfect in orde. Ik concludeerde dat Ling onschuldig ivas. maar tot het onaangename type behoorde dat zich geen zier voor zijn personeel interesseert. Intussen had de huismeester mij verteld dat Wang een rijk man was geweest in de hoofdstad, en jij hoorde iets dergelijks van Wangs collega's. Vang hartstochtelijk verliefd was geweest op of liever gezegd nóg was, want het feit dat geld uitgaf en toch ook niets in zijn geldkist had, deed me vermoeden dat hij haar nog steeds ontmoette". „Hoe wist u dat het een dansmeisje was?" vraagt Tsjiao Tai. „Aan een andere vrouw had hij zijn vermogen niet behoeven te verspillen"zegt de Rechter. „Nee, het moest een beroemde cour tisane zijn. Ik nam aan dat Wang haar niet met rust liet, óók toen hij geruïneerd ivas, dat zij hem daarom ontvluchtte naar deze stad, maar dat hij haar adres te weten kwam en haar na- DE WONDERLIJK1 AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 1104. Door de koker waarschuwde Bram Tutu, dat diens taak eens", had Bram gezegd, en onvermoeibaar zwommen de Zee-Zoe- ters in die richting, vastbesloten om pas te rusten als ze er waren. Naarmate ze verder van hun boei afkwamen werd het water SBSiSS-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 23