SCHEEPS
ERICHTEN
'mst
CHARLES
CHARLOTTE
Lezen is
'zvz.*:
w1sT SKOL?
Waarom doet
u het dan
niet vaker?
Met Velpon zie je er geen barst van. CElalbiOTiET Velpon
i§j™r:r
!lf^i,3■^03:38NmOOLoKU■,ia'U,..
SISHL
)AG 15 MAART 1968
LEIDSCH DAGBLAD
PAGINA 35
Ons dagelijks vervolgverhaal
en
kuspronkelijke roman door Willy Corsari
matte en praatte, bevend van
vleiend, bezwerend, liegend,
larie geloofde niet werkelijk
zei, maar het troostte haar
it alles te horen, zij wilde er
g in geloven,
lotte, zelf ontsteld door wat
gan had, ontweek de volgende
ar moeder zoveel mogelijk, zat
ian tafel en vluchtte toen naar
baron.
ras in een van zy'n rustige
ngen, waarin hij soms tegen
prak, alsof hy eigenlijk zijn
en uitsprak, vergetende, dat
as. Dan leek hij ver weg, in
rieden. Hij sprak over zijn
over de jongens, over Rei-
vroeg schuchter: „Verlangt u
el eens naar Reinout?"
teek haar aan
Verlangen? Neen, hy
geleden heb
rouw gehad. Hij heeft een bur-
aje getrouwd, om haar geld
lijk! Het zal wel hard nodig
Maar die
eten van
eld. Bij hem was het alleen
De grote meneer spelen. Ja, het
m wel hard zijn gevallen, dat
ik".
ontmoette hij haar ontstelde
it heb ik het meest cont
was het gewoonlijk n
ir ik ben bltf, dat we i
roken hebben. Ik wa
vrij. Dat ben je pas,
and meer geeft. Zyn
over de kinderen. Een
meisje. Uw kleinkii
el sentimentele brief. Alles on-
Ik heb ze nooit gezien en ik
en behoefte om ze te zien. Ik
misschien hechten aan ze en
gint alles opnieuw. Neen, neen,
haar geschreven, dat ik niet
ben op bezoeken of brieven,
het al eerder geschreven. Dat
is verandert er niets aan. Ik
n rust. Van kinderen heb je
n teleurstelling en hartzeer,
heb het best zo",
eek naar zyn gezicht, waarin
en diep gesneden stonden naar
ibere ogen achter de brillegla-
de bittere mond. Hij kon nu
rijden en niet meer reizen,
hier altijd alleen met zyn ou
tfit. Zij was de enige, behalve
ader, die by hem kwam. Haar
hield niet van hem, dat wist
ids lang en hy hield niet van
Hij hield van niemand meer,
gezegd. Van mij1 dus ook niet,
dj triest.
weg en rende door het
aet Tasso. De hond was haar
troost in alle droevige en verwarde
stemmingen. Met hem werd zij wer
kelijk vrolijk. Hem vertrouwde zt
les toe, als ze naast hem zat onder de
rododendrons of in haar kamer, met
haar arm om zijn hals. Hem bekende
zij, hoe ze soms verlangde weer de
kleine Charlotte te zijn, weer in het
boudoir te zitten borduren, in een
jurk te lopen, haar mofje te dragen.
Maar het kan niet, Tasso, het kan
nooit meer.
Soms kwam dokter Loovers. Hy
was de enige vriend van Christiaan,
die Annemarie vroeger aanvaard had.
Hij had al vele malen getracht Chris
tiaan te bewegen, om aan dit vreem
de spel een einde te maken. Dan zei
Christiaan ontwijkend
„Laat het kind toch, het is nog
klein".
„Het is niet zo klein meer, zei Loo
vers toen hij ditmaal opnieuw het on
derwerp aanroerde, dat hij lange tijd
had vermeden, omdat hij merkte hoe
het Christiaan hinderde, als hij hier-
me niet aan met die non-
Christiaan, met ongewone
Het kind is gelukkig. Het
i heerlijk leventje. Het is nog
loeg, als we er over enige ja-
nette jongedame van gaan
ie dit niet mag en d&t niet
iweeg. Annemarie keek hem
sei langzaam: Loovers heeft
Het kan zo niet lang
moesten maar 'es een
iken, zei Christiaan. Hij,
toegevend en beminnelijk,
kreeg iets hards en vijandigs in zyn
blik, zodra hiervan sprake was.
Hij is bang, dacht Loovers, die
hem gadesloeg, hij is bang een illu
sie te verliezen. Er waren ogenblik
ken, waarin hij zich afvroeg, of Chris
tiaan niet werkelijk gek was, zoals
krankzinnig kunnen
één punt. Hij zuchtte,
wijn en maakte zich-
dat hij niet durfde
Toch was het Christiaan zelf, die
opeens een einde aan alles maakte en
zichzelf dwong te ontwaken uit de
droom, die langzaamaan voor hem
tot werkelijkheid was geworden.
Hij had vrede en zelfs een vreemd
geluk gevonden in die droom. Er wa
ren ogenblikken, waarin hij besefte,
hoe dicht hij dwaalde langs de grens
van het land, waarin voor altijd de
werkelijkheid vergaat. Misschien
was het al waanzin, dat hij zich een
ander kon voelen dan de werkelijke
Christiaan Renierse, dat hij dan alles
van zich af kon gooien, wat die man
had meegesleept aan kwellende her
inneringen, aan schuldbesef, wrok en
leed, en zorgeloos blij kon praten en
ADVERTENTIE
Parlate voi italiano?
Telefonate al numero
(010) 129229
Negentien Basken
gearresteerd
De Spaanse politie heeft in Vito-
ria in Pamplona negentien arresta
ties verricht ln verband met een
reeks «vervallei* op banken, die ver
moedelijk het werk waren van Bas-
kische nationalisten. Onder de arres
tanten zijn drie r.k. geestelijken, die
ervan worden verdacht de bankro
vers verborgen te hebben gehouden,
aldus de politie.
Verscheidene arrestanten zouden
vergaderingen over Baskische cul
tuur hebben bijgewoond in een kloos
ter te Estibari. De Spaanse politie
meent, dat de bankovervallen
het afgelopen jaar in kleine Bas
kische plaatsen alle zijn gepleegd
door een organisatie, die Ijvert voor
de oprichting van een afzonderlijke
staat, bestaande uit drie Baskische
provincies in noordoost-Spanje.
Verkeerd huis gesloopt Toen
Heinrich Krull naar zijn nieuwe huis
in Hannover ging kijken, schrok hij
hevig. Waar zijn nieuwe bunga
low moest staan lag één grote hoop
puin. Een sloper had de bungalow op
Silberstrasse 5 gesloopt in plaats van
buis op no. 15. Een woordvoerder
de slopensfirma zei dat de bull-
r chauffeur vijf i.p.v. 15 had ver-
n. De chauffeur van de bulldo
zer zei: „Ik kan er niets aan doen.
Ing naar no. 5 en zag er geen
s, dat was voor mij het bewijs
dat het goed was".
PANDA EN DE MEESTER-SUPERMAN.
11-97. De taferelen die Joris door de hotelmuur heen zagde
den hem watertanden.
„Wat een kostelijk voedsel!" -prevelde hij, terwijl hij op het bouw
sel toestapte. „Als ik enige zelf-bediening toepas, kan ik mijn
honger stillen!"
Zo sprekende vergat hij, dat hij door een stevige, stenen muur
naar binnen wilde maar vreemd genoeg had hij geen enkele
hinder van het metselwerk.
„Verbazingwekkend.mompelde een automobilist, de heer Hub-
bel, die het ongewone gebeuren zag. „Wat een kracht! Ongelofe
lijk!" Hij was nauwelijks van zijn verrassing bekomentoen hij
een groot aantal woedende kreten uit het hotel hoorde komen, en
de ander weer zag verschijnen.
„Verbijsterend.fluisterde hij onder de indruk. „Wat een ke
rel! Die zal het ver brengen!"
Nu zag het ernaar uit, dat Joris inderdaad ver zou moeten
gaan. Want de uitroepen in het hotel waren erg boos.
ADVERTENTIE
dat hij twee levens
oen was. Hy had ge
leerd te geloven aan zyn illusie. Als
hij samen was met het kind, kon hij
de man die het leven ondraaglijk was
gaan vinden, verjagen en vergeten,
(Wordt vervolgd)
ADVERTENTIE
RECHTER TIE EN DE TWEE BEDELAARS. Verh. 14.
149. Tsjiao Tai pakt een lange, kromme staf, die in de hoek
staat en zegt: „Kreupel loas hij zeker. Deze stok werd naast hem
in de goot gevonden daar steunde hij natuurlijk op bij het lo
pen", Rechter Tie probeert niet te denken aan de schim van de
bedelaar, die hem zoéven verschenen is. Hij licht de linkerarm
van de dode op, maar merkt dat die al geheel verstijfd is. Vervol
gens bestudeert hij de handpalm van de dode. „Wat vind je daar
van, Tsjiao Tai?" zegt hij. „Die zachte handpalm zonder eelt en die
goed verzorgde lange nagels. Bedelaars met zulke handen kom
je niet iedere dag tegen". „Denkt u dat het geen bedelaar was?"
vraagt Tsjiao Tai ontdaan. „We zullen zien", zegt de Rechter.
„Draai de dode eens om", Als Tsjiao Tai aan dit verzoek voldaan
heeft, onderzoekt Rechter Tie de wond op het achterhoofd van de
dode. Voorzichtig schuift hij het hoofdhaar opzij, dat stijf is van
geronnen bloed. „Zie je die fijne witte zandkorreltjes tussen het
bloed?" vraagt de Rechter aan zijn luitenant. ,J)at fijne witte zand
verwacht je toch allerminst op de bodem van de goot". Tsjiao Tai
schudt zijn hoofd en bromt: „Nee, eerder modder en vuil. Ik begrijp
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK
1080. Helaas, oma Foks sombere woorden werden bevestigd,
toen Bram oude vissers sprak, die somber op een bankje aan de
havenkant zaten.
,.Er is geen vis meer te vangen", zei één van hen, pratend langs
een pijp zonder tabak. „Tenminste niet, waar loij met onze vissers-
schepen nog kunnen komen. De vis is weg.gevlucht.vertrok
ken. 7üij zijn aan armoede en ellende prijsgegeven".
„Maar hoe komt het dan, dat er geen vis meer is?" vroeg
Brammet je nieuwsgierig.
„Dat weten we niet... iets heeft de vis verjaagd... en wij zit
ten er maar mee", zei de visser. Bram dacht even na. Toen zei
hij opgewekt: „Leg me maar uit, waar jullie altijd vissen, dan ga
ik eens poolshoogte nemen. Als we weten, wat de vis verjaagt
kunnen we er iets tegen doen".
„Ik wens je geluk", zei de visser vermoeid. ,Maar ik geloof er
niet in. Dit stadje is verloren. Het is afgelopen. Het is uit".
Oma Fok had meer vertrouwen in haar kleinzoon. Ze gaf de
loens te kennen om mee te varen, en dat kon Bram haar natuur
lijk niet weigeren.
Kenia 14 nog in Vungro baai
Kermia 14 v Miri te Singapore
Koningswaard 13 400 m O Plo
Kopionefla 13 250 m NO Rio Ja-
N,,j,C.url.r 13 450 m O 31.
Naess Lion 13 700 m NW Kaap-
Kr.Vi3u,r„A,i*?o8 Sï'V,.