CHARLES CHARLOTTE :rrRï^eV% ERICHT EN Bonaparte DE ENIGE ECHTE HAMMOND la ^SCJLLLP 5 8 MAART 1968 PAGINA 27 dagelijkt vervolgverhaal en rspranlceKjke roman door Willy Corsari ADVERTENTIE KFIJZER TAPIJT in. Z(J lag te staren in Tenslotte sliep ook z« in ikte pas, toen hu al op was. i^zU'durfde'nieCraeer'te ztHeerTbrief je Tan dTdok- |Bl ons kruis te dragen". p schudde het hoofd, joelde ik niet. Ja, we heb- b1 ons kruis. Jij zeker ook. iets anders. Ze leren ons, en liefhebbende vader is. k een kind heb, dat iets beeft gedaan en dat zegt: Habijt van, vader, ik zal het ar tf doen, en ik antwoord: het vergeven, dan ga ik [eens op slè&n". dokter aan. Zijn ogen loorlopen. alles misschien wat een eenvoudig man, ik zo goed uitdrukken. Zie Is de meesten van ons Zuiden, opgegroeid met kreeg het met de pap- wij allemaal. Ik heb er 'gedacht, laat staan gere- ben zelfs nooit op de ge- )men aan iets te twijfelen. iaakt grapjes op pastoors ilfs over Onze Lieve Heer. biets te betekenen. Je doet je grapjes maakt over laar je op gesteld bent. opeens ga je denken. En net, of alles in mekaar -4 e het hoofd in de hand en staarde in het vuur. De dokter zucht te: nog was, zei h«. Die zou met Je kun- prevelde hij handgreep li RECHTER TIE EN DE TWEE BEDELAARS. Verh. 14. 14—3. „Een dode bedelaar?" vraagt Rechter Tie matig ge- „Het moet een ongeluk zijn geweest. Ede Tai, „en de dode kon niet geïdentificeerd Zij alléén was opgeleefd na deze vre selijke weken, al sprak zij ook met tranen in de ogen over „die lieve Charles" en wrong dan de magere handen, omdat hij „ons zo plotseling is ontnomen". In werkelijkheid was zij nog nooit zo gelukkig geweest. Mevrouw Renierse was niet koel en terughoudend meer. In de nood van haar hart, in de angst om haar man, werd ztf vertrouwelijk. Zij klaagde, dat het soms was. of ze naast een man leefde, die ze nooit had gekend. En Charlotte „Geen traan heeft ze gestort om haar broertje. Kunt u zo iets begrijpen? Ik heb er zo vreselijk tegenop gezien het haar te vertellen, ik heb gebeefd van angst, toen het wel moést gebeuren, maar geen traan heeft ze gelaten. Mademoiselle schudde het hoofd. Neen, zoiets kon ze niet begrijpen. Ze was bang, dat Charlotte weinig hart had. Charles was heel anders ge weest, zo'n lief kind dat juist hij „Ik dacht eerst, dat ze het niet be greep. Maar ze zei: „O ja, ik weet wel wat dood is. Hertha is dood en die oude vrouw Annemarie beet zich op de lip. Haar gedachten dwaal den opeens weg. (Wordt vervolgd) Een voorbeeld uit het grote Mossel en Versteege assor timent. Het orgel dat reeds 30 jaar aan de top staat. Beroemd, bekend, ongeëvenaard. Alleenverkoop voor Den Haag, Leiden, Delft en omstreken MOSSELVERSTEEGE Alle goede merken in één zaak Den Haag Groningen - Heerlen Zoutmanstraat 53d - 40c. Tel. 070-333970* op een scherpe steen terecht zijn gekoi verbrijzeld. Ik heb het lijk hierheen hing helemaal los. Hij ivas kreupel. Waarschijnlijk ivas hij al vroeg op pad gegaan en heeft hij in de ochtendschemering de goot niet gezien. Of misschien is hv gewoon gestruikeld. Ik heb nog moeite gedaan om achter zijn identiteit te komen, maar Sjeng Pa. het hoofd van onze bedelaars, had hem nog nooit gezien. Hij zal dus wel speciaal naar de stad zijn gekomen om hier op het feest goede zaken te doen. Als niemand het lijk komt opeisen, zullen we het DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN BRAMMETJE FOK 1074. Het gevangen nemen van de Dood van Pierlala was door de kinderen voor de poppenkast met luid gejuich begroet. JZe had den genoten van de spannende voorstelling en ze klapten zich de handen stuk van opwinding. Maar doodstil werd het weer, toen Jan zich tot zijn jeugdige toeschouwers richtte: „Beste jongens en meisjes, eindelijk weten we dan toch hoe dit avontuur afloopt. Dat hebben we te danken aan onze vriend Bram- metje Fok, de dappere zeeman. Een applausje voor hem". „Hoera", riepen ze allemaal. „En voor de scheepskat Karo". „Hoerdaa". „En voor de papegaai Tutu". „Hiep, hiep, hiep, hoeraddddad"riepen ze om het hardst. Bram boog. Tutu wuifde met de vlerk en Karo spinde. „Hiermee eindigt onze voorstelling"zei Jan Klaassen. „De Dood zal weer opdrogen, weer groeien en weer voor nieuwe avonturen zorgenivant hij hoort er bij, net als de huisbaas en net als de veldwachter of mijn lieve Katrijntje. Dit spel gaat altijd door..."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1968 | | pagina 27